ECLI:NL:RBLIM:2022:9663

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
03.146737.20
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijs van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en Wet wapens en munitie

In deze strafzaak tegen de verdachte, die samen met haar partner in hun gezamenlijke woning in Born vuurwapens, munitie, softdrugs, harddrugs en illegaal vuurwerk voorhanden had, heeft de rechtbank op 30 november 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd bijgestaan door haar advocaat, mr. G.L.P. Biesmans. De zaak werd inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 16 november 2022, waar de verdachte en haar raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte voor een aantal feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de voorwerpen in de woning, aangezien deze zich in haar machtssfeer bevonden. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De verdachte had bekend dat zij wetenschap had van de aanwezigheid van bepaalde drugs en vuurwerk, maar stelde dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van andere voorwerpen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien haar langdurige cohabitatiesituatie met de medeverdachte, niet kon ontkomen aan de wetenschap van de aanwezigheid van deze voorwerpen. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden op, met een proeftijd van twee jaar, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en haar beperkte rol in de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.146737.20
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 november 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1981,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.L.P. Biesmans, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 16 november 2022. De verdachte en haar raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De strafzaak van de verdachte is gelijktijdig, doch niet gevoegd, behandeld met de strafzaak tegen [medeverdachte] . Deze strafzaak is bekend onder parketnummer 03.146738.20.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:op 11 januari 2020, samen met een ander, in haar woning te Born een hoeveelheid amfetamine en MDMA aanwezig heeft gehad, dan wel daartoe opzettelijk gelegenheid of middelen heeft verschaft;
Feit 2:op 11 januari 2020, samen met een ander, in haar woning en auto te Born een hoeveelheid hennep en hasjiesj aanwezig heeft gehad, dan wel daartoe opzettelijk gelegenheid of middelen heeft verschaft;
Feit 3:op 11 januari 2020, samen met een ander, in haar woning te Born pepperspray en verschillende soorten wapens en munitie voorhanden heeft gehad, dan wel daartoe opzettelijk gelegenheid of middelen heeft verschaft;
Feit 4:op 11 januari 2020, samen met een ander, in haar woning te Born een veerdrukwapen in de vorm van een geweer, dat sprekende gelijkenis vertoonde met een (echt) vuurwapen, voorhanden heeft gehad, dan wel daartoe opzettelijk gelegenheid of middelen heeft verschaft;
Feit 5: op 11 januari 2020, samen met een ander, in haar woning te Born professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad, dan wel daartoe opzettelijk gelegenheid of middelen heeft verschaft.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten in de primaire variant. Zij heeft hiertoe het volgende naar voren gebracht. De verdovende middelen, het vuurwerk, de wapens en munitie zijn allemaal aangetroffen in de woning waar de verdachte samen met de medeverdachte woonachtig was. Verbalisanten hebben de woning doorzocht en constateerden dat de harddrugs, de softdrugs, de wapens, de munitie en het vuurwerk verspreid door de woning en de inpandige garage in het zicht lagen. Dit maakt volgens de officier van justitie dat kan worden bewezen dat zowel de verdachte als de medeverdachte wetenschap hadden van de aanwezigheid van deze goederen, alsmede de beschikkingsmacht over de goederen hadden. Aan de verklaring van de verdachte dat zij de ruimtes waar de harddrugs, vuurwapens en het meeste vuurwerk lag, te weten de kleine slaapkamer en de garage, niet betrad omdat de [medeverdachte] dat niet wilden hebben, hecht de officier van justitie geen geloof.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde feiten 1, 3, 4 en 5 in zowel de primaire als de subsidiaire variant. De verdachte was niet op de hoogte van de aanwezigheid van de harddrugs, de wapens en de munitie in haar woning. Deze goederen zijn nagenoeg alle aangetroffen in de kleine slaapkamer en de garage van de woning. De verdachte kwam niet in deze ruimtes. De medeverdachte heeft dit ter terechtzitting, gehoord als getuige in de zaak van de verdachte, bevestigd. Gelet hierop kan niet bewezen worden dat de verdachte opzet had op de aanwezigheid van deze goederen in haar woning. Het Zoraki pistool en de munitie die op de tafel in de woonkamer zijn aangetroffen, zaten opgeborgen in twee doosjes. De verdachte wist niet wat hierin zat, zodat ook hiervoor geldt dat zij geen wetenschap had van de aanwezigheid van deze voorwerpen in haar huis. Ten aanzien van het in de woonkamer aangetroffen vuurwerk heeft de verdachte verklaard dat zij niet wist dat dit verboden vuurwerk betrof. Zij was in de veronderstelling dat dit vuurwerk betrof dat legaal in huis mag worden bewaard. Dat er ook in de garage vuurwerk was opgeslagen, wist de verdachte niet: zij kwam nooit in de garage.
