ECLI:NL:RBLIM:2025:1094

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
7 februari 2025
Zaaknummer
10882090 \ CV EXPL 24-387
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake samenlevingsovereenkomst en verdeling van gemeenschappelijke middelen na beëindiging van de relatie

In deze zaak, die voor de Kantonrechter in Maastricht is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee ex-partners die in 2004 een samenlevingsovereenkomst zijn aangegaan. Na hun breuk in 2022 ontstonden er conflicten over de verdeling van gemeenschappelijke middelen, waaronder geld op een gezamenlijke rekening en de inhoud van een kluis. De eiser in conventie vorderde onder andere terugbetaling van onterecht onttrokken bedragen en schadevergoeding, terwijl de gedaagde in reconventie vorderingen indiende voor schadevergoeding en opheffing van conservatoir beslag. De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van beide partijen grotendeels ongegrond waren, maar wees enkele schadeposten toe. De rechter oordeelde dat de inhoud van de kluis en de gelden uit de poetspot gelijk verdeeld moesten worden. Tevens werd het conservatoir beslag opgeheven, omdat de vorderingen van de eiser in conventie grotendeels werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat de veroordelingen direct moeten worden nagekomen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10882090 \ CV EXPL 24-387
Vonnis ex. artikel 96 Rv van 5 februari 2025
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
gemachtigde: mr. A.P.J.M. Verbeek,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
gemachtigde: mr. F.H. Kuiper.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 januari 2024,
- de rolbeslissing van 31 januari 2024,
- de akte uitlating bevoegdheid van 14 februari 2024,
- de rolbeslissing van 6 maart 2024,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
- de conclusie van repliek, tevens antwoord in reconventie [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
- de conclusie van dupliek en repliek in reconventie, tevens vermeerdering van eis van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
- de conclusie van dupliek van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
- de akte van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De kern van het geschil

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn in 2004 een samenlevingsovereenkomst aangegaan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] woonden samen in de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , gelegen aan de [adres 1] in [woonplaats] (verder: de woning). In de samenlevingsovereenkomst spraken zij af dat gewone kosten voor de huishouding via een gemeenschappelijke en/of-rekening betaald zouden worden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn in 2022 uit elkaar gegaan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , buiten zijn weten om, geld van de gezamenlijke rekening heeft gehaald. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er sprake is van wanprestatie, onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert daarom (onder meer) terugbetaling van € 93.461,28. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is het daar niet mee eens en voert verweer. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert op haar beurt (onder meer) een schadevergoeding, uitkering van de helft van het gezamenlijke poetspotje en teruggave van de inhoud van de kluis. De kantonrechter wijst de vorderingen van beide partijen grotendeels af en beide partijen worden veroordeeld om mee te werken aan de verdeling van de inhoud van de kluis bij de notaris. Ook moeten ze beiden de eigen buitengerechtelijke- en proceskosten dragen. Hieronder wordt uitgelegd waarom.

3.Het geschil

in conventie en in reconventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert - samengevat – het volgende:
  • terugbetaling van € 93.461,28, te vermeerderen met wettelijke rente en kosten,
  • [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om binnen 24 uur na het wijzen van het vonnis over te gaan tot medewerking aan de verdeling van de gehele inhoud van de gemeenschappelijke kluis bij de notaris onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat zij daarmee in gebreke blijft,
  • veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
3.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt aan de vordering het volgende ten grondslag. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onrechtmatig geld van de gemeenschappelijk en/of-rekening heeft gehaald tijdens hun relatie. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hiermee sprake is van wanprestatie of, een onrechtmatige daad. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt tot slot dat hij de kosten voor bewoning onverschuldigd heeft betaald aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat nergens wordt onderbouwd waarom de afschrijvingen in strijd zouden zijn met de afspraken in de samenlevingsovereenkomst. Zij stelt verder dat alle overboekingen in overleg en met goedvinden van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn gedaan. Bovendien betwist [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de hoogte van de schade van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de kosten van deze procedure.
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert - samengevat – het volgende:
  • onmiddellijke opheffing van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegde conservatoire beslagen, althans [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen deze beslagen onmiddellijk op te heffen,
  • een verklaring voor recht dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door het leggen van de conservatoire beslagen een onrechtmatige daad jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gepleegd,
  • een schadevergoeding van € 8.725,-, te vermeerderen met wettelijke rente,
  • [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen om binnen 14 dagen na afgifte van het vonnis samen met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] opdracht te geven aan de notaris om de inhoud van het poetspotje ter hoogte van € 3.000,- 50/50 aan hen uit te keren en de kluis met overige inhoud aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] af te geven, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag of dagdeel tot een maximum van € 10.000,-,
  • veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten, waaronder de werkelijk gemaakte advocaatkosten.
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt schade te hebben geleden, omdat zij kosten moest maken om haar schade te beperken, er zou ten onrechte een uitkering voor de autoverzekering niet naar haar zijn overgemaakt, [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zou ten onrechte zich de auto voor een te laag bedrag hebben toegeëigend, het saldo van de gemeenschappelijke en/of-rekening is door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet verdeeld en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij huurinkomsten heeft gederfd. Tot slot vordert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] afgifte van de inhoud van de kluis, met uitzondering van de envelop met het opschrift poetspotje en de inhoud daarvan, omdat de kluis en de resterende inhoud van de kluis aan haar in eigendom toebehoort.
3.6.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure.
3.7.
Partijen wensen – kort samengevat – over te gaan tot de financiële afwikkeling van hun samenleven. Hun vorderingen en de daaraan ten grondslag liggende stellingen, voor zover van belang, zullen hierna behandeld en beoordeeld worden samen met de relevante daartegen gevoerde verweren.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
Wat is er gebeurd?
4.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn in 2004 een samenlevingsovereenkomst aangegaan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] woonde samen in de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Zij hadden allebei privérekeningen en een gemeenschappelijke en/of-rekening ( [rekeningnummer] ).
4.2.
Volgens artikel 1 van de samenlevingsovereenkomst werd van deze gemeenschappelijke en/of-rekening de uitgaven van de gewone gang van huishouding betaald, waartoe maandelijks of wekelijks door ieder een bedrag beschikbaar werd gesteld. Tenzij anders was overeengekomen, werden de kosten gedragen naar evenredigheid naar ieders netto-inkomsten uit arbeid. Dit is opgenomen in een aanvullende verklaring in verband met de samenlevingsovereenkomst.
4.3.
Volgens artikel 1 lid 2 van de samenlevingsovereenkomst kan geen van beiden verrekening of teruggaaf verlangen van wat één van hen méér van de kosten betreffende de gewone gang van de huishouding dan de ander mocht hebben gedragen, dan waartoe die ene verplicht was, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
4.4.
Volgens artikel 1 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst worden tot de uitgaven ten behoeve van de gewone gang van huishouding onder meer gerekend de kosten van gezamenlijke vakanties, die van verzorging en opvoeding van kinderen die met beider toestemming in huis worden opgenomen, waaronder begrepen kosten van kinderopvang, de kosten van door beiden gebruikte vervoermiddelen, huur, onroerendgoedbelasting (gebruikersgedeelte) en andere heffingen terzake van het gebruik van registergoederen, een en ander voor zover betrekking hebbend op de gezamenlijk bewoonde woning met toebehoren en de uitgaven ter zake van normaal onderhoud en verzekering van dit registergoed.
4.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn in 2022 uit elkaar gegaan. Zij zijn sindsdien in discussie over het gebruik van de gemeenschappelijke en/of-rekening tijdens hun relatie en de eigendom van de inhoud van de kluis.
Geen sprake van een nietige dagvaarding
4.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat de dagvaarding van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nietig is, omdat er niet aan de wettelijke eisen is voldaan. Zo is volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de grondslag van de vordering onduidelijk in de dagvaarding weergegeven en ontbreken onderliggende stukken ter onderbouwing. De kantonrechter overweegt dat de dagvaarding inderdaad summier van karakter is en dat een feitelijke onderbouwing ontbreekt. Dit leidt alleen niet tot nietigheid van de dagvaarding. Het moest voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in redelijkheid duidelijk zijn geweest waar het om ging. Daarbij heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij repliek zijn vorderingen alsnog toegelicht. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft dus gemotiveerd verweer kunnen voeren tegen de vorderingen.
Wettelijk kader
4.7.
Partijen hebben een samenlevingsovereenkomst gesloten. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat een samenlevingsovereenkomst moet worden uitgelegd conform de zogenoemde Haviltex-maatstaf (HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2931). Een samenlevingsovereenkomst is in het algemeen een duurovereenkomst. Voor de uitleg hiervan is niet alleen het moment van het sluiten van de samenlevingsovereenkomst van belang, maar ook de wijze waarop partijen in de loop der tijd invulling aan de samenlevingsovereenkomst hebben gegeven (HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741). Een overeenkomst kan stilzwijgend tot stand komen, maar kan ook stilzwijgend van inhoud veranderen op grond van de feitelijk tussen partijen bestaande situatie, die zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld (HR 8 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9539 en HR 2 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3876). De kantonrechter houdt bij de uitleg van de notariële samenlevingsovereenkomst daarom rekening met de wijze waarop partijen zich hebben gedragen en invulling hebben gegeven aan de tussen hen bestaande rechtsverhouding.
De gevorderde bedragen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
4.8.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert in deze procedure een bedrag van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van € 93.461,28, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag is als volgt opgebouwd (het opgetelde bedrag correspondeert overigens niet met het gevorderde bedrag):
de onttrekkingen zonder medeweten van € 14.164,50,
het eigenarendeel onroerendezaakbelasting (verder: de OZB) in strijd met samenlevingsovereenkomst van € 4.845,62,
de onterechte hypotheekaflossing vanaf de gezamenlijke spaarrekening van € 2.387,34,
de daadwerkelijke hypotheeklasten versus bewoningskosten van € 12.485,76;
de ten onrechte betaalde vaste lasten voor de appartementen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de [adres 2] van € 17.472,-,
de ten onrechte uitgaven via en/of-rekening voor de appartementen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de [adres 2] van € 7.931,88,
de onttrekkingen naar de privérekening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] 50/50 in plaats van 70/30 van
€ 16.000,-,
de verhuisbijdrage en kosten zoals samenlevingsovereenkomst voorschrijft van
€ 2.387,34,
de herinrichtingsbijdrage conform de samenlevingsovereenkomst van € 2.317,43,
de bijdrage van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan de begrafenisverzekering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van € 2.744,67,
de schenkingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] via en/of-rekening van € 4.964,75,
de belasting verrekening van € 257,-,
de verdeling van de inhoud van de kluis naar rato van 70/30 van € 10.402,-.
4.9.
Ter onderbouwing van de vordering verwijst [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naar productie 3 en 3a van de dagvaarding (verder: de berekening). Deze producties bevatten een uitwerking van de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.10.
De posten worden hierna afzonderlijk besproken.
1.
Verrekeningen onttrekkingen zonder medeweten [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
4.11.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er € 14.164,50 schade is geleden, omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zonder zijn medeweten onttrekkingen heeft gedaan van de gemeenschappelijke en/of-rekening. Die onttrekkingen zijn volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in strijd met de samenlevingsovereenkomst en gebruikt voor privédoeleinden van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zonder dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daarin is gekend of om zijn toestemming is gevraagd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er sprake is van een wanprestatie en onrechtmatig handelen door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Voor de omvang van deze schadepost verwijst [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naar de schadeberekening, waaruit zou volgen welke bedragen door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onterecht zijn onttrokken.
