De andere twee medewerksters hebben ook verklaard dat eiser onvoorspelbaar gedrag vertoonde en dat zij zich onveilig voelden op het werk. Na problemen rondom haar hersteld melding voelde één van de medewerksters zich buitengesloten, omdat eiser niet duidelijk maakte waarom zij aan bepaalde bijeenkomsten niet deel mocht nemen. Ondanks vele verzoeken van haar zijde om kenbaar te maken waarom eiser van mening was dat zij niet voldoende functioneerde, onderbouwde eiser dat niet. Volgens de medewerkster vergeleek eiser medewerkers op een onplezierige wijze en zonder onderbouwing. Eiser liet zich snerend uit over andere medewerkers. De sfeer in het team ervoer zij als gespannen en zij constateerde dat er meestal sprake was van eenrichtingsverkeer tussen eiser en de medewerkers. Zij had constant het gevoel alert te moeten blijven.
Ook de derde medewerkster verklaarde dat een concretisering over haar functioneren niet werd gegeven en dat er alleen maar kritiekpunten werden genoemd. Ook gaf zij aan dat er een ijzige sfeer in het team hing en men elkaar ontliep. Zij noemde eiser een leidinggevende met twee gezichten .
Deze houding en dit gedrag van eiser die zich buiten het zicht van de directeur Corporate Dienst Communicatie hebben afgespeeld, brengen volgens verweerder eisers positie en zijn geloofwaardigheid in zijn functie, ondanks zijn overigens goede inhoudelijke functioneren, sterk in het gedrang.
Eiser is voldoende in de gelegenheid gesteld om te reageren op de onderzoeksbevindingen. Daarbij is verweerder niet gebleken dat eiser zelf tot het inzicht is gekomen dat zijn gedrag niet past bij een leidinggevende rol.
Verweerder wijst erop dat bij de Belastingdienst/Toeslagen, waarbij eiser ook een leidinggevende functie vervulde, in het verleden een soortgelijke situatie speelde. Hoewel er geen dossier is opgemaakt, wordt volgens verweerder uit de verklaringen van de heer [naam] , die volgens verweerder consistent zijn, genoegzaam duidelijk wat de reden is geweest voor eisers vertrek per direct bij de Belastingdienst/Toeslagen. Ook wordt duidelijk dat eiser zich niet realiseerde wat de effecten waren van zijn gedrag, hetgeen volgens verweerder herkenbaar is in de onderhavige situatie. Er is sprake van herhalend gedrag. Eiser probeert nog steeds zijn gedrag te verklaren en is niet doordrongen van het feit dat zijn gedrag ongewenst is. Het bieden van een verbeterkans acht verweerder gelet hierop niet zinvol.
Ten aanzien van de subsidiaire grond van verplaatsing naar een passende (niet-leidinggevende) functie heeft verweerder geconcludeerd dat gelet op eisers houding en gedrag een noodzaak is ontstaan om eiser in een andere dan eisers oorspronkelijke werkomgeving te plaatsen. Terugkeer heeft een negatieve invloed op alle betrokkenen en maakt eisers positie ook kwetsbaar.