Uitspraak
11.Artikel 7:629, eerste lid van het BW luidt:
15.De rechtbank wijst reeds daarom het verzoek om schadevergoeding af.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 november 2017.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 20 november 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding van een verzoeker die werkzaam was als directeur business operations. Verzoeker is op 6 november 2014 uitgevallen wegens psychische klachten en heeft op 16 augustus 2016 een WIA-uitkering aangevraagd, welke is toegekend bij besluit van 9 december 2016. In dit besluit werd meegedeeld dat er geen loonsanctie aan de werkgever werd opgelegd, ondanks dat de werkgever niet voldoende had gedaan aan de re-integratie van verzoeker. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit om geen loonsanctie op te leggen, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft verzoeker de rechtbank verzocht om schadevergoeding, stellende dat hij recht had op 70% van zijn contractuele salaris in het derde ziektejaar.
De rechtbank oordeelde dat er geen concrete afspraken waren tussen verzoeker en de (ex-)werkgever over loondoorbetaling in het derde ziektejaar, en dat dergelijke afspraken niet terug te vinden waren in de arbeidsovereenkomst. De rechtbank volgde het standpunt van verweerder dat de ex-werkgever niet contractueel verplicht was om 70% van het salaris door te betalen tijdens de loonsanctieperiode. De rechtbank concludeerde dat de loonschade op nihil moest worden gesteld, en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.