ECLI:NL:RBLIM:2018:9034

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 september 2018
Publicatiedatum
25 september 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 3346
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardering van de functie klachtenfunctionaris bij het Maastricht UMC+

In deze zaak hebben eiseressen, werkzaam als klachtenfunctionaris bij het Maastricht UMC+, beroep ingesteld tegen de waardering van hun functie door de Raad van Bestuur van het ziekenhuis. De rechtbank Limburg heeft op 26 september 2018 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarin de waardering van de functie klachtenfunctionaris aan de orde was. Eiseressen waren van mening dat de functie onjuist was gewaardeerd in salarisschaal 10, terwijl zij vonden dat deze in schaal 11 ingeschaald zou moeten worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de waardering van de functie door verweerder, gebaseerd op het functiewaarderingssysteem FUWAVAZ, niet onhoudbaar was. De rechtbank overwoog dat de functie van klachtenfunctionaris was vastgesteld op basis van een functieprofiel dat op 14 februari 2017 was goedgekeurd. Eiseressen voerden aan dat de motivering van het bestreden besluit onvoldoende was en dat de toetsingscriteria onjuist waren toegepast. De rechtbank oordeelde dat de waardering van de functie op voldoende gronden berustte en dat de eiseressen niet op strategisch niveau opereerden, wat invloed had op de scores voor de verschillende kenmerken van de functie. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Maastricht
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB/ROE 17/3346 en AWB/ROE 17/3347
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 september 2018 in de zaken tussen
[eiseres 1] en [eiseres 2], te [woonplaats 1] en [woonplaats 2], eiseressen
(gemachtigde: mr. P.J.M. Brouwers),
en
de Raad van Bestuur van Maastricht UMC+, verweerder
(gemachtigde: mr. L.J.W.C. Creusen).
Procesverloop
Bij besluit van 30 maart 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder, kort gezegd, de functie van eiseressen: ‘klachtenfunctionaris’, gewaardeerd in salarisschaal 10.
Bij besluiten van 1 september 2017 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de bezwaren van eiseressen ongegrond verklaard.
Eiseressen hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 juni 2018. Eiseressen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, [naam 1] en [naam 2].
Overwegingen
1. Eiseressen zijn werkzaam als klachtenfunctionaris bij het academisch ziekenhuis Maastricht (MUMC+). Op verzoek van de drie klachtenfunctionarissen heeft er een actualisatie van de werkzaamheden van deze functie plaatsgevonden. Op 14 februari 2017 heeft verweerder het functieprofiel vastgesteld. Het doel van de functie is: het bevorderen en bijdragen aan een gelijkwaardige relatie tussen cliënt en MUMC+; het bevorderen en bijdragen aan een effectieve oplossing van problemen tussen cliënt en MUMC+; het bevorderen en bijdragen aan het herstel van de relatie tussen cliënt en MUMC+; het bevorderen en bijdragen aan de kwaliteit van het klachtenmanagement in de zorg in algemene zin en bij MUMC+ in specifieke zin en het adviseren over tactisch beleid op een aandachtsgebied aan het primaire of ondersteunende proces en informeren van het strategisch niveau, om zo een bijdrage te leveren aan de bevordering en verbetering van de kwaliteit van zorg.
Bij het primaire besluit heeft verweerder eiseressen meegedeeld dat de feitelijk aan hen opgedragen werkzaamheden in voldoende mate worden getypeerd en gewaardeerd conform de MUMC+ functietypering ‘stafadviseur 10’ uit de functiefamilie Staf, Administratie & Secretariaat van het Functiewaarderingssysteem Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (FUWAVAZ). Deze functietypering wordt met terugwerkende kracht per
1 januari 2017 op eiseressen van toepassing verklaard.
2. Verweerder stelt zich op het standpunt -kort weergegeven- dat het ontwerp advies van de Bezwaarcommissie Awb/Fuwavaz (hierna: Commissie) is voorgelegd aan een landelijk functiewaarderingsdeskundige (Leeuwendaal). Die heeft meegedeeld zich aan te sluiten bij het advies van de Commissie. Verweerder stelt zich op grond van deze adviezen op het standpunt dat ‘Stafadviseur 10’ passend is voor de functie van klachtenfunctionaris.
3. Eiseressen voeren in beroep aan -kort samengevat- dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd en dat de toetsingscriteria FUWAVAZ onjuist zijn toegepast. Volgens eiseressen is het advies van de Commissie te kort en te globaal. Met betrekking tot de toetsingscriteria stellen eiseressen dat op 6 ‘kenmerken’ een te lage score is toegekend: (1) de aanpak van werkzaamheden, (2) de dynamiek van de werkzaamheden, (3) het kader, (4) de aard van de problematiek in contacten, (5) kennis en (6) vaardigheden. Eiseressen zijn van mening dat de functie van klachtenfunctionaris zou moeten worden ingeschaald in de salarisschaal 11.

