Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [plaats] , eisers(gemachtigde: A.L.M. de Jong)
de burgemeester van de gemeente Wageningen
Als derde-partijen nemen aan de zaak deel: [derde-partij] uit [plaats] (gemachtigde: mr. G.A.C. Beckers), vergunninghouder;
Samenvatting
Procesverloop
30 augustus 2023. [2]
Beoordeling door de rechtbank
niet-ontvankelijk heeft verklaard.
8 oktober 2022. Met de uitspraak van de rechtbank van vandaag is de procedure geëindigd. Dat betekent dat de procedure in totaal meer dan 2,5 jaar heeft geduurd. In dit geval heeft de behandeling van het bezwaar door de burgemeester minder dan een half jaar geduurd. De behandeling van het beroep door de rechtbank heeft dan ook ruim twee jaar geduurd. Dit betekent dat de redelijke termijn door de rechtbank met ongeveer acht maanden is overschreden. Gelet hierop zal de rechtbank de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) veroordelen tot het betalen van immateriële schade van € 1.000 voor onderhavige zaak en zaak 23/2364 gezamenlijk.
Conclusie en gevolgen
€ 17,76 (retour openbaar vervoer 2e klasse [plaats] – Arnhem). Eisers krijgen geen vergoeding van de proceskosten voor het indienen van het verzoek om schadevergoeding, omdat zij dit verzoek zelf hebben ingediend.
Beslissing
€ 969,76;
mr.L. Janssen, griffier. Deze uitspraak is in het openbaar uitgesproken op: