ECLI:NL:GHAMS:2019:4735
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bepaling voorschot loon van een jurist als professionele vereffenaar volgens Recofa-richtlijnen
In deze zaak gaat het om de berekening van het voorschot op het loon van [X], die als professionele vereffenaar is benoemd voor de nalatenschap van mevrouw [Y]. [X] is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de kantonrechter die het voorschot op zijn loon had vastgesteld op € 5.763,70. [X] verzocht om een hoger voorschot van € 8.405,39, onderbouwd met de toepassing van een hogere ervaringsfactor dan de door de kantonrechter toegepaste 0,4. De kantonrechter had de berekening gebaseerd op de Recofa-richtlijnen, die aanbevelingen doen voor de beloning van curatoren en vereffenaars. Het hof heeft de zaak op 8 juli 2019 behandeld, waarbij [X] aanwezig was met zijn advocaat, terwijl de heer [Z], de enige erfgenaam, niet verscheen.
De feiten van de zaak zijn dat [X] op 18 april 2017 door de rechtbank Noord-Holland is benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van mevrouw [Y], die op 2 februari 2014 is overleden. De kantonrechter had het voorschot op het loon van [X] vastgesteld op basis van de Recofa-richtlijnen, maar [X] betwistte de toegepaste ervaringsfactor en voerde aan dat hij meer dan tien jaar ervaring had als jurist. Het hof overwoog dat de Recofa-richtlijnen aanbevelingen bevatten voor de beloning van vereffenaars en dat de toegepaste ervaringsfactor van 0,4 niet passend was voor [X].
Het hof concludeerde dat, gezien de ervaring en verantwoordelijkheden van [X] als vereffenaar, een ervaringsfactor van 0,6 meer in lijn was met zijn taken. Het hof stelde het voorschot op het loon van [X] vast op € 8.405,39 inclusief BTW, en vernietigde de eerdere beschikking van de kantonrechter voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen. De beslissing werd op 31 december 2019 openbaar uitgesproken door de rechters.