Op 29 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, bewoners van een woning in Voerendaal, een voorlopige voorziening hebben aangevraagd tegen een besluit van de burgemeester om hun woning te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester had op 3 oktober 2023 een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij de woning per 8 november 2023 voor drie maanden en de garage voor zes maanden gesloten diende te worden, vanwege de aanwezigheid van een hennepkwekerij met 85 planten. Verzoekers maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, waarbij zij stelden dat de medische omstandigheden van hun minderjarige zoon en de verzoekster onvoldoende waren meegewogen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten, gezien de aangetroffen hennepkwekerij. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van de minderjarige zoon, die fysieke beperkingen heeft, en de gezondheidsproblemen van verzoekster, die een risicovolle zwangerschap doormaakt. De voorzieningenrechter concludeerde dat de evenredigheid van de sluiting onvoldoende was gemotiveerd en dat het belang van verzoekers om in de woning te blijven zwaarder weegt dan het belang van de burgemeester om de sluiting door te voeren. Daarom heeft de voorzieningenrechter het bestreden besluit geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, en de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan verzoekers.