Uitspraak
verwerende partij in reconventie,
eisende partij in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 februari 2022;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de incidentele conclusie inzake een vordering ex artikel 843a Rv, tevens inhoudende de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- de conclusie van antwoord in het incident, tevens inhoudende de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van repliek in het incident, tevens inhoudende de conclusie van dupliek in reconventie en een akte uitlating producties in conventie;
- de akte uitlaten jurisprudentie van Dexia;
- de antwoordakte van [eiser] .
2.2. De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
4. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eiser] van al datgene dat [eiser] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
7. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente.
3.3. Dexia voert verweer tegen de vorderingen. Het verweer mondt uit in een tegenvordering, waarbij Dexia vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de proceskosten, [eiser] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.149,62, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 november 2004, en voor recht zal verklaren dat Dexia met betrekking tot de tussen haar en [eiser] gesloten leaseovereenkomsten met nummers [contractnummer 1] en [contractnummer 2] aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan [eiser] verschuldigd is, met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding, zowel in conventie als in reconventie.
4.4. Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [eiser] .
en de onrechtmatige daad van Dexia.
- een kopie van het op 16 juli 1999 te [woonplaats] ondertekende aanvraagformulier voor het Allround Sparen met een maandelijkse inleg van ƒ 150,00, voorzien van het logo van Spaar Select, het ATP-nummer 306 en waarbij ‘Naam adviseur’ is ingevuld
“ [adviseur] ”. Het formulier is op 21 juli 1999 per fax verstuurd vanuit Spaar Select Maastricht;
ƒ 1.250,00 , voorzien van het logo van Spaar Select, het ATP-nummer [nummer] en waarbij ‘Naam adviseur’ is ingevuld
“ [adviseur] ”. Het formulier is op 10 november 1999 per fax verstuurd vanuit Spaar Select Maastricht;
“adv. [adviseur] ”;
Tegenover de concreet toegelichte stellingen van [eiser] heeft Dexia, gelet op de hiervoor genoemde motiveringseisen, haar verweer onvoldoende onderbouwd. Daarmee heeft zij niet voldaan aan de motiveringsplicht. Hieruit volgt dat als vaststaand wordt aangenomen dat van een vergunningsplichtig advies door de tussenpersoon sprake is geweest. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen. Hetgeen Dexia in dit verband heeft aangevoerd maakt het voorgaande niet anders.
€ 660,00
5.9. wijst het meer of anders gevorderde af,