Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, ingekomen op 18 december 2023;
- het exploot van betekening van 28 december 2023;
- het verweerschrift met zelfstandig verzoek, ingekomen op 29 januari 2024;
- het verweerschrift tegen zelfstandig verzoek, ingekomen op 22 februari 2024;
- de aanvullende verzoeken met producties namens de man van 11 juli 2024;
- het F9-formulier met brief en producties namens de vrouw van 15 juli 2024;
- een pleitnota met vermeerdering van eis en bijlagen namens de man van 24 juli 2024;
- het bezwaar namens de vrouw tegen het laatste ingediende stuk van de man van 24 juli 2024.
2.De feiten
3.De beoordeling
- de duurzame ontwrichting van het huwelijk zodat tussen hen de echtscheiding kan worden uitgesproken op verzoek van beide partijen;
- de hoofdverblijfplaats van [kind] bij de vrouw;
- het voortgezet gebruik van de echtelijke woning door de vrouw.
- de regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (de zorgregeling);
- de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind] (de kinderalimentatie);
- de bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de man (de partneralimentatie);
- de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk.
mr. Slootweg en zij verzoekt de verzoeken en bijlagen buiten beschouwing te laten.
- Welke mogelijkheden zijn er voor een zorgregeling van [kind] met de vader?
- Zijn er omstandigheden die een zorgregeling belemmeren? Zo ja, welke komen vanuit het kind en welke vanuit de ouder(s)? Hoe en op welke termijn zijn deze omstandigheden op te heffen?
- Hoe zou een zorgregeling (vorm en frequentie) er in het belang van [kind] uit moeten zien?
- Welke rol speelt professionele begeleiding op dit moment en is professionele begeleiding van de omgang noodzakelijk en welke rol kunnen familieleden zoals de zus van de man spelen?
- In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in voornoemde vragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de te nemen beslissing?
- Is een onderzoek gericht op een kinderbeschermingsmaatregel geïndiceerd?
februari/maart 2025van mr. B. Krijnen. De Raad wordt verzocht om de raadsrapportage uiterlijk twee weken voor de mondelinge behandeling aan de rechtbank en partijen beschikbaar te stellen, zodat partijen hierop nog kunnen reageren voor de mondelinge behandeling.
€ 62,50 per maand, kapperskosten van € 10 per maand, kleding ter hoogte van € 75 per maand, extra verzorging/eten van € 33,50 per maand en € 80 per maand en cadeautjes voor de kinderen van € 12,50 per maand.
- ziektekosten € 200 (incl. eigen risico)
- bankkosten € 5
- eigen bijdrage CAK € 560
- kosten auto € 210 (inclusief ANWB)
- mobiele telefoon € 10
- vakanties/uitjes/dagjes weg/sporten € 100
- kleding/schoenen/sportkleding € 75
- persoonlijke verzorging € 50
- extra voeding € 50
- onvoorzien € 40
- de voormalige echtelijke woning staande en gelegen te [adres] (de woning) en de daarop rustende hypothecaire geldleningen;
- de inboedel;
- een auto van het merk Mini Cooper;
- een auto van het merk Toyota;
- de bankrekeningen;
- een kapitaalverzekering;
- een niet opeisbare vordering;
- belastingteruggaven 2023.
( [nummer 1] ) en na de stortingen grotendeels direct doorgeboekt naar de spaarrekening ( [nummer 2] ) gekoppeld aan de gezamenlijke rekening. De gezamenlijke rekening en de daaraan gekoppelde spaarrekening behoren toe tot de gemeenschap. Dat alleen de man feitelijk gebruik maakte van de gezamenlijke rekening en alleen zijn uitkering op deze bankrekening werd gestort, maakt dit niet anders. Met de storting van de erfenis onder uitsluitingsclausule op de gezamenlijke rekening is het privévermogen van de man verschoven naar het vermogen de gemeenschap en heeft de man in beginsel een vergoedingsrecht op de gemeenschap.
€ 25.000 en te bepalen dat de vrouw de helft van dit saldo per peildatum 18 december 2023 zal voldoen aan de man binnen vijf dagen na afgifte van de beschikking, althans een zodanige beslissing als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren, en voor zover nodig te verklaren voor recht dat de man een juridisch rechtsgeldige buitengerechtelijke vernietiging heeft gedaan van de schenkingen aan [kind] van in totaal € 25.000, mochten deze overboekingen op 20 en 22 januari 2023 als schenking worden aangemerkt, nu de vrouw ex artikel 1:88 BW de toestemming van de man nodig had voor deze niet gebruikelijke bovenmatige schenkingen, althans de man verzoekt de rechtbank op basis van de redelijkheid en billijkheid een verdeling bij helften te bepalen. Ten aanzien van zijn eigen bankrekeningen verzoekt de man te bepalen dat de bankrekeningen aan hem toegescheiden worden en te bepalen dat de man de helft van dit saldo per peildatum 18 december 2023 zal voldoen aan de vrouw, rekening houdende met het feit dat het saldo op de bankspaarrekening privévermogen is van de man, welk saldo buiten de verdeling blijft, binnen vijf dagen na afgifte van de beschikking, althans een zodanige beslissing als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
- partijen de uitgaven aan advocaatkosten tot de peildatum dienen te vergoeden aan de gemeenschap, en te bepalen welk bedrag partijen ter zake alsdan over en weer verschuldigd zijn;
- dat binnen de gemeenschap valt het salaris van de vrouw over december 2023, de eindejaarsuitkering van de vrouw over 2023 en het tot 18 december 2023 opgebouwde vakantiegeld, en dat de vrouw deze bedragen zal moeten delen binnen de gemeenschap van goederen met de man,
- althans geheel subsidiair dat de vrouw het tot 18 december 2023 opgebouwde salaris, de eindejaarsuitkering en vakantiegeld zal moeten delen met de man, hetgeen dan ook geldt voor de man;
- dat de vrouw vanaf de peildatum alle betalingen voor haar, voor [kind] en voor de woning van partijen, in ieder geval de premie van € 87,22 per maand voor de levensverzekering, betaalt van de en/of bankrekening [nummer 1] , zal vergoeden aan de man.
- de vrouw moet een saldo van in totaal € 32.092,30 delen met de man (€ 2.064,77,
- het saldo op de peildatum op de gezamenlijke rekeningen op de peildatum moet bij helfte gedeeld worden;
- een bedrag van € 15.200,- komt toe aan [kind] en moet voor hem worden beheerd.
€ 4.900 is afgenomen, acht de rechtbank ook niet meteen een reden om aan te nemen dat de vrouw geld heeft weggesluisd. De rechtbank heeft ook onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat de vrouw geld verborgen houdt. Het is niet bedoeling dat er een zogenaamde ‘phising expedetion’ plaatsvindt.
4.De beslissing
februari/maart 2025bij mr. B. Krijnen en verzoekt de advocaten binnen een week hun verhinderdata voor die maanden over te leggen;
- de vrouw noemt binnen één week na de datum van deze beschikking drie erkende NVM-makelaars aan de man, van wie de man er binnen één week daarna één uitkiest die belast wordt met de taxatie van de woning. Indien de vrouw niet binnen de termijn van één week drie makelaars voorstelt, is de man gerechtigd zelf een makelaar te kiezen. Indien omgekeerd de man niet binnen één week uit de drie voorgestelde makelaars een keuze maakt, is de vrouw gerechtigd om zelf een van de makelaar uit te kiezen;
- partijen zullen binnen een week nadat de man zijn keuze aan de vrouw kenbaar heeft gemaakt opdracht geven aan de makelaar de woning bindend te taxeren tegen de actuele waarde. Indien slechts een van de partijen binnen deze termijn een opdracht aan de makelaar heeft verstrekt, dan is deze na het verstrijken van de termijn bevoegd om als vertegenwoordiger van de andere partij de opdracht aan de makelaar te verstrekken;
- geen van partijen is aanwezig bij de taxatie, tenzij de makelaar dit wel noodzakelijk acht. In dat geval geldt dat de taxatie plaatsvindt in aanwezigheid van beide partijen;
- ieder van partijen draagt de helft van de kosten van de taxatie;
- de vrouw moet een lijst van de inboedelgoederen maken of partijen spreken samen in de woning af, om vervolgens tot een evenredige verdeling van de inboedelgoederen te komen en de vrouw tot afgifte overgaat van de inboedelgoederen bestemd voor de man;
- de vrouw krijgt toegedeeld de auto van het merk Toyota, met verrekening van de waarde van € 1.500 met de man waarbij ze € 750 aan de man moet betalen;
- de vrouw raadpleegt haar boekhouder over de kapitaalverzekering bij Nationale Nederlanden met polisnummer [nummer 3] en een eventuele waarde wordt bij helfte gedeeld;
- de niet opeisbare vordering van de man op zijn moeder wordt toegedeeld aan de man, onder de verplichting om de helft van die vordering aan de vrouw te vergoeden op het moment dat de vordering opeisbaar wordt door het overlijden van de moeder, waarover de man de vrouw zal informeren;
- eventuele teruggaven inkomstenbelasting voor zover die zien op de periode van het fiscaal partnerschap van partijen worden bij helfte verdeeld en eventuele aanslagen inkomstenbelasting voor zover die zien op de periode van het fiscaal partnerschap van partijen komen in hun onderlinge verhouding ieder voor de helft voor haar of zijn rekening.
- het saldo op de peildatum op de gezamenlijke bank- en spaarrekening ( [nummer 1] en [nummer 2] ) wordt bij helfte verdeeld;
- bankrekening [nummer 4] wordt toegedeeld aan de man, zonder nadere verrekening van het saldo op de peildatum;
- bankrekening [nummer 5] wordt toegedeeld aan de man, zonder nadere verrekening;
- bankrekening [nummer 6] wordt toegedeeld aan de vrouw, onder verrekening van het saldo op de peildatum;
- spaarrekening [nummer 7] wordt toegedeeld aan de vrouw, onder verrekening van het saldo op de peildatum;