4 De rechtbank overweegt als volgt.

Op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de Cao Universitair medische centra (Cao-Umc), waardeert de werkgever de aan de medewerker opgedragen functie met het functiewaarderingssysteem FUWAVAZ.
Als de medewerker bezwaar maakt tegen de waardering van zijn functie, kan hij de werkgever (op grond van artikel 4.2.1 van de Cao-Umc) met gebruikmaking van de in het Umc geldende bezwaarprocedure verzoeken een andere waarderingsuitkomst vast te stellen. De werkgever laat zich bij de behandeling van functiewaarderingsbezwaren adviseren door een adviescommissie.
De adviescommissie legt, voordat zij een advies uitbrengt over de waardering van de functie, haar ontwerpadvies voor aan een landelijke functiewaarderingsdeskundige.
Blijkens het advies van Leeuwendaal (de aangewezen landelijke functiewaarderingsdeskundige) van 21 augustus 2017 sluit zij zich aan bij de uitkomst van het advies van de lokale bezwaarcommissie inzake FUWAVAZ.
Op grond van vaste rechtspraak (bijvoorbeeld ECLI:NL:CRVB:2015:3453) is de rechterlijke toetsing bij functiewaardering terughoudend. De rechter moet beoordelen of de waardering op voldoende gronden berust. Dit betekent dat pas tot vernietiging van de bestreden waardering wordt overgegaan als deze als onhoudbaar wordt aangemerkt. Daarvoor is ontoereikend dat een andere waardering op zichzelf verdedigbaar is.
5. De rechtbank stelt in de eerste plaats vast dat eiseressen hebben ingestemd met het door verweerder op 14 februari 2017 vastgestelde functieprofiel ‘klachtenfunctionaris’. Voorts is niet in geschil dat deze functie moet worden gewaardeerd op basis van FUWAVAZ.
6. Volgens de MUMC-functietypering ‘Stafadviseur 10’ is het doel van deze functie: adviseren over tactisch beleid op een deelgebied van het primaire of ondersteunende proces, verzorgen van de beleidsuitvoering en informeren van het strategisch niveau. Resultaatgebieden hierbij zijn: advisering tactisch beleid deelgebied; uitvoering tactisch beleid deelgebied en managementinformatie deelgebied ten behoeve van strategisch niveau.
7. Klachtenbemiddeling is een organisatieonderdeel van de Resultaat verantwoordelijke eenheid patiënt & zorg (RVE) en wordt daarmee volgens FUWAVAZ aangeduid als een ‘deelgebied’.

8.Over de beroepsgronden van eiseressen overweegt de rechtbank het volgende.

De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit niet onvoldoende is gemotiveerd. In het advies van de Commissie is onder meer vermeld dat en toegelicht waarom de Commissie van oordeel is dat eiseressen vooral op tactisch en operationeel niveau opereren, en niet op strategisch niveau, en dat zij in een deelgebied werken. Daaruit vloeit volgens de Commissie voort dat de toekenning van scores op de door eiseressen aangegeven ‘kenmerken’ lager uitvallen.
9. De rechtbank stelt vast dat uit de tekst van de FUWAVAZ volgt dat voor de ‘kenmerken’ 4, 5 ,9 en 11 (‘aanpak van de werkzaamheden’, ‘dynamiek van de werkzaamheden’, ‘kader’ en ‘aard van de problematiek’) alleen hoger kan worden gescoord indien betrokkene op strategisch niveau werkzaam is. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de bevoegdheid toekomt om invulling te geven aan dit begrip en dat deze invulling terughoudend moet worden getoetst. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat het strategisch beleid is voorbehouden aan de Raad van Bestuur en de directie van het MUMC. De rechtbank is van oordeel dat deze invulling van het begrip ‘strategisch niveau’ door verweerder de (terughoudende) rechterlijke toets kan doorstaan. Dit betekent dat eiseressen niet opereren op strategisch niveau en niet hoger kunnen scoren voor deze kenmerken.
10. Met betrekking tot het ‘kenmerk’: kennis overweegt de rechtbank dat het werk- en denkniveau van de klachtenfunctionaris op basis van de functiebeschrijving HBO is (score 3) en niet Universitair (score 4). Blijkens de toelichting bij score 4 van dit ‘kenmerk’ wordt een 4 gescoord indien de kennis nodig is om nieuwe toepassingen te bedenken of nieuwe inzichten te ontwikkelen. Dit wordt van de klachtenfunctionaris niet verwacht. Over de stelling van eiseressen dat van de klachtenfunctionaris wordt verwacht dat deze nieuwe inzichten over de klachtenafhandeling ontwikkelt overweegt de rechtbank dat dit niet vakinhoudelijk is, hetgeen vereist is voor score 4.
11. Ten aanzien van het ‘kenmerk’: vaardigheden overweegt de rechtbank dat blijkens de toelichting bij dit ‘kenmerk’ een 4 wordt gescoord bij het ontwikkelen van tactisch en/of strategisch beleid op een vakgebied of het ontwikkelen van wetenschappelijke onderwijsonderdelen. De klachtenfunctionaris is werkzaam op een deelgebied en ontwikkelt geen wetenschappelijke onderwijsonderdelen. De stelling van eiseressen dat van hen wordt verlangd dat ze cursussen verzorgen en onderzoek doen op het gebied van klachtenbemiddeling, doet aan het vorenstaande niet af, aangezien geen sprake is van een wetenschappelijk onderwijsonderdeel.
12. Dat er onderlinge verschillen tussen de Umc’s kunnen bestaan in de functiewaardering van de klachtfunctionaris, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. De functiewaardering is immers afhankelijk van het vastgestelde functieprofiel van de klachtenfunctionaris. Voorts volgt uit vorenstaande overwegingen dat de rechtbank niet tot het oordeel komt dat de waardering van de functie onhoudbaar is.

13.De beroepen zijn ongegrond.

14.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M.P. Jacobs (voorzitter), en
mr. J. Schreurs-van de Langemheen en mr. P.H. Broier, leden, in aanwezigheid van
mr. E.W. Seylhouwer, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
26 september 2018.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op: 26 september 2018
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.