In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Winterswijk, die de WOZ-waarde van een hotel per 1 januari 2021 heeft vastgesteld op € 2.243.000. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 21 mei 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de heffingsambtenaar aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk heeft gemaakt door gebruik te maken van de Taxatiewijzer Hotels en de daadwerkelijke omzet van belanghebbende. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht twee verschillende kapitalisatiefactoren hanteert voor de berekeningen op basis van cashflow en huurwaardekapitalisatie, en dat de stelling van belanghebbende dat de kapitalisatiefactor verlaagd moet worden, niet slaagt. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, maar de rechtbank kent wel een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn. De heffingsambtenaar en de Staat worden veroordeeld tot het betalen van respectievelijk € 333 en € 167 aan schadevergoeding aan belanghebbende. Daarnaast worden de proceskosten vergoed.