Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de dagvaarding met 10 producties;
- de akte van 402;
- de conclusie van antwoord in conventie met eis in reconventie met 8 producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de spreekaantekeningen van 402;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 mei 2023.
2.De feiten
- De schuld aan de beheermaatschappij bedraagt ongeveer € 800.000 en deze zal volledig dienen te worden gekweten.
- De schuld bij de bank wordt door de afgegeven zekerheden betiteld als separatist en
Alle schuldeisers krijgen binnen het akkoord een voorstel aangeboden van 20%
De belastingdienst krijgt als preferent crediteur op basis van de wetgeving het dubbele percentage, in deze dus 40% geboden.
Optie 1 betreft honorering op basis van de te maken uren. Mijn eigen uurtarief is
Optie 2 is een fixed prijs voor het uitvoeren van het gehele buitenrechtelijke crediteurenakkoord. Zoals eerder aangegeven in deze offerte betreft dit een schatting op basis van ervaring. Deels ligt er bij deze optie dus een risico bij zowel jullie alsook bij 402. Op basis van ervaring, de te verwachten ureninzet en de besparing die gerealiseerd wordt, kunnen wij een prijs aanbieden van € 19.000,00. Min of plus uren worden in deze constructie dan niet verrekend. Er is binnen deze optie rekening gehouden met een ureninzet voor mijzelf van 100 uur. Daarnaast wordt een bedrag van € 760,00 in rekening gebracht voor alle out of pocket kosten zoals reis- en verblijfkosten plus 5% kantoorkosten. Extra facturen zijn dus uitgesloten, mits wij geen extern juridisch advies in hoeven te winnen. Tevens is binnen deze prijs rekening gehouden met een nazorgtermijn van 2 maanden nadat het traject is afgerond. Dit betekent dat vragen van leveranciers, Belastingdienst en deurwaarders kosteloos door ons beantwoord worden. Na afloop van deze periode zullen eventueel te maken kosten worden doorbelast tegen het uurtarief zoals genoemd binnen deze offerte. Ook bij deze optie geldt dat een succesfee van 2,5% van de definitieve schuldpositie zal worden uitgefactureerd na voltooiing en afronding van het gehele traject. Indien wordt gekozen voor optie 2 dan dient betaling plaats te vinden middels een betaling van € 10.760,00 voor aanvang crediteurenakkoord en een 3-tal maandelijkse opeenvolgende betalingen van
3.Het geschil
Ook bij deze optie geldt dat een succesfee van 2,5% van de definitieve schuldpositie zal worden uitgefactureerd na voltooiing en afronding van het gehele traject.”
Daarnaast wordt 2,5% succesfee uitgefactureerd van de definitieve schuldpositie na voltooiing en afronding van het gehele traject met uitzondering van de intercompanyvordering en bankschuld”.
4.De beoordeling
zou kunnendoorkruisen. Het vonnis geeft aldus geen kwalificering van de beloningsafspraak maar ziet louter op de onafhankelijkheid van een door de rechtbank aan te stellen herstructureringsdeskundige als bedoeld in Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA).
die gesaneerd dient te worden(onderstreping rechtbank). In haar offerte vermeldt zij dat de schuld aan de beheermaatschappij (de intercompanyschuld) volledig wordt gekweten en dat de schuld bij de bank niet binnen het crediteurenakkoord dient te worden betrokken. In randnummer 27 van de dagvaarding wijst 402 er bovendien uitdrukkelijk op dat “
de intercompanyvordering nooit wordt betaald in het kader van een herstructurering c.q. schuldsanering” (onderstreping rechtbank).
ook” in optie 2, slaat terug op de tekst van optie 1 in haar geheel, waarin is bepaald:
Daarnaast wordt 2,5% succesfee uitgefactureerd van de definitieve schuldpositie na voltooiing en afronding van het gehele traject met uitzondering van de intercompanyvordering en bankschuld”.
ook” geen plaats gehad in de formulering dan wel had na het woord “ook” de afwijking (ten opzichte van optie 1) dienen te zijn verwoord. Nu daarvan geen sprake is moet ook op basis van een taalkundige uitleg van de gekozen bewoordingen de conclusie zijn dat voor beide opties een gelijke successfee gold, die niet over intercompanyvordering of bankschuld werd omgeslagen. Een plausibele verklaring voor enig onderscheid ten aanzien van de wijze van berekening van de successfee in optie 2 ten opzichte van optie 1 is door 402 ook niet aangedragen.
- griffierecht € 2.837,00
- salaris advocaat € 2.366,00 (2,00 punten × € 1.183,00)
5.De beslissing
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als 402 niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling.