Op 26 juli 2021 heeft de advocaat van Van Wijnen aan de advocaat van [eiser] - voor zover in deze zaak van belang - het volgende geantwoord (productie 30 bij dagvaarding):
“Springend punt in deze is dat het vigerende bestemmingsplan ten tijde van koop van het penthouse door uw cliënt de thans beoogde bouwhoogte en layout van [naam woonblok 3] reeds toestond. (…)
1. In uw brief baseert u de non-conformiteit (uitsluitend) op illustraties uit de verkoopbrochure. Deze verkoopbrochure is geen contractdocument.
2. De verkoopbrochure bevat een exoneratieclausule, inhoudende dat daaraan, alsmede aan de daarin opgenomen tekeningen, maatvoeringen, impressies e.d. geen rechten kunnen worden ontleend.
3. Uit de verkoopbrochure volgt aangaande de geïllustreerde ontwikkeling van [naam woonblok 3] duidelijk dat die voorlopig is c.q. dat die nog aan verandering onderhavig kan zijn.
Met andere woorden: het bouwprogramma en de illustraties waren voorlopig (en konden derhalve nog aan wijzigingen onderhevig zijn).
Dit gegeven in combinatie met de bebouwingsmogelijkheden op basis van het vigerende bestemmingsplan maakt dat uw cliënt op basis van de verkoopbrochure niet zonder meer de verwachtingen mocht hebben zoals die in uw brief worden geschetst. (…)
De gevolgen voor het penthouse van uw cliënt qua lichtinval, privacy en uitzicht van de in uw brief geschetste wijzigingen behoeven, voor zover al relevant indachtig het voorgaande, de nodige nuancering, te weten:
1. De hogere bouwhoogte (5 i.p.v. 4 bouwlagen) van appartementencomplex [naam woonblok 3] rijkt tot net voorbij slaapkamer 1 van het penthouse van uw cliënt (…)
Daargelaten dat ter plaatse geen balkons gesitueerd zijn, is er voor wat betreft de privacy geen noemenswaardig verschil tussen de oorspronkelijke en nieuwe opzet. Immers, in de oorspronkelijke opzet waren op de vierde etage – derhalve op hetzelfde niveau als het penthouse van uw cliënt is gesitueerd – ook appartementen voorzien. Van uit deze ramen zou er ook zicht zijn op de ramen aan de korte zijde van slaapkamer 1 van het penthouse van uw cliënt.
Belangrijker is echter dat de bouwhoogte van [naam woonblok 3] ter hoogte van de balkons en de woonkamer van het penthouse van uw cliënt ongewijzigd is. Met andere woorden: voor wat betreft het verblijfsgedeelte van het penthouse van uw cliënt dat (wél) naar buiten toe geprojecteerd is, bestaat geen enkel verschil qua privacy, lichtinval en uitzicht tussen de oorspronkelijke en beperkt gewijzigde opzet van [naam woonblok 3] . (…)
2. Daar waar een vijfde bouwlaag is toegevoegd aan de opzet van [naam woonblok 3] , was in de oorspronkelijke opzet evenmin sprake van een onbeperkt uitzicht vanwege de aanwezigheid van het op onderstaande illustratie in geel gemarkeerde appartementencomplex. Dit complex is beduidend hoger dan [naam woonblok 2] . (…)”