In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 17 maart 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een vergunning die op 18 januari 2022 is verleend voor de uitbreiding van geitenstallen. Verzoekers, die bezwaar maken tegen deze vergunning, hebben de voorzieningenrechter gevraagd om de vergunning te schorsen. De voorzieningenrechter heeft eerder op 14 februari 2022 een ordemaatregel getroffen door het besluit van 25 januari 2022 te schorsen. Tijdens de zitting op 14 maart 2022 is het verzoek behandeld, waarbij zowel verzoekers als de vergunninghouder aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vergunninghouder, die een melkgeitenhouderij exploiteert, een omgevingsvergunning heeft verkregen voor de uitbreiding van de stallen. De vergunninghouder wil gebruik maken van een tijdelijke vorm van externe saldering, genaamd verleasing, waarbij het aantal dieren op een andere locatie tijdelijk wordt verlaagd. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de voorlopige voorzieningprocedure zich niet leent voor het geven van een voorlopig oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit, omdat dit een complexe vraag betreft die nader onderzoek vereist.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten de schorsing van het besluit van 18 januari 2022 te handhaven, omdat er onvoldoende zekerheid is dat het project geen significante gevolgen voor Natura 2000-gebieden zal hebben. De schorsing geldt voor het gehele project, inclusief de bouwwerkzaamheden. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekers en moet het griffierecht worden vergoed.