ECLI:NL:RBGEL:2023:2840

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
C/05/416521 / KG ZA 23-89
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een branchebeschermingsbepaling in een huurovereenkomst met betrekking tot de verkoop van bloemen en planten

In deze zaak vordert O2 FLOWERS & PLANTS B.V. dat COOP VASTGOED B.V. wordt verboden te handelen in strijd met de branchebeschermingsbepaling in hun huurovereenkomst. De procedure is gestart na een geschil over een spaaractie die door de PLUS-supermarkt, die door COOP Vastgoed wordt verhuurd, werd gehouden. O2 stelt dat deze spaaractie in strijd is met de exclusieve rechten die zij heeft op de verkoop van bloemen en planten in het winkelcentrum Nettomarkt te Rotterdam. De huurovereenkomst bevat een bepaling die beide partijen verplicht om overlap in assortiment te voorkomen, en O2 stelt dat de spaaractie van de PLUS-supermarkt deze bepaling schendt. COOP Vastgoed betwist dit en stelt dat de spaaractie niet als verkoop kan worden aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de spaaractie wel degelijk als verkoop moet worden gezien en dat COOP Vastgoed in strijd handelt met de huurovereenkomst. De rechter verbiedt COOP Vastgoed om de spaaractie voort te zetten en legt een dwangsom op voor elke dag dat zij in strijd handelt met dit vonnis. Daarnaast wordt COOP Vastgoed veroordeeld in de proceskosten van O2.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/416521 / KG ZA 23-89
Vonnis in kort geding van 26 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
O2 FLOWERS & PLANTS B.V.,
gevestigd te Maassluis,
eiseres,
advocaat mr. J.E. de la Croix te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COOP VASTGOED B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. M.R. van de Zand te Tiel.
Partijen zullen hierna O2 en COOP Vastgoed genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 maart 2023 met producties 1 tot en met 10;
- het e-mailbericht van 23 maart 2023 van de zijde van COOP Vastgoed met
productie 1;
- het e-mailbericht van 23 maart 2023 van de zijde van COOP Vastgoed met
productie 2;
- de mondelinge behandeling van 24 maart 2023, waar de advocaten mede aan de
hand van spreekaantekeningen hun standpunten uiteengezet hebben ;
- de akte uitlaten van 6 april 2023 van de zijde van O2;
- de akte uitlaten van 12 april 2023 van de zijde van COOP Vastgoed.
Tenslotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
O2 is een onderneming die winkels in bloemen en planten exploiteert in Rotterdam.
2.2.
COOP Vastgoed is een onderneming die onroerende zaken huurt, verhuurt en exploiteert. De bestuurder van COOP Vastgoed is Plus Holding B.V.
2.3.
Op 19 mei 2021 is tussen COOP Vastgoed en O2 een schriftelijke huurovereenkomst getsloten. Op basis van deze huurovereenkomst huurt O2 van COOP Vastgoed een winkelruimte in winkelcentrum Nettomarkt in Rotterdam. In de huurovereenkomst staat onder meer het volgende:
(…)
24. Branchebescherming:
Verhuurder en huurder erkennen beide het belang van het aanbieden van een zo gevarieerd mogelijk assortiment. Derhalve zullen zij zich beide inspannen om overlap in assortiment zoveel mogelijk te voorkomen of beperken. Verhuurder zal in dat kader aan huurder exclusief het recht verlenen om binnen het winkelcentrum bloemen te mogen verkopen. Huurder zal zich in dat kader ook beperken tot de verkoop van bloemen en planten en direct daaraan verwant assortiment. (…)
2.4.
Op de huurovereenkomst zijn de algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW van toepassing.
2.5.
In het door COOP Vastgoed geëxploiteerde vastgoed van winkelcentrum Nettomarkt in Rotterdam is ook een PLUS-supermarkt gevestigd. Deze PLUS-supermarkt wordt door COOP Supermarkten B.V. geëxploiteerd.
2.6.
