99.2.De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 47] (BSN: [BSN-nummer 47] ), besluiten 2, 6, 7 en 13
100. De EZD van [werkneemster 47] was op 6 dan wel 13 januari 2014. Welke datum ook de correcte datum moge zijn, zij was op beide data in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 27 oktober 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 11 januari 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 49,71.
100.1. [werkneemster 47] is per 1 december 2017 in dienst getreden van werkgever [werkgever] . Dat valt buiten de hier te beoordelen periode waarop de facturen zien. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een opvolgende werkgever van TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 6, 7 en 13 (april 2016, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
100.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 48] (BSN: [BSN-nummer 48] ), besluiten 4, 5 en 6
101. De EZD van [werkneemster 48] was op 6 november 2014. Het betrof een zogenoemde Amberziekmelding na een eerdere ziekteperiode die liep van 14 maart 2011 tot 11 maart 2013. Mevrouw was op de EZD in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 27 augustus 2015. Met ingang van 6 november 2014 is aan mevrouw een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 63,75.
101.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 4, 5 en 6 (december 2015, november 2015 en januari 2016) gemoeid zijn.
101.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 49] (BSN: [BSN-nummer 49] ), besluiten 2, 7 en 13
102. De EZD van [werkneemster 49] was op 14 februari 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 5 december 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 12 februari 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 39,30.
102.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 7 en 13 (april 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
102.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 50] (BSN: [BSN-nummer 50] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
103. De EZD van [werkneemster 50] was op 24 september 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Per 5 oktober 2012 volgde er de overname door TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 15 juli 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 22 september 2014 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 36,97.
103.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
103.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
-
[werkneemster 51](BSN: [BSN-nummer 51] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
104. De EZD van [werkneemster 51] was op 4 december 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 24 september 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 2 december 2014 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 31,15. De WIA-uitkering is per 2 april 2017 beëindigd.
104.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
104.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 52] (BSN: [BSN-nummer 52] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
105. De EZD van [werkneemster 52] was op 5 juli 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 25 april 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 3 juli 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 35-45% en een dagloon van € 69,71. Per 3 oktober 2016 is aan haar een IVA-uitkering toegekend.
105.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
105.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 53] (BSN: [BSN-nummer 53] ), besluiten 4, 5 en 7
106. Niet (meer) in geding.
- [werkneemster 54] (BSN: [BSN-nummer 54] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
107. De EZD van [werkneemster 54] was op 8 oktober 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 29 juli 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 15 oktober 2014 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 42,19.
107.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
107.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 55] (BSN: [BSN-nummer 55] ), besluiten 1 en 12
108. De EZD van [werkneemster 55] was op 25 november 2010. Zij was toen in dienst van TSN Zuid-Holland B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 8] die op 2 januari 2012 voor 100% is overgegaan naar TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Per 5 oktober 2012 volgde er de overname door TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 22 november 2012 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 12,59. Per 19 juli 2016 is de WIA-uitkering beëindigd.
108.1. [werkneemster 55] is per 8 augustus 2016 in dienst getreden van werkgever Roompot. Dat valt buiten de hier te beoordelen periode waarop de facturen zien. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een opvolgende werkgever van TSN Thuiszorg B.V. Dat het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 8 september 2011, te weten [LH-nummer 8] , niet overeenkomt met het LH-nummer van TSN Thuiszorg B.V. vóór 5 oktober 2012, maakt dit niet anders. Uit de voorhanden zijnde processtukken, zoals het toerekeningsbesluit van 14 december 2012, blijkt toereikend dat de werkgever ten tijde in geding TSN Thuiszorg B.V. was. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 1 en 12 (april 2015 en mei 2016) gemoeid zijn.
108.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 56] (BSN: [BSN-nummer 56] ), besluiten 2, 4, 6, 7 en 13
109. De EZD van [werkneemster 56] was op 28 november 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 18 september 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 14 december 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 48,05% en een dagloon van € 71,09.
109.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
109.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 57] (BSN: [BSN-nummer 57] ), besluiten 2 en 13
110. De EZD van [werkneemster 57] was op 4 maart 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 23 december 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar (wegens een te late aanvraag pas) per 12 april 2016 een WGA-LGU toegekend met (na heroverweging in bezwaar) een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 71,98.
110.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2 en 13 gemoeid zijn. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat niet op haar verhaald kan worden omdat mevrouw op de datum van het faillissement nog geen WGA-LGU had. De rechtbank acht voor het verhaal de EZD relevant.
110.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 58] (BSN: [BSN-nummer 58] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
111. De EZD van [werkneemster 58] was op 25 juni 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Per 5 oktober 2012 volgde er de overname door TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 16 april 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 23 juni 2014 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 18,77.
111.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
111.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 59] (BSN: [BSN-nummer 59] ), besluiten 2, 4, 6, 7 en 13
112. De EZD van [werkneemster 59] was op 2 januari 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 23 oktober 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 31 december 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 39,18. Per 7 november 2016 is aan haar een IVA-uitkering toegekend.
112.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
112.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 60] (BSN: [BSN-nummer 60] ), besluiten 4 en 5
113. Niet (meer) in geding.
- [werkneemster 61] (BSN: [BSN-nummer 61] ), besluiten 2, 4, 5, 6 en 7
114. De EZD van [werkneemster 61] was op 29 mei 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Per 5 oktober 2012 volgde er de overname door TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van juli 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 27 mei 2014 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%. De WIA-uitkering is per 21 november 2016 beëindigd.
114.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6 en 7 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016 en februari 2016) gemoeid zijn.
114.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 62] (BSN: [BSN-nummer 62] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
115. De EZD van [werkneemster 62] was op 7 maart 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 20 november 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar (na een aanvankelijke weigering, na heroverweging in bezwaar) per 5 maart 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100%. Per 5 december 2017 is aan haar een IVA-uitkering toegekend.
