Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 juni 2023
- de akte uitlaten van [eiser] van 16 augustus 2023 met de daarbij gevoegde producties 36 tot en met 39
- de akte uitlaten van [gedaagde] van 16 augustus 2023
- het bericht van de rechtbank waarbij het antwoord van de aangezochte deskundige [naam taxateur 1] is doorgeleid naar partijen met het verzoek om reactie
- de reactie van mr. Widdershoven bij brief van 25 oktober 2023
- de reactie van mr. Einig bij brief van 26 oktober 2023
- de e-mail van mr. Widdershoven van 26 oktober 2023.
2.De verdere beoordeling
afschriftvan het betreffende e-mailbericht zal aan dit vonnis worden gehecht. De rechtbank kan deze deskundige daarom niet benoemen.
Ik denk niet dat wij de juiste persoon in deze zijn. Gedaagde partij is een opdrachtgever van ons.”
3.De beslissing
M. Scholten,
binnen twee wekenna de datum van de nog te ontvangen nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3 april 2024,