Van 5 maart 2023 tot en met 15 april 2023 heeft bij de Plus-supermarkten een landelijke spaaractie gelopen waarmee klanten voor zogeheten “Tuingroeiers” kunnen sparen. Dit zijn drie winterharde en kleurrijke planten ter waarde van € 14,99. Klanten ontvingen bij besteding van elke 10 euro aan boodschappen 1 zegel. Bij inlevering van een volle spaarkaart met bijbetaling van € 0,99 kunnen zij kort voor moederdag, te weten op donderdag 11 mei, vrijdag 12 mei of zaterdag 13 mei 2023 de planten bij de Plus-supermarkt ophalen.
2.7.
Bij e-mailbericht van 1 maart 2013 heeft de [gedaagde] van O2 (hierna te noemen: [gedaagde] ) aan de [werknemer Plus] van Plus Retail B.V. het volgende bericht gestuurd:
‘Wij zijn de bloemist in de Nettomarkt (…), misschien bij u beter bekend als Plus-Carnisse.
Tot mijn verbazing zag ik gisteren een groot reclamebord op de stoep op de Pleinweg met als aanbieding zomerbloeiers.
Ik neem aan dat deze aanbieding een misverstand is en niet bedoeld is voor deze winkel. In ons contract staat namelijk dat er in het winkelcentrum bij geen enkele winkel, behalve onze bloemenwinkel, verse bloemen en/of planten mogen worden verkocht.
Ik ga er dan ook vanuit dat deze aanbieding en de aanbiedingen die in de toekomst gepland staan, niet bij Plus-Carnisse op de Pleinweg aangeboden zal worden’.
2.8.
In reactie hierop heeft de heer [werknemer Plus] op 2 maart 2023 als volgt gereageerd:
‘(…) Het is juist dat er een landelijke spaaractie plaats zal vinden bij alle PLUS supermarkten (…)
Ons inziens is deze spaaractie toegestaan conform contract.
Het huurcontract legt ons beiden een inspanningsverplichting op om overlap in assortiment zoveel mogelijk te voorkomen en geeft u daarnaast een exclusief recht om binnen het winkelcentrum bloemen te verkopen. Nog even los van het feit dat er hier geen sprake is van ‘verkoop’, maar van een spaaractie, sparen consumenten niet voor bloemen, maar voor tuinplanten. Daarnaast is er sprake van een landelijke actie, waardoor alle PLUS supermarkten uit hoofde van de geldende reclameregelgeving verplicht zijn om deel te nemen’.
2.9.
Diezelfde dag heeft [gedaagde] geschreven dat het aan O2 verleende exclusieve recht ziet op bloemen en planten, dat de spaaractie wel degelijk als verkoop moet worden gezien en dat Plus Retail er voor had kunnen kiezen om de PLUS-supermarkt in het winkelcentrum Nettomarkt te Rotterdam van deze spaaractie uit te sluiten.
2.10.
Vervolgens heeft de advocaat van O2 Plus Retail B.V. bij brief van 3 maart 2023 gesommeerd om schriftelijk te bevestigen dat de overeengekomen branchebeschermingsbepaling zal worden nageleefd en dat de PLUS Supermarkt in het winkelcentrum Nettomarkt te Rotterdam niet aan de desbetreffende spaaractie zal meedoen.
2.11.
Bij brief van 7 maart 2023 heeft mevrouw [bedrijfsjurist PLUS] , bedrijfsjurist bij Plus Retail B.V., bericht dat er geen gehoor aan de sommatie zal worden gegeven, nu de desbetreffende PLUS-supermarkt verplicht is mee te doen met centraal georganiseerde acties en artikel 24 van de huurovereenkomst zich hiertegen ook niet verzet.
2.12.
