ECLI:NL:RBGEL:2022:7425

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
05-131436-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van moord en voorbereidingshandelingen met gebruik van versleutelde communicatie en voertuigen

In deze zaak heeft de rechtbank op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van moord op [slachtoffer] op 6 juli 2020 in Beuningen. De verdachte werd samen met anderen beschuldigd van het voorbereiden en uitvoeren van deze liquidatie, waarbij gebruik werd gemaakt van versleutelde communicatie via Sky-telefoons en voertuigen, waaronder een VW Transporter en een Renault Megane. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een coördinerende rol heeft gespeeld in de voorbereiding van de moord, door onder andere het regelen van voertuigen en het onderhouden van contact met medeverdachten. De rechtbank heeft ook de rechtmatigheid van de verkregen bewijsstukken, waaronder de EncroChat- en SkyECC-data, beoordeeld en geoordeeld dat deze rechtmatig zijn verkregen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar, met aftrek van voorarrest, en de rechtbank heeft verschillende vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waaronder schadevergoeding voor affectieschade en gederfd levensonderhoud. De zaak heeft veel aandacht gekregen vanwege de ernst van de beschuldigingen en de betrokkenheid van meerdere verdachten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaatsen Arnhem en Rotterdam
Parketnummer: 05/131436-21
Datum uitspraak : 20 december 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] ,
wonende aan de [adres] ,
Raadsman: mr. M.L. van Gaalen, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

De tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1.
primair: op 6 juli 2020 te Beuningen (samen met een ander of anderen) [slachtoffer] heeft vermoord;
subsidiair: (samen met een ander of anderen) medeplichtig is geweest bij het plegen van die moord door een of meer anderen in de periode van 4 t/m 6 juli 2020;
2.
in de periode van 15 juni 2020 t/m 5 juli 2020 (samen met een ander of anderen) die moord heeft voorbereid;
2a. De EncroChat- en SkyECC-data als bewijs
2a.1 Inleiding
In de onderzoeken Nigeria, Tienhoven en Seegat hebben de raadslieden van de verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] verweren gevoerd die zien op de verkrijging en het gebruik van de EncroChat- en SkyECC-data en de wijze waarop het Openbaar Ministerie de verdediging en de rechtbank hierover van informatie heeft voorzien. De raadslieden van de verdachten [medeverdachte 3] en [verdachte] hebben zich gemotiveerd aangesloten bij de in de zaken van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gevoerde verweren.
In de zaken van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn zowel EncroChat- als SkyECC-data van belang. In de zaken van [medeverdachte 3] en [verdachte] spelen met name SkyECC-data een rol. De rechtbank zal niettemin in de zaken van alle verdachten de verweren met betrekking tot zowel de EncroChat- als de SkyECC-data bespreken. De reden hiervoor is niet alleen dat deze op onderdelen met elkaar samenhangen, maar ook om de leesbaarheid van de vonnissen te bevorderen.
Na de weergave van de door de raadslieden gevoerde verweren en het standpunt van het Openbaar Ministerie, zal de rechtbank de feitelijke gang van zaken rondom de EncroChat- en SkyECC-hacks vaststellen. Daarna zal per verweer een oordeel worden gegeven over de door de verdediging bestreden rechtmatigheid van het onderzoek.
De rechtbank gaat bij de vaststelling van de feiten uit van de processen-verbaal en beslissingen van justitiële autoriteiten die onderdeel zijn van het strafdossier. Deze stukken zijn door het Openbaar Ministerie in verschillende fases van het strafproces aangedragen en overgelegd. Hierbij merkt de rechtbank op dat er over dit onderwerp (al dan niet door andere rechtscolleges) reeds meerdere uitspraken en tussenbeslissingen zijn gewezen. Voor zover zij niet tot een ander oordeel is gekomen, heeft de rechtbank, omwille van de rechtseenheid, in voorkomend geval delen uit die andere oordelen overgenomen.
2a.2 De standpunten van de raadslieden en het Openbaar Ministerie
De raadslieden van [medeverdachte 1] hebben verweren gevoerd die zien op de rechtmatigheid van de verkrijging en het gebruik van de EncroChat- en SkyECC-data in het dossier. Zij hebben gesteld dat artikel 126aa van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is geschonden doordat de JIT-overeenkomst en de Franse machtigingen die wel aan de rechter-commissaris zijn getoond niet aan het dossier zijn toegevoegd en doordat informatie is zwartgelakt in de 126uba-vordering. Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie ten onrechte herhaaldelijk beweerd dat sprake is van een Frans onderzoek, terwijl dit niet het geval is. Verder heeft het Openbaar Ministerie de interne openbaarheid en rechterlijke controle tegengewerkt door onderzoek naar de feiten te blokkeren met een beroep op het vertrouwensbeginsel en onderzoek naar het rechtskader te blokkeren met een beroep op de feiten. Tot slot zijn de werking, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid van het opsporingsinstrument waarmee de EncroChat- en SkyECC-data zijn verkregen niet te beoordelen, terwijl sprake is van een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Nu de verkrijging van de EncroChat- en SkyECC-data van bepalende invloed is geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek en de verdere vervolging van verdachte, dienen deze vormverzuimen te worden gesanctioneerd in de zaak van verdachte.
Het Openbaar Ministerie is doelbewust en met grove veronachtzaming voorbijgegaan aan het recht van verdachte op een eerlijk proces, zodat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van verdachte. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de EncroChat- en SkyECC-data van het bewijs moeten worden uitgesloten. Meer subsidiair dient de rechtbank de behandeling van de zaak aan te houden en zich aan te sluiten bij de door de rechtbank Noord-Nederland te stellen prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Uiterst subsidiair dient strafvermindering te worden toegepast als sanctionering van de gestelde vormverzuimen.
De raadslieden van [medeverdachte 2] hebben (eveneens) verweren gevoerd die zien op de rechtmatigheid van de verkrijging en het gebruik van EncroChat- en SkyECC-data. Zij hebben gesteld dat met de wijze waarop de EncroChat- en SkyECC-data zijn vergaard, bewaard, onderzocht en gebruikt een grove inbreuk is gemaakt op de uit de artikelen 6 en 8 van het EVRM voortvloeiende rechten van verdachte. Daarnaast is sprake van een schending van de artikelen 7, 8 en 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest). Het internationaal vertrouwensbeginsel is niet van toepassing omdat er een grote Nederlandse inbreng is geweest in de onderzoeken naar EncroChat en SkyECC. Het Openbaar Ministerie heeft deze inbreng door het aannemen van een gesloten en misleidende houding bewust verzwegen en zich bediend van ‘forum shopping’, waarbij misbruik is gemaakt van het Frans staatsgeheim. Deze vormverzuimen vallen binnen het toetsingsbereik van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering in de zaak van verdachte.
Het Openbaar Ministerie is doelbewust en met grove veronachtzaming voorbijgegaan aan het recht van verdachte op een eerlijk proces, zodat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van verdachte. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de EncroChat- en SkyECC-data van het bewijs moeten worden uitgesloten. Meer subsidiair dient de rechtbank de behandeling van de zaak aan te houden en zich aan te sluiten bij de door de rechtbank Noord-Nederland te stellen prejudiciële vragen aan de Hoge Raad en bij de door de Duitse rechter te stellen prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
De verdediging van verdachte heeft zich gemotiveerd aangesloten bij voornoemde verweren. De raadsman heeft aangegeven zich niet aan te sluiten bij de conclusie dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van verdachte, maar zich wel aan te sluiten bij de overige conclusies en verzoeken.
Het Openbaar Ministerie heeft gemotiveerd betoogd dat de verweren moeten worden verworpen.
2a.3 De feitelijke gang van zaken rondom de EncroChat-hack
‘EncroChat’ is de naam van het bedrijf dat een versleutelde berichtendienst aanbood. EncroChat-toestellen zijn een mobiele telefoons waarmee versleutelde berichten konden worden verzonden middels een op deze telefoons geïnstalleerde applicatie. EncroChat leverde naast deze toestellen een pakket aan diensten, bestaande uit toegang tot een communicatienetwerk waarbinnen een gebruiker van de dienst via een chat-applicatie ‘versleuteld’ (encrypted) tekst- en spraakberichten en afbeeldingen kon versturen naar en ontvangen van andere gebruikers van EncroChat-toestellen. De toestellen beschikten over een speciaal ontwikkeld besturingssysteem. Tevens was ieder toestel voorzien van een zogenaamde ‘panic wipe’ en ‘password wipe’ waarmee de inhoud van het complete toestel eenvoudig en snel gewist kon worden. Er was geen mogelijkheid om het apparaat of de simkaart te linken aan een gebruikersaccount.
Op 25 september 2017 is het Openbaar Ministerie het onderzoek 26Bismarck gestart dat zich richtte op het bedrijf EncroChat. De reden hiervoor was dat in verschillende Nederlandse en buitenlandse opsporingsonderzoeken sinds 2017 toestellen van dit bedrijf bij verdachten van ernstige strafbare feiten werden aangetroffen. Het betrof een zogenoemd titel V onderzoek: een onderzoek naar het beramen of plegen van ernstige misdrijven in georganiseerd verband, zoals bedoeld in boek I, titel V van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Binnen dit onderzoek zijn middels een Europees Opsporingsbevel (EOB) gericht aan Frankrijk meerdere kopieën van de infrastructuur van EncroChat verkregen.
Ook in Frankrijk vond onderzoek plaats naar EncroChat. Daaruit bleek dat de server die door EncroChat gebruikt werd zich bevond in Roubaix in Frankrijk. Binnen dit onderzoek heeft de Franse rechter op 30 januari 2020 toestemming gegeven om op deze server een interceptietool te installeren.
Op 10 februari 2020 startte het Openbaar Ministerie het titel V onderzoek 26Lemont, dat voortvloeide uit het onderzoek 26Bismarck en zich richtte op het bedrijf EncroChat, diens directeuren en resellers en op de NN-gebruikers van EncroChat-toestellen en de daarbij behorende accounts. De verdenking tegen EncroChat en diens directeuren en resellers betrof het deelnemen aan een criminele organisatie, (gewoonte)witwassen en medeplichtigheid aan de strafbare feiten die door (klanten van) EncroChat zouden zijn gepleegd.
In het onderzoek 26Lemont heeft het Openbaar Ministerie op 13 maart 2020 een vordering ingediend bij de rechter-commissaris om een machtiging te verstrekken voor een bevel tot binnendringen en het doen van onderzoek in een geautomatiseerd werk ex artikel 126uba Sv en tot opnemen van (tele)communicatie ex artikel 126t Sv. Op 27 maart 2020 heeft de rechter-commissaris deze machtiging verleend. In die machtiging zijn door de rechter-commissaris afwegingen gemaakt en (in totaal zeven) voorwaarden gesteld, om op die manier de privacyschending van de EncroChat-gebruikers zoveel mogelijk in te kaderen en zogenaamde ‘fishing expeditions’ te voorkomen.
In onderzoek 26Lemont is een Joint Investigation Team (JIT) opgericht en een JIT-overeenkomst gesloten met Frankrijk. Hierin is overeengekomen om alle informatie en bewijsmiddelen die ten behoeve van het JIT worden vergaard te voegen in het gezamenlijke onderzoeksdossier. Op 10 april 2020 is deze JIT-overeenkomst getekend.
Op 1 april 2020 is het interceptiemiddel - dat is ontworpen door de Service Technique National de Captation Judiciaire (STNCJ) en onder het Franse staatsgeheim valt - geplaatst op de server die bij de specialistische onderneming OVH in de Franse plaats Roubaix stond. Door de installatie van deze interceptietool op 1 april 2020 en de inzet daarvan hebben de Franse autoriteiten in de periode van 1 april 2020 tot 14 juni 2020 live informatie verzameld van EncroChat-telefoons. Deze informatie bestond uit de tussen de gebruikers uitgewisselde chatberichten en informatie over de contacten, notities en metadata van gebruikers. Een groot deel van de EncroChat-telefoons bevond zich in die periode op Nederlands grondgebied. De verkregen informatie is via een versleutelde verbinding gedeeld met de JIT-partner Nederland en toegevoegd aan het gezamenlijke onderzoeksdossier. De Nederlandse politie heeft vanaf 1 april 2020 tot en met 24 juni 2020 data van EncroChat-toestellen van gebruikers gekopieerd. Om een zo actueel mogelijke kopie van die data van de Franse computersystemen te verkrijgen, gebruikte de Nederlandse politie een wijze van kopiëren waarbij met een zo klein mogelijke vertraging de verzamelde nieuwe data van de EncroChat-toestellen werd gekopieerd naar het onderzoeksnetwerk van de Nederlandse politie. De aldus vanuit Frankrijk verkregen data, veelal bestaande uit EncroChat-berichten, vormen de dataset die de politie in Nederland heeft verkregen binnen het onderzoek 26Lemont. Analyse van die informatie van de klanten van EncroChat heeft geleid tot het starten van meerdere strafrechtelijke onderzoeken in Nederland en het delen van informatie met reeds lopende strafrechtelijke onderzoeken in Nederland.
Onderzoek Nigeria is gemeld aan de rechter-commissaris van onderzoek 26Lemont en door de rechter-commissaris voldoende bevonden om de voor onderzoek Nigeria relevante informatie uit de interceptie van onderzoek 26Lemont mee te delen.
De officier van justitie van onderzoek 26Lemont heeft op grond van artikel 126dd Sv toestemming gegeven om de EncroChat-gegevens te verstrekken aan onderzoek Nigeria.
2a.4 De feitelijke gang van zaken rondom de SkyECC-hack
‘SkyECC’ is de naam van het bedrijf dat een versleutelde berichtendienst aanbood. Een SkyECC-toestel is een mobiele telefoon die voorgeprogrammeerd is en met een abonnement ter beschikking wordt gesteld. SkyECC bood meerdere modules voor de telefoons aan die functionaliteiten boden voor e-mail, instant chats, instant groepchats, notities, voicemail, beelden en berichten die na bepaalde tijd automatisch worden vernietigd. Ook beschikten de telefoons over verschillende kenmerken waaronder een ‘distress wachtwoord’ en een ‘remote wipe’ waarmee het mogelijk is om (op afstand) alle data op het toestel te wissen. De telefoons werden volledig anoniem en enkel tegen contante betaling verhandeld.
Op 30 oktober 2018 is in Nederland het titel V onderzoek 13Yucca gestart. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van meerdere lopende strafrechtelijke onderzoeken waaruit zou blijken dat personen, die deel uitmaakten van criminele samenwerkingsverbanden die zich bezig hielden met het beramen en plegen van zware criminaliteit, in de periode vanaf augustus 2015 gebruik maakten van telefoons en software van SkyECC om versleuteld te communiceren. Het onderzoek was erop gericht om de criminele samenwerkingsverbanden inzichtelijk te krijgen en zicht te krijgen op gepleegde en nog te plegen strafbare feiten.
Voorafgaand aan dit onderzoek was door Nederlandse opsporingsambtenaren reeds vastgesteld dat de servers van SkyECC zich in Frankrijk bevonden. Nederland was ermee bekend dat ook België voornemens was om een strafrechtelijk onderzoek naar de onderneming SkyECC te starten. Aangezien de servers van SkyECC zich bij hostingbedrijf OVH in de Franse plaats Roubaix bevonden hebben de Nederlandse en Belgische autoriteiten contact gezocht met Frankrijk en heeft op 9 oktober 2018 een verkennend overleg plaatsgevonden. Het doel van dit overleg was om toelichting te geven over de aanstaande EOB’s van Nederland en België en helderheid te verkrijgen over de vraag of Frankrijk de onderzoeken zou kunnen verrichten.
Nederland heeft vervolgens op 6 december 2018 een EOB naar Frankrijk verzonden met het verzoek om een image te maken van de servers, zodat de technische inrichting van de servers kon worden onderzocht met het oog op nader onderzoek, zoals het tappen en ontsleutelen van de via die servers gevoerde communicatie, en zodat inzicht kon worden verkregen in de organisatie van SkyECC. Verder werd verzocht om informatie te verstrekken ten aanzien van historische en toekomstige klantgegevens van SkyECC, alsmede het verstrekken van technische gegevens van de server. Bij het EOB zijn twee processen-verbaal gevoegd met daarin informatie over de locatie van de SkyECC-infrastructuur en de kenmerken van de SkyECC-applicatie. Voordat dit EOB werd verzonden is door de officier van justitie aan de rechter-commissaris gevraagd om een machtiging om een vordering ex artikel 126ug lid 2 Sv te kunnen doen. De rechter-commissaris verleende die machtiging op 30 november 2018 en gaf toestemming voor het maken van een image, maar met de uitdrukkelijke restrictie dat de vergaarde informatie uitsluitend mocht worden aangewend voor het onderzoek naar de technische mogelijkheden voor het tappen en de ontsleuteling. De inhoud van de eventueel op de servers aan te treffen berichten mocht niet zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris worden gebruikt in een strafrechtelijk onderzoek.
België heeft eerder, op 21 november 2018, een soortgelijk EOB naar Frankrijk gezonden.
Frankrijk heeft uitvoering gegeven aan deze EOB’s en heeft de architectuur van de servers geanalyseerd. Uit het onderzoek bleek dat er twee servers werden gehost bij OVH, te weten een hoofdserver die rechtstreeks met het internet verbonden was en een back-upserver. Deze twee servers communiceerden onderling met elkaar via een intranet-netwerk dat binnen OVH overeenkwam met de handelsnaam ‘vRack’. Deze vRack-technologie is ontwikkeld door OVH en maakt het mogelijk om compatibele OVH-producten binnen een of meer privénetwerken te verbinden, isoleren of verdelen.
Naar aanleiding van dat onderzoek besloot de Franse officier van justitie bij de rechtbank Lille op 13 februari 2019 een opsporingsonderzoek te openen naar SkyECC. Binnen dat onderzoek heeft de (Franse) officier van justitie op 14 juni 2019 toestemming gevraagd aan de Franse rechter om over te gaan tot interceptie, opname en transcriptie van de communicatie tussen de SkyECC-servers, welke toestemming diezelfde datum is verleend.
Op 24 juni en 26 juni 2019 zijn IP-taps geplaatst op de twee servers. In het proces-verbaal van bevindingen van 2 juni 2022 van een rechercheur van onderzoek 26Werl is vermeld dat Nederland niet aanwezig was bij het plaatsen van de IP-tap. Nederland is hier op 8 juli 2019 over geïnformeerd en op 11 juli 2019 zijn de data van de IP-tap beschikbaar geworden voor Nederland. In het tweede EOB van Nederland aan Frankrijk van 16 juli 2019 staat vermeld dat Nederland heeft vernomen dat Frankrijk een tap heeft aangesloten en dataverkeer tussen de SkyECC-servers aftapt en verzoekt Nederland formeel om die verkregen data aan hem te verstrekken.
Voorts blijkt uit een ‘bericht van overdracht’ van 20 augustus 2019 dat de geïntercepteerde data door de rechter-commissaris van de rechtbank Lille uit eigen beweging op grond van artikel 26 van het Cybercrimeverdrag en artikel 7 van het Rechtshulpverdrag zijn overgedragen aan twee officieren van justitie van het parket Rotterdam. Daarbij is verzocht om de bevindingen naar aanleiding van deze data weer terug te koppelen aan Frankrijk.
Op 1 november 2019 is opsporingsonderzoek 26Werl opgestart, waarbij de verdenking was gericht tegen het bedrijf SkyECC. Op 13 december 2019 hebben Nederland, België en Frankrijk een JIT-overeenkomst gesloten. Onderzoek 26Werl maakte deel uit van het JIT. Vanaf dit moment zijn de door Frankrijk geïntercepteerde data aan het gemeenschappelijke onderzoeksteam verstrekt en op die wijze gedeeld met Nederland en België.
De IP-tap data zijn geanalyseerd en verwerkt en tijdens de analyse is gebleken dat de getapte IP-communicatie versleutelde communicatie bevatte. Sommige informatie was niet versleuteld. Zo werd in de loop van juli 2019 inzicht verkregen in de onderwerpregels van sommige groepsgesprekken en de SkyECC-ID’s van de deelnemers aan deze groepsgesprekken. Ook werd uit de interceptie op dit netwerk inzicht verkregen in de nicknames van SkyECC-gebruikers en bleek dat berichten om andere gebruikers als contactpersoon uit te nodigen niet versleuteld werden verstuurd. Op 15 november 2019 is gebleken dat een deel van de groepsberichten mogelijk kon worden ontsleuteld en is bij wijze van test een eerste groepsbericht succesvol ontsleuteld. De JIT-partners hebben toen besloten om de groepsberichten tot nader order niet te ontsleutelen, omdat de mogelijk te ontsleutelen dataset beperkt en zeer incompleet zou zijn en daardoor onvoldoende mogelijkheden zou bieden om onderzoek te verrichten. Met uitzondering van enige testberichten zijn er overeenkomstig het besluit van het JIT tot aan de aanloop van de livefase geen groepsberichten ontsleuteld.
Nederlandse technici hebben binnen het JIT een techniek ontwikkeld om een kopie te maken van het werkgeheugen van één van de SkyECC-servers zonder dat die offline zou gaan. Op 14 mei 2020 en 3 juni 2020 heeft Frankrijk die ontwikkelde techniek ingezet. Vervolgens heeft Nederland een zogenoemde ‘Man in the middle-techniek’ (MITM-techniek) ontwikkeld, die het ontsleutelen van het berichtenverkeer mogelijk maakte. Deze techniek is door de JIT-partners gezamenlijk doorontwikkeld en verfijnd. Deze techniek is op 18 december 2020 aangesloten en geactiveerd, nadat de Franse adviescommissie, die een oordeel moet vellen over apparatuur die inbreuk kan maken op de persoonlijke levenssfeer en het briefgeheim, hier een vergunning voor heeft verleend.
Op 11 december 2020 is het titel V onderzoek 26Argus gestart. Dit onderzoek richtte zich op de NN-gebruikers van SkyECC. Dit onderzoek heeft onder meer tot doel om aan de hand van de inhoudelijke data de criminele samenwerkingsverbanden die gebruikmaken van cryptotelefoons van SkyECC in beeld te brengen en te analyseren.
In het onderzoek 26Argus heeft het Openbaar Ministerie op 14 december 2020 een vordering ingediend bij de rechters-commissarissen om een machtiging te verstrekken voor een bevel op grond van artikel 126t en 126t, zesde lid Sv. Op 15 december 2020 hebben de rechters-commissarissen deze machtiging verleend. Op 5 en 11 februari 2021 heeft het Openbaar Ministerie een (aanvullende) vordering ingediend bij de rechters-commissarissen om een machtiging te verlenen op grond van artikel 126uba Sv, welke machtigingen op 7 en 11 februari 2021 zijn verleend.
In een proces-verbaal van bevindingen van de rechters-commissarissen hebben zij inzicht gegeven in de gang van zaken en hun afwegingen en beslissingen. Aangezien de wet geen procedure kent voor dit soort gevallen, hebben de rechters-commissarissen zich allereerst afgevraagd of er wel een machtiging van hen vereist was en waarop hun bevoegdheid in dat geval was gebaseerd. Zij concludeerden dat hoewel op voorhand niet vaststaat dat een beslissing van de Nederlandse rechter-commissaris noodzakelijk is voor de rechtmatigheid van het gebruik van de SkyECC-data, een toetsing van de proportionaliteit door de rechter-commissaris toch aangewezen is, met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. De rechters-commissarissen hebben afwegingen gemaakt en (in totaal zeven) voorwaarden gesteld, om op die manier de privacy schending zoveel mogelijk in te kaderen en zogenaamde ‘fishing expeditions’ te voorkomen.
In de verlenging van de machtiging ex artikel 126t Sv van 11 januari 2021 zijn de voorwaarden waaronder aanvullende toestemming kan worden verkregen voor het gebruik van de data nader uitgewerkt. De aanvragen zijn onderverdeeld in vier categorieën en steeds is bepaald wat de omvang is van de SkyECC-data waarvoor toestemming werd gegeven en van welke kaders de communicatie mocht worden ingezien en gebruikt.
De rechter-commissaris van onderzoek 26Argus heeft op 15 februari 2021 toestemming verleend aan een Treat To Life-onderzoek (757) om de inhoud van het SkyECC-account VABPI2 te lezen. Op 17 februari 2021 verleende de rechter-commissaris op verzoek van de officier van justitie aanvullende toestemming om onderzoek te doen naar de communicatie van de contacten van de SkyECC-accounts VABPI2 en 2LBGJ9 (A-kader). Daarnaast is toestemming verleend om onderzoek te doen naar de communicatie van de contacten van deze accounts met anderen (B-kader) en de contacten van deze B-kader accounts met anderen (kader C). Op 24 februari 2021 is door de bevoegde officier van justitie van onderzoek 26Argus op grond van artikel 126dd Sv toestemming verleend om de gegevens die afkomstig zijn van dit SkyECC-account te gebruiken in onderzoek Nigeria.