Het onder 2 ten laste gelegde bekent de verdachte. De verdediging refereert zich ten aanzien van de bewezenverklaring van dit feit dan ook aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Feit 2
De rechtbank zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte dit ten laste gelegde feit, in de primaire variant, ter terechtzitting van 16 november 2022 duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens haar voor dit feit geen vrijspraak is bepleit.
De rechtbank acht het feit, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring, wettig en overtuigend bewezen, op grond van:
  • de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting;
  • het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 13 januari 2020, p. 45-46 van de doornummering;
  • het proces-verbaal van bevindingen doorzoeken voortuigen plaats delict d.d. 20 januari 2020, p. 43 van de doornummering;
  • lijst van inbeslaggenomen goederen, p. 51-52 van de doornummering.
Feiten 1, 3, 4 en 5
Op 12 januari 2020 is de woning van de verdachte en de medeverdachte aan [adres 2] , doorzocht. [2] Bij deze doorzoeking werden in de woning onder meer harddrugs aangetroffen. In de kleine slaapkamer lag amfetamine en MDMA. In de diepvries in de garage lag amfetamine. Deze harddrugs zijn onderzocht. Uit dit onderzoek volgt dat:
- op een dienblad in de slaapkamer 279,77 gram amfetamine in een pot met deksel werd aangetroffen; [3] [4]
- op een dienblad in de slaapkamer zeven pillen MDMA werden aangetroffen; [5] [6]
- in de diepvries in de garage een zak met 840 gram amfetamine werd aangetroffen; [7] [8]
- in de diepvries in de garage een pot met 532 gram amfetamine werd aangetroffen. [9] [10]
Verder zijn bij de doorzoeking wapens en munitie aangetroffen, te weten op de tafel in de woonkamer en in de kleine slaapkamer op de grond. Het wapen en de munitie op de tafel in de woonkamer zaten in doosjes. De wapens en munitie zijn in beslag genomen en onderzocht. Uit onderzoek volgt dat het ging om:
- op de tafel in de woonkamer een semi-automatisch gaspistool, merk Zoraki, in het kaliber 9 millimeter P.A.K. Dit betreft een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 Categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie; [11]
- op de tafel in de woonkamer 25 knalpatronen in het kaliber 9 millimeter. Dit betreft munitie in de zin van artikel 1 lid 4 Wet wapens en munitie, gelet op artikel 2, lid 2,
categorie III van de Wet wapens en munitie; [12]
- in de ladekast in de woonkamer een spuitbus pepperspray. Dit betreft een voorwerp in de zin van artikel 2 lid 1 categorie II sub 6 Wet Wapens en Munitie; [13] [14]
- in de woonkamer een slugpatroon in het kaliber 12 ga. Dit betreft munitie in de zin van artikel 1 lid 4 Wet wapens en munitie, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie; [15] [16]
- op de tafel in de woonkamer 62 kogelpatronen en één kogelpatroon in een sieradendoos onder het bureau. Het gaat om patronen van verschillend kaliber. De patronen betreffen allemaal munitie in de zin van artikel 1 lid 4 Wet wapens en munitie, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie; [17] [18] [19]
- in een doos in de kleine slaapkamer vijf knalpatronen en 576 kogelpatronen, waarvan 144 voorzien van hollowpoints. Het gaat om patronen van verschillend kaliber. De kogelpatronen zijn munitie in de zin van artikel 1 lid 4 Wet wapens en munitie, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie. De hollowpoints zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2, lid 2, categorie II sub 4 van de Wet wapens en munitie; [20] [21]
- op de grond in de kleine slaapkamer een semi-automatisch enkelloops kogelgeweer, merk Anschutz, model 520. Het betreft een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 Categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie; [22] [23]
- in een doos op de grond in de kleine slaapkamer een semi-automatisch pistool van het merk Mauser. Het betreft een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 Categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie. [24] [25]
In de inpandige garage van de woning werd een imitatiegeweer aangetroffen. Blijkens onderzoek heeft het wapen qua vorm en afmeting een sprekende gelijkenis met een vuurwapen van het merk Mauser, type K98. Dit voorwerp is voor bedreiging of afdreiging geschikt. Het betreft een voorwerp in de zin van artikel 2 lid 1, categorie I sub 7 van de Wet wapens en munitie. [26] [27]
Bij de doorzoeking werd voorts illegaal vuurwerk aangetroffen. [28] Zo stonden in de woonkamer meerdere vuurpijlen. Op de eetkamertafel in de woonkamer lagen verpakte Cobra 6’s. In de inpandige garage werden Shells (mortierbommen), Bangers (knalvuurwerk), lawinepijlen en een romeinse kaars aangetroffen. Dit vuurwerk is onderzocht. [29] Uit dit onderzoek volgt dat werd aangetroffen:
  • 30 Shells;
  • 7 vuurpijlen (signaalraketten en lawinepijlen);
  • 56 Bangers (knalvuurwerk met meer dan 6 gram NEM of knalvuurwerk zonder opschriften en langer dan 55 mm);
  • één romeinse kaars (> 35 mm inwendige diameter).
In een door [verbalisant] opgesteld aanvullend proces-verbaal werd gerelateerd dat al het vuurwerk en alle munitieartikelen die tijdens de doorzoeking van de woning werden gevonden, in het zicht lagen. [30]
De verdachte heeft op 11 januari 2020 tegenover de politie de volgende verklaring afgelegd:
“Mijn vriend was met vuurwerk aan het knutselen in de garage. Hij is een echte vuurwerkliefhebber. Er liggen op de tafel in de woonkamer enkele lawinepijlen en nog wat vuurwerk in de garage. Mijn vriend heeft vaker mortierbommen en cobra's die hij dan afsteekt en mee knutselt.” [31]
Op 12 januari 2020 heeft de verdachte over het incident op 11 januari 2020 tegenover de politie de volgende verklaring afgelegd:
“Ik was omstreeks 18:30 uur in de woning. Mijn zoontje [naam 1] zat in de woonkamer. Mijn vriend [naam 2] en een vriend genaamd [naam 3] waren ook aanwezig. [naam 2] was in de garage. Ik liep naar de garage om [naam 2] te vragen of hij naar de frituur kon gaan. Toen ik de deur van de garage openmaakte hoorde ik een zeer harde knal en zag een enorme lichtflits.” Voorts heeft zij verklaard dat zij sinds mei 2019 samen met de medeverdachte woonachtig was in de woning aan [adres 2] .
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat zij wist dat er in de woning en de auto hennep en hasjiesj aanwezig waren. Ook heeft zij verklaard dat zij een vermoeden had dat de medeverdachte speed gebruikte. [32]
Bewijsoverweging
Voor een bewezenverklaring van ‘aanwezig hebben’ dan wel ‘voorhanden hebben’ van voorwerpen is vereist dat de dader niet alleen wetenschap heeft van, maar ook de beschikkingsmacht heeft over de voorwerpen, in die zin dat deze voorwerpen zich in zijn of haar machtssfeer bevinden. Voor de betekenis van het bestanddeel ‘voorhanden hebben’ in de zin van artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit zoekt de rechtbank aansluiting bij de uitleg die aan dit bestanddeel wordt gegeven in het kader van de Wet wapens en munitie.
Het is vaste jurisprudentie dat de bewoner van een woning geacht mag worden weet te hebben van (en dus opzet te hebben op) al hetgeen zich in de woning bevindt, tenzij er feiten en omstandigheden aan te wijzen zijn die dit anders zouden moeten maken. Die feiten en omstandigheden zijn hier niet aannemelijk geworden.
De verdachte woonde sinds ongeveer 8 maanden samen met de medeverdachte in de woning aan [adres 2] , toen daar op 11 januari 2020 het in de tenlastelegging genoemde vuurwerk, de softdrugs, de harddrugs, de wapens en munitie werden aangetroffen. Het meeste daarvan lag blijkens het proces-verbaal van doorzoeking en de verklaring van [verbalisant] zichtbaar in de woning. Gelet hierop komt de rechtbank tot het oordeel dat de verdachte wetenschap moet hebben gehad van de aanwezigheid van deze voorwerpen in de woning.
Nu het de gemeenschappelijke woning betrof, en niet blijkt dat er ruimten waren waar zij geen toegang toe had, komt de rechtbank tot het oordeel dat alle in de tenlastelegging genoemde voorwerpen zich in haar machtssfeer bevonden, en dat zij zich bewust was van hun aanwezigheid in de woning en de auto.
Aan de door de verdachte afgelegde verklaring ter terechtzitting, inhoudende dat zij niet in de kleine slaapkamer en in de garage kwam en daarom niets wist van de drugs, het vuurwerk en de wapens die daar lagen, hecht de rechtbank geen geloof. De verdachte heeft over het incident op 11 januari 2020 immers zelf verklaard dat zij onderweg van de woonkamer naar de garage was, om de medeverdachte - die in de garage was - een vraag te stellen. Toen zij de deur van de garage opende, vond de ontploffing plaats. Reeds uit deze verklaring volgt dat de verdachte wèl in de garage kwam. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de verdachte wist van de aanwezigheid van het vuurwerk en de harddrugs in de garage. Hierbij betrekt de rechtbank de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting dat zij vermoedde dat de medeverdachte speed gebruikte. De speed is in de garage gevonden.
Voorts heeft de verdachte bekend dat zij wetenschap had van de aanwezigheid van de wiet en hasjiesj in de woning (ten laste gelegd onder feit 2). Nu deze wiet en hasjiesj onder meer in de kleine slaapkamer zijn aangetroffen, impliceert dit dat de verdachte ook die kamer betrad en daardoor wist wat daar lag.
De verdachte heeft verder verklaard dat zij wel wetenschap had van de aanwezigheid van bepaald vuurwerk en sommige wapens, maar dat zij in de veronderstelling was dat dit legaal vuurwerk en legale wapens waren.
Ingevolge jurisprudentie van de Hoge Raad is voor een veroordeling ter zake het ‘voorhanden hebben’ van vuurwerk, wapens en munitie vereist dat de verdachte het vuurwerk, de wapens en de munitie bewust aanwezig heeft gehad. De in de rechtspraak van de Hoge Raad in dit verband gebruikte aanduiding van 'een meerdere of mindere mate' van bewustheid geeft aan dat de verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het vuurwerk en de wapens, zonder dat die bewustheid zich hoeft uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het vuurwerk en de wapens of tot de exacte locatie daarvan. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat de verdachte zulke bewustheid heeft gehad (vgl. o.a. HR 2 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6138, rov. 2.3.; HR 31 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:504, rov. 2.4 en HR 24 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:757, rov. 2.3).
De vereiste bewustheid hoeft zich in de door de Hoge Raad gegeven uitleg niet uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het vuurwerk, de wapens en munitie. Dat de verdachte niet wist dat het verboden vuurwerk betrof, doet daarom niet ter zake. Daarbij wijst de rechtbank ten overvloede naar de verklaring van de verdachte bij haar aanhouding op 11 januari 2020, waarbij zij zegt dat de medeverdachte vaker lawinepijlen, mortierbommen en cobra’s heeft waar hij mee knutselt en die hij afsteekt. Zeker wat betreft de cobra’s en mortierbommen is het naar het oordeel van de rechtbank een feit van algemene bekendheid dat dit illegaal vuurwerk is.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de verdachte de harddrugs, het vuurwerk, de wapens en de munitie bewust aanwezig respectievelijk voorhanden heeft gehad.
Medeplegen
Nu de verdachte en de medeverdachte tezamen wetenschap hadden van de drugs, het vuurwerk, de wapens en de munitie in de woning en deze zich in hun gezamenlijke machtssfeer bevonden, acht de rechtbank ook het medeplegen bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1. primair:
op 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, in een woning gelegen aan [adres 2] opzettelijk aanwezig heeft gehad
279,77 gram amfetamine, en
7 pillen mdma,
838,63 gram amfetamine en
491,57 gram amfetamine,
zijnde amfetamine en mdma telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2 primair:
op 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, in een woning gelegen aan [adres 2] en in een auto met [kenteken]
opzettelijk aanwezig heeft gehad
52 gram hennep en
20,5 gram hasjiesj,
zijnde hasjiesj en hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
T.a.v. feit 3 primair:
op 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, in een woning gelegen aan [adres 2]
een hoeveelheid wapens en munitie van categorie II en categorie III, te weten:
-een semi-automatisch gaspistool (zoraki),
-25 knalpatronen,
-een busje pepperspray,
-63 kogelpatronen,
-een slugpatroon,
-een semi automatisch enkelloops kogelgeweer (anschutz),
-een semi automatisch pistool (mauser),
-144 kogelpatronen (hollow points) en
-493, althans een hoeveelheid, patronen
voorhanden heeft gehad;
T.a.v. feit 4 primair:
op 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, in een woning gelegen aan [adres 2] een wapen van categorie I onder 7 van de Wet Wapens en Munitie te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een veerdrukwapen in de vorm van een geweer, voorhanden heeft gehad;
T.a.v. feit 5 primair:
op 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, al dan niet opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis,
professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad, immers heeft zij in een woning gelegen aan [adres 2]
-30 Shells (mortierbommen), en
-7 Vuurpijlen (signaalraketten en lawinepijlen, en
-56 Bangers (knalvuurwerk) met meer dan 6 gram NEM en knalvuurwerk zonder opschriften en langer dan 55 mm, en
-1 romeinse kaars
voorhanden gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1 primair:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
T.a.v. feit 2 primair:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
T.a.v. feit 3 primair:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot vuurwapens van categorie III, en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
T.a.v. feit 4 primair:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
T.a.v. feit 5 primair:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft samen met haar partner in haar woning en de bijbehorende garage vuurwapens, munitie, softdrugs, harddrugs en illegaal vuurwerk aanwezig gehad. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie brengt onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich en veroorzaakt gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Ook het bezit van professioneel vuurwerk brengt onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich. Dit hebben de verdachte en de medeverdachte zelf ondervonden, toen vuurwerk in de hand van de medeverdachte ontplofte, waardoor hij zijn hand verloor en levensgevaarlijk gewond raakte. Dat de wapens, de munitie en het vuurwerk deels in dezelfde ruimtes lagen, heeft het risico voor de veiligheid van personen alleen maar doen toenemen.
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het samen met haar partner voorhanden hebben van amfetamine, MDMA, wiet en hasjiesj. Het gebruik van drugs kan leiden tot gezondheidsschade. Bovendien is het algemeen bekend dat de maatschappij schade lijdt door drugsgebruik van personen, omdat deze drugsgebruikers vaak overgaan tot het plegen van strafbare feiten om in hun drugsverslaving te kunnen voorzien.
Het bezit van vuurwapens, munitie, harddrugs en professioneel vuurwerk rechtvaardigt in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank ziet daar echter van af: de rol van de verdachte heeft zich beperkt tot het – naar eigen zeggen tegen haar zin in – dulden van de voorwerpen in haar huis en garage. Het reclasseringsrapport van 31 oktober 2022 vermeldt dat de verdachte na de ontploffing op 11 januari 2020 zelf hulpverlening heeft gezocht en nu begeleiding heeft van een maatschappelijk werkster, een participatiecoach en een psychologe om de traumatische gebeurtenis te verwerken. De verdachte heeft een nieuwe woning die zij niet wil kwijtraken. Ook neemt zij adviezen aan en doet zij hier vervolgens iets mee. Zij toont aan dat zij koste wat kost wil voorkomen dat zij opnieuw in een dergelijke situatie terechtkomt. De reclassering ziet geen noodzaak tot het adviseren van bijzondere voorwaarden. De reclassering schat de kans op recidive in als laag.
De verdachte heeft een blanco strafblad.
Hoewel gelet op de aard en de ernst van de strafbare feiten een gevangenisstraf in beginsel aan de orde is, acht de rechtbank in aanmerking genomen de beperkte rol van de verdachte en haar persoonlijke omstandigheden, de eis van de officier van justitie passend en zal zij de verdachte veroordelen tot een geheel voorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 57 Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, artikel 1a van de Wet op de economische delicten, artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 6 maanden;
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.E.M. Hendriks, voorzitter, mr. K.G. Witteman en mr. J.A.A.C. Claessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. van Rie, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 30 november 2022.
Buiten staat
Mr. Claessen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1. primair:
Zij op of omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een woning gelegen aan [adres 2]
opzettelijk aanwezig heeft gehad
279,99 gram amfetamine, en/of
7 pillen mdma, en/of
838,63 gram amfetamine, en/of
491,57 gram amfetamine,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine en/of mdma, zijnde amfetamine en/of mdma (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer tot op heden onbekend gebleven personen op of
omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het
arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een woning gelegen aan [adres 2]
opzettelijk aanwezig heeft / hebben gehad
279,99 gram amfetamine, en/of
7 pillen mdma, en/of
838,63 gram amfetamine, en/of
491,57 gram amfetamine,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine en/of
mdma, zijnde amfetamine en/of mdma (telkens) een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf / misdrijven verdachte op of omstreeks
11 januari 2020 opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
door aan die tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) diens/dier/haar pand
gelegen aan [adres 2] ter beschikking te stellen ten behoeve van het opslaan
en/of het verhandelen van voornoemd(e) middel(len) als bedoeld in de bij die wet
behorende Lijst I;
2 primair:
Zij op of omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een woning gelegen aan [adres 2] en/of in een auto met [kenteken]
opzettelijk aanwezig heeft gehad
52 gram hennep, en/of
20,5 gram hasjiesj,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende hennep en/of hasjiesj,
zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer tot op heden onbekend gebleven personen op of
omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het
arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een woning gelegen aan [adres 2] en/of in een auto met [kenteken]
opzettelijk aanwezig heeft / hebben gehad
52 gram hennep en/of 20,5 gram hasjiesj,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende hennep en/of
hasjiesj,
zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf / misdrijven verdachte op of omstreeks
11 januari 2020 opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
door aan die tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) diens/dier/haar pand
gelegen aan [adres 2] ter beschikking te stellen ten behoeve van het opslaan
en/of het verhandelen van voornoemd(e) middel(len) als bedoeld in de bij die wet
behorende Lijst I;
3 primair:
Zij op of omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een woning gelegen aan [adres 2]
een hoeveelheid wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, te weten:
-een semi-automatisch gaspistool (zoraki), en/of
-25, althans een hoeveelheid, knalpatronen, en/of
-een busje pepperspray, en/of
-63, althans een hoeveelheid, kogelpatro(o)n(en), en/of
-een, althans een hoeveelheid, slugpatro(o)n(en), en/of
-een semi automatisch enkelloops kogelgeweer (anschutz), en/of
-een semi automatisch pistool (mauser), en/of
-144, althans een hoeveelheid, kogelpatro(o)n(en) (hollow points), en/of
-493, althans een hoeveelheid, patronen,
voorhanden heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of
omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het
arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een woning gelegen aan [adres 2]
een hoeveelheid wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, te weten:
-een semi-automatisch gaspistool (zoraki), en/of
-25, althans een hoeveelheid, knalpatronen, en/of
-een busje pepperspray, en/of
-63, althans een hoeveelheid, kogelpatro(o)n(en), en/of
-een, althans een hoeveelheid, slugpatro(o)n(en), en/of
-een semi automatisch enkelloops kogelgeweer (anschutz), en/of
-een semi automatisch pistool (mauser), en/of
-144, althans een hoeveelheid, kogelpatro(o)n(en) (hollow points), en/of
-493, althans een hoeveelheid, patronen,
voorhanden heeft/hebben gehad,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf / misdrijven verdachte op of omstreeks
11 januari 2020 opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
door aan die tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) diens/dier/haar pand
gelegen aan [adres 2] ter beschikking te stellen ten behoeve van het opslaan
en/of het verhandelen van voornoemd(e) middel(len);
4 primair:
Zij op of omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een woning gelegen aan [adres 2]
een wapen van categorie I onder 7 van de Wet Wapens en Munitie te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een veerdrukwapen in de vorm van een geweer, voorhanden heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of
omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het
arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in een woning gelegen aan [adres 2] ,
een wapen van categorie I onder 7 van de Wet Wapens en Munitie te weten een
door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige
bedreiging van personen kon vormen en dat zodanig op een wapen geleek dat deze
voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een veerdrukwapen in de vorm
van een geweer, voorhanden heeft / hebben gehad
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf / misdrijven verdachte op of omstreeks
11 januari 2020 opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
door aan die tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) diens/dier/haar pand
gelegen aan [adres 2] ter beschikking te stellen ten behoeve van het opslaan
en/of het verhandelen van voornoemd(e) middel(len);
5 primair:
Zij op of omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis,
professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad,
immers heeft zij in een woning gelegen aan [adres 2]
-30 Shells (mortierbommen), en/of
-7 Vuurpijlen (signaalraket(ten) en/of lawinepijl(en), en/of
-56 Bangers (knalvuurwerk) met meer dan 6 gram NEM en/of knalvuurwerk zonder opschriften en langer dan 55 mm, en/of
-1 romeinse kaars,
opgeslagen en/of voorhanden gehad.
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of een of meer tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of
omstreeks 11 januari 2020 te Born, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval binnen het
arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk,
als (een) ander(en) dan (een) perso(o)n(en) met gespecialiseerde kennis,
professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik
heeft / hebben opgeslagen en/of voorhanden heeft / hebben gehad,
immers heeft zij/hebben zij in een woning gelegen aan [adres 2]
-30 Shells (mortierbommen), en/of
-7 Vuurpijlen (signaalraket(ten) en/of lawinepijl(en), en/of
-56 Bangers (knalvuurwerk) met meer dan 6 gram NEM en/of knalvuurwerk zonder
opschriften en langer dan 55 mm, en/of
-1 romeinse kaars,
opgeslagen en/of voorhanden gehad,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf / misdrijven verdachte op of omstreeks
11 januari 2020 opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
door aan die [medeverdachte] en/of tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) haar
pand, gelegen aan [adres 2] , ter beschikking te stellen ten behoeve van het
opslaan en/of voorhanden hebben van voornoemd vuurwerk;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van de districtsrecherche Zuid-West-Limburg, [onderzoek] / LB3R020004, BVH: 2020006023, gesloten d.d. 20 maart 2020, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 501.
2.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 45-46 van de doornummering.
3.Proces-verbaal onderzoek verdovende middel, p. 273 van de doornummering.
4.Rapport NFiDENT, p. 280 van de doornummering.
5.KVI, p. 64 van de doornummering.
6.Rapport NFiDENT, p. 277 van de doornummering.
7.KVI, p. 65 van de doornummering.
8.Rapport NFiDENT, p. 276 van de doornummering.
9.KVI, p. 64 van de doornummering.
10.Rapport NFiDENT, p. 280 van de doornummering.
11.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 227 van de doornummering.
12.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 228 van de doornummering.
13.KVI, p. 114 van de doornummering.
14.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 260 van de doornummering.
15.KVI, p. 112 van de doornummering.
16.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 230 van de doornummering.
17.KVI, p. 116 van de doornummering.
18.KVI, p. 122 van de doornummering.
19.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 230-231 van de doornummering.
20.KVI, p. 104 van de doornummering.
21.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 231-232 van de doornummering.
22.KVI, p. 108 van de doornummering.
23.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 225-226 van de doornummering.
24.KVI, p. 106 van de doornummering.
25.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 226 van de doornummering.
26.KVI, p. 118 van de doornummering.
27.Een proces-verbaal van Team forensische Opsporing, Expertise Wapens, Munitie en Explosieven, p. 228-229 van de doornummering.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 26-27 van de doornummering.
29.Proces-verbaal onderzoek inbeslaggenomen vuurwerk, p. 293-295, inclusief de bijbehorende bijlagen (20 stk).
30.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2022, [proces-verbaalnummer] .
31.Proces-verbaal van aanhouding d.d. 21 januari 2020, p. 190-191 van de doornummering.
32.Verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 16 november 2022.