ECLI:NL:HR:2012:BV9539
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van een affectieve relatie zonder samenlevingscontract en de draagplicht voor hypotheekrente en levensverzekeringpremies
In deze zaak gaat het om de beëindiging van een affectieve relatie tussen partijen, die geen samenlevingscontract hadden. De vrouw, eiseres tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin werd geoordeeld dat zij draagplichtig is voor de helft van de door de man betaalde hypotheekrente en premies levensverzekering voor de woning die zij gezamenlijk bezitten. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de Haviltexmaatstaf, die vereist dat bij de beoordeling van afspraken tussen partijen alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen.
De feiten zijn als volgt: partijen hebben van 29 januari 1992 tot 1 augustus 2005 een affectieve relatie gehad en zijn op 1 juni 1993 gaan samenwonen. Op 8 juni 1996 hebben zij gezamenlijk een woning betrokken. Gedurende hun relatie zijn er twee kinderen geboren, maar er is geen samenlevingscontract gesloten. Het hof oordeelde dat de vrouw, door haar keuze om na de geboorte van het tweede kind te stoppen met werken, zelf verantwoordelijk was voor haar financiële situatie en dat zij geen afspraken had gemaakt die haar draagplicht zouden wijzigen.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof, omdat het hof niet voldoende had gemotiveerd waarom de vrouw niet in aanmerking kwam voor een bijdrage in de kosten. De zaak is verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit arrest benadrukt het belang van stilzwijgende afspraken en de feitelijke taakverdeling tussen partijen in het kader van hun financiële verplichtingen.