115.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
115.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 63] (BSN: [BSN-nummer 63] ), besluit 4
116. De EZD van [werkneemster 63] was op 15 april 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 3 februari 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 13 april 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 25,46. Per 4 augustus 2015 is aan haar een IVA-uitkering toegekend.
116.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Verhaalsbesluit 4 ziet op een correctie over de periode 13 juni 2015 tot en met 30 juni 2015, in die zin dat er nog een bedrag verhaald is. Nu die periode valt binnen de WGA-periode, kan eiseres gehouden worden het bedrag te voldoen dat met het verhaalsbesluit 4 gemoeid is.
116.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 64] (BSN: [BSN-nummer 64] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
117. De EZD van [werkneemster 64] was op 22 mei 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Per 5 oktober 2012 volgde de overname door TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 12 maart 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar (wegens een te late aanvraag pas) per 22 augustus 2014 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 23,45. Per 14 maart 2016 is aan haar een IVA-uitkering toegekend.
117.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn. Het verhaal in de factuur van april 2016 is gecorrigeerd in de factuur van mei 2016. Ook is gecorrigeerd in die factuur het tijdvak 14 maart 2016 tot en met 31 maart 2016.
117.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 65] (BSN: [BSN-nummer 65] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
118. De EZD van [werkneemster 65] was op 8 juli 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 28 april 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 19 juli 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 85,88% en een dagloon van € 47,42.
118.1. [werkneemster 65] heeft van 24 mei 2016 tot 1 december 2016 gewerkt bij Thuiszorginholland B.V. met LH-nummer [LH-nummer 9] . Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een opvolgend werkgever van TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
118.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 66] (BSN: [BSN-nummer 66] ), besluiten 4 en 5
119. Niet (meer) in geding.
- [werkneemster 67] (BSN: [BSN-nummer 67] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
120. Welke dag als EZD van [werkneemster 67] heeft te gelden, is niet duidelijk: 30 mei 2013, 11 juni 2013 of 15 juli 2013. Wat hier ook van zij, op al deze dagen was zij in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 12 februari 2015. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar (na een aanvankelijke afwijzing, na heroverweging in bezwaar) per 19 juni 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 29,93.
120.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
120.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 68] (BSN: [BSN-nummer 68] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
121. De EZD van [werkneemster 68] was op 4 januari 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 25 oktober 2013. Anders dan eiseres betoogt, is dat nummer wel op de 42e weeksmelding vermeld, zij het onder een foutief kopje, te weten “aansluitingsnummer”. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 2 januari 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 39,65. De WIA-uitkering is beëindigd per 26 oktober 2016.
121.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
121.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 69] (BSN: [BSN-nummer 69] ), besluiten 4, 5, 6 en 7
122. De EZD van [werkneemster 69] was op 18 november 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 8 september 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 16 november 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 55,26. Per 26 oktober 2018 is aan haar een IVA-uitkering toegekend.
122.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 4, 5, 6, 7 (december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016) gemoeid zijn.
122.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 70] (BSN: [BSN-nummer 70] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
123. De EZD van [werkneemster 70] was op 27 september 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Per 5 oktober 2012 volgde de overname door TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 18 juli 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 25 september 2014 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 36,66. Per 8 september 2017 heeft mevrouw de voor haar geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
123.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
123.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 71] (BSN: [BSN-nummer 71] ), besluiten 2 en 13
124. De EZD van [werkneemster 71] was op 16 april 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 4 februari 2015. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 13 april 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 59,34.
124.1. [werkneemster 71] was ook in dienst bij St.Treant Care. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een opvolgend werkgever van TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres in beginsel gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2 en 13 (april 2016, mei 2016) gemoeid zijn. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat niet op haar verhaald kan worden omdat mevrouw op de datum van het faillissement nog geen WGA-LGU had. De rechtbank acht voor het verhaal de EZD relevant.
124.2. De rechtbank ziet echter in dit geval geen aanleiding om de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten, omdat er uit de voorhanden zijnde stukken niet te achterhalen is waarom geen aanleiding bestaat voor pro rata verhaal. Verweerder dient derhalve op dit punt opnieuw te beslissen.
- [werkneemster 72] (BSN: [BSN-nummer 72] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
125. De EZD van [werkneemster 72] was op 9 september 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 1 juli 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 7 september 2015 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 38,35.
125.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
125.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 73] (BSN: [BSN-nummer 73] ), besluiten 2, 7 en 13
126. De EZD van [werkneemster 73] was op 3 maart 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 22 december 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 29 februari 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 30,24.
126.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Wel kan uit de stukken opgemaakt worden dat de WIA-uitkering op voorschotbasis wordt uitbetaald wegens dienstverbanden in het buitenland. Dat staat aan verhaal in deze procedure niet in de weg. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 7 en 13 (april 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn.
126.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 74] (BSN: [BSN-nummer 74] ), besluiten 2 en 13
127. De EZD van [werkneemster 74] was op 6 maart 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 29 december 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 23 maart 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 44,28.
127.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2 en 13 (april 2016, mei 2016) gemoeid zijn. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat niet op haar verhaald kan worden omdat mevrouw op de datum van het faillissement nog geen WGA-LGU had. De rechtbank acht voor het verhaal bepalend de EZD.
127.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 75] (BSN: [BSN-nummer 75] ), besluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13
128. De EZD van [werkneemster 75] was op 5 oktober 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 24 juni 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 3 augustus 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 95,57.
128.1. [werkneemster 75] was ook in dienst van Asito. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een opvolgend werkgever van TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2, 4, 5, 6, 7 en 13 (april 2016, december 2015, november 2015, januari 2016, februari 2016 en mei 2016) gemoeid zijn. Daarbij ziet de rechtbank geen aanleiding om, zoals door eiseres gesteld, uit te gaan van een pro rata percentage van 100% voor de andere werkgever van mevrouw ten tijde hier van belang. Het verhaal op eiseres heeft terecht en op goede gronden plaatsgevonden naar het door verweerder gehanteerde percentage van 40,41%.
128.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 76] (BSN: [BSN-nummer 76] ), besluiten 2 en 13
129. De EZD van [werkneemster 76] was op 10 maart 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 29 december 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is aan haar per 16 maart 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 70,38 (na indexering). Per 9 april 2018 is aan haar een IVA-uitkering toegekend.
129.1. [werkneemster 76] was ook in dienst bij [naam werkgever] . Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 016 gebleken van een opvolgend werkgever van TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 2 en 13 (april 2016 en mei 2016) gemoeid zijn. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat niet op haar verhaald kan worden omdat mevrouw op de datum van het faillissement nog geen WGA-LGU had. De rechtbank acht voor het verhaal bepalend de EZD.
129.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- Deel B, beoordeling op individueel niveau in ROE 19/313
- [ werkneemster 2] (BSN: [BSN-nummer 2] ), besluiten 21 tot en met 39
130. [ werkneemster 2] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds een WGA-uitkering. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
130.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 3] (BSN: [BSN-nummer 3] ), besluiten 21 tot en met 32
131. [werkneemster 3] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds een WGA-uitkering. Deze is per 23 november 2017 gewijzigd naar een IVA-uitkering, waarmee het verhaalsrecht op eiseres is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres over de periode tot aan de toekenning van de IVA-uitkering niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 32 (april 2017 tot en met maart 2018) gemoeid zijn. Hierbij maakt de rechtbank wel nog de kanttekening dat over de genoemde periode geen maandfacturen “specificatie ERD WGA” in het dossier zitten, op basis waarvan zij had kunnen controleren welke bedragen al dan niet zijn verhaald of verrekend. Met de mededeling in het nadere verweerschrift van 19 november 2020 dat vanaf 23 november 2017 niet meer wordt verhaald, gaat de rechtbank er echter van uit dat wat eventueel na 23 november 2017 is verhaald, weer is terugbetaald. Voor zover dat niet het geval mocht zijn, dient verweerder daarvoor alsnog zorg te dragen.
131.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand (verhaal mogelijk tot 23 november 2017).
- [werkneemster 4] (BSN: [BSN-nummer 4] ), besluiten 21 tot en met 34
132. [werkneemster 4] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds een WGA-uitkering. Deze is per 8 mei 2018 gewijzigd naar een IVA-uitkering, waarmee het verhaalsrecht op eiseres is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres over de periode tot aan de toekenning van de IVA-uitkering niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 34 (april 2017 tot en met mei 2018) gemoeid zijn.
132.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand (verhaal mogelijk tot 8 mei 2018).
- [werkneemster 8] (BSN: [BSN-nummer 8] ), besluiten 21 tot en met 39
133. [werkneemster 8] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds een WGA-uitkering. Deze is per 26 oktober 2018 gewijzigd naar een IVA-uitkering, waarmee het verhaalsrecht op eiseres is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres over de periode tot aan de toekenning van de IVA-uitkering niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
133.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand (verhaal mogelijk tot 26 oktober 2018).
- [werkneemster 11] (BSN: [BSN-nummer 11] ), besluiten 21 tot en met 36
134. [werkneemster 11] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds een WGA-uitkering. Deze is per 14 juni 2018 gewijzigd naar een IVA-uitkering, waarmee het verhaalsrecht op eiseres is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres over de periode tot aan de toekenning van de IVA-uitkering niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 34 (april 2017 tot en met mei 2018) gemoeid zijn. In het besluit op bezwaar was het bezwaar tegen de besluiten 35 en 36 (juni 2018 en juli 2018) al gegrond verklaard.
134.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 13] (BSN: [BSN-nummer 13] ), besluiten 21 tot en met 39
135. [werkneemster 13] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij tot 11 december 2018 nog steeds een WGA-uitkering. Per genoemde datum is de uitkering gewijzigd naar een IVA-uitkering, waardoor het verhaalsrecht van verweerder is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres tot 11 december 2018 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
135.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 77] (BSN: [BSN-nummer 77] ), besluiten 21 tot en met 39
136. De EZD van [werkneemster 77] was op 27 januari 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dat nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 17 november 2014. Na een aanvankelijke afwijzing is aan mevrouw na heroverweging in bezwaar op 17 mei 2016 met terugwerkende kracht per 26 januari 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 22,64.
136.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. De rechtbank is daarmee van oordeel dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
136.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 14] (BSN: [BSN-nummer 14] ), besluiten 21 tot en met 23
137. [werkneemster 14] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij tot 1 juli 2017 nog een WGA-uitkering. Per genoemde datum is de uitkering geëindigd en eindigt het verhaalsrecht van verweerder. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres tot 1 juli 2017 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 23 (april 2017, mei 2017, juni 2017) gemoeid zijn.
137.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 78] (BSN: [BSN-nummer 78] ), besluiten 21 tot en met 39
138. De EZD van [werkneemster 78] was op 28 oktober 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dat nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 18 augustus 2014. Aan mevrouw is bij besluit van 28 juni 2016 na een loonsanctieperiode met terugwerkende kracht per 28 april 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 37,46.
139. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. De rechtbank is daarmee van oordeel dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
140. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 79] (BSN: [BSN-nummer 79] ), besluiten 31 tot en met 39
141. De EZD van [werkneemster 79] was op 31 maart 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dat nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 19 januari 2015. Aan mevrouw is bij besluit van 6 april 2016 per 7 april 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 39,97.
141.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. De rechtbank is daarmee van oordeel dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 31 tot en met 39 (maart 2018 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn. Dat in eerste instantie een foutieve werkgever is aangeschreven als vermeende eigen risicodrager, doet aan het voorgaande niet af.
