Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties;
- de akte wijziging van Dexia, met een productie,
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties;
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte van 15 december 2022, met producties;
- de antwoordakte van 26 januari 2023.
2.2. De feiten
heeft € 9.982,40 aan dividenden ontvangen. Op 18 januari 2012 heeft Dexia een bedrag van € 17.380,70 aan [eisers gezamenlijk] uitgekeerd, zijnde tweederde van de restschuld inclusief reeds verschenen rente.
3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
voorwaardelijk, voor zover Dexia de aanvraagformulieren en de getekende overeenkomsten niet uit eigen beweging in het geding brengt, haar ex artikel 843a Rv zal veroordelen afschrift daarvan te verstrekken,
3. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eisers gezamenlijk] van al datgene dat [eisers gezamenlijk] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomsten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
6. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente.
3.2. Dexia voert verweer tegen de vorderingen. Het verweer mondt uit in een tegenvordering, waarbij Dexia vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht zal verklaren dat Dexia met betrekking tot de overeenkomsten met nummers [contractnummer 1] en [contractnummer 2] niets meer aan [eisers gezamenlijk] verschuldigd is,
4. [eisers gezamenlijk] zal veroordelen in de proceskosten.
4.4. Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [eisers gezamenlijk]
en de onrechtmatige daad van Dexia.
- een kopie van de overeenkomst van 1 maart 1999 met contractnummer [contractnummer 1] , voorzien van het adviseursnummer:
[adviseursnummer 1],
[adviseursnummer 2]en van een stempel met het logo van Spaar Select en de naam van de adviseur [naam adviseur] ,
heeft met betrekking tot de overeenkomst met nummer [contractnummer 2] (Overwaarde Effect) de bedoelde onderbouwing wel genoegzaam gegeven, met name omdat uit de inhoud van het Persoonlijk Financieel Plan de gepersonaliseerde aanbeveling volgt.