Bij e-mailbericht van 9 maart 2023 heeft de [oud werknemer COOP Vastgoed] die in het verleden bij COOP Vastgoed werkzaam is geweest onder meer het volgende aan [gedaagde] geschreven:
‘(…) Vanuit mijn vorrige dienstbetrekking als zijnde projectontwikkelaar, acquisiteur bij Coop Vastgoed B.V. ben ik (mede) verantwoordelijk geweest voor de herontwikkeling van het winkelcentrum Nettomarkt gelegen aan de Pleinweg te Rotterdam. In die hoedanigheid heb ik ook met u een nieuwe huurovereenkomst gesloten waarmee u uw reeds jarenlang in het winkelcentrum gevestigde bloemenzaak verplaatste naar een nieuwe winkelruimte. Zoals gezegd ben ik inmiddels niet meer werkzaam voor Coop Vastgoed B.V., zijnde uw verhuurder, wel heb ik al vanuit mijn huidige werkgever nog raakvlak met het winkelcentrum. Nu er een discussie is gerezen tussen u en verhuurder over te verkopen assortiment, ben ik, conform uw verzoek, bereid om nadere uitleg te geven aan de inhoud van de destijds met u gesloten branchebeschermingsclausule in de gesloten huurovereenkomst.
Zowel het oude winkelcentrum als het nieuwe (gerenoveerde) winkelcentrum werd geexploiteerd vanuit een concessionaris-concept, waarbij belangrijk doel is om gezamenlijk een zo compleet mogelijk aanbod (assortiment) te voeren. Een zo compleet mogelijk aanbod ontstaat wanneer er sprake is van zo min mogelijk overlap in assortiment. Eén van de contractuele afspraken die er daarom in uw huurovereenkomst is opgenomen is een zgn. branchebeschermingsclausule. Ondanks dat u deze clause (artikel) tekstueel beter zult kennen dan ik, weet ik uiteraard wel met wel gedachte deze clausule is opgesteld. Het doel van deze clausule is en was om niet alleen u als huurder en exploitant van een bloemen – en planten zaak, maar ook verhuurder en exploitant van een supermarktbedrijf beide zoveel mogelijk te beschermen tegen het over- en weer te koop aanbieden van overlappende assortiment. Kortom de supermarkt verkoopt geen bloemen en planten in de supermarkt en u verkoopt geen vleeswaren en brood in uw bloemen en planten winkel. Mijns inziens is de branchebeschermingsclausule in die geest opgesteld en ook duidelijk verwoord. Het lijkt mij dat hier inhoudelijk weinig grote discussie over kan ontstaan met uw verhuurder. (…)’

3.De vordering en het verweer

3.1.
O2 vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
COOP Vastgoed zal verbieden te handelen in strijd met de bepaling over branchebescherming zoals neergelegd in artikel 24 van de huurovereenkomst, en per direct de spaaractie en de verkoop van de planten in de PLUS Supermarkt aan de Plein 156-72 te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden;
COOP Vastgoed zal veroordelen tot betaling van een dwangsom aan O2 van
€ 25.000,00 voor iedere dag de overtreding voortduurt vanaf de dag na betekening van het ten deze te wijzen vonnis;
Althans die voorziening zal treffen die de voorzieningenrechter gerade voorkomt;
COOP Vastgoed zal veroordelen in de proceskosten;
COOP Vastgoed zal veroordelen in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het te dezen te wijzen vonnis.
3.2.
O2 legt aan haar vordering ten grondslag dat COOP Vastgoed in strijd handelt met artikel 24 van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst door toe te staan/niet te verbieden dat de PLUS-supermarkt in het winkelcentrum Nettomarkt te Rotterdam meedoet met de Tuingroeiers-spaaractie. Dit betekent dat deze PLUS-supermarkt op 11, 12 of 13 mei 2023 over zal gaan tot uitreiking van tuinplanten aan haar klanten. Aangezien partijen volgens O2 ten tijde van het sluiten van de huurovereenkomst hebben beoogd dat O2 het exclusieve recht op de verkoop van bloemen en planten zou toekomen, schiet COOP Vastgoed tekort dan wel zal zij tekortschieten in de nakoming van haar verplichting zoals weergegeven in artikel 24 van de huurovereenkomst. O2 verwijst voor de bedoeling van partijen bij de inhoud van deze bepaling naar de verklaring van de [oud werknemer COOP Vastgoed] die destijds werkzaam bij COOP Vastgoed.
3.3.
COOP Vastgoed voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de gevraagde voorzieningen, met veroordeling van O2 in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover relevant, hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisendheid
4.1.
Het spoedeisend belang vloeit in voldoende mate voort uit de stellingen van O2. Op grond van de branchebeschermingsbepaling die in de huurovereenkomst is opgenomen, is de inzet van deze kort geding procedure om de spaaractie bij de PLUS-supermarkt in het winkelcentrum Nettomarkt te Rotterdam te stoppen dan wel te voorkomen dat de te sparen planten op 11, 12 of 13 mei 2023 in het winkelcentrum Nettomarkt worden uitgegeven. O2 stelt dat zij als kleine bloemenwinkel niet kan concurreren tegen een dergelijke spaaractie waarbij klanten tegen bijbetaling van € 0,99 drie planten ontvangen met een waarde van
€ 14,99 en deze actie in strijd is met de (strekking van de) in de huurovereenkomst gemaakte afspraken
Omvang/uitleg overeenkomst: bloemen en (of) planten?
4.2.
Niet in geschil is dat COOP Vastgoed en O2 de huurovereenkomst hebben gesloten waarin een branchebeschermingsbepaling is opgenomen. Ook staat vast dat COOP Vastgoed aan COOP Supermarkten B.V. een winkelruimte in het winkelcentrum Nettomarkt te Rotterdam verhuurt waarin die laatste een PLUS-supermarkt exploiteert. Deze PLUS-supermarkt doet mee aan de landelijke spaaractie zoals weergegeven onder 2.6. van de feiten.
4.3.
Beoordeeld dient te worden of COOP Vastgoed door het gedogen dat de PLUS-supermarkt in het winkelcentrum bedoelde spaaractie houdt in strijd handelt met artikel 24 van de huurovereenkomst. Volgens O2 is dit het geval, nu de branchebeschermingsbepaling ziet op de verkoop van bloemen én planten en de spaaractie als verkoop moeten aangemerkt. Volgens COOP Vastgoed is dit niet het geval, nu in de branchebeschermingsbepaling staat dat er alleen een exclusieve recht is verleend voor de verkoop van bloemen en
nietvan planten. Daarnaast meent COOP Vastgoed dat de spaaractie ook niet onder de noemer ‘verkoop’ kan worden gebracht. Partijen verschillen dus van mening hoe de bepaling dient te worden uitgelegd.
4.4.
De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht. [1]
4.5.
O2 stelt dat artikel 24 van de huurovereenkomst met het doel is opgenomen om consumenten in het winkelcentrum een gevarieerd assortiment te bieden en dat met deze bepaling is beoogd dat O2 binnen het winkelcentrum exclusiviteit zou verkrijgen ten aanzien van het aanbieden van haar assortiment, te weten bloemen en planten. In dat kader verwijst O2 ook naar de verklaring van de [oud werknemer COOP Vastgoed] , voormalige medewerker van COOP Vastgoed die bij het sluiten van de desbetreffende huurovereenkomst betrokken is geweest. In zijn verklaring bevestigt [oud werknemer COOP Vastgoed] dat het doel van de branchebeschermingsbepaling was om binnen het winkelcentrum Nettomarkt een zo compleet mogelijk assortiment te laten voeren en dat het aan O2 verleende exclusieve recht op de verkoop van zowel bloemen als planten zag. Gelet hierop is in het bestek van dit kort geding voldoende aannemelijk gemaakt dat partijen bedoeld hebben de door O2 gestelde uitleg van artikel 24 van de huurovereenkomst over een te komen. Daar zal de voorzieningenrechter bij de verdere beoordeling van het geschil dan ook van uit gaan. Dat [oud werknemer COOP Vastgoed] naderhand aan COOP Vastgoed heeft bericht dat hij O2 geen toestemming heeft gegeven om zijn verklaring in deze procedure te gebruiken, doet aan de inhoud van die verklaring niet af.
Omvang/uitleg overeenkomst: spaaractie, verkoop?
4.6.
Zoals uit het voorgaande volgt, twisten partijen voorts over de vraag of de onderhavige spaaractie wel als verkoop als bedoeld in artikel 24 van de huurovereenkomst moet worden aangemerkt. Overwogen wordt dat spaaracties worden ingezet om bestaande klanten vast te houden en nieuwe klanten aan te trekken en dat klanten van de PLUS-supermarkten bij de onderhavige spaaractie bij inlevering van een volle spaarkaart een bedrag van € 0,99 moeten bij betalen om een voucher te ontvangen waarmee zij in het weekend vóór moederdag de planten kunnen ophalen. Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter leidt een redelijke uitleg van artikel 24 van de huurovereenkomst er toe dat deze spaaractie onder de noemer ‘verkoop’ moet worden gebracht. Er wordt immers (onder meer) een prijs in geld verlangd voordat de PLUS-supermarkt tot afgifte van de planten overgaat. De enkele omstandigheid dat de te betalen prijs niet in verhouding staat tot de waarde van de planten, maakt niet dat er geen sprake is van verkoop. De stelling van COOP Vastgoed dat de desbetreffende PLUS-supermarkt er wellicht nog voor kan kiezen om de financiële bijdrage van € 0,99 niet bij haar klanten in rekening te brengen en er daardoor geen sprake is van verkoop, zal de voorzieningenrechter onbesproken laten. COOP Supermarkten B.V. is geen partij in deze procedure en niet gesteld of gebleken is dat de financiële bijdrage van € 0,99 niet bij de klanten in rekening wordt gebracht.
4.7.
Het voorgaande betekent dat COOP Vastgoed als verhuurder in strijd handelt dan wel zal handelen met het bepaalde in artikel 24 van de huurovereenkomst door toe te staan dan wel niet te voorkomen dat binnen het winkelcentrum Nettomarkt door een andere huurder planten worden verkocht.
Beperking door mededingingswet?
4.8.
Over het beroep van COOP Vastgoed dat artikel 24 van de huurovereenkomst een nietige bepaling is, omdat het in strijd is met artikel 6 Mededingingswet (Mw) respectievelijk artikel 101 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), wordt het volgende overwogen.
4.9.
Op grond van artikel 6 lid 1 Mw zijn - voor zover in deze zaak van belang - overeenkomsten die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst verboden. Overeenkomsten die aan deze vereisten voldoen, van rechtswege nietig op grond van artikel 6 lid 2 Mw.
4.10.
Op grond van artikel 101 lid 1 VWEU zijn - voor zover in deze zaak van belang - overeenkomsten tussen ondernemingen, welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst, van rechtswege nietig op grond van artikel101 lid 2 VWEU.
4.11.
COOP Vastgoed stelt zich op het standpunt dat de tussen partijen overeengekomen branchebeschermingsbepaling (artikel 24 van de huurovereenkomst) een bepaling is die de strekking heeft de mededinging te beperken en daarmee nietig is. In dat geval is het niet nodig dat bewezen wordt dat de mededinging wordt beperkt.
4.12.
O2 betwist deze lezing en beroept zich op het arrest van het Hof van Justitie van 26 november 2015, bekend als het Maxima-arrest. [2] Volgens O2 volgt uit dit arrest dat een branchebeschermingsbeding in beginsel geen bepaling is dat als uitgangspunt de strekking heeft om de mededinging te beperken. Voor het geval de voorzieningenrechter hierover anders mocht oordelen, beroept O2 zich op de bagatelvoorziening van artikel 7 Mw. Het gaat in het onderhavige geval om een klein winkelcentrum, waarin O2 maar een klein aandeel heeft. Ook beperkt de branchebeschermingsbepaling COOP Vastgoed, en in het bijzonder de PLUS-supermarkt niet, aldus O2.
4.13.
In artikel 6 Mw wordt een onderscheid maakt tussen doel- of strekkingbeperkingen enerzijds en gevolgbeperkingen anderzijds. De voorzieningenrechter is vooralsnog van oordeel dat het bepaalde in artikel 24 van de huurovereenkomst kwalificeert als strekkingsbepaling die in strijd is met artikel 6 lid 1 Mw. Het gaat in het onderhavige geval om een afspraak tussen O2 en COOP Vastgoed die regelt dat O2 de enige is die bloemen en planten in het winkelcentrum Nettomarkt te Rotterdam mag verkopen, terwijl het in het in het Maxima-arrest ging om een branchebeschermingsbeding dat in potentie de mededinging
kanbeperken. [3] Evenwel is naar zijn voorlopig oordeel eveneens voldoende aannemelijk dat O2 een beroep toekomt op het bepaalde in artikel 7 Mw. Het is niet aannemelijk dat partijen een marktaandeel van meer dan 10% hebben of dat de handel tussen lidstaten van de Europese Unie door deze afspraak negatief wordt beïnvloed. Op grond van dit laatste komt COOP Vastgoed ook geen beroep toe op artikel 101 VWEU. Dit betekent vooralsnog dat artikel 24 van de huurovereenkomst niet nietig is, en O2 daarvan nakoming kan vorderen.
4.14.
Gelet op het feit dat de verzilvering van de spaaractie vlak voor moederdag plaatsvindt, terwijl aannemelijk is dat dit voor O2 een weekend is waarin normaliter veel omzet word gemaakt wordt, acht de voorzieningenrechter genoegzaam gebleken dat O2 een gerechtvaardigd belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorzieningen. Dit betekent dat de voorzieningenrechter COOP Vastgoed zal verbieden in strijd te handelen met artikel 24 van de huurovereenkomst en COOP Vastgoed zal gebieden de uitgifte van de planten op 11, 12 en 13 mei 2023 in de PLUS Supermarkt in het winkelcentrum Nettomarkt te doen staken en gestaakt te doen houden. De overige gevraagde voorzieningen worden afgewezen, nu COOP Vastgoed niet de exploitant van de desbetreffende PLUS-supermarkt is.
4.15.
Aangezien het sparen van de zegels voor de onderhavige spaaractie inmiddels is afgelopen, zal de gevorderde dwangsom alleen worden toegewezen voor zover het ziet op de uitgifte van de planten op 11, 12 of 13 mei 2023. De gevorderde dwangsom wordt voor het overige gematigd en gemaximeerd als hierna te melden.
4.16.
Voor zover COOP Vastgoed heeft willen betogen dat zij rauwelijks is gedagvaard, omdat de eerdere ingebrekestelling van O2 niet aan haar is gezonden maar aan Plus Retail B.V. is gezonden, heeft COOP Vastgoed nagelaten aan deze stelling rechtsgevolgen te verbinden. Bovendien acht de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat COOP Vastgoed wel van de sommatie op de hoogte was, nu PLUS Retail B.V. inhoudelijk op de sommatie heeft gereageerd en uit het overgelegde uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel volgt dat Plus Retail B.V. dezelfde bestuurder als COOP Vastgoed heeft.
4.17.
Het voorgaande betekent dat COOP Vastgoed als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten zal worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van O2 worden begroot op
- dagvaardingskosten € 132,42
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.887,42
4.18.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt COOP Vastgoed in strijd te handelen met de bepaling over de branchebescherming zoals neergelegd in artikel 24 van de huurovereenkomst;
5.2.
gebiedt COOP Vastgoed na betekening van dit vonnis de spaaractie en de verkoop van de planten in de PLUS Supermarkt aan de Plein 156-72 te doen staken en gestaakt te doen houden, inhoudende dat er (op 11, 12 of 13 mei 2023) geen gespaarde “Tuingroeiers” in het winkelcentrum Nettomarkt te Rotterdam worden uitgegeven, op straffe van verbeurte van een dwangsom aan O2 van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan met een maximum van € 15.000,00;
5.3.
veroordeelt COOP Vastgoed in de proceskosten van O2 tot op heden begroot op
€ 1.887,42;
5.4.
veroordeelt COOP Vastgoed in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat COOP Vastgoed niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.W. de Groot en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023.
Coll: cl

Voetnoten

1.Hoge Raad 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158 (Haviltex).
2.Hof van Justitie 26 november 2015; ECLI:EU:C:2015:784 (het Maxima arrest).
3.Anders: Gerechtshof Den Haag 26 april 2016 ECLI:NL:GHDHA:2016:2018.