Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 januari 2021 van [eiser] ;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, tevens houdende een (voorwaardelijke) wijziging van eis;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties;
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte uitlaten jurisprudentie van 15 december 2022 van Dexia;
- de antwoordakte van 26 januari 2023 van [eiser] .
2.2. De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
2. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eiser] van al datgene dat [eiser] aan Dexia heeft betaald onder deze overeenkomsten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
4. Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van [eiser] ,
5. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2. Dexia voert verweer tegen de vorderingen. Het verweer mondt uit in een tegenvordering, waarbij Dexia (na akte voorwaardelijke eiswijziging) vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
2. voor recht zal verklaren dat de overeenkomsten met nummers [contractnummer 1] , [contractnummer 2] en [contractnummer 3] aan al haar verbintenissen heeft voldaan en daarom niets meer aan [eiser] verschuldigd is,
4.4. Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [eiser] .
en de onrechtmatige daad van Dexia.
verjaring4.4. Dexia stelt dat een eventuele vordering van [eiser] in verband met een schending van artikel 41 NR 1999 inmiddels verjaard is. Dit verweer kan niet worden gevolgd. In de uitspraken van diverse rechtbanken in het recente verleden zijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op (onder andere) de volmacht van Leaseproces, de klachtplicht en verjaring. Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigde van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen.
- kopieën van twee de Capital Effect-overeenkomsten van 27 augustus 2001 met contractnummers [contractnummer 1] en [contractnummer 2] , voorzien van het adviseursnummer:
[adviseursnummer]en handgeschreven de naam ‘ [adviseur] ’.
5.Beslissing
€ 660,00