4.12.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist het bestaan van de schade aan de kant van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en dat er sprake is van een wanprestatie. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geld heeft opgenomen en overgeboekt, betekent volgens haar niet dat zij in strijd met de samenlevingsovereenkomst heeft gehandeld. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist verder dat zij buiten weten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om handelde, omdat zij overleg had met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kon zien wanneer [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van de rekening pinde en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voorzag elke transactie van een bijschrift, zodat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] precies kon zien naar welke rekening en met welk specifiek doel bedragen werden overgeschreven. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zou hier nooit tegen hebben geprotesteerd.
4.13.
Het uitgangspunt van de wet is dat iedereen zijn of haar eigen schade draagt. Dit is anders, wanneer er op grond van de wet een verplichting tot schadevergoeding bestaat. Een verplichting tot schadevergoeding kan onder andere een onrechtmatige daad, een wanprestatie of een ongerechtvaardigde verrijking zijn. Als iemand jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, die hem of haar kan worden toegerekend, is diegene verplicht de schade die de ander daardoor lijdt, te vergoeden (artikel 6:162 BW). Voor een wanprestatie geldt dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend (artikel 6:74 BW). Voor zover uit [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn stellingen kan worden opgemaakt dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking geldt het volgende. Voor een ongerechtvaardigde verrijking geldt dat, indien een tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, maar hij in verband met die tekortkoming een voordeel geniet dat hij bij behoorlijke nakoming niet zou hebben gehad, de schuldeiser met toepassing van de regels betreffende ongerechtvaardigde verrijking recht op vergoeding van zijn schade heeft tot ten hoogste het bedrag van dit voordeel (artikel 6:78 BW).
4.14.
De kantonrechter is van oordeel dat er geen sprake is van wanprestatie. De kantonrechter volgt hierin het standpunt van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat het overboeken van bedragen van de en/of-rekening naar een privérekening niet automatisch betekent dat er sprake is van handelen in strijd met de samenlevingsovereenkomst. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is degene die een beroep doet op het rechtsgevolg van de wanprestatie, namelijk vergoeding van zijn gestelde schade. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moet daarom verdere feiten en omstandigheden stellen, waaruit blijkt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd met de samenlevingsovereenkomst heeft gehandeld door geld van de gemeenschappelijke en/of-rekening af te schrijven of van de gemeenschappelijke en/of-rekening te pinnen. Dit heeft hij niet gedaan. Zelfs als er zonder medeweten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geld is overgeboekt of opgenomen door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] houdt dat geen wanprestatie in. Nergens blijkt immers uit dat partijen elkanders toestemming nodig hadden voor een overboeking of opname. Daar komt bij dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gedurende 18 jaar de bankafschriften kon inzien zodat van onttrekkingen zonder medeweten geen sprake kan zijn geweest. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] had, gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zijn stellingen verder moeten onderbouwen. Dit had [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kunnen doen door stukken in te brengen, of aan te tonen dat zij specifieke afspraken hadden gemaakt over de opnamen en overboekingen van de en/of-rekening, of dat hij bezwaar had gemaakt tegen de opnamen en overboekingen die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gedaan van de gemeenschappelijke en/of-rekening. De kantonrechter merkt ook op dat het gevorderde bedrag onjuist is omdat het geld op de en/of rekening ook voor ten minste een deel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is. Als zij geld daarvan onttrekt, is dat dus altijd deels haar eigen geld.
4.15.
Voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn vordering grond op onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking baseert moet [eiser in conventie, verweerder in reconventie] feiten stellen en uitleggen waarom er sprake zou zijn van een onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking. Dit heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet gedaan. Bovendien heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn schade onvoldoende onderbouwd. Het enkel verwijzen naar een productie, zonder hierbij te benoemen waarom de productie relevant is, is niet voldoende.
2.
Eigenaren OZB [adres 1]
4.16.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er € 4.844,62 schade is geleden, omdat hij onterecht heeft meebetaald aan de OZB van de woning. De OZB behoort volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet tot kosten van de gewone gang van huishouding. Voor de omvang van de schade verwijst [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naar de schadeberekening.
4.17.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat er sprake is van schade en betwist dat er sprake is van wanprestatie of onrechtmatig handelen aan haar zijde. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hadden partijen de afspraak, zoals neergelegd in artikel 1 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst, zodanig geïnterpreteerd dat alle gemeentelijke heffingen, zonder daarin onderscheid te maken, volledig tot de huishoudelijke kosten moeten worden gerekend. De aanslag is daarom altijd consequent en met goedkeuring van partijen volledig ten laste van de gemeenschappelijke rekening gebracht. Deze vordering zou verder in strijd zijn met artikel 1 lid 2 van de samenlevingsovereenkomst, waarin staat dat geen van beiden verrekening of teruggaaf kan verlangen van wat één van hen méér dan de kosten betreffende de gewone gang van de huishouding dan de ander mocht hebben gedragen dan waartoe die ene verplicht was, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Tot slot beroept [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich op verrekening en betwist [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de hoogte van het gevorderde bedrag.
4.18.
De kantonrechter wijst deze schadepost af. Uit de stukken blijkt dat de kosten voor de OZB al 19 jaar ten laste van de gemeenschappelijke en/of-rekening werden gebracht. Partijen hadden daarmee klaarblijkelijk de bedoeling om de OZB te beschouwen als kosten van huishouding. De kantonrechter oordeelt daarom dat er geen sprake is van een wanprestatie of onrechtmatige daad. Zoals bij het wettelijk kader uiteengezet kan een aanvulling op of wijziging van de overeenkomst ook in de loop van jaren ontstaan hetgeen hier kennelijk het geval is geweest. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan zich niet kort na de beëindiging van de affectieve relatie en nadat hij 19 jaar akkoord is gegaan met deze betaling van de OZB verzetten tegen deze stilzwijgende afspraak. De kantonrechter merkt ook op dat het gevorderde bedrag onjuist is omdat het geld op de en/of rekening ook voor ten minste een deel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is. Als de OZB is betaald van de en/of rekening, is dat dus altijd deels haar eigen geld.
4.19.
Wat betreft een beroep op onverschuldigde betaling oordeelt de kantonrechter dat hiervan geen sprake is. Voor onverschuldigde betaling geldt dat degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, diegene het goed van de ontvanger als onverschuldigd betaald kan terugvorderen (artikel 6:203 BW). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft gedurende de gehele relatie goedgevonden dat de OZB van de en/of rekening werd betaald. De kantonrechter kan hieruit dus niet afleiden dat het bedrag zonder rechtsgrond is betaald. Gelet op bovenstaande gaat de kantonrechter niet in op de verdere verweren van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
3.
Onterechte hypotheekaflossing vanaf gezamenlijke spaarrekening
4.20.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er € 2.387,34 schade is geleden door een aflossing van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de hypotheek, die niet conform de afspraak was.
4.21.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat er schade is geleden en zij betwist de hoogte van de schade. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat de schadeposten niet worden toegelicht en onderbouwd. Meer in het bijzonder betwist [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat de hypotheekaflossingen van de gemeenschappelijk en/of-rekening zouden zijn gebracht.
4.22.
De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een wanprestatie of onrechtmatige daad. Volgens artikel 4a van de samenlevingsovereenkomst is alleen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aansprakelijk voor de hypothecaire lasten. Uit de stukken blijkt niet dat de kosten voor de hypotheek ten laste zijn gekomen van de gemeenschappelijke en/of-rekening, waardoor er niet is gehandeld in strijd met de samenlevingsovereenkomst. Het had op de weg van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen om, gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zijn vordering verder te onderbouwen. Dit heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet gedaan. Bovendien is onvoldoende onderbouwd dat er schade is geleden. Het enkel verwijzen naar een productie is geen afdoende onderbouwing.
4.
Daadwerkelijke hypotheeklasten tegenover kosten bewoning
4.23.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er € 12.485,76 schade is geleden door niet doorberekende hypotheekverlagingen, waardoor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de hele hypotheek betaalde. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er sprake is van een onrechtmatige daad en dat hij dit bedrag onverschuldigd heeft betaald.
4.24.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat er schade is geleden en zij betwist de hoogte van de schade. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist verder dat zij onrechtmatig jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zou hebben gehandeld.
4.25.
Voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een beroep doet op wanprestatie of onrechtmatige daad is het aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om feiten te stellen en zo nodig te onderbouwen dat er sprake is van een wanprestatie of onrechtmatige daad. Dit heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet gedaan. Wat betreft een beroep op onverschuldigde betaling oordeelt de kantonrechter dat hiervan geen sprake is. Voor onverschuldigde betaling geldt dat degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, diegene het goed van de ontvanger als onverschuldigd betaald kan terugvorderen (artikel 6:203 BW). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft gedurende de gehele relatie in de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gewoond. Blijkbaar hebben partijen afgesproken dat hiertegenover een vergoeding bestond, namelijk een betaling van € 685,- per maand. De kantonrechter kan hieruit niet afleiden dat het bedrag zonder rechtsgrond is betaald. Het had, gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , op de weg van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen om zijn vordering verder te onderbouwen. Tot slot kan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van artikel 1 lid 2 van de samenlevingsovereenkomst geen verrekening of teruggaaf verlangen van wat hij meer zou hebben bijgedragen aan de kosten voor de gewone gang van huishouding, dan dat hij verplicht was.
5.
Vaste lasten [adres 2]
4.26.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er € 17.472,- schade is geleden, omdat onterecht via de gemeenschappelijke en/of-rekening is meebetaald aan vaste lasten voor de appartementen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de [adres 2] . De vaste lasten bestaan volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit € 224,- per maand voor internet, tv en gemeentelijke belastingen.
4.27.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat de vaste lasten van de appartementen aan de [adres 2] ten laste van de gemeenschappelijke en/of-rekening zijn gebracht.
4.28.
De kantonrechter wijst een gedeelte van de gevorderde schade toe. Deze kosten behoren niet tot de gewone huishouding en er blijkt onvoldoende van een afwijkende (stilzwijgende) afspraak op dit punt. Er zijn volgens de stukken vaste lasten afgeschreven van de gemeenschappelijke en/of-rekening, maar dit is enkel voor de OZB, de rioolheffing en de watersysteemheffing van 2016 tot en met 2021 onderbouwd. Dit is € 3.936,93 in totaal (€ 614,90 voor 2016, € 502,40 voor 2017, € 655,98 voor 2018, € 679,90 voor 2019, € 724,21 voor 2020 en € 759,54 voor 2021). Hiervan wijst de kantonrechter de helft, derhalve € 1.968,47, toe aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , omdat volgens de samenlevingsovereenkomst de gemeenschappelijke en/of-rekening bij helfte wordt verdeeld bij beëindiging van de samenleving. Dit betekent dat de gelden op deze gemeenschappelijke en/of rekening ieder voor de helft toekomen. In de samenlevingsovereenkomst wordt ook voor (andere) gemeenschappelijke goederen een verhouding 50/50 aangehouden. Er is dus geen reden om in afwijking hiervan een andere verhouding, zoals door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bepleit, aan te nemen.
6.
Ten onrechte meebetaald aan uitgaven [adres 2]
4.29.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er € 7.931,38 schade is geleden, omdat hij onterecht zou hebben meebetaald aan diensten voor en onderhoud aan de appartementen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de [adres 2] .
4.30.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist deze vordering. De bedragen die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] noemt worden volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nergens toegelicht. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij maandelijks een deel van de huuropbrengst reserveerde voor de kosten van de appartementen en deze niet betaalde van de gemeenschappelijke en/of-rekening.
4.31.
De kantonrechter oordeelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op dit onderdeel zijn gestelde schade onvoldoende heeft onderbouwd. Zo is niet onderbouwd wat de uitgaven waren en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft niet onderbouwd dat deze voor zijn rekening zijn gekomen. Het was aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , om zijn stelling verder te onderbouwen door bijvoorbeeld stukken in te brengen, zoals afschriften van de betalingen en op zijn minst een meer uitgebreide omschrijving van de uitgaven te geven. Deze schadepost zal als gevolg hiervan worden afgewezen.
7.
Onttrekkingen naar spaarrekening [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] 50/50 in plaats van 70/30
4.32.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er € 16.000,- schade is geleden, omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] € 32.000,- aan voordeel heeft behaald door het restant van de gemeenschappelijke en/of-rekening te halen en dit bij helfte te verdelen.
4.33.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist deze stellingen en voert aan dat een deugdelijke onderbouwing van de schade ontbreekt. Het saldo van de gemeenschappelijke en/of-rekening is inderdaad bij helfte verdeeld, zoals is bepaald in artikel 9 lid 4 onder a van de samenlevingsovereenkomst. De stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat dit onrechtmatig is, wordt volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet toegelicht. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat zij in strijd met de samenlevingsovereenkomst en zonder toestemming of medeweten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft gehandeld.
4.34.
De kantonrechter overweegt dat de gelden zijn verdeeld volgens de afspraken in de samenlevingsovereenkomst. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] had, gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , nader moeten onderbouwen dat hier sprake is van een wanprestatie. Voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn vordering grond op onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking baseert, moet [eiser in conventie, verweerder in reconventie] feiten stellen en uitleggen waarom er sprake zou zijn van een onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking. Dit heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet gedaan. Deze schadepost zal als gevolg hiervan worden afgewezen. Bovendien heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van schade.
8.
Verhuisbijdrage en kosten inboedel laten staan
4.35.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij recht heeft op vergoeding van € 4.705,- aan verhuis- en inrichtingskosten op grond van artikel 9 lid 3 onder a van de samenlevingsovereenkomst.
4.36.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] recht heeft op vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten. Artikel 9 lid 3 onder a van de samenlevingsovereenkomst zou niet van toepassing zijn, omdat het slechts betrekking heeft op een woning die aan partijen in gezamenlijk eigendom toebehoort. Die situatie heeft zich hier nooit voorgedaan. Voor zover het artikel van toepassing is, dan is er slechts een verplichting tot het betalen van een verhuis- en inrichtingsvergoeding voor zover de redelijkheid dit gebiedt. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is van mening dat daarvan geen sprake is, gelet op de wijze waarop [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich destijds het gebruik van haar woning heeft toegeëigend.
4.37.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voldoende heeft onderbouwd dat hij recht heeft op een redelijke financiële bijdrage aan de verhuis- en herinrichtingskosten. Artikel 9 lid 3 onder a van de samenlevingsovereenkomst spreekt enkel over een ‘door hen tezamen bewoonde woning’ en niet over een woning die gezamenlijk eigendom is. Partijen hadden blijkbaar de bedoeling om elkaar na de beëindiging van de samenleving hierin te steunen. Dat partijen inmiddels niet meer met elkaar door een deur kunnen, doet niet af aan de beoogde bedoeling die partijen hadden bij het sluiten van de samenlevingsovereenkomst. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft bovendien onvoldoende onderbouwd dat er in redelijkheid geen verhuis- en inrichtingsvergoeding verschuldigd is. Op grond van de samenlevingsovereenkomst had [eiser in conventie, verweerder in reconventie] na beëindiging van de samenleving het recht nog gedurende drie maanden te wonen in de door hun tezamen bewoonde woning. Van onterechte toe-eigening van de woning was dan ook geen sprake. De kantonrechter wijst deze post daarom toe.
9.
Begrafenisverzekering [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
4.38.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij € 2.744,67 schade heeft geleden, omdat hij onterecht zou hebben meebetaald aan de begrafenisverzekering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Dit is volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet in lijn met de samenlevingsovereenkomst. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij onterecht 70% van de maandelijkse premie van € 20,06 heeft betaald vanaf 2004 tot 2022. Dit zou een totaalbedrag zijn van € 3.201,58. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zou op haar beurt ook onterecht hebben meebetaald aan de begrafenisverzekering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Dit bedrag van € 456,91 wordt in mindering gebracht op de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Er resteert volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dan nog een vordering van € 2.744,67.
4.39.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat zij enige vergoeding aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verschuldigd is. De premies van beide verzekeringen werden ten laste van de gemeenschappelijke rekening gebracht, omdat partijen deze uitgaven wél als kosten van huishouding beschouwden.
4.40.
De kantonrechter wijst deze post af. Uit de stukken blijkt dat de kosten voor de begrafenisverzekering al 19 jaar ten laste van de gemeenschappelijke en/of-rekening werden gebracht. Partijen hadden daarmee klaarblijkelijk de bedoeling om de begrafenisverzekeringen te beschouwen als kosten van huishouding. Het had op de weg van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen om, gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zijn stelling verder te onderbouwen door bijvoorbeeld stukken in te brengen waaruit zou blijken dat de begrafeniskosten niet werden gezien als kosten van huishouding.
10.
