ECLI:NL:RBGEL:2023:2311
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening in beroepszaak inzake beëindiging recht op opvang gemeentelijke opvang
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die in beroep is gegaan tegen het besluit van de burgemeester van Westervoort. Dit besluit, genomen op 28 november 2022, beëindigde het recht op opvang van verzoekster en haar kinderen in de gemeentelijke opvang. De burgemeester handhaafde dit besluit in een daaropvolgend bezwaar, waardoor verzoekster en haar kinderen de opvang uiterlijk op 21 maart 2023 moesten verlaten. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 6 april 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel verzoekster als de gemachtigden van de burgemeester aanwezig waren. De rechter oordeelt dat de rechtsvraag of de burgemeester, zolang het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in rechte onaantastbaar is, zelfstandig het EU-recht moet beoordelen en toepassen, een principiële vraag is die niet in een voorlopige voorzieningenprocedure kan worden beantwoord. Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, en het bestreden besluit wordt geschorst tot de uitspraak op het beroep.
De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster een spoedeisend belang heeft bij het verzoek en dat de gevolgen van het bestreden besluit voor haar minderjarige kinderen aanzienlijk zijn. De burgemeester wordt veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan verzoekster, die in totaal € 1.674,- bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.