Op 20 maart 2021 heeft de rechter-commissaris toestemming verleend om onderzoek te doen naar de communicatie van - onder andere - de SkyECC-accounts VABPI2, CA2M5O, S0AFLR, RNI29T en W3M585 (A-kader). Daarnaast is toestemming verleend om onderzoek te doen naar de communicatie van de contacten van deze accounts met anderen (B-kader) en de contacten van deze B-kader accounts met anderen (kader C).
De officier van justitie van het onderzoek 26Argus heeft op grond van artikel 126dd Sv toestemming gegeven om de relevante SkyECC-gegevens uit onderzoek 26Argus te verstrekken aan onderzoek Nigeria.
2a.5 Is de verkrijging van de EncroChat- en SkyECC-data rechtmatig?
Voorbereidend onderzoek tegen verdachte?
De verkrijging van de EncroChat- en SkyECC-data heeft respectievelijk plaatsgevonden in de onderzoeken 26Lemont en 26Argus. De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of deze onderzoeken kunnen worden aangemerkt als voorbereidende onderzoeken tegen verdachte en daardoor binnen het toepassingsbereik van artikel 359a Sv vallen. De toepassing van artikel 359a Sv is immers beperkt tot vormverzuimen die zijn begaan bij het voorbereidend onderzoek tegen een verdachte. Op grond van artikel 132 Sv moet onder voorbereidend onderzoek worden verstaan het onderzoek dat voorafgaat aan de behandeling ter terechtzitting. Onder vormverzuimen in de zin van artikel 359a Sv zijn in het bijzonder ook begrepen normschendingen bij de opsporing. Daarbij dient op grond van artikel 132a Sv onder opsporing te worden verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
Daarnaast heeft het voorbereidend onderzoek in artikel 359a Sv uitsluitend betrekking op het voorbereidend onderzoek tegen een verdachte ter zake van het aan hem ten laste gelegde feit waarover de rechter in diens strafzaak heeft te oordelen. Artikel 359a Sv is dus niet van toepassing indien het verzuim is begaan buiten het verband van dit voorbereidend onderzoek.
Onderzoek 26Lemont richtte zich op het bedrijf EncroChat, diens directeuren en resellers en op de NN-gebruikers van EncroChat-toestellen. Onderzoek 26Argus richtte zich op de NN-gebruikers van SkyECC toestellen. Op grond van de hiervoor beschreven door de rechtbank gedane feitelijke vaststellingen, stelt de rechtbank vast dat deze onderzoeken zich niet richtten op geïdentificeerde gebruikers van EncroChat- en SkyECC-telefoons.
De NN-gebruikers waarop deze onderzoeken zich richtten kunnen op grond van de wetsgeschiedenis niet gelijk worden gesteld aan een verdachte in de zin van artikel 27 Sv. Ingevolge artikel 27 Sv wordt vóórdat de vervolging is aangevangen als verdachte aangemerkt degene ten aanzien van wie uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.
Onderzoeken 26Lemont en 26Argus zijn zogenaamde titel V-onderzoeken waarin onderzoek wordt gedaan naar een crimineel verband en de rol die verschillende personen bij dat verband spelen. Bij enkele in titel V geregelde bevoegdheden, namelijk het opnemen van telecommunicatie en het opnemen van vertrouwelijke communicatie, is de kring van personen beperkt tot personen ten aanzien van wie een redelijk vermoeden bestaat dat zij betrokken zijn bij het in georganiseerd verband beramen of plegen van ernstige misdrijven. Zij behoeven geen verdachte te zijn in de zin van artikel 27 Sv, maar zij dienen wel een meer dan toevallige betrokkenheid te hebben bij het criminele handelen van de groepering, die bijvoorbeeld blijkt uit meer dan incidentele contacten met de criminele organisatie of haar leden.
Een ‘redelijk vermoeden’ betreft hier niet de betrokkenheid van een individuele gebruiker bij een individueel strafbaar feit, maar betrokkenheid van personen bij een crimineel verband. Om dit onderscheid te duiden heeft de wetgever in titel V nadrukkelijk voor de term ‘persoon/gebruikers’ gekozen en niet voor de term ‘verdachte’ (Kamerstukken II, 1996-1997, 25403, nr. 3, paragraaf 3.1.1.).
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de onderzoeken 26Lemont en 26Argus niet dienen te worden aangemerkt als voorbereidende onderzoeken in de zaak tegen verdachte. Deze onderzoeken staan los van de onderzoeken Nigeria, Tienhoven en Seegat, die al waren aangevangen ten tijde van de analyse van de in de onderzoeken 26Lemont en 26Argus verkregen data.
Vormverzuimen buiten het voorbereidend onderzoek tegen verdachte
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat onder omstandigheden een rechtsgevolg kan worden verbonden aan een vormverzuim door een ambtenaar die met opsporing en vervolging is belast, maar dat niet is begaan bij het voorbereidend onderzoek tegen de verdachte, of aan een onrechtmatige handeling jegens de verdachte door een andere functionaris of persoon dan zo’n opsporingsambtenaar. Een rechtsgevolg kan op zijn plaats zijn indien het betreffende vormverzuim of de betreffende onrechtmatige handeling van bepalende invloed is geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek naar en/of de (verdere) vervolging van de verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit (Hoge Raad 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889 en ECLI:NL:HR:2020:1890).
Voordat de rechtbank toekomt aan de beantwoording van de vraag of (een) eventue(e)l(e) vormverzuim(en) en/of onrechtmatige handeling(en) in de onderzoeken 26Lemont en/of 26Argus van bepalende invloed is/zijn geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek naar en/of de (verdere) vervolging van de verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit, dient de rechtbank te beoordelen of in deze onderzoeken sprake is geweest van vormverzuimen en/of onrechtmatige handelingen.
Het vertrouwensbeginsel
De rechtbank stelt vast dat de inzet van de methode waarmee de EncroChat- en SkyECC-data in Frankrijk zijn ondervangen, is geschied in een Frans opsporingsonderzoek en met toestemming van een Franse rechter op basis van Frans recht. Het vertrouwensbeginsel brengt met zich mee dat staten over en weer mogen vertrouwen op ieders rechtssysteem. Dat wederzijds vertrouwen vindt zijn grondslag in verdragen, waaronder het EU-verdrag, het EU-rechtshulpverdrag en het EVRM. Zowel Nederland als Frankrijk is een EU-lidstaat en is verdragspartij bij het EVRM. Dit brengt mee dat het niet tot de taak van de Nederlandse rechter behoort om te toetsen of de wijze waarop het onderzoek in Frankrijk is uitgevoerd strookt met de dienaangaande in Frankrijk geldende rechtsregels. De inzet van de interceptietool door Frankrijk en de verkrijging van de EncroChat- en SkyECC-data wordt dus niet getoetst door de Nederlandse rechter.
De verdediging heeft zich ten aanzien van zowel EncroChat als SkyECC op het standpunt gesteld dat het vertrouwensbeginsel niet van toepassing is, omdat Nederland een veel groter aandeel heeft gehad in de hacks dan door het Openbaar Ministerie is toegegeven. Volgens de verdediging heeft het Openbaar Ministerie bewust ervoor gekozen het onderzoek als Frans af te schilderen, zodat misbruik kan worden gemaakt van het Frans staatsgeheim en het onderzoek naar de hacks door de Nederlandse rechter en de verdediging onmogelijk wordt gemaakt.
De officier van justitie heeft aangegeven dat de inbreng van Nederland heeft bestaan uit het voorstellen van verbeteringen na het aansluiten van de eerste IP-tap, het ontwikkelen van een techniek om een kopie van het werkgeheugen van de server te maken zonder dat deze offline gaat, het verlenen van technische bijstand tijdens een doorzoeking, het ontwikkelen van een ontsleutelingscertificaat en het ontwikkelen van de MITM-techniek.
De rechtbank overweegt dat de door de officier van justitie geschetste Nederlandse inbreng aansluit bij de door de rechtbank gedane feitelijke vaststellingen. Die mate van inbreng brengt niet mee dat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor de hack (mede) bij Nederland is komen te liggen en het uitgangspunt van het vertrouwensbeginsel moet worden verlaten. Nederlandse opsporingsambtenaren hebben weliswaar een techniek ontwikkeld om een kopie van het werkgeheugen van de server te kunnen maken zonder dat de server offline gaat, alsook de MITM-techniek ontwikkeld waardoor de onderschepte berichten konden worden ontsleuteld, maar deze technieken zijn toegepast door middel van Franse opsporingsbevoegdheden die naar Frans recht zijn getoetst door een Franse rechter. De omstandigheid dat Nederlandse opsporingsambtenaren de interceptietool (mede) hebben ontwikkeld en technische bijstand hebben geleverd, maakt dat niet anders. Evenmin leidt de omstandigheid dat de Franse autoriteiten door middel van hun onderzoek ook bij Nederlandse telefoons zijn binnengedrongen tot de conclusie dat sprake is van onderzoekshandelingen waarvan de uitvoering (mede) onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten is geschied. De bedrijven EncroChat en SkyECC boden digitale diensten aan. Inherent aan digitale dienstverlening is dat deze over traditionele landsgrenzen heengaat. Het begrenzen volgens die traditionele landsgrenzen van een strafrechtelijk onderzoek is naar zijn aard onmogelijk. Ook als (een deel van) de SkyECC-data in dit dossier afkomstig zou zijn van in Frankrijk in beslag genomen servers die voor onderzoek zijn overgebracht naar het laboratorium van het Team High Tech Crime van de Landelijke Eenheid in Driebergen, zoals de verdediging heeft gesteld, brengt die bijstand van Nederlandse opsporingsambtenaren evenmin mee dat sprake is van een uitoefening van Nederlandse opsporingsbevoegdheden op Nederlands grondgebied (Hoge Raad 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:612).
De verdediging heeft verwezen naar het arrest van het EHRM van 27 oktober 2011 in de zaak Stojkovic t. Frankrijk en België. Ook in die zaak kan naar het oordeel van de rechtbank echter geen argument worden gevonden om aan te nemen dat het vertrouwensbeginsel niet zou gelden ten aanzien van de verkrijging van de EncroChat- en SkyECC-data door Frankrijk. In de zaak Stojkovic verleende België rechtshulp aan Frankrijk door de in België gedetineerde Stojkovic te horen. Naar Frans recht kon Stojkovic worden aangemerkt als een ‘témoin assisté’, tegen wie een verdenking van een strafbaar feit bestond en die recht had op rechtsbijstand bij zijn verhoor. Bij het Belgische verhoor van Stojkovic was een Franse rechter-commissaris aanwezig. Stojkovic had naar het toen geldende Belgische recht evenwel geen recht op rechtsbijstand bij zijn verhoor. Zijn verzoek om bijstand van een (Franse) raadsman werd dan ook afgewezen. Het EHRM oordeelde onder meer dat ook als de beperking van het recht in kwestie aanvankelijk niet aan de Franse autoriteiten te wijten was, de Franse strafrechter niettemin verantwoordelijk was voor de eerlijkheid van de nadien in Frankrijk gevolgde strafprocedure als geheel en dus consequenties had moeten verbinden aan de gang van zaken in België. Anders dan in die situatie, is er in dit onderzoek geen aanwijzing dat de inzet van de interceptietool in Frankrijk bij wijze van rechtshulp aan Nederland is ingezet, in die zin dat de inzet van de bevoegdheid door de Franse autoriteiten in Frankrijk onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten heeft plaatsgevonden.
Nu de rechtbank van oordeel is dat het vertrouwensbeginsel van toepassing is, missen de verweren van de verdediging die ervan uitgaan dat door het Openbaar Ministerie ten onrechte met een beroep op het vertrouwensbeginsel informatie wordt achtergehouden en daardoor de controle door de verdediging en de rechter wordt gefrustreerd feitelijke grondslag, zodat deze worden verworpen.
Dat het vertrouwensbeginsel van toepassing is, betekent dat het niet tot de taak van de Nederlandse strafrechter behoort om te toetsen of de wijze waarop buitenlands onderzoek is uitgevoerd, strookt met de dienaangaande in het desbetreffende buitenland geldende rechtsregels. Evenmin toetst de Nederlandse strafrechter of voor de door de verrichte onderzoekshandelingen eventueel gemaakte inbreuk op het recht op respect voor het privéleven zoals bedoeld in artikel 8 van het EVRM een voldoende wettelijke grondslag bestond en of die inbreuk noodzakelijk was, onder meer omdat het in de Nederlandse strafzaak niet ten toets staande buitenlandse recht van doorslaggevende betekenis is voor de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van een dergelijke inbreuk. De taak van de rechtbank is ertoe beperkt te waarborgen dat de wijze waarop van de resultaten van het buitenlandse onderzoek in de strafzaak gebruik wordt gemaakt geen inbreuk maakt op het recht op een eerlijk proces van verdachte als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het EVRM (Hoge Raad 5 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5629).
Gestelde vormverzuimen of onrechtmatige handelingen binnen 26Lemont en 26Argus
De rechtbank constateert dat niet gebleken is van een begin van aannemelijkheid dat er binnen 26Lemont onrechtmatige handelingen zijn begaan. Voor zover de verdediging heeft willen bepleiten dat een begin van aannemelijkheid is gegeven met het arrest van de hoogste Franse rechter op 11 oktober 2022 (ECLI:FR:CCASS:2022:CR01226), volgt de rechtbank dit niet. Uit dit arrest volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de Franse cassatierechter de Franse EncroChat-operatie onrechtmatig achtte noch dat de uitkomsten daarvan onbetrouwbaar zouden zijn. Integendeel, de onderliggende uitspraak van het Franse hof in Metz is alleen vernietigd op grond van een motiveringsgebrek. Dat gebrek betrof het ontbreken van een door het hoofd van de technische instantie afgegeven certificaat waarin de oprechtheid van de verstrekte resultaten wordt bevestigd. Naar het oordeel van de rechtbank biedt dat oordeel onvoldoende aanleiding voor de conclusie dat in het Franse onderzoek sprake is geweest van zodanige onrechtmatigheden dat die rechtsgevolgen zouden moeten hebben voor het gebruik van EncroChat- en/of SkyECC-data uit de Nederlandse EncroChat- en SkyECC-onderzoeken in de zaak van verdachte. Voor zover uit dit arrest zou kunnen volgen dat mogelijk sprake is van een strafvorderlijk gebrek in verband met het ontbreken van een certificaat van authenticiteit, is nog volstrekt onduidelijk of, en zo ja welke consequenties daaraan in die zaak zouden worden verbonden en vervolgens - mede beoordeeld in het licht van het vertrouwensbeginsel - voor de onderzoeken Nigeria, Tienhoven en Seegat.
Daarnaast constateert de rechtbank dat niet is gebleken van een begin van aannemelijkheid dat er binnen 26Argus onrechtmatige handelingen zijn begaan. Voor zover de verdediging heeft willen bepleiten dat een begin van aannemelijkheid van onrechtmatig handelen inzake de verkrijging van de SkyECC data is gegeven met het arrest van het Italiaanse Hof van Cassatie van 15 juli 2022, volgt de rechtbank dit niet. De rechtbank constateert dat een Italiaanse rechterlijke uitspraak geen gezag heeft in Nederland en alleen al om die reden niet betrokken zal worden in de beoordeling van de door de verdediging gevoerde verweren. Voorts moet gelet op de verschillen tussen de nationale rechtssystemen, grote terughoudendheid worden betracht met het toepassen van buitenlandse rechterlijke beslissingen op de Nederlandse rechtspraktijk. De Italiaanse uitspraak is voor de onderhavige zaak dan ook niet relevant.
Conclusie
26Lemont en 26Argus zijn geen voorbereidende onderzoeken in de zaak tegen verdachte. Niet is gebleken van een begin van aannemelijkheid dat sprake is geweest van enig vormverzuim dan wel enige onrechtmatigheid in die onderzoeken, zodat de rechtbank niet toekomt aan de vraag of het betreffende vormverzuim of de betreffende onrechtmatige handeling van bepalende invloed is geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek naar en/of de (verdere) vervolging van verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit.
De EncroChat- en SkyECC-data zijn dus rechtmatig verkregen.
2a.6 Heeft het gebruik van de EncroChat- en SkyECC-data in Nederland rechtmatig plaatsgevonden?
Zoals de rechtbank hiervoor in paragraaf 3.5 heeft overwogen is het vertrouwensbeginsel niet van toepassing op de vraag of het gebruik van de EncroChat- en SkyECC-data in Nederland rechtmatig heeft plaatsgevonden. De rechtbank dient echter wel te beoordelen of de wijze waarop van de resultaten van het Franse onderzoek in de strafzaak gebruik wordt gemaakt, geen inbreuk maakt op het recht op een eerlijk proces, als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het van het EVRM.
Toepasselijkheid EU-recht en EVRM
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het verwerken, bewaren en gebruiken van de EncroChat- en SkyECC-data valt onder de werkingssfeer van EU-richtlijn 2016/680 en dus het Unierecht. Doordat EU-richtlijn 2016/680 van toepassing is, kan volgens de verdediging een parallel worden getrokken met de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie met betrekking tot EU-richtlijn 2002/58. Er is sprake van een inbreuk op artikelen 7 en 8 van het Handvest, omdat met de verwerking van de EncroChat- en SkyECC-data inbreuk is gemaakt op de in die artikelen vervatte grondrechten, terwijl die inbreuk gelet op het bepaalde in artikel 52 van het Handvest niet gerechtvaardigd was. Ook is het gebruik van deze data in strijd met de artikelen 8 en 6 van het EVRM.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een schending van het Unierecht of het EVRM.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat EU-richtlijn 2002/58 niet van toepassing is in deze zaak, maar dat EU-richtlijn 2016/680 dat wel is. EU-richtlijn 2016/680 ziet op de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten ten behoeve van de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van straffen. Uit artikel 51 lid 1 Handvest volgt dat de bepalingen uit het Handvest zich richten tot de lidstaten, uitsluitend wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen. Daarvan is sprake wanneer een juridische situatie binnen de werkingssfeer van het Unierecht valt. Wanneer nationale wetgeving wordt toegepast die is aangenomen ter omzetting van een richtlijn of een kaderbesluit, dan is sprake van het ten uitvoer brengen van Unierecht. EU-richtlijn 2016/680 is in Nederland geïmplementeerd in de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg). Het verwerken van de EncroChat- en SkyECC-data valt dus wel onder de werkingssfeer van deze EU-richtlijn en daarmee is dus het Handvest en het Unierecht van toepassing. Daarnaast is het EVRM van toepassing.
Ten aanzien van het standpunt van de verdediging dat verwerking van de dataset in strijd is met artikel 8 van het EVRM en niet voldoet aan de door het EHRM gestelde criteria in het arrest Big Brother Watch e.a. t. het Verenigd Koninkrijk, stelt de rechtbank voorop dat de feiten en omstandigheden in dit arrest niet gelijk te stellen zijn aan de feiten en omstandigheden van onderzoeken 26Lemont en 26Argus en de daaruit volgende onderzoeken. In voornoemd arrest ging het immers om bulkinterceptie, uitgevoerd door inlichtingendiensten ten behoeve van nationale veiligheidsbelangen. Bulkinterceptie kenmerkt zich door ongerichte interceptie van data, waarbij de data van een niet-afgebakende groep mensen wordt onderschept. In de onderhavige onderzoeken is echter sprake van een door de Franse opsporingsautoriteiten gerichte interceptie op de servers van respectievelijk EncroChat en SkyECC. Aan deze interceptie lagen concrete verdenkingen ten grondslag, dat deze bedrijven betrokken waren bij (deelname aan) strafbare feiten. Die verdenkingen zijn onderbouwd met onder meer informatie uit strafrechtelijke onderzoeken tegen EncroChat- en SkyECC-gebruikers en zijn door de Franse rechter getoetst. De daadwerkelijk onderschepte data was afkomstig van een afgebakende groep, namelijk de gebruikers van EncroChat en SkyECC, terwijl tegen deze groep gebruikers het vermoeden bestond dat zij de toestellen gebruikten voor criminele doeleinden gelet op de werking van en specifieke faciliteiten op deze toestellen. Voorts verdient opmerking dat de dataverzameling anoniem geschiedde. Pas na het plaatsvinden van nader opsporingsonderzoek kon (in sommige gevallen) een persoon gekoppeld worden aan een gebruikersaccount. Dat is een essentieel verschil met bijvoorbeeld het bewaren van de metadata van alle abonnees van een telecomprovider ten behoeve van eventuele toekomstige strafrechtelijke onderzoeken of screening in het kader van terrorismebestrijding. De hacks betreffen dus geen bulkdata-interceptie als bedoeld in de aangehaalde jurisprudentie van het EHRM. Op deze vorm van interceptie kunnen de criteria zoals genoemd in deze jurisprudentie niet één op één worden toegepast.
Is inbreuk gemaakt op grondrechten?
De vervolgvraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of inbreuk is gemaakt op de grondrechten uit het Handvest en het EVRM.
In artikel 7 Handvest is het grondrecht van de burger op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie neergelegd. In artikel 8 Handvest is het grondrecht op - kort gezegd - privacy van burgers neergelegd. Uit artikel 52 lid 1 Handvest volgt dat beperkingen op die grondrechten zijn toegelaten, mits die bij wet zijn gesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen slechts beperkingen worden gesteld, indien zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
In artikel 8 van het EVRM is het recht op privacy neergelegd. Uit het tweede lid volgt dat beperkingen op dit recht zijn toegestaan, mits die bij wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
De rechtbank stelt vast dat er een inbreuk is gemaakt op de privacy van de gebruikers van EncroChat en SkyECC doordat de Nederlandse opsporingsdiensten kennis hebben kunnen nemen van de dataset en de inhoud van de berichten die de gebruikers via deze diensten gewisseld hebben. De rechtbank merkt op dat verdachte niet heeft aangegeven dat hij gebruik heeft gemaakt van deze diensten, noch gesteld heeft dat inbreuk is gemaakt op zijn privacy. Omdat de rechtbank later in het vonnis vast zal stellen dat verdachte wel gebruik heeft gemaakt van deze diensten, zal zij toch uitgaan van een inbreuk op de privacy van verdachte. Overigens kan worden betwijfeld hoe groot deze inbreuk is, aangezien het nog maar de vraag is in hoeverre hier rechtens te respecteren belangen spelen en of met de inhoud van de data een behoorlijk beeld kon worden verkregen van het privéleven van verdachte.
Is de inbreuk bij wet voorzien?
De rechtbank is van oordeel dat de mogelijkheid van de opslag van de serverdata bij wet is voorzien. De wettelijke basis is gegeven in artikel 126uba Sv. Hierin wordt aan de officier van justitie de bevoegdheid verleend om (na machtiging van de rechter-commissaris) een bevel te geven aan een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar om in een geautomatiseerd werk binnen te dringen en vervolgens onderzoek te doen met het oog op onder meer bepaalde kenmerken van de gebruiker, zoals de identiteit of de locatie, en de vastlegging daarvan, maar ook met het oog op de uitvoering van een bevel als bedoeld in artikel 126t Sv, oftewel het afluisteren, en met het oog op de vastlegging van gegevens die in het geautomatiseerde werk zijn of worden opgeslagen. Het feit dat de hack zelf, het binnendringen in het geautomatiseerde werk, door de Franse autoriteiten heeft plaatsgevonden maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat daarmee artikel 126uba Sv niet meer van toepassing is op hetgeen na die hack is gebeurd, namelijk het afluisteren en onderzoeken. De rechtbank oordeelt daarom dat artikel 126uba Sv een wettelijke grondslag biedt voor het ontvangen, opslaan en onderzoeken van de EncroChat- en SkyECC-data.
De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat beperkingen op de grondrechten als bedoeld in de artikelen 7 en 8 Handvest alsmede artikel 8 EVRM bij wet zijn voorzien.
Proportionaliteit en subsidiariteit
De vervolgvraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of is voldaan aan de uit artikel 52 lid 1 Handvest en artikel 8 lid 2 EVRM voortvloeiende eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Zoals blijkt uit de overwegingen van de rechters-commissarissen in de onderzoeken 26Lemont en 26Argus, is uit de onderzoeken naar EncroChat en SkyECC naar voren gekomen dat een groot deel van de gebruikers deze diensten met name gebruikte voor het voorbereiden en plegen van ernstige, de rechtsorde verstorende vormen van (georganiseerde) criminaliteit, en dat de gevoerde - versleutelde - communicatie veelal betrekking had op strafbare feiten en niet of nauwelijks op het privéleven van de gebruikers. Er is dus geen sprake geweest van algemene en ongedifferentieerde dataverzameling. Er was sprake van een afgebakende groep.
De verdediging heeft in dit kader aangevoerd dat uit het arrest van het EHRM van 20 juli 2021 in de zaak [andere zaak] . Turkije volgt dat het enkele gebruik van een cryptotelefoon geen redelijk vermoeden van schuld oplevert dat iemand zich bezighoudt met criminaliteit. Hoewel uit dit arrest volgt dat het enkele downloaden van een cryptocommunicatieapplicatie onvoldoende is voor het aannemen van een redelijk vermoeden van schuld voor deelneming aan een terroristische organisatie, volgt hieruit niet dat de gebruikers van een dure, niet op de vrije markt verkrijgbare telefoon die enkel gebruikt kan worden voor cryptocommunicatie met andere gebruikers van eenzelfde soort telefoon, zoals het geval is bij telefoons van EncroChat en SkyECC, geen afgebakende groep zijn en dat dus sprake is geweest van algemene en ongedifferentieerde dataverzameling. Dat standpunt berust op een onjuiste lezing van dit arrest. De rechtbank volgt de verdediging dus niet in dit betoog.
Verder hebben de rechters-commissarissen in beide onderzoeken overwogen dat de informatie niet op een andere, effectieve en minder ingrijpende wijze kon worden verkregen en worden gebruikt. Zij hebben vervolgens voorwaarden geformuleerd teneinde de privacy schending zoveel mogelijk in te kaderen en zogenaamde ‘fishing expeditions’ te voorkomen. De rechtbank is van oordeel dat de door de rechters-commissarissen gegeven machtigingen voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit, waarbij de rechtbank een en ander overigens slechts marginaal toetst. Er is slechts gezocht met behulp van zoeksleutels die sterke aanwijzingen leveren voor ernstige georganiseerde criminaliteit, terwijl is vastgesteld dat de EncroChat- en SkyECC-diensten grotendeels werden gebruikt voor het voorbereiden en plegen van ernstige criminaliteit. De rechters-commissarissen hebben bovendien (beperkende/strenge) voorwaarden gesteld aan de wijze waarop de data zouden/konden worden doorzocht. Uit wat uiteen is gezet in paragrafen 2a.3 en 2a.4 volgt dat de data zijn onderzocht en vervolgens gebruikt met aanvullende toestemming van de rechters-commissarissen op grond van die machtigingen.
De rechtbank komt op grond hiervan tot het oordeel dat is voldaan aan de proportionaliteiteis en subsidiariteitseis.
Conclusie
De rechtbank concludeert dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer bij wet is voorzien met inachtneming van de in het Unierecht en het EVRM neergelegde waarborgen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er geen vormverzuimen of andere onrechtmatigheden zijn gebleken bij het analyseren, verwerken en gebruiken van de EncroChat- en SkyECC-data.
De rechtbank oordeelt dat het analyseren, verwerken en gebruiken van de EncroChat- en SkyECC-data rechtmatig is en dat dus ook geen sprake is van een schending van het recht op een eerlijk proces zoals neergelegd in artikel 6 EVRM. Voor zover de verdediging heeft betoogd dat van een dergelijke schending sprake is door de wijze waarop het Openbaar Ministerie de verdediging en de rechtbank van informatie heeft voorzien, verwijst de rechtbank voor de beoordeling hiervan naar paragraaf 2a.7.
2a.7 Informatievoorziening door het Openbaar Ministerie
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie doelbewust onvolledige en onjuiste informatie heeft verstrekt met betrekking tot de hacks en daarmee heeft geprobeerd de verdediging en de rechtbank te misleiden. De meeste argumenten die de verdediging naar voren heeft gebracht, zien specifiek op de hack van SkyECC, maar vanwege de onderlinge samenhang tussen de beide hacks bedoelt de verdediging - naar eigen zeggen - hierbij ook steeds de hack van EncroChat. Volgens de verdediging heeft het Openbaar Ministerie zich schuldig gemaakt aan ‘forum shopping’ en hebben de JIT-partners misbruik gemaakt van het Frans staatsgeheim. Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie in strijd met artikel 126aa Sv gehandeld doordat aan de rechter-commissaris meer stukken ter inzagezijn gegeven dan aan de verdediging. Bovendien dienen de verdediging en de rechtbank op grond van dit artikel geïnformeerd te worden over de opsporingshandelingen die door de Franse autoriteiten zijn verricht. Het Openbaar Ministerie is hiermee doelbewust en met grove veronachtzaming voorbijgegaan aan het recht van verdachte op een eerlijk proces, zodat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van verdachte.
De officier van justitie heeft de stellingen van de verdediging gemotiveerd betwist.
De rechtbank zal de gevoerde verweren in het navolgende puntsgewijs bespreken.
Onjuiste informatievoorziening door het Openbaar Ministerie
De rechtbank stelt vast dat de verdediging de gestelde onjuiste informatievoorziening door het Openbaar Ministerie duidelijk heeft toegespitst op de hack van SkyECC. Ten aanzien van EncroChat zijn geen concrete argumenten naar voren gebracht op grond waarvan gesteld kan worden dat het Openbaar Ministerie hierbij onjuiste informatie heeft verschaft aan de verdediging en de rechtbank. Naar het oordeel van de rechtbank is er ook geen begin van aannemelijkheid dat hiervan sprake is. De rechtbank zal op dit punt daarom enkel de informatievoorziening door het Openbaar Ministerie met betrekking tot de hack van SkyECC bespreken.
De rechtbank stelt vast dat het Openbaar Ministerie in de brief van 30 april 2021 met als onderwerp ‘Juridisch kader gebruik geïntercepteerde data’ onder andere het volgende heeft geschreven:
“Later is de informatie die de Franse autoriteiten hebben verkregen met behulp van hun interceptietool vanuit het JIT gedeeld met dit onderzoek, dit betrof de metadata.”;
“Vanaf de start van dit onderzoek hebben de Franse autoriteiten de onderzoeksbevindingen die zij hebben verkregen met de inzet van hun interceptietool gedeeld met het onderzoeksteam Werl”en
“Binnen het JIT is overeengekomen dat de met behulp van de Franse interceptietool verkregen gegevens kunnen worden gedeeld met andere onderzoeksteams in Nederland, indien de afscherming van het brononderzoek gewaarborgd kon worden.”
In de brief van 13 september 2021 met - eveneens - als onderwerp ‘Juridisch kader gebruik geïntercepteerde data’ schreef het Openbaar Ministerie onder andere:
“In verschillende strafzaken hebben rechtbanken zich inmiddels uitgelaten over soortgelijke verzoeken in het onderzoek 26Lemont waarin onderzoek is gedaan naar een andere aanbieder van versleutelde communicatie (EncroChat). (…) De enkele omstandigheid dat Nederlandse opsporingsambtenaren ten tijde van de ontwikkeling en plaatsing van de interceptietool technische expertise en/of bijstand aan een ander land, in dit geval Frankrijk, hebben geleverd kan er niet toe leiden dat het vertrouwensbeginsel opzij wordt gezet. Die Nederlandse technische inbreng doet immers niets af aan het feit dat de verantwoordelijkheid voor het opsporingsonderzoek geheel bij de Franse autoriteiten ligt: de vorderingen zijn door een Franse rechter getoetst, naar Frans recht. Dat binnen het JIT nauw is samengewerkt is vanzelfsprekend en essentieel voor het opstellen van een gezamenlijk opsporingsteam tussen twee of meerdere landen. Het betekent geenszins dat het Nederlandse Openbaar Ministerie invloed heeft gehad op de beoordeling die in Frankrijk heeft plaatsgevonden door de (onderzoeks)rechter betreffende de wettelijke grondslag voor de inzet van het interceptiemiddel en de daarbij behorende belangenafwegingen.
De rechtmatigheid van het interceptiemiddel, alsmede de inzet daarvan in Frankrijk en de daaruit verkregen SkyECC-data, staat in Nederland niet ter beoordeling en mag worden verondersteld. (…)
In verschillende onderzoeken is door de verdediging gesuggereerd dat de inzet van het interceptiemiddel binnen het Nederlandse onderzoek Argus heeft plaatsgevonden. Deze aanname berust op een misverstand. De inzet van het middel heeft plaatsgevonden op Frans grondgebied, binnen een Frans onderzoek met toepassing van Franse rechterlijke machtigingen.”
In de brief van het Openbaar Ministerie van 2 juni 2022 met als onderwerp ‘Franse vertaalde processtukken gevoegd in Belgische strafzaken’ schreef het Openbaar Ministerie onder andere:
“Vanaf de start van het JIT is de geïntercepteerde data door Frankrijk aan het gemeenschappelijk onderzoeksteam verstrekt en op die wijze gedeeld met Nederland en België. Beide landen hebben steeds geassisteerd bij de analyse van de data en de resultaten daarvan zijn steeds onderling gedeeld met de deelnemende JIT-partners. (…)
Gedurende dit gezamenlijke onderzoek werd in Nederland een techniek ontwikkeld om een kopie van het werkgeheugen van één van de servers van SkyECC te maken. Het doel hiervan was om versleutelingselementen en/of wachtwoorden te verkrijgen die gebruikt worden om de verbinding tussen toestellen en de SkyECC servers te kunnen ontcijferen en de SkyECC servers later forensisch te kunnen onderzoeken.
