Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde partij 1] ,
2.
[gedaagde partij 2],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert de eisende partij, een geldgever, schadevergoeding van de gedaagde partijen, een notaris en zijn praktijkvennootschap, wegens beroepsfouten bij de vestiging van hypotheekrechten. De eisende partij had op 27 maart 2019 een geldleningsovereenkomst gesloten met een vennootschap, waarbij hypotheekrechten op registergoederen van deze vennootschap en een andere vennootschap moesten worden gevestigd. De notaris heeft echter een akte opgesteld die ambigu was en waarin geen geldige titel voor de vestiging van het hypotheekrecht op de registergoederen van de tweede vennootschap was opgenomen. Na faillissement van beide vennootschappen heeft de curator de hypotheekrechten vernietigd, waardoor de eisende partij zich niet als separatist kon verhalen op haar zekerheidsrechten. De rechtbank oordeelt dat de notaris zijn zorgplicht heeft geschonden door niet te wijzen op het ontbreken van een geldige titel en de consequenties daarvan. De rechtbank concludeert echter dat de beroepsfout van de notaris niet heeft geleid tot schade voor de eisende partij, omdat de curator de rechtshandeling ook zonder beroepsfout had vernietigd. De vorderingen van de eisende partij worden deels toegewezen, maar de proceskosten worden gecompenseerd.