In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 15 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen A.J.G. Bisscheroux, curator in het faillissement van de Coöperatie Maastricht Professionals U.A., en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De curator vorderde betaling van verschuldigde fees op basis van een franchiseovereenkomst die op 14 december 2011 was gesloten. De gedaagde partij stelde dat de franchiseovereenkomst tot stand was gekomen onder invloed van dwaling, omdat de verstrekte omzetprognose onjuist was. De kantonrechter oordeelde dat de franchiseovereenkomst inderdaad onder dwaling tot stand was gekomen, omdat de omzetprognose niet deugdelijk was en geen deugdelijk marktonderzoek aan de prognose ten grondslag lag. De vordering van de curator werd afgewezen, en de franchiseovereenkomst werd vernietigd. De gedaagde partij had geen recht meer op nakoming van de betalingsverplichtingen uit de franchiseovereenkomst, en de curator werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtsverhouding tussen franchisenemers en franchisegevers, vooral met betrekking tot de informatieplicht en de deugdelijkheid van verstrekte prognoses.