ECLI:NL:RBLIM:2022:6801
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en misbruik van procesrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 30 augustus 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van het UWV van 24 maart 2022 beoordeeld. Eiseres heeft verzet aangetekend tegen eerdere uitspraken waarbij zij niet-ontvankelijk werd verklaard in haar beroep, omdat zij het griffierecht niet had betaald en geen beroep had gedaan op betalingsonmacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres herhaaldelijk dezelfde argumenten aanvoert, namelijk dat de regeling inzake griffierecht in strijd zou zijn met Europees recht. Deze argumenten zijn echter al eerder door de rechtbank verworpen.
De rechtbank oordeelt dat de wijze van procederen van eiseres misbruik van recht oplevert, vooral omdat zij vaak aangeeft gehoord te willen worden, maar niet verschijnt op de geplande zittingen. De rechtbank benadrukt dat het niet betalen van het griffierecht, zonder een verontschuldigbare reden, leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Eiseres heeft niet aangetoond dat de heffing van het griffierecht in haar geval een onaanvaardbare belemmering vormt voor toegang tot de rechter. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en dat het UWV geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken verzet in te stellen tegen deze uitspraak. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep ter ondersteuning van haar oordeel.