In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 3 juni 2025, wordt het beroep van een stichting tegen een omgevingsvergunning voor de bouw van een vrijstaande woning op een landgoed in Barneveld beoordeeld. De stichting, die zich inzet voor natuur- en milieubescherming, stelt dat zij belanghebbende is bij het besluit van het college van burgemeester en wethouders, dat op 22 november 2023 de vergunning heeft verleend. De rechtbank behandelt de vraag of de stichting als belanghebbende kan worden aangemerkt volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de stichting, gezien haar statutaire doelstellingen en feitelijke werkzaamheden, inderdaad belanghebbende is. Vervolgens wordt de inhoudelijke beoordeling van de omgevingsvergunning besproken, waarbij de stichting aanvoert dat de vergunninghouder niet de vereiste natuurtoestemming heeft aangevraagd en dat de stikstofdepositie van de bouw van de woningen onvoldoende is onderzocht. De rechtbank oordeelt dat de vergunninghouder terecht alleen de stikstofdepositie van de bouw en het gebruik van de woning op kavel 15 heeft berekend en dat er geen sprake is van een onlosmakelijke samenhang tussen de verschillende woningen op het landgoed. De rechtbank verklaart het beroep van de stichting ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. De stichting krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.