Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2023
[Eiseres A] , uit [plaats B] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem, het college
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
… het zelfstandige verblijfsobject voorheen gelegen aan [adres F] te vernummeren [aan het adres C] woonfunctie) …’’.
is het nu voorstelbaar om van dit pand een zelfstandige woning te maken, aangezien de ruimtelijke context van de omgeving de laatste jaren is veranderd. Een belangrijke afweging hierin is het feit dat door de transformatie van het aangrenzende voormalig HKA terrein naar woongebied hier veel meer een voorkant situatie is ontstaan. Na effectuering van privaatrechtelijke afspraken grenst deze woning ook veel meer aan de openbare weg en is er geen sprake meer van een achtererf. Het stedenbouwkundig advies is dus positief …’’
Om uiteindelijk een integrale afweging te maken zal er via de hiervoor geldende procedure een omgevingsvergunning ingediend moeten worden waarbij de ruimtelijke effecten van het zelfstandig worden van deze woning inzichtelijk worden gemaakt (o.a. privacy, parkeren, afval, bergruimte, buitenruimte etc.)’ Naar het oordeel van de rechtbank maakt deze zin, die volgt ná de door eiseres aangehaalde passage, dat geen sprake is van een ondubbelzinnige toezegging waaraan eiser redelijkerwijs het vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat het college de omgevingsvergunning zou verlenen. Het benoemen dat het stedenbouwkundig advies positief is en dat een omgevingsvergunning kan worden aangevraagd, behelst geen uitdrukkelijke standpuntbepaling van het college dat het daadwerkelijk de omgevingsvergunning verleent.
ik … bewoner van … te [plaats B] , heb geen bezwaar tegen woonfunctie van [D] , [aan het adres C] te [plaats B] .’heeft niet tot gevolg dat het college in strijd handelt met het fair play-beginsel, wanneer het geen omgevingsvergunning verleend voor zelfstandige bewoning van het gebouw. Zo heeft het college gemeld dat de naaste buren wel bezwaar hebben tegen zelfstandige bewoning van het gebouw. Ook neemt de rechtbank in overweging dat het college ook het algemene belang in ogenschouw dient te nemen bij het wel of niet verlenen van een omgevingsvergunning voor zelfstandige bewoning. Voor de stelling dat eiseres de wanprestatie van de projectontwikkelaar ten opzichte van de gemeente Arnhem tot het realiseren van een recht van overpad toegerekend krijgt, zijn onvoldoende objectieve aanknopingspunten aangedragen door eiseres. Door eiseres zijn ook onvoldoende objectieve aanknopingspunten naar voren gebracht die op een schending van het verbod op vooringenomenheid door het college wijst. Gelet op het voorgaande slaagt de beroepsgrond niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Artikel 1:3
Artikel 2:4
Artikel 3:2
Artikel 3:4
Artikel 3:46
Artikel 7:4
Artikel 8:58
Artikel 4.1
Artikel 2.1
Artikel 2.12
Artikel 2.22
Artikel 2.7
Artikel 4
Artikel 1 Begrippen
Artikel 15: Wonen
Artikel 1 Begrippen
Artikel 3 Overige regels
Artikel 1 Parkeernorm
Artikel 2 Ontheffing van de parkeernorm
- de benodigde parkeer- of stallingsruimte in een naburige stallingsruimte binnen een loopafstand van maximaal 500 meter wordt gerealiseerd, hierbij gaat het om kleinschalige nieuw-of verbouwplannen in de bestaande stad, of:
- het om bouwplannen gaat waarbij openbare parkeerplaatsen op een aaneengesloten grondgebied deel uitmaken van het bouwplangebied, hierbij gaat het om grootschalige nieuwbouwprojecten waarbij de benodigde parkeerplaatsen binnen een loopafstand van maximaal 30 meter worden gerealiseerd, of:
- voor een bouwplan in het verleden parkeerplaatsen in het openbare gebied zijn aangelegd, maar alleen wanneer de aanvrager kan aantonen dat het reëel is dat de parkeerplaatsen aan het plan kunnen worden toegerekend, of:
- er voldoende ruimte op de openbare weg aanwezig is om de parkeerdruk op te vangen. Voor de beoordeling van het opvangen van de parkeerdruk op de openbare weg wordt indien nodig gebruikt gemaakt van de methode ‘parkeerbalans’ uit publicatie 182 “Parkeerkencijfers – Basis voor parkeernormering” of volgende publicaties van het CROW.