Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
beiden te [woonplaats 1] ,
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
beiden te [woonplaats 1] ,
1.Waar gaan deze zaken over?
2.Hoe oordeelt de kantonrechter?
3.De procedure
- de dagvaarding van Kopers,
- de conclusie van antwoord van Verkopers,
- de conclusie van repliek van Kopers,
- de conclusie van dupliek van Verkopers.
- het vonnis in het voegingsincident en de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord en eis in reconventie van de VvE,
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie van Kopers,
- de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie van de VvE,
- de conclusie van dupliek in reconventie van Kopers.
4.De feiten in beide zaken
5.Wat eisen partijen in beide zaken?
- Primair: betaling van € 10.166,67 met rente en kosten;
- Subsidiair (voorwaardelijk): een verklaring voor recht dat Kopers verantwoordelijk zijn voor de onderhoudskosten en dat Verkopers Kopers voor die kosten moeten vrijwaren;
- In beide gevallen: een veroordeling van Verkopers in de proceskosten met rente.
6.De beoordeling
overleggen overeen extra bijdrage. Het betreft een
voorschot, omdat de bijdragen pas definitief worden na afloop van elk boekjaar in de exploitatierekening (artikel 18 modelreglement).