141.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 16] (BSN: [BSN-nummer 16] ), besluiten 21 tot en met 39
142. [werkneemster 16] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds een WGA-uitkering. Deze is per 19 augustus 2018 gewijzigd naar een IVA-uitkering, waarmee het verhaalsrecht op eiseres is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres over de periode tot aan de toekenning van de IVA-uitkering niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 36 (april 2017 tot en met juli 2018) gemoeid zijn. In het besluit op bezwaar was het bezwaar tegen de besluiten 37 tot en met 39 (augustus 2018 tot en met oktober 2018) al gegrond verklaard.
142.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 19] (BSN: [BSN-nummer 19] ), besluiten 21 tot en met 29
143. [werkneemster 19] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Aan haar is per 21 augustus 2014 een WGA-LGU toegekend. Aan haar is bij besluit (op bezwaar) van 20 november 2017 met terugwerkende kracht per 21 juni 2016 een IVA-uitkering toegekend. Verhaal over de periode waarop de besluiten 21 tot en met 29 (april 2017 tot en met december 2017) zien, kan derhalve niet (meer) aan de orde zijn. Dat heeft verweerder in het bestreden besluit ook erkend. Hij heeft het bezwaar tegen die besluiten gegrond verklaard.
- [werkneemster 23] (BSN: [BSN-nummer 23] ), besluiten 21 tot en met 38
144. [werkneemster 23] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Aan haar is per 13 mei 2015 een WGA-LGU toegekend. Vervolgens is bij (primair) besluit van 24 september 2018 met terugwerkende kracht per 19 april 2018 een IVA-uitkering toegekend. Verhaal over de periode waarop de besluiten 33 tot en met 38 (april 2018 tot en met september 2018) zien, kan derhalve niet (meer) aan de orde zijn. Dat heeft verweerder in het bestreden besluit ook erkend. Hij heeft het bezwaar tegen die besluiten gegrond verklaard.
144.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal over de maanden 21 tot en met 32 (april 2017 tot en met maart 2018) niet meer aan de orde is.
144.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 80] (BSN: [BSN-nummer 80] ), besluiten 24 en 25
145. Niet (meer) in geding.
- [werkneemster 25] (BSN: [BSN-nummer 25] ), besluiten 21 tot en met 39
146. [werkneemster 25] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij van 13 maart 2016 tot 13 maart 2019 onafgebroken een WGA-uitkering. Per 13 maart 2019 is deze gewijzigd naar een IVA-uitkering, waardoor het verhaalsrecht op eiseres is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres tot 13 maart 2019 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
146.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand
- [werkneemster 81] (BSN: [BSN-nummer 81] ), besluiten 21 tot en met 39
147. De EZD van [werkneemster 81] was op 29 januari 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 19 november 2013. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA en een loonsanctie is per 2 februari 2016 aan mevrouw een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 12,44.
147.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
147.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 26] (BSN: [BSN-nummer 26] ), besluiten 21 tot en met 39
148. [werkneemster 26] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij van 12 januari 2016 tot 4 maart 2019 onafgebroken een WGA-uitkering. Per 4 maart 2019 is deze gewijzigd naar een IVA-uitkering, waardoor het verhaalsrecht op eiseres is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres tot 4 maart 2019 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
148.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand
- [werkneemster 82] (BSN: [BSN-nummer 82] ), besluiten 26 tot en met 39
149. De EZD van [werkneemster 82] was op 14 oktober 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 4 augustus 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA en een loonsanctie is per 28 april 2016 aan mevrouw een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 11,85.
149.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 26 tot en met 39 (september 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
149.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 27] (BSN: [BSN-nummer 27] ), besluiten 21 tot en met 23
150. [werkneemster 27] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij van 30 juni 2014 tot 20 juni 2017 onafgebroken een WGA-uitkering. Per 20 juni 2017 is deze gewijzigd naar een IVA-uitkering, waardoor het verhaalsrecht van verweerder is geëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres tot 20 juni 2017 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 23 (april 2017 tot en met juni 2017) gemoeid zijn.
150.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 29] (BSN: [BSN-nummer 29] ), besluiten 21 tot en met 39
151. [werkneemster 29] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij van 2 december 2015 tot 2 december 2018 onafgebroken een WGA-uitkering. Blijkens de door verweerder overgelegde uitdraai uit Suwinet is deze uitkering per 2 december 2018 beëindigd. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
151.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 30] (BSN: [BSN-nummer 30] ), besluiten 21 tot en met 39
152. [werkneemster 30] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds een WGA-uitkering. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
152.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 31] (BSN: [BSN-nummer 31] ), besluiten 21 tot en met 39
153. [werkneemster 31] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds een WGA-uitkering. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
153.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 83] (BSN: [BSN-nummer 83] ), besluiten 32 tot en met 39
154. De EZD van [werkneemster 83] was op 3 september 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Per 5 oktober 2012 volgde er de overname door TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 25 juni 2013. Aanvankelijk is na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA geweigerd per 1 september 2014 een WGA-LGU toe te kennen, waarna mevrouw in dienst is gebleven bij TSN Thuiszorg B.V. Na het faillissement is aan deze mevrouw een werkloosheidsuitkering toegekend ingevolge de WW. Na een zogenoemde Amberclaim is deze uitkering alsnog bij besluit van 22 februari 2018 met terugwerkende kracht toegekend per 16 februari 2017. De uitkering is berekend naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 11,85.
