ECLI:NL:RBGEL:2023:326
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake gedoog- en exploitatievergunning voor coffeeshop
In deze zaak hebben verzoekers bezwaar gemaakt tegen de door de burgemeester van Wageningen verleende gedoog- en exploitatievergunning voor een coffeeshop. Verzoekers vorderden een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de vergunning in gebruik zou worden genomen voordat de burgemeester een beslissing op hun bezwaar had genomen. De voorzieningenrechter heeft op 10 januari 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de burgemeester aanwezig was, maar de gemachtigde van de derde-partij niet. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter het onderzoek heropend om meer informatie te verkrijgen over de termijn van de verhuizing van de derde-partij naar een nieuwe locatie.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vergunning niet in gebruik zal worden genomen voordat de burgemeester een beslissing op het bezwaar heeft genomen. Verzoekers stelden dat er een spoedeisend belang was, omdat het pand verbouwd wordt en zij vreesden dat het begin februari als coffeeshop in gebruik zou worden genomen. De derde-partij heeft echter aangegeven dat de verbouwing vier tot zes maanden in beslag zal nemen, waarna het pand nog ingericht moet worden. De burgemeester verwacht binnen vijf tot zes weken een beslissing te nemen op het bezwaar.
Op basis van deze informatie concludeert de voorzieningenrechter dat er geen sprake is van een spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af en worden de overige gronden niet besproken. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.J. Post, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken.