[verweerder] voert ter onderbouwing van zijn verweer het volgende aan. Hij betwist niet dat hij de weekstaten (heel) vaak te laat inleverde. Dat was geen onwil, maar onmacht. Maandag is een drukke dag. Om die reden is later afgesproken om de weekstaten op dinsdag aan te leveren. Ook dat lukte niet altijd, niet alleen bij [verweerder] , maar ook niet bij anderen. Desondanks heeft [verweerder] altijd, al dan niet met vertraging, de weekstaten ingeleverd. Ook heeft hij altijd gereageerd op herinneringen, voor zowel het invullen van de weekstaten als het accorderen van de facturen. Met betrekking tot de verlofdagen heeft [verweerder] met DTT afgesproken dat hij voor de rest van het jaar één dag per week vrij nam en dus hoefde hij die dagen niet vooraf aan te vragen. [verweerder] werkte regelmatig dan alsnog op zijn vrije dag, maar deze wijze van opnemen en inboeken van vrije dagen was geen probleem. Kortom, hij heeft geen werkgeversinstructies in de wind geslagen. Bovendien is [verweerder] nooit gewaarschuwd of gewezen op arbeidsrechtelijke gevolgen als hij de weekstaten niet (tijdig) inleverde, de facturen niet (tijdig) accordeerde en zijn verlofdagen niet vooraf invulde.
[verweerder] voert aan dat de parkeerapp niet werkte op het moment dat hij wilde parkeren. Dit had [verweerder] al verschillende keren gemeld aan DTT, maar was op het moment dat hij wilde parkeren niet opgelost. [verweerder] wilde deze bekeuring met [naam 1] bespreken omdat het een gezamenlijk probleem was, aldus [verweerder] .
De tag is [verweerder] verloren tijdens zijn vakantie en daarvan heeft hij melding gemaakt op het moment dat hij de deur niet kon openen. Dat is geen liegend gedrag, aldus [verweerder] .
Wat betreft de beweerdelijke klachten van klanten voert [verweerder] aan dat hij zich daarin niet herkent. Hij heeft alle werkzaamheden uitgevoerd en van onbereikbaarheid is geen sprake geweest.
Ook is onjuist het verwijt dat hij tijdens ziekte voor eigen rekening werkzaamheden heeft verricht bij of voor derden. [verweerder] heeft wel tijdens zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid in juli 2023 zijn woning deels aangepast. Die werkzaamheden waren grotendeels uitbesteed. Hij heeft slechts enkele werkzaamheden zelf gedaan, te weten het aanbrengen van verlichting en wandcontactdozen. DTT heeft ook werkzaamheden uitgevoerd. In dat kader is ook de keuken besteld. Volgens [verweerder] is de keuken die op naam van het bedrijf Wouldn’t it be nice is besteld een keuken die voor hem privé was bedoeld en ook bij hem is geleverd en geplaatst. De bestuurder van Wouldn’t it be nice, [naam 4] , heeft de keuken voor [verweerder] betaald als bedankje voor hetgeen [verweerder] in het verleden voor haar heeft gedaan.
De kerken De Steeg en Ellecom wilden graag een camera-installatie. In dat kader heeft [verweerder] een aanvraag gedaan. Het werd al snel duidelijk dat er voor DTT geen opdracht uit zou komen omdat er geen geld was om het bekabelen door een bedrijf te laten uitvoeren. Bij DTT is het gebruikelijk dat voor een klus die niet doorgaat, geen bon wordt aangemaakt. Zo is dat ook hier gebeurd.
Met betrekking tot de groepenkast die besteld is voert [verweerder] aan dat hij niet weet waar de groepenkast is gebleven. Hij kan ook niet meer in het systeem om het uit te zoeken.
Van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten dan wel een verstoorde relatie is geen sprake, aldus [verweerder] . Voor zover de arbeidsrelatie wel, volgens DTT, ernstig en duurzaam is verstoord, is dat aan DTT te wijten, zeker door de wijze waarop zij [verweerder] in het verzoekschrift neerzet. Mocht dat tot ontbinding leiden is er vanwege ernstig verwijtbaar handelen/nalaten van DTT reden om aan [verweerder] een billijke vergoeding toe te kennen naast de wettelijke transitievergoeding. De transitievergoeding heeft [verweerder] berekend op € 17.739,83 bruto, de billijke vergoeding begroot hij, rekening houdend met een WW-uitkering en na aftrek van de transitievergoeding op € 10.100,00 bruto.
In geval van ontbinding op de i-grond maakt [verweerder] aanspraak op de extra vergoeding, gebaseerd op 50% van de transitievergoeding.