In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, waarbij het bezwaar van eiser tegen waterwetvergunningen niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding. De rechtbank Limburg heeft op 1 maart 2019 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiser, wonende te Roermond, heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende watervergunningen aan vergunninghoudster voor ingrepen in de Noorderplas. De rechtbank oordeelt dat eiser op de hoogte had moeten zijn van de ingrepen en dat hij tijdig informatie had moeten inwinnen. De rechtbank stelt vast dat eiser op 5 april 2018 bezwaar heeft gemaakt, terwijl de termijn voor het indienen van bezwaar al was overschreden. Eiser heeft aangevoerd dat hij pas op 3 april 2018 van de vergunningen op de hoogte was geraakt, maar de rechtbank oordeelt dat hij eerder op de hoogte had kunnen zijn door de beschikbare informatie. De rechtbank concludeert dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige bekendmaking en het inwinnen van informatie door belanghebbenden.