ECLI:NL:HR:2002:AD7329
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- A.E.M. Van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid franchisegever voor onjuiste omzetprognoses in franchiseovereenkomst
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, aangeduid als [eiser], Lampenier B.V. gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. Eiser vorderde schadevergoeding op basis van een franchiseovereenkomst die op 3 februari 1994 was gesloten tussen hem en Lampenier, waarbij hij een Lampeniervestiging in het winkelcentrum Oranjerie in Apeldoorn zou exploiteren. Eiser stelde dat Lampenier hem een onjuiste voorstelling van zaken had gegeven met betrekking tot de te verwachten omzet, gebaseerd op een rapport van onderzoeksbureau B & O Management B.V. Dit rapport, dat aan eiser was verstrekt voorafgaand aan de overeenkomst, bleek niet te kloppen, wat leidde tot een sterke achterblijvende omzet.
De Rechtbank oordeelde in haar eindvonnis van 14 augustus 1998 dat Lampenier aansprakelijk was voor de schade die eiser had geleden door deze onjuiste voorstelling van zaken. Lampenier ging echter in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 28 december 1999 het vonnis van de Rechtbank vernietigde en de vorderingen van eiser afwees. Eiser ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat de franchisegever niet automatisch aansprakelijk is voor de gevolgen van een onjuiste omzetprognose, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een dergelijke verplichting rechtvaardigen. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof terecht had geoordeeld dat Lampenier niet aansprakelijk was voor de fouten in het rapport van B & O, en dat er geen tekortkoming in de nakoming van de franchiseovereenkomst was. Het beroep van eiser werd verworpen, en hij werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.