Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eis in conv/verw in reconv sub 1] ,
[eis in conv/verw in reconv sub 2],
[ged in conv/eis in reconv sub 2],
[ged in conv/eis in reconv sub 3],
[curator],
[bedrijf 1],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
Bij de bouw van de kelder heeft [bedrijf 1] gebruik gemaakt van bouwblokken die waren geleverd door [ged in conv/eis in reconv sub 1] .
bedoeld zal zijn: aangevuld met zand of puin aan de buitenzijde van de kelder, toevoeging rechtbank). Op de vraag van [eisers in conv/verw in reconv] wat [ged in conv/eis in reconv sub 1] hiervan vindt, heeft [ged in conv/eis in reconv sub 1] geantwoord dat ‘de jongens er ook nog balken in gezet [hebben] van links naar rechts’ en zij ‘er niet zo bang voor’ is.
- factuur 19010138 d.d. 24 september 2019 ad € 996,07
- factuur19010145 d.d. 3 oktober 2019 ad € 8.197,41
29 oktober 2019. [eisers in conv/verw in reconv] heeft deze facturen onbetaald gelaten.
€ 234.498,00 uit hoofde van schadevergoeding in verband met positief contractsbelang.
De oorzaak van de lekke kelder is m.i. een combinatie van diverse factoren, namelijk:- Het ‘Passief Bouwblok’ is primair niet geschikt voor het vervaardigen van betonnen kelders, omdat betonkern maar 140 mm is en dus niet over een minimale dikte beschikt van 160 mm zoals dit voor traditionele in het werk gestorte kelders gebruikelijk is.
Was het nodig, dan wel noodzakelijk, om de kelder vol te pompen met water?” antwoordt de deskundige:
In eerste instantie was het volgens de constructieberekening/constructeur (productie 5G) niet noodzakelijk om de kelder vol met water te pompen. Doordat men aan de buitenzijde van de kelder -ter bescherming van de aangebrachte coating -10 cm. isolatie heeft aangebracht (hetgeen voor een slagvaste coating als zijnde Polyurea ACE PU-100 niet nodig zou moeten zijn), heeft men door onvoldoende contragewicht tegen het opdrijven van de kelder (zie tussenconclusie 8 met de daarbij behorende verhandeling) de kelder met water moeten volpompen.”
Kan het zijn dat de kelder lek is geraakt doordat hierin water is gepompt?” antwoordt de deskundige:
Primair zijn kelders uitgevoerd in het ‘Passief Bouwblokken’ niet waterdicht en de waterdichtheid wort volgens gedaagde/PT en gedaagde/WB gecreëerd door een waterdicht membraan aan de buitenkant aan te brengen. Doordat niet alle primair noodzakelijke waterkerende voorzieningen zijn getroffen (kimblik, opzwelband, o.g.), de kelderwand gezien de hoeveelheid wapening niet over de minimale dikte van 160 mm beschikte en men het beton mede hierdoor niet goed kon trillen c.q. kon verdichten was de kelder m.i. al voordat men er water in pompte met een zeer grote waarschijnlijkheid niet waterdicht en de aangebrachte Polyurea had dit volgens mij niet anders gemaakt. Daarbij dient opgemerkt te worden dat op grond van tussenconclusie 9 met de daarbij behorende verhandeling er twijfel bestaat of deze Polyurea überhaupt wel is aangebracht.
bedoeld is 2021, toevoeging rechtbank) in de gelegenheid gesteld de overeenkomst na te komen door de kelder te slopen en opnieuw te bouwen. [bedrijf 1] heeft brief van 7 mei 2020 (
bedoeld is 2021, toevoeging rechtbank) aan [eisers in conv/verw in reconv] laten weten dat zij daartoe niet zal overgaan. [eisers in conv/verw in reconv] heeft daarop de overeenkomst met [bedrijf 1] bij brief van 21 mei 2020 (
bedoeld is 2021, toevoeging rechtbank) ontbonden. In die brief verzoekt [eisers in conv/verw in reconv] aan [bedrijf 1] – tevergeefs – om het retentierecht op te heffen.
4.De vorderingen van [eisers in conv/verw in reconv] in conventie
- Deskundigenrapport;
- Extra huurkosten;
- Mislopen subsidie warmtepomp;
- Extra kosten bronbemaling;
- Kostenstijging keuken;
- Kosten sloop en herbouw kelder;
- Extra kosten bouw woning;
- Extra verhuiskosten (schatting).
5.Het verweer van [ged in conv/eis in reconv sub 1]
6.Het verweer van [ged in conv/eis in reconv sub 4]
7.Het verweer van [bedrijf 1]
8.De vordering van [ged in conv/eis in reconv sub 1]
a. [eisers in conv/verw in reconv] hoofdelijke veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 9.871,69;
- € 996,07 met ingang van 1 oktober 2019.
c. [eisers in conv/verw in reconv] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.064,74;
9.Het verweer van [eisers in conv/verw in reconv] tegen de vordering van [ged in conv/eis in reconv sub 1]
10.De vordering van [bedrijf 1]
a. [eisers in conv/verw in reconv] veroordeelt tot betaling van € 22.970,76, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de respectievelijke facturen tot aan de dag van algehele voldoening;
11.Het verweer van [eisers in conv/verw in reconv] tegen de vordering van [bedrijf 1]
12.De beoordeling in conventie
-salaris advocaat € 5.428,00 (2 punten x € 2.714,00,00)
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 5.606,00
-salaris advocaat € 5.428,00 (2 punten x € 2.714,00,00)
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 5.606,00
13.De beoordeling in reconventie
-salaris advocaat € 614,00 (2 punten x 0,5 punten x € 614,00)
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 792,00
7:760 lid 2 BW de gevolgen voor diens rekening, voor zover de aannemer niet zijn hiervoor bedoelde waarschuwingsplicht heeft geschonden of anderszins met betrekking tot deze gebreken in deskundigheid of zorgvuldigheid tekort is geschoten. Hetzelfde geldt op grond van artikel 7:760 lid 3 BW in geval van fouten of gebreken in de door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften.
-salaris advocaat € 1.214,00 (2 punten x 0,5 x € 1.214,00)
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.392,00
14.De verdere beoordeling in het incident
15.De beslissing
15.13. veroordeelt [eisers in conv/verw in reconv] hoofdelijk in de proceskosten van € 792,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eisers in conv/verw in reconv] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
9 oktober 2024.