Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
adviester zake de vereffening, tot de vereffeningskosten behoren maar geen bevoorrechte nalatenschapsschulden (boedelschulden) zijn. Gelet op de hoge declaraties aan loon die door de niet door de rechtbank benoemde vereffenaars als vereffeningskosten in rekening werden gebracht en met name door hen als nalatenschapsschulden werden bestempeld is in de Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter (verder: de handleiding) zoals vastgesteld door het LOVCK+T op 12 december 2017 en eind december 2017 gepubliceerd op
www.rechtspraak.nleen overzicht van hetgeen onder vereffeningskosten wordt begrepen opgenomen. Beantwoording van de vraag of de vereffeningskosten bevoorrechte boedelkosten zijn is in het midden gelaten gelet op de verdeeldheid in de literatuur en de rechtspraak en op het (vooralsnog) ontbreken van een oordeel van de Hoge Raad ter zake. De kosten van de notaris, voor zover deze betrekking hebben op het door de vereffenaar gevraagde
adviester zake de vereffening, behoren net als voor 21 december 2017 tot de vereffeningskosten doch de kosten van de werkzaamheden uitgevoerd door (een gemachtigde van) de erfgenamen/vereffenaars
nietomdat daarvoor geen wettelijke grondslag bestaat.
redelijkeverhouding staan tot de voor de vereffening van de betreffende nalatenschap
vereistewerkzaamheden en dat voor de werkzaamheden die na 1 januari 2018 zijn verricht, de handleiding van 12 december 2017 zou worden gevolgd.
www.rechtspraak.nl. Opmerking verdient dat de handleiding van 2018 ten opzichte van die van 2017 geen wijzingen ten aanzien van de kosten van de werkzaamheden uitgevoerd door (een gemachtigde van) de erfgenamen/vereffenaars ter zake de vereffeningskosten bevat. Aangezien de beslissing op het verzoek van 16 januari 2018 in afwachting van de op handen zijnde vaststelling van de handleiding op 8 oktober 2018 is aangehouden en verzoeker wederom om een beslissing op zijn verzoek heeft verzocht, is verzoeker in de gelegenheid gesteld om zijn facturen overeenkomstig de Recofa-richtlijnen in te richten en om de ervaringsfactoren van verzoeker en diens kantoorgenoten aan te leveren.
tegen het laagst mogelijke uurtariefworden verricht oordeelt de kantonrechter als volgt.