In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 17 maart 2023, zijn twee zaken behandeld die betrekking hebben op de afwijzing van aanvragen voor maatwerkvoorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen. Eiser, die lijdt aan een pijnsyndroom en gebruik maakt van een rolstoel, heeft meerdere aanvragen ingediend voor voorzieningen, waaronder een tijdelijke rolstoel en andere aanpassingen aan zijn woning. Het college heeft deze aanvragen afgewezen, onder andere op de grond dat eiser niet feitelijk woonachtig zou zijn in de gemeente Wijchen en onvoldoende zou hebben meegewerkt aan het onderzoek. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte het verzoek om een dwangsom heeft afgewezen, omdat eiser tijdig een aanvraag heeft ingediend en het college niet binnen de wettelijke termijn heeft beslist. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat het college de afwijzing van de aanvraag voor een tijdelijke rolstoelvoorziening niet op de juiste gronden heeft gebaseerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende informatie beschikbaar was om te concluderen dat er sprake was van een spoedeisend geval, en dat het college ten onrechte heeft gesteld dat eiser onvoldoende heeft meegewerkt aan het onderzoek.
De rechtbank heeft de besluiten van het college vernietigd en bepaald dat het college aan eiser een dwangsom van € 1.442,- moet betalen en een tijdelijke rolstoelvoorziening moet verstrekken. Tevens moet het college een nieuw besluit nemen met betrekking tot de overige gevraagde voorzieningen, waarbij het college duidelijk moet maken welke informatie en medewerking van eiser wordt verwacht. De rechtbank heeft een dwangsom vastgesteld voor het geval het college in gebreke blijft om binnen de gestelde termijn een nieuw besluit te nemen.