ECLI:NL:RBLIM:2024:3362

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
C/03/305431 / HA ZA 22-235
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging voorschot deskundige in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 5 juni 2024 een vonnis uitgesproken met zaaknummer C/03/305431 / HA ZA 22-235. De zaak betreft een verzoek tot verhoging van het voorschot voor een deskundige, de heer M. Scholten, die door de rechtbank was benoemd om een onderzoek uit te voeren. In eerdere tussenvonnissen, waaronder die van 14 juni 2023 en 8 november 2023, was al bepaald dat een deskundige zou worden ingeschakeld. De heer Scholten heeft aangegeven dat het eerder vastgestelde voorschotbedrag dreigt te worden overschreden en heeft verzocht om een aanvullend voorschot van € 605,00, inclusief btw.

Beide partijen, de eiser en de gedaagde, hebben hun instemming gegeven voor de verhoging van het voorschot. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om verhoging van het voorschot redelijk is en heeft besloten dat het aanvullend voorschot door beide partijen, ieder voor de helft, dient te worden gedeponeerd. De rechtbank heeft tevens bepaald dat het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht een nota zal verzenden voor de betaling van het voorschot, welke nota uiterlijk twee weken na de uitspraak voldaan dient te worden.

De rechtbank heeft de deskundige erop gewezen dat hij het aanvullend onderzoek pas kan voortzetten na ontvangst van het bericht van de griffier over de betaling van het voorschot. Daarnaast is de deskundige opgedragen om uiterlijk zes weken na het schriftelijk bericht van de griffier een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud in te leveren bij de rechtbank, vergezeld van een gespecificeerde declaratie. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Driever in het openbaar.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/305431 / HA ZA 22-235
Vonnis van 5 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat mr. W.E. Widdershoven te Maastricht,
tegen
[gedaagde],
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat mr. L.W.J.P.F. Einig te Venlo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 8 november 2023,
  • het e-mailbericht namens M. Scholten van 17 mei 2024,
  • de reacties namens beide partijen, ontvangen op 22 mei 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Bij tussenvonnis van 14 juni 2023 is door de rechtbank bepaald dat een onderzoek door (een) deskundige(n) zal worden bevolen. Bij tussenvonnis van 8 november 2023 is een onderzoek door één deskundige bevolen en is de heer M. Scholten, werkzaam bij Scholten Taxaties B.V. benoemd tot deskundige in onderhavige zaak. Namens de heer Scholten is de rechtbank bericht dat het eerder opgegeven voorschotbedrag dreigt te worden overschreden en is verzocht om een aanvullend voorschot van € 605,00 (inclusief btw).
2.2.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun mening te geven over de aanvulling van het voorschot.
2.3.
Beide partijen stemmen in met verhoging van het voorschot.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat het begrote bedrag redelijk is. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen. De rechtbank is van oordeel dat het (aanvullend) voorschot door beide partijen, ieder voor de helft, dient te worden gedeponeerd.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
stelt de hoogte van het aanvullend voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 605,00 inclusief btw,
3.2.
bepaalt dat dit aanvullend voorschot door beide partijen, ieder voor de helft, dient te worden voldaan,
3.3.
voor het voldoen van het voorschot zal het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht op korte termijn een nota verzenden, welke nota uiterlijk twee weken na deze uitspraak dient te zijn voldaan,
3.4.
wijst de deskundige er op dat:
- hij het aanvullend onderzoek pas na bericht van de griffier omtrent betaling van het aanvullend voorschot dient voort te zetten,
3.5.
draagt de deskundige op om uiterlijk zes weken na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Driever en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH