In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 13 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een Wob-verzoek door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray. Eiseres had op 26 oktober 2021 een Wob-verzoek ingediend, dat betrekking had op informatie en correspondentie over de afbouw van een bungalowpark. Het college heeft dit verzoek op 9 november 2021 vereenvoudigd afgewezen, omdat het werd aangemerkt als een herhaald verzoek. Eiseres, die lid is van een belangenvereniging waarvan haar echtgenoot voorzitter was ten tijde van een eerder verzoek, betwistte deze kwalificatie. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de afwijzing konden onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat het college het verzoek terecht als herhaald had aangemerkt en dat de afwijzing op juiste gronden was gedaan. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.