Schenkingen via en/of-rekening
4.41.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij € 4.964,75 schade heeft geleden, omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] schenkingen zou hebben gedaan via de gemeenschappelijke en/of-rekening. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er voor € 7.092,50 aan schenkingen door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn gedaan, waarop hij een claim van 70% heeft. Schenkingen aan (klein)kinderen behoorden volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] namelijk niet tot kosten van het gezamenlijke huishouden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat het gaat om de volgende schenkingen:
  • op 15 april 2008 een schenking van € 150,- aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • op 31 december 2010 een schenking van € 654,50 aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • op 15 mei 2013 een schenking van € 288,- aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • op 15 augustus 2013 een schenking van € 2.500,- aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • op 17 juni 2013 een schenking van € 500,- aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • op 16 december 2013 een schenking van € 2.000,- aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • op 15 januari 2021 een schenking van € 1.000,- aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • op 15 januari 2021 een schenking van € 1.500,- aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
4.42.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Wat betreft de schenking van € 150,- ging het om een verjaardagscadeau. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat tot 2013 verjaardagscadeaus aan de (klein)kinderen regelmatig van de gemeenschappelijk rekening werden betaald. Mocht schenking onterecht ten laste zijn gebracht van de gezamenlijke rekening, dan zou de vordering tot vergoeding zijn verjaard. Voor de schenking van € 654,50 betwist [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat het gaat om een schenking. Dit bedrag was een betaling voor kunstwerken die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] samen van de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hadden gekocht. Voor de schenking van € 288,- betwist [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat het gaat om een schenking die buiten het weten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om is gedaan. Voor de schenkingen van € 2.500,-, € 500,- en € 2.000,- in 2013 en de schenkingen van € 1.000,- en € 1.500,- in 2021 betwist [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat deze ten laste zijn gekomen van de gezamenlijke rekening. Zij stelt dat ze door haar zijn gecompenseerd en dus niet ten laste zijn gekomen van het privévermogen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.43.
De kantonrechter wijst deze post af. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voldoende heeft onderbouwd dat cadeaus voor (klein)kinderen niet behoren tot de kosten van gemeenschappelijke huishouding. Voor de niet-gecompenseerde schenkingen van € 150,- en € 288,- oordeelt de kantonrechter bovendien dat het beroep op verjaring van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] slaagt. Een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot een geven of een doen verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden (artikel 3:307 BW). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft onvoldoende betwist dat, zelfs al had hij toegang tot de gemeenschappelijke en/of-rekening, hij niet bekend was met de opeisbaarheid van de vordering. De kantonrechter is verder van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , onvoldoende heeft gesteld dat hij schade heeft geleden omdat schenkingen aan de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ten laste van zijn privévermogen zijn gekomen. In 2013 heeft de zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] € 5.000,- aan schenkingen ontvangen. Uit de stukken blijkt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] deze schenking op 13 december 2013 aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft terugbetaald. Ook de schenkingen op 15 januari 2021 heeft zij gecompenseerd door een overboeking van haar eigen rekening. Wat betreft de gestelde schenking van € 654,50 voor twee schilderijen heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voldoende gemotiveerd betwist dat het ging om een schenking. Het had vervolgens op de weg van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen om nader te onderbouwen dat het niet ging om de aanschaf van schilderijen, maar een schenking. Dit heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet gedaan.
11.
Belasting verrekening in verband met gezamenlijke aangifte
4.44.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij € 257,- schade heeft geleden, omdat een gemeenschappelijke rekening met een spaarpotje voor de belastingen buiten zijn weten om is opgeheven.
4.45.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist de vordering. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ziet niet in welk opzicht hier sprake zou zijn van onrechtmatig handelen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat de vordering als onvoldoende gemotiveerd moet worden afgewezen.
4.46.
Voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een beroep doen op wanprestatie of onrechtmatige daad is het aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om feiten te stellen en te onderbouwen waarom er sprake zou zijn van wanprestatie of onrechtmatige daad. Dat doet [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet. Los daarvan heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op dit onderdeel zijn gestelde schade onvoldoende onderbouwd. Deze schadepost zal als gevolg hiervan worden afgewezen.
12.
Verdeling kluis
4.47.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat het contante geld dat in de kluis is ondergebracht behoort tot de gemeenschappelijke middelen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert dat de gelden uit de kluis met onmiddellijke ingang worden verdeeld naar rato van een ieders inleg op de gezamenlijke rekening (70/30). De notariskosten dienen voor rekening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te komen, omdat zij deze post niet in goed overleg wenste af te handelen. Hij vordert verder een veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot het meewerken aan de verdeling, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag.
4.48.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat de kluis en de inhoud daarvan, met uitzondering van de envelop met opschrift ‘poetspot’ en de inhoud daarvan, gemeenschappelijk zijn. De kluis was geplaatst in de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en verwijderd door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Zij heeft in de kluis ook persoonlijke documenten en het geld dat was overgebleven van de erfenis van haar moeder liggen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert een veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot het geven van een opdracht aan de notaris om de inhoud van het poetspotje bij helfte uit te keren, en de overige inhoud aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] af te geven, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag of dagdeel tot een maximum van € 10.000,-.
4.49.
Partijen zijn het met elkaar eens dat de inhoud van de envelop ‘poetspot’ gemeenschappelijk is. De kantonrechter oordeelt verder dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voldoende heeft onderbouwd dat de blauwe klapper met ‘info [naam] ’ met diverse bijlagen haar toebehoren. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft ook voldoende onderbouwd dat envelop 1 en de inhoud daarvan met totaal € 7.680,- uit ‘erfenis ma en verkoop schilderijen’ aan haar toebehoort. De overige enveloppen (‘envelop 2’ en ‘envelop 3’) en de inhoud daarvan (totaal € 2.000,-) behoren toe aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] samen. Hiervan heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onvoldoende onderbouwd dat deze enkel aan haar toebehoren. Uit het proces-verbaal van de notaris, die is opgemaakt bij de opening van de kluis, blijkt niet dat het gaat om geld dat alleen aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toebehoort.
4.50.
