In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eisers tegen de natuurvergunning die op 18 januari 2022 aan de vergunninghouder is verleend voor het uitbreiden van bestaande geitenstallen. De rechtbank behandelt het beroep op 2 november 2023, waarbij eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. V. Wösten, en het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, vertegenwoordigd door mr. M.L. van Kalsbeek, G.W. Vosgezang en T. Portegijs, aanwezig zijn. De vergunninghouder, vertegenwoordigd door mr. S. Keywani en ing. L. Polinder, heeft een aanvraag ingediend voor de uitbreiding van de stallen om te voldoen aan de dierwelzijnseisen en om mechanische ventilatie te installeren. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag voor externe saldering, waarbij de vergunninghouder tijdelijk gebruik wil maken van emissies van een andere geitenhouderij, niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank stelt vast dat er onvoldoende waarborgen zijn dat de saldogevende activiteit niet zal worden hervat, wat in strijd is met de Wet natuurbescherming. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en oordeelt dat het college het griffierecht en proceskosten aan eisers moet vergoeden. De rechtbank concludeert dat het college een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak.