ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ1051
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van onroerende-zaakbelastingen voor een verpleegtehuis voor dementerende ouderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 18 juni 2009 uitspraak gedaan over de onroerende-zaakbelastingen die aan eiseres, eigenaar en gebruiker van een verpleegtehuis voor dementerende ouderen, zijn opgelegd. De heffingsambtenaar van de gemeente Gaasterlân-Sleat had eiseres voor het jaar 2008 een aanslag opgelegd, welke door eiseres werd betwist. Eiseres stelde dat de delen van het verpleegtehuis, waar de bewoners woonden, in hoofdzaak tot woning dienden en daarom buiten aanmerking moesten blijven bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewoners van het verpleegtehuis niet in staat zijn zelfstandig te leven en dat de zorgfunctie van het verpleegtehuis overheersend is. Echter, de rechtbank oordeelde dat de woondoeleinden van de bewoners in de eigen kamers en gemeenschappelijke ruimtes dermate overheersend zijn dat deze delen van het verpleegtehuis als woning moeten worden aangemerkt. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, die bevestigt dat de combinatie van wonen en zorg niet uitsluit dat delen van een verpleeghuis als woning kunnen worden beschouwd.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de belastingaanslag verminderd tot een heffingsmaatstaf van € 1.088.820. Tevens is de gemeente Gaasterlân-Sleat veroordeeld in de proceskosten van eiseres en is het griffierecht vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.