Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres 1] ,
[derde-partij]te [plaats 2] , vergunninghouder (gemachtigde: mr. C.H.J. Delissen).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Achtergrond
Leeswijzer
- dat de aanvraag van vergunninghouder ten onrechte ontvankelijk is verklaard;
- dat het wijzigingsbesluit door een onbevoegd persoon is genomen;
- dat het verhuren van het pand aan arbeidsmigranten in strijd is met de wet goed verhuurderschap;
- dat de omgevingsvergunning in strijd is met een goede ruimtelijke ordening;
- zij recht hebben op een schadevergoeding vanwege het overschrijden van de redelijke termijn.
- De beoordeling of het college heeft kunnen besluiten dat de bewoning van het bedrijfspand geen onevenredige parkeerbelasting tot gevolg heeft;
- De beoordeling of het college heeft kunnen besluiten dat de bewoning van het bedrijfspand de verkeersveiligheid en verkeersafwikkeling in de omgeving van het pand niet onaanvaardbaar aantast;
- De beoordeling of het college heeft kunnen besluiten dat de voorgenomen activiteit in overeenstemming is met de beleidsregel;
Beslissing
- verklaart het beroep voor zover ingediend door eiser [eiser 3] ongegrond;
- verklaart het beroep voor zover ingediend door de overige eisers gegrond;
- vernietigt de beslissing op bezwaar;
- vernietigt het wijzigingsbesluit;
- draagt het college op om een nieuw besluit te nemen op de bezwaren van eisers;
- veroordeelt het college tot het betalen van een schadevergoeding van € 250,- per eiser;
- veroordeelt het college tot betaling van € 2040,75 aan proceskosten aan eisers;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 371,- aan eisers moet vergoeden.
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Artikel 6
Artikel 1:2
Artikel 1:3
Artikel 3:2
Artikel 3:9
Artikel 4:84
Artikel 6:19
Artikel 6:22
Artikel 8:69a
Artikel 1
Artikel 2.1
Artikel 2.12
Artikel 2.7
Bijlage II. Behorende bij de artikelen 2.3, 2.5a en 2.7
Artikel 4
Artikel 4 Parkeernormen rest bebouwde kom
Artikel 4.1 Parkeernormen
- 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen en / of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik kan pas worden verleend als is verzekerd dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen. Hierbij gelden de normen als opgenomen in de tabel in artikel 4.5;
- 2. de onder 1. bedoelde parkeerplaatsen voor motorvoertuigen dienen de maatvoering te hebben conform het bepaalde in artikel 2.4.
Artikel 4.3 Afwijken
- a. het voldoen aan die bepalingen gezien het gebruik en/of het bouwplan van het betreffende plangebied, mede gezien de omgeving, niet noodzakelijk is en/of op overwegende bezwaren stuit, en / of;
- b. op andere wijze in de nodige parkeerruimte wordt voorzien.