Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Kenmerkend voor een algemene voorziening is dat het gaat om in beginsel vrij toegankelijke – dat wil zeggen: zonder dat eerst een diepgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers – diensten, activiteiten of zaken, gericht op zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang. Om misverstand te voorkomen, zij erop gewezen dat het uiteraard ook mogelijk is dat iemand die een aanvraag om een maatwerkvoorziening doet, nadat het college zijn behoefte aan ondersteuning heeft onderzocht, naar een algemene voorziening wordt verwezen.De diensten, activiteiten of zaken kunnen toegankelijk zijn voor specifieke groepen of soms ook voor de gehele bevolking. In het beleidsplan moet worden beschreven welk beleid zal worden gevoerd ter zake van diensten en activiteiten die als algemene voorzieningen in de gemeente beschikbaar zullen zijn ten behoeve van de ondersteuning van de zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang. Het begrip omvat het organiseren van activiteiten met een sociaal-recreatief of sportief karakter voor specifieke doelgroepen. Ook kan gedacht worden aan een adviesbureau (bijv. advies en informatie), anonieme hulp op afstand of een inloopspreekuur voor alle mensen die kampen met eenzaamheid of geestelijke dan wel geldelijke problemen (bijv. inloop GGZ), algemeen toegankelijke activiteiten voor mensen die anderen willen ontmoeten of een zinvolle invulling willen geven aan de dag of een instantie waar mensen (al dan niet tegen kostprijs) huishoudelijke hulp kunnen verkrijgen, crisisopvang voor daklozen etc. etc.(…)” [7]
De leden van de fractie van de VVD vragen of het voor gemeenten mogelijk is om groepen personen uit te sluiten van de toegang tot een algemene voorziening. Indien dit mogelijk is, dan vragen deze leden of er beperkingen aan deze mogelijkheden zijn, of dat dit volledig aan gemeenten wordt overgelaten.
Om misverstanden te voorkomen, zij erop gewezen dat het uiteraard ook mogelijk is dat iemand die een aanvraag om een maatwerkvoorziening doet nadat het college zijn behoefte aan ondersteuning heeft onderzocht, naar een algemene voorziening wordt verwezen”. Waar het om gaat is dat er nu – als eiser zich nu voor het eerst zou melden – geen diepgaand onderzoek naar zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden plaatsvindt, omdat de algemene voorziening in beginsel vrij toegankelijk is.
De leden van de VVD-fractie vragen de regering waarom voor de eigen bijdrage voor algemene voorzieningen geen maximum wordt opgelegd ter hoogte van de kostprijs. Voorts vragen deze leden of in de huidige situatie gemeenten al een hogere eigen bijdrage vragen dan de kostprijs van de voorziening.
De leden van de SGP-fractie vragen de regering waar het vertrouwen van de regering op is gebaseerd dat gemeenten veel algemene voorzieningen zullen aanbieden en een stapeling van eigen bijdragen zullen voorkomen om de toegankelijkheid te waarborgen. Zij vragen waar dit in de wet is geregeld. Voorts vragen de leden van de SGP-fractie of de regering mogelijkheden ziet om meer waarborgen in te bouwen waarmee voorkomen wordt dat de combinatie van eigen bijdragen voor algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen, financieel te zwaar worden om te dragen.
De leden van de CDA-fractie vragen of per gemeente een andere kostprijs kan worden gevraagd voor bijvoorbeeld een rolstoel? Verder vragen deze leden of dit ook geldt voor een voorziening als een aangepaste keuken. Tot slot willen deze leden weten hoe wordt voorkomen dat de verschillen tussen gemeenten te groot worden.
De leden van de CDA-fractie vragen of zij het goed begrijpen dat indien de gemeente er voor kiest om dagbesteding als algemene voorziening aan te bieden de bijdrage die de inwoner betaalt gelijk is aan de kostprijs van de dagbesteding, omdat deze niet onder de eigen bijdrageregeling valt op basis van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
de kostprijsvan de verstrekte scootmobiel zoals overeengekomen tussen de gecontracteerde leverancier en het college. De concrete kostprijzen, en daarmee dus de concrete hoogte van de bijdragen, zijn vervolgens door het college in het Besluit [15] vastgesteld op € 42,00 voor een standaard scootmobiel en € 65,00 voor een comfort scootmobiel. De vraag of hier sprake is van ongeoorloofde delegatie komt dan op. Echter is ter zitting ook door de rechtbank met partijen vastgesteld dat de gemeenteraad ten tijde van het wijzigen van de Verordening ten behoeve van de invoering van de algemene voorziening scootmobielen wel op de hoogte was van de concrete kostprijzen van de verschillende types scootmobielen en ook daarmee concreet heeft ingestemd. [16] Dit betekent dat de bedragen (€ 42,00 voor een standaard scootmobiel en € 65,00 voor een comfort scootmobiel) die nu in het Besluit staan en eigenlijk in de Verordening hadden moeten staan, wel zijn goedgekeurd door de gemeenteraad. Hierbij is nog van belang dat verweerder ter zitting heeft toegelicht dat die bedragen sindsdien niet zijn geïndexeerd. De rechtbank komt daarom tot het oordeel dat op dit moment van ongeoorloofde delegatie geen sprake is, waardoor het voorgaande niet aan het oordeel dat er sprake is van aan algemene voorziening in de weg staat.
jaarlijks€ 113,00 voor zittend ziekenvervoer. Dit zijn ook vervoerskosten. Deze kosten samen met de kosten voor de scootmobiel zijn te hoog voor eiser om te dragen. Door het besluit van verweerder komt zijn deelname aan de maatschappij in gevaar.