Uitspraak
1.De inhoud van de vordering
2.De procedure
- Veroordeelde heeft gelden verdiend uit herstel- en reparatiewerkzaamheden van auto’s vanuit de [adres] in [plaats] .
- Veroordeelde heeft gelden ontvangen van zijn moeder.
- Het gestelde beginsaldo van € 0,- is niet juist, omdat veroordeelde begin 2018 beschikte over € 25.000 aan contant geld, afkomstig uit een lening.
- Het bedrag dat als investeringsuitgaven is opgenomen, kan niet als wederrechtelijk verkregen voordeel worden aangemerkt. Het is gebaseerd op een verkeerde duiding van de EncroChat-berichten. Ten eerste blijkt niet dat daadwerkelijk door veroordeelde is geïnvesteerd. Ten tweede blijkt niet of de bedragen in de lijst kosten zijn of investeringen en door wie de bedragen dan zouden zijn geïnvesteerd. Ten derde blijkt uit het dossier dat door anderen wél is geïnvesteerd in de groep van [medeverdachte] en [medeverdachte] .
- De aanschaf van de auto’s kan worden verklaard door de inkomsten uit werkzaamheden, door de gelden ontvangen van moeder en door een lening.
- De kasstortingen bevinden zich niet in het dossier, waardoor deze post dient te vervallen.
3.De beoordeling van de vordering
- medeplegen vanopzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod, meerdere malen gepleegd;
- medeplegen van
- van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
- deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde lid, 10, vierde lid en 10a, eerste lid, van de Opiumwet.
€ 258.311,37
- € 20.322,-, totaal contant aan huur betaald voor de percelen [adres] en daarna [adres] te [plaats] :
- € 26.388,87, totaal contante stortingen bankrekeningen binnen het gezin:
- € 5.240, - ,totaal aan nep salaris ontvangen op de ING rekening van [naam] , afkomstig van [bedrijf] . Het is aannemelijk dat dit salaris uiteindelijk uit de kas/portemonnee van verdachte [verdachte] afkomstig was.
- € 12.296,-contant uitgegeven ten behoeve van de speedboot van verdachte [verdachte] .
- € 87.465,- ,totaal in een drugslab geïnvesteerd.
- € 22.405,50 ,totaal contant uitgegeven aan vakanties.
- € 67.194,- ,totaal aan voertuigen uitgegeven.
€ 87.565,- ,in plaats van om € 87.465, - zoals in het rapport is opgenomen.
“Dit ging over spullen die gehaald waren. Dit gaat over de investering. Volgens mij ging dit om 1 locatie en volgens mij ging dit over Apeldoorn . Het ging niet alleen om zijn geld maar ook om de groep die erboven zit. Het [is] dus niet alleen zijn geld dat geïnvesteerd zou zijn. Wij deden alles van de pot, de grote groep. Eigenlijk is niks van hem zelf. Er is een lijstje bijgehouden door hem, daarom spraken wij over dat verhaal van jou.”
€ 87.565,- .
€ 63.359,-, bestaande uit:
- Audi Q2 met kenteken [kenteken] ( € 20.000,- )
- Mercedes met kenteken [kenteken] ( € 15.000,- );
- BMW met kenteken [kenteken] ( € 6.250,- ).
- de Opel Vivaro ( € 2.359,- ),
- de Renault Megane ( € 4.750,- ) en
- de Audi Q5 ( € 15.000,- ).
€ 237.576,37 .
- € 20.322,-, totaal contant aan huur betaald voor de percelen [adres] en daarna [adres] te [plaats] :
- € 26.388,87, totaal contante stortingen bankrekeningen binnen het gezin:
- € 5.240,-, totaal aan nep’ salaris ontvangen op de ING rekening van [naam] , afkomstig van [bedrijf] . Het is aannemelijk dat dit salaris uiteindelijk uit de kas/portemonnee van verdachte [verdachte] afkomstig was.
- € 12.296,-contant uitgegeven ten behoeve van de speedboot van verdachte [verdachte] .
- € 87.565,-, totaal in een drugslab geïnvesteerd.
- € 22.405,50, totaal contant uitgegeven aan vakanties.
- € 63.359,-, totaal aan voertuigen uitgegeven.
€ 237.576,37
wederrechtelijk verkregen voordeel)
€ 218.090,42
€ 218.090,42 .
€ 53.546,-:
- [auto] met kenteken [kenteken] (€ 20.000,-);
- [auto] met kenteken [kenteken] (€ 15.000,-);
- speedboot met kenteken [kenteken] (12.296,-);
- BMW met kenteken [kenteken] (€ 6.250,-).
€ 164.544,42.
€ 218.090,42en de rechtbank zal hem veroordelen tot betaling van het bedrag van
€ 164.544,42aan de Staat.
3 jaren.
4.De toegepaste wettelijke bepalingen
5.De beslissing
€ 218.090,42;
€ 164.544,42;
3 jaren.