154.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Voorts volgt de rechtbank het standpunt van verweerder - als weergegeven in haar brief van 3 juli 2020, die is gestuurd naar aanleiding van de brief van de rechtbank van 26 mei 2020 - dat bij de Amberclaim uitgegaan moet worden van de oorspronkelijke EZD 3 september 2012 en het risico daardoor bij eiseres is gebleven. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 32 tot en met 39 (maart 2018 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
154.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 84] (BSN: [BSN-nummer 84] ), besluiten 21 tot en met 39
155. De EZD van [werkneemster 84] was op 10 april 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 29 januari 2015. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is per 4 april 2016 aan mevrouw een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 20,06. De loonsanctie waarvan in de stukken wordt gesproken, is klaarblijkelijk niet ten uitvoer gebracht dan wel teruggedraaid. Uit de uitdraai uit Suwinet maakt de rechtbank op dat per 1 mei 2019 een IVA-uitkering is toegekend. Deze datum valt echter buiten de in geding zijnde periode.
155.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat niet op haar verhaald kan worden omdat mevrouw op de datum van het faillissement nog geen WGA-LGU had. De rechtbank acht voor het verhaal bepalend de EZD.
155.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 85] (BSN: [BSN-nummer 85] ), besluiten 26 tot en met 39
156. De EZD van [werkneemster 85] was op 22 januari 2014. [werkneemster 85] was sinds januari 2012 in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Daarnaast was zij sinds 8 december 2010 in dienst als verkoopmedewerkster bij [handelsnaam] . Op 10 april 2012 heeft [werkneemster 85] zich ziekgemeld bij werkgever [handelsnaam] en is daar ziek uit dienst gegaan op 10 juni 2012. De EZD bij TSN Thuiszorg B.V. was op 22 januari 2014.
156.1. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA is per 8 april 2014 aan mevrouw een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 74,05.
156.2. [werkneemster 85] had van 11 juni 2012 tot 7 april 2014 een uitkering ingevolge de ZW. Desgevraagd heeft verweerder bij brief van 3 juli 2020 met overlegging van stukken verduidelijkt dat deze ZW-uitkering gekoppeld was aan de dienstbetrekking die mevrouw had bij [handelsnaam] . De ZW-uitkering is derhalve niet gekoppeld aan de dienstbetrekking van [werkneemster 85] bij TSN Thuiszorg B.V.
156.3. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een opvolgend werkgever van TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 26 tot en met 39 (september 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
156.4. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 32] (BSN: [BSN-nummer 32] ), besluiten 21 tot en met 39
157. [werkneemster 32] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 26 juli 2014 toegekende WGA-uitkering. De rechtbank is niet gebleken dat (pro rata) verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
157.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 33] (BSN: [BSN-nummer 33] ), besluiten 21 tot en met 39
158. De rechtbank verwijst naar haar overwegingen in de zaak ROE 18/3118. Niet duidelijk is waarom er met betrekking tot de uitkering van deze werkneemster nog een verhaalsrecht is.
158.1. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre níet in stand.
- [werkneemster 34] (BSN: [BSN-nummer 34] ), besluiten 21 tot en met 39
159. [werkneemster 34] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 31 december 2015 toegekende WGA-uitkering. Uit de door verweerder overgelegde uitdraai uit Suwinet is de rechtbank gebleken dat aan mevrouw per 30 oktober 2018 een IVA-uitkering is toegekend. Daardoor is het verhaalsrecht van verweerder per die datum geëindigd.
159.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
159.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 36] (BSN: [BSN-nummer 36] ), besluiten 21 tot en met 39
160. [werkneemster 36] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 22 oktober 2015 toegekende WGA-uitkering.
160.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
160.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand
- [werkneemster 37] (BSN: [BSN-nummer 37] ), besluiten 21 tot en met 39
161. [werkneemster 37] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 26 februari 2015 toegekende WGA-uitkering. Deze is per 1, 24 of 26 juni 2018 - daarover heeft de rechtbank geen duidelijkheid gekregen - gewijzigd naar een IVA-uitkering, waardoor het verhaalsrecht van verweerder is geëindigd. Dat heeft verweerder ook erkend in het bestreden besluit. Verhaal over de periodes in de besluiten 37, 38 en 39 is niet meer aan de orde.
161.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode tot aan de betreffende datum in juni 2018 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 36 (april 2017 tot en met juli 2018) gemoeid zijn.
161.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 86] (BSN: [BSN-nummer 86] ), besluiten 21 tot en met 36 (lees: 39)
162. De EZD van [werkneemster 86] was op 9 januari 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 30 oktober 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA en een loonsanctie is aan haar per 28 april 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 63,24.
162.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
162.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 87] (BSN: [BSN-nummer 87] ), besluiten 21 tot en met 39
163. De EZD van [werkneemster 87] was op 20 februari 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van op of omstreeks 12 december 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA en een loonsanctie is aan haar per 28 april 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 28,84.
163.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
163.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 38] (BSN: [BSN-nummer 38] ), besluiten 21 tot en met 39
164. [werkneemster 38] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 2 oktober 2015 toegekende WGA-uitkering.
164.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
164.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 39] (BSN: [BSN-nummer 39] ), besluiten 21 tot en met 39
165. [werkneemster 39] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 8 mei 2015 toegekende WGA-uitkering.
165.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
165.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 40] (BSN: [BSN-nummer 40] ), besluiten 21 tot en met 31
166. [werkneemster 40] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 30 mei 2014 toegekende WGA-uitkering. Volgens de informatie van verweerder in het bestreden besluit is aan deze mevrouw per 23 januari 2018 een IVA-uitkering toegekend en wordt vanaf die datum niet langer verhaald.
166.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode tot 23 januari 2018 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 31 (april 2017 tot en met februari 2018) gemoeid zijn.
166.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand
- [werkneemster 43] (BSN: [BSN-nummer 43] ), besluiten 21 tot en met 39
167. [werkneemster 43] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 9 december 2015 toegekende WGA-uitkering.
167.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) berekend met toepassing van een pro rata percentage van 37,72%, gemoeid zijn.
167.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 46] (BSN: [BSN-nummer 46] ), besluiten 21 tot en met 35
168. [werkneemster 46] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 13 juli 2015 toegekende WGA-uitkering. Volgens de informatie van verweerder in het bestreden besluit is aan haar per 5 januari 2018 een IVA-uitkering toegekend en wordt vanaf die datum niet langer verhaald. Het bezwaar tegen het verhaalsbesluit 35 is daarom gegrond verklaard bij het bestreden besluit op bezwaar.
168.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode tot 5 januari 2018 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 34 (april 2017 tot en met mei 2018) gemoeid zijn.
168.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 47] (BSN: [BSN-nummer 47] ), besluiten 21 tot en met 39
169. [werkneemster 47] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 11 januari 2016 toegekende WGA-uitkering.
169.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
169.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 1] (BSN: [BSN-nummer 1] ), besluiten 21 tot en met 34
170. [werkneemster 1] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 28 september 2015 toegekende WGA-uitkering. Per 23 mei 2018 heeft zij de voor haar relevante AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en is de WGA-uitkering geëindigd en dus ook het verhaalsrecht van verweerder.
170.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 34 (april 2017 tot en met mei 2018) gemoeid zijn.
170.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 49] (BSN: [BSN-nummer 49] ), besluiten 21 tot en met 39
171. [werkneemster 49] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 12 februari 2016 toegekende WGA-uitkering.
171.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
171.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 88] (BSN: [BSN-nummer 88] ), besluiten 21 tot en met 39
172. De EZD van [werkneemster 88] was op 11 november 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van op of omstreeks 2 september 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA en een loonsanctie is aan haar per 16 maart 2016 een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 83,78.
172.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
172.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 89] (BSB: [BSN-nummer 89] ), besluiten 26 tot en met 39
173. Niet meer in geding. Het bezwaar tegen de besluiten 26 tot en met 29 is bij het bestreden besluit op bezwaar gegrond verklaard.
- [werkneemster 50] (BSN: [BSN-nummer 50] ), besluiten 26 tot en met 39
174. [werkneemster 50] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 22 september 2014 toegekende WGA-uitkering, zij het dat sprake is geweest van een tussentijdse beëindiging per 22 april 2017 bij besluit van 30 oktober 2015 die weer is teruggedraaid bij besluit van 5 oktober 2017.
174.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 26 tot en met 39 (september 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
174.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 54] (BSN: [BSN-nummer 54] ), besluiten 21 tot en met 39
175. [werkneemster 54] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 15 oktober 2014 toegekende WGA-uitkering.
175.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
175.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 56] (BSN: [BSN-nummer 56] ), besluiten 21 tot en met 39
176. [werkneemster 56] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 14 december 2015 toegekende WGA-uitkering.
176.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
176.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 57] (BSN: [BSN-nummer 57] ), besluiten 21 tot en met 39
177. [werkneemster 57] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 12 april 2016 toegekende WGA-uitkering.
177.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
177.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 58] (BSN: [BSN-nummer 58] ), besluiten 21 tot en met 39
178. [werkneemster 58] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 23 juni 2014 toegekende WGA-uitkering.
178.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
178.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 59] (BSN: [BSN-nummer 59] ), besluit 21
179. Niet (meer) in geding. [werkneemster 59] heeft per 7 november 2016 een IVA-uitkering. Het bezwaar tegen besluit 21 is bij het bestreden besluit op bezwaar gegrond verklaard.
- [werkneemster 90] (BSN: [BSN-nummer 90] ), besluiten 21 tot en met 34
180. De EZD van [werkneemster 90] was op 21 februari 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 12 december 2013. Tevens had zij een dienstbetrekking bij [bedrijfsnaam 2] Ook deze werkgever is ERD.
180.1. Na een aanvankelijke afwijzing van een eerste WIA-aanvraag, gevolgd door een WW- en ZW-uitkeringsperiode, is na een zogenoemde Amberbeoordeling per 16 september 2015 alsnog een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 50,84 / € 51,50. De WIA-uitkering is per 13 juni 2018 beëindigd.
180.2. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een opvolgende werkgever van TSN Thuiszorg B.V. en [bedrijfsnaam 2]
180.3. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 34 (april 2017 tot en met mei 2018), berekend naar een pro rata percentage gemoeid zijn. Anders dan eiseres, acht de rechtbank bij deze Ambersituatie de oorspronkelijke EZD relevant voor de vraag of op eiseres (mede) verhaald kan worden.
180.4. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 91] (BSN: [BSN-nummer 91] ), besluiten 24 tot en met 30
181. Niet (meer) in geding. [werkneemster 91] heeft een IVA-uitkering sinds 12 september 2016. Verweerder had derhalve geen verhaalsrecht over de periode waarop de besluiten 24 tot en met 30 zien. Dat heeft hij ook erkend in het bestreden besluit op bezwaar door de bezwaren tegen deze besluiten ten aanzien van [werkneemster 91] gegrond te verklaren.
- [werkneemster 92] (BSN: [BSN-nummer 92] ), besluiten 21 tot en met 39
182. De EZD van [werkneemster 92] was op 8 mei 2014. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 26 februari 2015.
182.1. Na een aanvankelijke afwijzing van een eerste WIA-aanvraag, gevolgd door een WW- en ZW-uitkeringsperiode, is na een zogenoemde Amberbeoordeling per 12 oktober 2016 alsnog een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 53,17.
182.2. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V.
182.3. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018), gemoeid zijn. Anders dan eiseres, acht de rechtbank bij deze Ambersituatie de oorspronkelijke EZD relevant voor de vraag of op eiseres verhaald kan worden.
182.4. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 93] (BSN: [BSN-nummer 93] ), besluiten 21 tot en met 39
183. De EZD van [werkneemster 93] was op 18 september 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 10 juli 2014.
183.1. Na een aanvankelijke afwijzing van de WIA-aanvraag, gevolgd door een WW- en ZW-uitkeringsperiode, is na een zogenoemde Amberbeoordeling per 15 januari 2016 alsnog een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 22,64.
183.2. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018), gemoeid zijn. Anders dan eiseres, acht de rechtbank bij deze Ambersituatie de oorspronkelijke EZD relevant voor de vraag of op eiseres verhaald kan worden.
183.3. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 62] (BSN: [BSN-nummer 62] ), besluiten 21 tot en met 32
184. [werkneemster 62] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Aan haar is per 5 mei 2015 een WGA-uitkering toegekend. Deze is per 5 december 2017 gewijzigd naar een IVA-uitkering. Over de periode waarop de besluiten 29 tot en met 32 zien, is daarom ten onrechte verhaald. Dat heeft verweerder ook erkend in het bestreden besluit op bezwaar door het bezwaar in zoverre gegrond te verklaren.
184.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de periode tot aan 5 december 2017 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 28 (april 2017 tot en met november 2017) gemoeid zijn.
184.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 65] (BSN: [BSN-nummer 65] ), besluiten 21 tot en met 39
185. [werkneemster 65] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 19 juli 2015 toegekende WGA-uitkering.
185.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
185.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 67] (BSN: [BSN-nummer 67] ), besluiten 21 tot en met 39
186. [werkneemster 67] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 19 juni 2015 toegekende WGA-uitkering.
186.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
186.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 69] (BSN: [BSN-nummer 69] ), besluiten 21 tot en met 39
187. [werkneemster 69] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 19 juni 2015 toegekende WGA-uitkering. Per 26 oktober 2018 is aan haar een IVA-uitkering toegekend.
187.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres tot 26 oktober 2018 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
187.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 94] (BSN: [BSN-nummer 94] ), besluiten 21 tot en met 39
188. De EZD van [werkneemster 94] was op 5 juni 2012. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 1] . Per 5 oktober 2012 volgde de overname door TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 26 maart 2013.
188.1. Na een aanvankelijke afwijzing van de WIA-aanvraag, gevolgd door een WW- en ZW-uitkeringsperiode, is na een zogenoemde Amberbeoordeling per 30 september 2014 alsnog een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 18,99.
188.2. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018), gemoeid zijn. Anders dan eiseres, acht de rechtbank bij deze Ambersituatie de oorspronkelijke EZD relevant voor de vraag of op eiseres verhaald kan worden.
188.3. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 70] (BSN: [BSN-nummer 70] ), besluiten 21 tot en met 26
189. [werkneemster 70] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Per 25 september 2014 is aan haar een WGA-uitkering toegekend. Per 8 september 2017 heeft mevrouw de voor haar geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, waarmee de WGA-uitkering en dus ook het verhaalsrecht van verweerder is geëindigd.
189.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres tot 8 september 2017 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 26 (april 2017 tot en met september 2017) gemoeid zijn.
189.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 95] (BSN: [BSN-nummer 95] ), besluiten 21 tot en met 39
190. De EZD van [werkneemster 95] was op 15 november 2013. Zij was toen in dienst van TSN Thuiszorg B.V. met het LH-nummer [LH-nummer 2] . Dit nummer komt overeen met het LH-nummer op de 42e weeksmelding van 5 september 2014. Na het vollopen van de reguliere wachttijd voor de Wet WIA en een loonsanctieperiode is per 28 april 2016 aan mevrouw een WGA-LGU toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100% en een dagloon van € 68,32.
190.1. Uit de stukken is noch op 20 april 2015, noch op 1 maart 2016, noch na de datum van het faillissement op 16 maart 2016 gebleken van een andere werkgever dan TSN Thuiszorg B.V. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018), gemoeid zijn.
190.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 72] (BSN: [BSN-nummer 72] ), besluiten 21 tot en met 39
191. [werkneemster 72] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de aan haar per 7 september 2015 toegekende WGA-uitkering.
191.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
191.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 73] (BSN: [BSN-nummer 73] ), besluiten 21 tot en met 39
192. [werkneemster 73] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de aan haar per 29 februari 2016 toegekende WGA-uitkering.
192.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
192.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 74] (BSN: [BSN-nummer 74] ), besluiten 21 tot en met 39
193. [werkneemster 74] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de aan haar per 23 maart 2016 toegekende WGA-uitkering.
193.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
193.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 75] (BSN: [BSN-nummer 75] ), besluiten 21 tot en met 39
194. [werkneemster 75] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de aan haar per 3 augustus 2016 toegekende WGA-uitkering.
194.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 39 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
194.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 76] (BSN: [BSN-nummer 76] ), besluiten 21 tot en met 34
195. [werkneemster 76] komt ook voor in de zaak ROE 18/3118. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 16 maart 2016 toegekende WGA-uitkering. Per 9 april 2018 is aan haar een IVA-uitkering toegekend, waardoor het verhaalsrecht op eiseres per die datum is geëindigd. Dat heeft verweerder ook erkend in het bestreden besluit op bezwaar. Het bezwaar tegen de verhaalsbesluiten 33 en 34 is gegrond verklaard.
195.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres tot 9 april 2018 niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 21 tot en met 32 (april 2017 tot en met maart 2018) gemoeid zijn.
195.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
- [werkneemster 22] (BSN: [BSN-nummer 22] ), besluiten 40 tot en met 58.
196. [werkneemster 22] komt ook voor in de zaak ROE 18/31183. Ten tijde hier van belang had zij nog steeds de per 21 november 2015 toegekende WGA-uitkering.
196.1. De rechtbank is niet gebleken dat verhaal op eiseres in de in geding zijnde periode niet meer aan de orde is. Dit betekent dat eiseres gehouden kan worden de bedragen te voldoen die met de verhaalsbesluiten 40 tot en met 58 (april 2017 tot en met oktober 2018) gemoeid zijn.
196.2. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar blijven in zoverre in stand.
De proceskosten in ROE 18/3118 en ROE 19/313
197. Omdat de rechtbank de beroepen gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar in beide zaken betaalde griffierecht (€ 338,- in de zaak ROE 18/3118 en € 345,- in de zaak ROE 19/313) vergoedt.
198. De rechtbank veroordeelt verweerder voorts in de door eiseres gemaakte proceskosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) vast. Voor andere proceskosten dan de kosten voor de door de derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand ziet de rechtbank geen aanleiding.
- in bezwaar
199. Alvorens de rechtbank toekomt aan de proceskostenveroordeling in beroep, ziet zij aanleiding om het volgende te overwegen over de proceskostenveroordeling in bezwaar.
200. Verweerder heeft in het bestreden besluit van 14 november 2018 2 punten toegekend voor de proceskosten in bezwaar, voor het indienen van de bezwaarschriften en het bijwonen van de hoorzitting. Verweerder is daarbij uitgegaan van een forfaitair bedrag van € 501,- per punt en van een factor 1,5 vanwege samenhang van de bezwaren. Het gewicht van de zaak is, gelet op het bedrag van de proceskostenveroordeling (€ 1.503,-) bepaald op gemiddeld (wegingsfactor 1).
201. In het bestreden besluit van 18 december 2018 heeft verweerder 1 punt toegekend voor het indienen van het bezwaarschrift en is daarbij eveneens uitgegaan van een forfaitair bedrag van € 501,- per punt en van een factor 1,5 vanwege samenhang van de bezwaren. Het bedrag aan proceskostenvergoeding in bezwaar is daarmee € 751,50.
202. De rechtbank is van oordeel dat een dergelijke proceskostenveroordeling niet overeenstemt met de omvang van de bezwaren en het daarmee gepaard gaande uitzoekwerk. De bezwaren waren immers gericht tegen meer dan één primair besluit en zagen op een grote groep individuele werknemers. De rechtbank ziet daarom aanleiding om ook in zoverre de beroepen gegrond te verklaren en - zelf in de zaken voorziend - voor de proceskostenveroordeling in bezwaar, uit te gaan van een zeer zwaar gewicht van de zaken, hetgeen correspondeert met wegingsfactor 2.
203. Dat leidt tot het oordeel van de rechtbank dat in zaak ROE 18/3118 (2 x € 501,- x 2 x 1,5 =) € 3.006,- een passende proceskostenveroordeling in bezwaar had moeten zijn. Na aftrek van het reeds betaalde bedrag resteert nog een te vergoeden bedrag van € 1.503,-.
204. In zaak ROE 19/313 acht de rechtbank met inachtneming van het voorgaande (1 x € 501,- x 1,5 x 2 =) € 1.503,- een passende proceskostenvergoeding in bezwaar. Na aftrek van de reeds betaalde bedragen resteert nog een te vergoeden bedrag van € 751,50.
205. Al met al resteert nog een bedrag ter betaling aan proceskosten in bezwaar van € 2.254,50.
- in beroep
206. Voor de kosten van de beroepszaken kent de rechtbank per zaak 1 punt toe voor het indienen van het beroepschrift. Daarnaast kent zij 1 punt toe voor het verschijnen ter zitting op 11 mei 2020 en per zaak 0,5 punt voor het indienen van een nadere reactie na heropening van het onderzoek door de rechtbank. Het gewicht wordt ook in de beroepszaken bepaald op zeer zwaar. Strikt genomen is er in de beroepszaken geen sprake van samenhang van 4 of meer zaken zoals in bezwaar, maar de rechtbank ziet aanleiding om ook in beroep een factor 1,5 toe te passen. Het betreft hier nog steeds verhaal dat ziet op een grote groep individuele werknemers en op de eigen merites beoordeeld moest worden. De rechtbank maakt bij het hanteren van deze factor 1,5 gebruik van haar bevoegdheid als neergelegd in artikel 2, derde lid, van het Bpb.
207. In zaak ROE 18/3118 leidt het voorgaande tot een bedrag aan proceskostenveroordeling van (2,5 x € 748,- x 2 x 1,5 =) € 5.610,-.
208. In zaak ROE 19/313 bedraagt het bedrag aan proceskostenveroordeling (1,5 x € 748,- x 2 x 1,5 =) € 3.366,-.
209. Het totaalbedrag aan proceskostenveroordeling in beroep bedraagt daarmee € 8.976,‑. Voor een verdergaande proceskostenveroordeling, zoals eiseres lijkt voor te staan, ziet de rechtbank geen aanleiding.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 14 november 2018 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder een nieuw besluit op bezwaar dient te nemen ten aanzien van het verhaal dat ziet op de werkneemsters met de BSN-nummers [BSN-nummer 33] en [BSN-nummer 71] ;
- bepaalt dat verweerder nog een (restant)bedrag van € 1.503,- verschuldigd is aan proceskosten in bezwaar;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit voor het overige in stand blijven;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres in beroep tot een bedrag van € 5.610,-.
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 18 december 2018 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder een nieuw besluit op bezwaar dient te nemen ten aanzien van het verhaal dat ziet op de werkneemster met BSN-nummer [BSN-nummer 33] ;
- bepaalt dat verweerder nog een (restant)bedrag van € 751,50 verschuldigd is aan proceskosten in bezwaar;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit voor het overige in stand blijven;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres in beroep tot een bedrag van € 3.366,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.M. Schelfhout, voorzitter, en mr. F.A.G.M. Vluggen en mr. J.M.E. Derks, leden, in aanwezigheid van mr. W.A.M. Bocken, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 september 2021
Afschrift verzonden aan partijen op: 15 september 2021
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.