ECLI:NL:RBLIM:2022:6800
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en misbruik van procesrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 30 augustus 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van het UWV van 10 maart 2021 beoordeeld. Eiseres is niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep omdat zij het griffierecht niet heeft betaald en geen beroep heeft gedaan op betalingsonmacht. De rechtbank stelt vast dat eiseres herhaaldelijk verzet heeft ingesteld tegen eerdere uitspraken waarin zij niet-ontvankelijk was verklaard, met steeds dezelfde argumenten over de strijdigheid van de griffierechtregeling met Europees recht. De rechtbank heeft deze argumenten echter al eerder verworpen en concludeert dat de wijze van procederen van eiseres misbruik van recht oplevert.
De rechtbank legt uit dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) iemand die beroep instelt, griffierecht moet betalen. Eiseres heeft dit griffierecht niet betaald, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld. Zij heeft aangevoerd dat haar financiële gegevens vervalst zijn en dat de regeling inzake griffierecht haar recht op toegang tot de rechter belemmert. De rechtbank wijst erop dat het aan eiseres is om aan te tonen dat de heffing van het griffierecht in haar geval een onaanvaardbare belemmering vormt. Dit heeft zij niet gedaan, en bovendien heeft zij uitdrukkelijk afgezien van een beroep op betalingsonmacht.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en dat het UWV geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet in te stellen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.