4.7.Welke schade moet [gedaagde] vergoeden?
4.7.1.Aangezien niet is betwist dat sprake is van verzuim en evenmin is gesteld dat de tekortkoming niet aan [gedaagde] is toe te rekenen, dient [gedaagde] de schade te vergoeden die de Gemeente Venlo heeft geleden als gevolg van de tekortkoming.
4.7.2.Anders dan [gedaagde] stelt, is de schade niet pas ontstaan door het rapport van Aelmans van 1 juni 2018 (productie 5 bij dagvaarding), maar is de schade ontstaan toen [gedaagde] het pand leverde terwijl daarin nog asbest aanwezig was. Als [gedaagde] zijn verplichting tot sanering van alle resterende asbest was nagekomen, zou Campus geen kosten hebben hoeven te maken voor sanering van bij de verbouwing ontdekt asbest. In dat geval zou de Gemeente Venlo niet aansprakelijk zijn gesteld voor de door Campus geleden schade. [gedaagde] is daarom aansprakelijk voor de door Campus op de Gemeente Venlo verhaalde schade, mits die verband houdt met de sanering die Campus heeft laten uitvoeren.
4.7.3.De Gemeente Venlo stelt aan Campus een schadevergoeding voldaan te hebben van in totaal € 223.445,00. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
- asbestinventarisatie door RPS € 8.165,00
- asbestsaneringswerkzaamheden door Strukton € 170.000,00
- kostenonderzoek door ATOsborne € 1.500,00
- urenvergoeding voor Campus € 5.000,00
- btw € 38.780,00
4.7.4.[gedaagde] heeft de kosten van de saneringswerkzaamheden en de urenvergoeding voor Campus betwist. De overige schadeposten heeft [gedaagde] niet betwist. De gevorderde schadevergoeding is daarom in ieder geval toewijsbaar voor zover zij ziet op de kosten van RPS, het kostenonderzoek door ATOsborne en de btw over die kosten. Het gaat om een bedrag van in totaal € 11.694,65.
4.7.5.De Gemeente Venlo heeft niet voldaan aan haar stelplicht ten aanzien van de schadevergoedingsvordering voor zover zij ziet op de urenvergoeding voor Campus. Zij heeft namelijk niet onderbouwd waarom de urenvergoeding voor Campus in causaal verband staat tot de tekortkoming van [gedaagde] . Dat causaal verband is door [gedaagde] betwist en gelet daarop had het op de weg van de Gemeente Venlo gelegen om een nadere toelichting te geven. De enkele verwijzing naar de aansprakelijkstelling die Campus aan de Gemeente Venlo heeft gestuurd (productie 8 bij dagvaarding), is daartoe onvoldoende. In die aansprakelijkstelling is namelijk geen enkele toelichting gegeven op de omvang van de uren. Ook is niet toegelicht waarom die uren in verband zouden staan met de sanering. De gevorderde schadevergoeding wordt daarom afgewezen voor zover zij ziet op de urenvergoeding plus de btw daarover. Het gaat om een bedrag van in totaal € 6.050,00.
4.7.6.De saneringskosten zijn door de Gemeente Venlo onderbouwd met een specificatie van Van Straten/Strukton (productie 7b bij dagvaarding). Ter discussie staat of dit een factuur is of niet. Op het document is niet vermeld wat de status ervan is. Bovendien bestaat de specificatie met name uit een grote post ‘asbestsanering’ voor een bedrag van € 140.000,00. Daarbij is vermeld ‘conform offerte 04-10-2018’. Teneinde te kunnen beoordelen of de saneringskosten volledig voor vergoeding in aanmerking komen, acht de rechtbank het noodzakelijk dat de Gemeente Venlo een nadere toelichting geeft op deze post. Zij heeft tijdens de mondelinge behandeling te kennen gegeven dat het mogelijk is om die offerte aan de rechtbank over te leggen. Ook is het volgens haar mogelijk om een betaalbewijs in het geding te brengen waaruit blijkt dat het bedrag van € 223.445,00 aan Campus is betaald.
4.7.7.De rechtbank ziet aanleiding om toepassing te geven aan artikel 22 Rv. Zij zal de Gemeente Venlo bevelen om bij akte een nadere toelichting te geven op de gevorderde schade voor zover die verband houdt met de kosten van Van Straten/Strukton. De rechtbank beveelt de Gemeente Venlo, eveneens op de voet van artikel 22 Rv, om gelijktijdig met de toelichting de volgende stukken in het geding te brengen:
- de offerte van Strukton van 4 oktober 2018 betreffende de asbestsanering van het pand;
- een bewijs waaruit de betaling van het bedrag van € 223.445,00 aan Campus blijkt.
4.7.8.[gedaagde] zal daarna in de gelegenheid worden gesteld om zich bij antwoord-akte uit te laten over de gegeven toelichting en de overgelegde stukken.
4.7.9.Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.