Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 november 2023,
- het e-mailbericht namens M. Scholten van 17 mei 2024,
- de reacties namens beide partijen, ontvangen op 22 mei 2024.
Rechtbank Limburg
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 5 juni 2024 een vonnis uitgesproken met zaaknummer C/03/305431 / HA ZA 22-235. De zaak betreft een verzoek tot verhoging van het voorschot voor een deskundige, de heer M. Scholten, die door de rechtbank was benoemd om een onderzoek uit te voeren. In eerdere tussenvonnissen, waaronder die van 14 juni 2023 en 8 november 2023, was al bepaald dat een deskundige zou worden ingeschakeld. De heer Scholten heeft aangegeven dat het eerder vastgestelde voorschotbedrag dreigt te worden overschreden en heeft verzocht om een aanvullend voorschot van € 605,00, inclusief btw.
Beide partijen, de eiser en de gedaagde, hebben hun instemming gegeven voor de verhoging van het voorschot. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om verhoging van het voorschot redelijk is en heeft besloten dat het aanvullend voorschot door beide partijen, ieder voor de helft, dient te worden gedeponeerd. De rechtbank heeft tevens bepaald dat het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht een nota zal verzenden voor de betaling van het voorschot, welke nota uiterlijk twee weken na de uitspraak voldaan dient te worden.
De rechtbank heeft de deskundige erop gewezen dat hij het aanvullend onderzoek pas kan voortzetten na ontvangst van het bericht van de griffier over de betaling van het voorschot. Daarnaast is de deskundige opgedragen om uiterlijk zes weken na het schriftelijk bericht van de griffier een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud in te leveren bij de rechtbank, vergezeld van een gespecificeerde declaratie. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Driever in het openbaar.