10.3.Onder de gedingstukken bevindt zich verder een proces-verbaal van aangifte van 15 januari 2021, waarin eiseres aangifte doet van een mishandeling door haar buurman.
11. De rechtbank overweegt dat een bestuursorgaan dat met besluitvorming is belast, er zorg voor dient te dragen dat een zorgvuldig onderzoek wordt ingesteld naar de feiten en omstandigheden die voor het te nemen besluit de grondslag vormen.Indien, zoals in dit geval, voor het vaststellen van de feiten mede gebruik moet worden gemaakt van de deskundigheid waarover het bestuursorgaan zelf niet beschikt, kan een deskundige worden ingeschakeld voor het opstellen van een advies.
12. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling mag een bestuursorgaan op het advies van een deskundige afgaan, nadat het is nagegaan of dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Deze controleplicht - in de literatuur en in de rechtspraak aangeduid als vergewisplicht - is neergelegd in artikel 3:9 van de Awb voor de wettelijk adviseur en volgt uit artikel 3:2 van de Awb voor andere adviseurs. Indien een partij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies, de begrijpelijkheid van de in het advies gevolgde redenering of het aansluiten van de conclusies daarop naar voren heeft gebracht, mag het bestuursorgaan niet zonder nadere motivering op het advies afgaan. Zo nodig vraagt het bestuursorgaan de adviseur een reactie op wat een partij over het advies heeft aangevoerd.Deze vergewisplicht geldt in deze zaak voor het college ten aanzien van de advisering door [adviesbureau] .
13. De rechtbank stelt vast dat het college is nagegaan of het advies van [adviesbureau] op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Het college heeft namelijk tot twee maal toe [adviesbureau] om een reactie gevraagd. Het college heeft voor de eerste keer op 22 augustus 2022 aan [adviesbureau] gevraagd om te reageren op wat eiseres in bezwaar naar voren heeft gebracht. In bezwaar heeft eiseres namelijk nieuwe verklaringen van de sociaal verpleegkundige van 14 juli 2022 en de psychiater van 19 augustus 2022 overgelegd. Het advies van [adviesbureau] is hetzelfde gebleven, namelijk dat de behandeling voorliggend is voor de urgentie van een andere woning, dat eiseres de problemen met haar bovenbuurman kan oplossen door met hem in gesprek te gaan en dat eiseres ervoor kiest dit niet te doen. Het college heeft op 7 november 2022 [adviesbureau] nogmaals een reactie gevraagd. Daarbij heeft het college erop gewezen dat de psychiater in zijn brief van 19 augustus 2022 concludeert dat de behandeling van de angstklachten niet mogelijk is omdat de angst gebaseerd is op reële problemen in de huidige woonomgeving. Het college stelt dat zij wat de psychiater concludeert niet kan rijmen met het standpunt van [adviesbureau] dat de behandeling voorliggend is op een urgentie. Daarom heeft het college [adviesbureau] gevraagd om dit nogmaals te bezien. [adviesbureau] heeft in zijn reactie aangegeven dat hij het niet eens is met het standpunt van de psychiater en heeft dat als volgt toegelicht:
“De woonproblemen werden in kaart gebracht maar zijn in mijn ogen niet dusdanig ernstig dat dit een behandeling in de wegstaat. Nogmaals kan ze in gesprek met de bovenbuurman. Er is geen andere direct objectiveerbare overlast. Ik vind dat de behandeling op zijn minst geprobeerd moet zijn. Lukt dit niet of levert het niets op dan heb je een nieuwe situatie”.
14. De vergewisplicht vereist van het college dat zij zich niet alleen ervan vergewist dat de adviseur zorgvuldig is geweest door zo nodig een andere toelichting te vragen, maar ook dat het advies inhoudelijk toereikend (concludent) is onderbouwd. Op grond van artikel 3:49 van de Awb kan voor de motivering van een besluit worden verwezen naar een advies, maar daarmee kan niet worden volstaan als dat advies geen motivering bevat die het besluit kan dragen.De rechtbank is van oordeel dat het college met de verwijzing naar het advies onvoldoende en niet op een begrijpelijke wijze heeft gemotiveerd waarom eiseres toch eerst in gesprek moet met de bovenbuurman of een behandeling moet proberen, terwijl in het advies van de psychiater is uiteengezet dat en waarom dit niet mogelijk is. De rechtbank acht het verder ook van belang dat de huisarts en ergotherapeut aangeven dat de klachten van eiseres samenhangen met de onrust die zij in haar huidige woonomgeving ervaart. Gelet op het voorgaande is het college tekortgeschoten in haar vergewisplicht en motiveringsplicht. Het college heeft het bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd door aan te nemen dat eiseres haar problemen met haar woonsituatie mogelijk kan oplossen door een behandeling en/of een gesprek met de buurman. Deze beroepsgrond slaagt.
15. De rechtbank komt tot de conclusie dat het college niet heeft voldaan aan haar vergewisplicht en motiveringsplicht, zodat het besluit in strijd met de artikelen 3:9 en 3:49 van de Awb is genomen. Daarnaast heeft het college de hoorplicht geschonden.