Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiser is geboren op [datum] 1943 en is ongehuwd.
1.2 Eiser heeft in zijn aangiften IB/PVV 2000 tot en met 2002 geen inkomsten en/of vermogens aangegeven, die verband houden met de hierna onder 1.24 vermelde bankrekeningen.
1.3 De Nederlandse belastingdienst heeft eind 2000 een brief ontvangen van de Belgische autoriteiten, met als bijlage fotokopieën van 800 microfiches. Deze microfiches bevatten gegevens in verband met bankrekeningen bij Kredietbank Luxembourg (KB-Lux). Op iedere fotokopie staan gemiddeld 40 regels vermeld. Bij het verweerschrift heeft verweerder kopieën van een afdruk van twee microfiches met gegevens van KB-Lux gevoegd waarop - voor zover van belang - staat te lezen:
"[nummer] VUE [naam] 5.427,80" en
"[nummer] VUE [naam] 505,89".
1.4 Op 10 september 2004 wordt eiser aan de hand van een match van het interne gegevensbestand van de Belastingdienst (BVR) met het gegevensbestand van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) geïdentificeerd als rekeninghouder van de onder 1.3 vermelde bankrekeningen.
1.5 Bij brief van 13 januari 2005 heeft verweerder aan eiser een formulier "Opgaaf Buitenlands vermogen" toegezonden.
1.6 Eiser heeft voormeld formulier met dagtekening 20 januari 2005, ontvangen door verweerder op 24 januari 2005, geretourneerd. In het formulier heeft eiser de volgende twee (Duitse) bankrekeningen opgegeven:
- [A-bank], rekeningnummer [nummer A];
- [B-bank], rekeningnummer [nummer B].
1.7 Bij brief van 24 januari 2005, ontvangen door verweerder op 26 januari 2005, heeft de voormalig gemachtigde van eiser aanvullend de volgende (Duitse) bankrekening opgegeven:
- [C-bank] te [X], rekeningnummer [nummer C].
1.8 Bij brief van 28 januari 2005 heeft verweerder eiser verzocht om nadere informatie met betrekking tot de buitenlandse bankrekeningen.
1.9 Bij brief van 8 april 2005 heeft de voormalig gemachtigde van eiser nadere informatie verstrekt over de onder 1.6 en 1.7 vermelde bankrekeningen. Tevens wordt in de brief aangegeven: "Cliënt heeft ons uitdrukkelijk verklaard geen verdere buitenlandse vermogensbestanddelen te hebben of hebben gehad".
1.10 Op 14 april 2005 heeft verweerder eiser uitgenodigd voor een gesprek op 21 april 2005.
1.11 Op 20 april 2005 heeft de nieuwe gemachtigde van eiser telefonisch contact opgenomen met verweerder, waarin hij heeft aangegeven dat eiser aanvullende informatie zal verschaffen over het aanhouden van banktegoeden bij KB-Lux. In een brief van 20 april 2005 heeft de gemachtigde van eiser schriftelijk bevestigd dat eiser banktegoeden aanhoudt bij KB-Lux.
1.12 In een brief van 17 mei 2005 heeft de gemachtigde van eiser aan verweerder het volgende meegedeeld:
"In bovengenoemde zaak treft u bijgaand aan een duplicaat van de rekeninguittreksels alsmede de staten van tegoeden van de door cliënt bij de Krediet S.A. Luxembourgeoise (KBL) aangehouden bankrekening. Ter toelichting op deze stukken merk ik voorts het volgende op.
De betreffende stukken hebben betrekking op de periode vanaf 31 december 1994.
(…)
Voor wat betreft de herkomst van de gestorte gelden liet cliënt mij weten dat het spaargelden betreft. Hieromtrent heeft cliënt (ook) geen nadere bescheiden voorhanden.
Ik vertrouw erop u hiermee naar behoren te hebben geïnformeerd en wacht uw berichten af.".
1.13 Verweerder heeft bij brief van 28 december 2005 aan eiser meegedeeld ter behoud van rechten een navorderingsaanslag IB/PVV 1993 en een navorderingsaanslag vermogensbelasting (VB) 1994 op te leggen.
In deze brief is - voor zover van belang- het volgende aangegeven:
"Samenvatting correcties
Uit het ingestelde onderzoek naar het door u aangehouden buitenlandse vermogen bij de Kredietbank Luxembourg (hoofdrekeningnummer [nummer]) is gebleken dat u dit vermogen en de inkomsten uit dit vermogen niet heeft aangegeven in de door u ingediende aangiften inkomstenbelasting/premie Volksverzekeringen en vermogensbelasting.
Op basis van de door u verstrekte gegevens zijn voor de belastingjaren 1993 (IB) en 1994 (VB) thans de navorderingsaanslagen door mij vastgesteld. Dit mede ter behoud van rechten. De materiële belastingschuld voor de onderhavige jaren kan thans nog niet juist worden vastgesteld, omdat een aantal essentiële bankgegevens niet door u zijn aangeleverd.".
1.14 Bij brief van 7 februari 2006 heeft verweerder aan de gemachtigde van eiser de in een telefoongesprek, dat op die zelfde dag is gevoerd, gemaakte afspraken schriftelijk bevestigd. Deze afspraken hebben betrekking op de onder 1.13 vermelde navorderingsaanslagen. Daarnaast is in de brief vermeld - voor zover van belang -:
"Daarnaast verzoek ik u mij te doen toekomen alle onderliggende (kopie) bankstukken van de diverse Duitse bankrekeningen ([A-bank], [B-bank] en [C-bank] [X]). Dit vanaf 01/01/1993 tot heden.".
1.15 Bij brieven van 20 maart 2006, 28 maart 2006 en 11 april 2006 heeft de gemachtigde van eiser gereageerd op de onder 1.14 vermeld brief van verweerder, en stukken verstrekt met betrekking tot de rekening bij de [B-bank].
1.16 Bij brief van 16 juni 2006 heeft verweerder aan de gemachtigde van eiser over de jaren 1994 tot en met 1996, wat betreft de inkomstenbelasting, en de jaren 1995 tot en met 1997, wat betreft de vermogensbelasting, voorlopige nadeelberekeningen toegestuurd. In de brief verzoekt verweerder de gemachtigde van eiser om onderliggende (primaire) bankbescheiden te verstrekken en nadere vragen te beantwoorden. In de brief maakt verweerder tevens melding van een bankrekening bij de [D-bank] [X], met rekeningnummer [nummer A]. Dit betreft dezelfde bankrekening als de onder 1.6 vermelde bankrekening bij de [A-bank], hierna te noemen: [D-bank] [X].
1.17 Op 10 juli 2006 geeft de gemachtigde van eiser in een telefonisch contact met verweerder aan de gevraagde gegevens voor 1 september 2006 te verstrekken. In een brief van 31 augustus 2006 heeft de gemachtigde van eiser om uitstel van beantwoording verzocht tot 15 oktober 2006, aan welk verzoek verweerder in zijn brief van 1 september 2006 tegemoet is gekomen.
1.18 Bij brief van 19 oktober 2006 heeft de gemachtigde van eiser aangegeven dat de gegevens van KB-Lux binnen korte termijn zullen worden verstrekt.
1.19 Bij brief van 22 november 2006 heeft verweerder aangekondigd de navorderingsaanslagen IB/PVV over de jaren 1994 tot en met 1996 en de navorderingsaanslagen VB over de jaren 1995 tot en met 1997 op te leggen. Als bijlage bij de brief worden nadeelberekeningen overgelegd. Tevens verzoekt verweerder in deze brief wederom om de gevraagde informatie en bankstukken.
1.20 Bij brief van 23 februari 2007 heeft de gemachtigde van eiser aan verweerder een concept-brief, bestemd om gegevens op te vragen bij de rechtsopvolger van de Crédit Lyonnais Luxembourg (CLL), verstrekt. In de brief is aangegeven dat CLL is overgenomen door Crédit Agricole Luxembourg. In de pleitnotitie ter zitting geeft de gemachtigde van eiser onbetwist aan:
"De rekening die [eiser] aanhield bij CLL wordt bekend door de brief van 20 oktober 2006 van KB Lux. In deze brief wordt aangegeven dat het saldo op de KB Lux rekening afkomstig is van de CLL. Deze brief is kort na oktober 2006 verstrekt aan de inspecteur tijdens een bespreking.".
1.21 Bij brief van 1 mei 2007 heeft verweerder de gemachtigde van eiser zijn zienswijze en standpunten gegeven, uitgewerkt per bankinstelling. Tevens wordt in de brief aangegeven dat niet alle onderliggende primaire bankbescheiden zijn verstrekt en een aantal vragen niet is beantwoord.
1.22 Bij brief van 8 mei 2007 verzoekt de gemachtigde van eiser nogmaals bij Crédit Agricole Luxembourg om informatie. Bij brief van 26 juli 2007 heeft de gemachtigde van eiser een aanmaning gezonden.
1.23 Bij brief van 5 oktober 2007 heeft de gemachtigde van eiser aan verweerder een kopie gestuurd van de van Crédit Agricole Luxembourg ontvangen bankafschriften over de periode januari-februari 1997 met betrekking tot de bankrekening van eiser bij CLL.
1.24 Bij brief van 10 oktober 2007 heeft verweerder aan de gemachtigde van eiser zijn zienswijze en standpunten gegeven. Deze zijn per bankinstelling uitwerkt. De nadeelberekeningen voor de jaren 1994 tot en met 2002 voor wat betreft de IB en VB zijn uitgewerkt in een aantal spreadsheets, die als bijlage bij de brief zijn gevoegd. Met betrekking tot de jaren waarop de onderhavige navorderingsaanslagen betrekking hebben luidt het totaaloverzicht van de buitenlandse bankrekeningen van eiser zoals opgenomen in het spreadsheet - zakelijk weergegeven - als volgt:
Vermogensoverzicht
Vermogensoverzicht