Gelet op bovenstaande concludeert de kantonrechter dat de gelden uit de poetspot en de gelden uit envelop 2 en 3, moeten worden verdeeld volgens de afspraken uit de samenlevingsovereenkomst. Dit betekent een verdeling bij helfte. De kantonrechter veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om binnen 14 dagen na afgifte van het vonnis samen met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] opdracht te geven aan de notaris om de inhoud van de envelop met de opschrift ‘poetspotje’ en de inhoud van envelop 2 en 3 bij helfte aan hen uit te keren. Partijen zullen bij helfte de kosten van de notaris moeten dragen.
4.51.
De kantonrechter constateert dat het voor partijen belangrijk is om deze kwestie zo snel mogelijk af te sluiten. De kantonrechter kan echter geen bereidheid tot medewerking aannemen. Er bestaat hiermee voldoende grond voor toewijzing van het dwangmiddel van een dwangsom. De kantonrechter wijst de gevorderde dwangsom van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van € 250,- per dag of dagdeel tot een maximum van € 10.000,- toe. De kantonrechter wijst ook de dwangsom van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] toe, maar er bestaat aanleiding om de dwangsom te matigen. De gevorderde dwangsom van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal worden gematigd van € 1.000,- per dag naar eveneens € 250,- per dag of dagdeel tot een maximum van € 10.000,-.
Het conservatoir beslag moet worden opgeheven
4.52.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert opheffing van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegde conservatoire beslagen, althans een veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot het onmiddellijk opheffen van de beslagen.
4.53.
De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld. Het ligt op de weg van degene die opheffing van een conservatoir beslag vordert om aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gestelde vordering ondeugdelijk is. Bij de beoordeling of het beslag moet worden opgeheven dienen verder de wederzijdse belangen te worden afgewogen, waarbij moet worden beoordeeld of het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door deze naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag.
4.54.
Uit de feiten blijkt dat het beslag door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is gelegd, omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vrees had dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar vermogen onbereikbaar voor hem wilde maken. Nu in eerste aanleg is geoordeeld dat de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] grotendeels worden afgewezen, en de belangenafweging in het voordeel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] uitvalt, dient het beslag te worden opgeheven. Het belang van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om over haar eigen geld te beschikken weegt dan zwaarder van het belang van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij handhaving van het beslag. Door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is onbetwist gesteld dat zij haar rekeningen niet meer kan betalen en geld moet lenen. Temeer omdat door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor een groot bedrag beslag is gelegd onder (bijna) alle rekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] drukt het beslag te zwaar op haar.
4.55.
Gelet op bovenstaande veroordeelt de kantonrechter [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot onmiddellijke opheffing van de beslagen op de rekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij de volgende banken:
  • ING Bank N.V.,
  • ABN AMRO Bank N.V.,
  • Volksbank.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft onrechtmatig gehandeld door conservatoir beslag te leggen
4.56.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert een verklaring voor recht dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door het leggen van de conservatoire beslagen onrechtmatig heeft gehandeld jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Op grond van de jurisprudentie rust op de beslaglegger een risicoaansprakelijkheid voor de gevolgen van het door haar gelegde beslag indien de vordering waarvoor beslag is gelegd geheel ongegrond is (HR 21 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0512 en HR 11 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2841). De kantonrechter wijst de gevorderde verklaring voor recht toe, omdat de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] grotendeels worden afgewezen.
De gevorderde schadevergoeding van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
4.57.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert in deze procedure een schadevergoeding van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van € 8.725,-, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit schadebedrag is als volgt opgebouwd:
de schade-uitkering van de auto van € 3.012,50,
de aanvullende vergoeding voor de verdeling van de auto van € 225,-,
vergoeding kosten van de woning en de gederfde huurinkomsten van € 3.987,50.
4.58.
De schadeposten worden hieronder afzonderlijk besproken.
1.
De schade-uitkering van de auto
4.59.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij recht heeft op € 3.012,50, omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten onrechte niet de helft van de schade-uitkering na een aanrijding heeft uitgekeerd. Partijen hebben gezamenlijk besloten de kosten te claimen bij hun verzekeringsmaatschappij, maar het schadebedrag van € 6.025,- werd uitgekeerd op een rekening ten name van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft vervolgens nagelaten de helft over te maken aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Hierdoor zou [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onrechtmatig hebben gehandeld jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
4.60.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist enig bedrag verschuldigd te zijn aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
4.61.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voldoende heeft onderbouwd dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten onrechte niet de helft van de schade-uitkering heeft betaald aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . De auto was gemeenschappelijk eigendom. De schade-uitkering behoorde tot de gemeenschap en moest bij beëindiging van de samenleving bij helfte worden uitgekeerd. Dit wordt door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet betwist. De kantonrechter wijst deze schadepost daarom toe.
2.
De aanvullende vergoeding voor de auto
4.62.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij € 225,- schade heeft geleden, omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de auto zich ten onrechte voor een te laag bedrag heeft toegeëigend. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ging volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] namelijk uit van een restwaarde van € 1.050, in plaats van de dagwaarde van € 1.500,-. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft slechts € 525,- naar de rekening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgemaakt, terwijl hij € 750,- moest overmaken.
4.63.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat hij een aanvullende vergoeding moet betalen. De restwaarde is geschat op € 1.050,- door een derde partij. Het bedrag van € 525,- is aanvaard en tot op heden niet teruggestort door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
4.64.
De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onvoldoende heeft onderbouwd dat partijen hebben afgesproken dat bij verdeling wordt uitgegaan van de dagwaarde van de auto. Volgens artikel 9 lid 4 onder a van de samenlevingsovereenkomst wordt de waardering van de gemeenschappelijke zaken in onderling overleg gedaan. Uit de stukken blijkt dat partijen samen een partij hebben aangeschreven voor het bepalen van de waarde van de auto. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toont niet aan dat zij hiertegen bezwaar heeft gemaakt. De waarde van de auto is bepaald op € 1.050,- en de opbrengst is bij helfte verdeeld. Dit is in lijn met de afspraken van de samenlevingsovereenkomst. Van een te lage vergoeding voor de auto aan de kant van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is dan ook geen sprake. De kantonrechter wijst deze schadepost dan ook af.
3.
De vergoeding van de kosten van de woning en gederfde huurinkomsten
4.65.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij € 3.987,50 schade heeft geleden, omdat zij geen vrije toegang had tot de woning. Haar schade zou bestaan uit € 1.500,- aan vaste laten voor periode juni tot en met 20 oktober 2022 en € 2.487,50 aan gederfde huurinkomsten over dezelfde periode (2,5 maand x € 995,-). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij geen vrije toegang tot de woning had, waardoor zij geen profijt heeft gehad van de vaste lasten van de woning en huurinkomsten heeft gederfd, doordat zij een van haar appartementen aan de [adres 2] moest betrekken.
4.66.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist de schade van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toegang tot haar woning had, omdat zij een voordeursleutel had. Kosten die voortvloeien uit de eigen keuzes van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kunnen volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet op hem worden afgewenteld.
4.67.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onvoldoende heeft onderbouwd dat zij schade heeft geleden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft voldoende gemotiveerd betwist dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen vrije toegang had tot de woning. Daarnaast had [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van de samenlevingsovereenkomst het recht om gedurende drie maanden te wonen in de woning na het einde van de samenleving. Dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hiervan gebruik heeft gemaakt, maakt niet dat hij vervolgens gehouden is om de kosten die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft moeten maken aan vaste lasten voor zijn rekening te nemen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft er zelf voor gekozen om een van haar eigen appartementen te betrekken en hierdoor eventueel huurinkomsten mis te lopen. De kantonrechter wijst deze schadepost daarom af.
Verdeling saldo gemeenschappelijke rekening
4.68.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een bedrag van € 1.500,- aan haar moet betalen, omdat de gemeenschappelijke en/of-rekening conform artikel 9 lid 4 sub a van de samenlevingsovereenkomst bij helfte verdeeld had moeten worden bij beëindiging van de samenleving. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stond er € 3.000,- op de gezamenlijke en/of-rekening op het moment van beëindiging van de samenleving, waardoor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] € 1.500,- aan haar moet vergoeden.
4.69.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist enig bedrag verschuldigd te zijn aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft € 3.000,- overgeboekt naar zijn eigen ING-rekening, maar dit staat niet in verhouding tot de bedragen die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van de gemeenschappelijke en/of-rekening overboekte naar haar eigen rekening.
4.70.
De kantonrechter overweegt dat het niet duidelijk is wat er precies op de gemeenschappelijke en/of-rekening stond en wat werd overgeboekt naar privérekeningen na beëindiging van de samenleving. De kantonrechter moet daarom uitgaan van wat partijen hebben aangedragen. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voldoende heeft onderbouwd dat er op het moment van beëindiging van de samenleving € 3.000,- op de gemeenschappelijke en/of-rekening stond. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft ook erkend dat hij dit bedrag heeft overgeboekt naar zijn eigen rekening. Hiermee heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gehandeld in strijd met artikel 9 lid 4 sub a van de samenlevingsovereenkomst, waardoor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] schade heeft geleden. De kantonrechter wijst deze schadepost dan ook toe. Het had op de weg van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen om met stukken duidelijk te maken dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geld heeft overgeboekt naar haar privérekening, terwijl dit onderdeel was van de gemeenschap en bij helfte verdeeld had moeten worden. Dit heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] echter niet gedaan.
Wettelijke rente
4.71.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert wettelijke rente over het gevorderde bedrag, vanaf 26 oktober 2023. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert wettelijke rente over haar schadebedrag vanaf 1 mei 2024, de datum van de eis in reconventie.
4.72.
De kantonrechter stelt voorop dat wettelijke rente is verschuldigd vanaf het moment dat sprake is van verzuim. Dit verzuim treedt, voor zover hier van belang, eerst in na het uitbrengen van een ingebrekestelling en het verlopen van een daarin opgenomen termijn voor nakoming (artikel 6:82 lid 1 BW).
4.73.
De kantonrechter oordeelt dat de gevorderde wettelijke rente overeenkomstig hetgeen is gevorderd als niet weersproken kan worden toegewezen.
Partijen dragen hun eigen kosten
4.74.
Omdat partijen ex-partners zijn zal de kantonrechter de proceskosten compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Er bestaat geen reden om anders te beslissen.
4.75.
De buitengerechtelijke kosten worden op dezelfde manier beoordeeld. Ook deze kosten zullen beide partijen zelf moeten dragen.
Het vonnis is deels uitvoerbaar bij voorraad
4.76.
Partijen hebben over en weer gevorderd om veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De kantonrechter zal de veroordelingen in het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat de veroordelingen direct moeten worden nagekomen en dat het vonnis haar werking behoudt als hoger beroep wordt ingesteld, totdat de rechter in hoger beroep uitspraak heeft gedaan.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling van € 6.673,47 aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 26 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van € 4.512,50 aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 15 mei 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.6.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot onmiddellijke opheffing van het conservatoir beslag op de rekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij de in 4.55 genoemde banken,
5.7.
verklaart voor recht dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] door het leggen van conservatoir beslag op de rekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
5.8.
verklaart de veroordelingen onder 5.5. en 5.6. uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in conventie en reconventie
5.11.
veroordeelt partijen om binnen 14 dagen na afgifte van het vonnis samen opdracht te geven aan de notaris om de inhoud van het poetspotje ter hoogte van € 3.000,- en envelop 2 en envelop 3 ter hoogte van € 6.000,- bij helfte aan partijen uit te keren en de overige inhoud van de kluis aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] af te geven, waarbij partijen ieder de helft van de kosten dragen, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 10.000,-,
5.12.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A. Swildens en in het openbaar uitgesproken door
mr. P.H.M. Kuster op 5 februari 2025.