In november 2019 zijn Nederlandse en Belgische rechercheurs er in geslaagd een deel van de groepsberichten te ontsleutelen. (…) Binnen het gemeenschappelijke onderzoeksteam zijn Nederlandse rechercheurs en technici er uiteindelijk in november 2020 in geslaagd een techniek te ontwikkelen om met behulp van een zogeheten Man in the Middle (MITM) de versleutelingselementen te verkrijgen die zijn opgeslagen op elke telefoon die de Sky ECC-applicatie gebruikte.
De techniek is gedeeld met de Fransen, zodat zij de techniek konden gebruiken, indien en voor zover de techniek paste binnen de voorwaarden die de Franse wet stelt aan de door hen gekozen vorm van interceptie. (…)
De enkele omstandigheid dat vanuit Nederland een bijdrage is geleverd aan de ontwikkeling van de ingezette middelen en dat de JIT-partners intensief hebben samengewerkt, maakt nog niet dat er reden is te twijfelen aan de rechtmatigheid van de in Frankrijk af gegeven machtigingen.”
Met de verdediging stelt de rechtbank vast dat het Openbaar Ministerie in de brief van 30 april 2021 herhaaldelijk heeft gesuggereerd dat de interceptietool door Frankrijk was ontwikkeld en ook door Frankrijk was ingezet. In deze brief heeft het Openbaar Ministerie op geen enkele wijze duidelijk gemaakt dat er een Nederlandse inbreng was bij de ontwikkeling van deze interceptietool, noch wat deze inbreng dan precies inhield. In de brief van 13 september 2021 is het Openbaar Ministerie hier enigszins op teruggekomen en is gesteld dat de enkele omstandigheid dat Nederlandse opsporingsambtenaren ten tijde van de ontwikkeling en plaatsing van de interceptietool technische expertise en/of bijstand aan Frankrijk hebben geleverd er niet toe leidt dat het vertrouwensbeginsel opzij dient te worden gezet. In de brief van 2 juni 2022 is vervolgens meer openheid van zaken gegeven en is een uitgebreide uitleg gegeven over de rol van Nederland bij de hack van SkyECC.
De rol van Nederland bij de hack blijkt achteraf bezien veel groter te zijn geweest dan in de brief van 30 april 2021 door het Openbaar Ministerie werd gesteld. Het Openbaar Ministerie heeft in die brief ook ten onrechte gesteld dat sprake zou zijn van een Franse interceptietool. In die zin heeft het Openbaar Ministerie de rechtbank en de verdediging aanvankelijk onjuist geïnformeerd. Dit maakt echter niet dat de rechtbank van oordeel is dat het Openbaar Ministerie dit bewust heeft gedaan en daarmee een eerlijk verloop van het strafproces zou hebben gefrustreerd. Van bewuste misleiding lijkt geen sprake te zijn geweest. Dit blijkt te meer nu het Openbaar Ministerie zich, evenals de rechtbank, op het standpunt stelt dat het niet uitmaakt of Nederland wel of geen bijstand heeft geleverd bij de ontwikkeling van de interceptietool, aangezien dit niet leidt tot de conclusie dat daarmee de strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor de inzet ervan verschuift van Frankrijk naar Nederland. Nu het leveren van technische bijstand bij de ontwikkeling in dit kader geen juridisch relevante consequenties heeft, kan uit het gegeven dat de informatie hieromtrent niet direct volledig of juist is weergegeven niet worden afgeleid dat het Openbaar Ministerie geprobeerd heeft de rechtbank en de verdediging in hun controlerende taak te misleiden.
De rechtbank vindt wel dat de informatievoorziening door het Openbaar Ministerie te weinig transparant en zeer moeizaam is verlopen. Doordat het Openbaar Ministerie aanvankelijk slechts zeer beperkt informatie verschafte over de Nederlandse inbreng bij de hack van SkyECC, hebben advocaten in meerdere strafzaken door het hele land veel moeite moeten doen om hierover meer duidelijkheid te krijgen. Dit heeft bij de verdediging geleid tot gevoelens van wantrouwen jegens het Openbaar Ministerie. De rechtbank onderkent uiteraard dat de samenstelling van het procesdossier in beginsel aan het Openbaar Ministerie is en dat de betreffende zaaksofficieren van justitie afhankelijk zijn van diverse andere collega-officieren van justitie om hen van informatie te voorzien. Dat neemt niet weg dat het wenselijk was geweest dat het Openbaar Ministerie vanaf het begin duidelijkheid had verschaft en inzage had gegeven in de Nederlandse bijdrage bij de hack van SkyECC, zoals uiteindelijk pas bij brief van 2 juni 2022 is gedaan. De rechtbank concludeert dat het Openbaar Ministerie tekort is geschoten in de informatievoorziening door niet direct openheid van zaken te geven, maar niet zodanig dat hierdoor een ernstige inbreuk is gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde, met name nu de volledige gang van zaken uiteindelijk in de brief van 2 juni 2022 uiteen is gezet.
Forum shopping en misbruik Frans staatsgeheim
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie aan ‘forum shopping’ heeft gedaan door het onderzoek naar SkyECC in Frankrijk te laten plaatsvinden, al dan niet omdat de Nederlandse rechter-commissaris op 30 oktober 2018 geen toestemming gaf om de eventueel op de server van SkyECC aan te treffen berichten zonder voorafgaande toestemming te gebruiken in een strafrechtelijk onderzoek. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen begin van aannemelijkheid dat sprake is geweest van ‘forum shopping’. De servers van SkyECC bevonden zich in Frankrijk, zodat Nederland niet anders kon dan in contact treden met de Fransen. Aanvankelijk heeft Nederland een EOB aan Frankrijk gericht en de Nederlandse rechter-commissaris daaraan voorafgaand om toestemming verzocht een image van de server te maken. Daarna is Frankrijk uit eigen beweging een (eigen) opsporingsonderzoek gestart waarin met toestemming van de Franse rechter opsporingsbevoegdheden zijn ingezet. De informatie die daaruit is voortgekomen is op grond van de JIT-overeenkomst met de andere partners gedeeld. Uit niets blijkt dat het Nederlandse Openbaar Ministerie of de JIT-partners invloed hebben gehad op de wijze waarop in Frankrijk de opsporingsbevoegdheden zijn ingezet. Evenmin is gebleken dat bewust is aangestuurd op het gebruik van het Frans staatsgeheim. Nu de opsporingsbevoegdheden in Frankrijk zijn toegepast, is het Franse recht daarop van toepassing. Dat de hack daardoor onder Frans staatsgeheim is komen te vallen, kan bezwaarlijk het Nederlandse Openbaar Ministerie worden verweten.
Artikel 126aa Sv
De verdediging heeft bepleit dat de omstandigheid dat de rechter-commissaris in meer stukken inzage heeft gehad dan de verdediging in strijd is met artikel 126aa Sv, terwijl deze bepaling van toepassing is op een titel V-onderzoek zoals 26Argus. Op grond van deze bepaling dienen de verdediging en de rechtbank ook geïnformeerd te worden over de door de Franse opsporingsautoriteiten verrichte opsporingshandelingen. Daarnaast hadden de Franse machtigingen die wel aan de rechter-commissaris zijn getoond en de JIT-overeenkomst aan de processtukken moeten worden toegevoegd.
De rechtbank overweegt dat in artikel 126aa Sv het beginsel van interne openbaarheid is opgenomen. Het eerste lid van dit artikel bepaalt:
“De officier van justitie voegt de processen-verbaal en andere voorwerpen waaraan gegevens kunnen worden ontleend die zijn verkregen door de uitoefening van een van de bevoegdheden, genoemd in de titels IVa tot en met Vc, dan wel door de toepassing van artikel 126ff, voorzover die voor het onderzoek in de zaak van betekenis zijn, bij de processtukken.”
De Nota naar aanleiding van het Verslag (
Kamerstukken II1997/98, 25 403, nr. 7, p. 85) bevat enkele treffende passages die de achterliggende gedachte van artikel 126aa Sv kernachtig weergeven, waaronder:
“Het voorgestelde art. 126aa verplicht er toe (…) processen-verbaal te voegen voor zover die voor het onderzoek van de zaak van betekenis zijn. Daaronder vallen niet alleen de processen-verbaal waaruit de betrokkenheid van de verdachte bij het telastegelegde strafbare feit naar voren komt. Ook de processen-verbaal waarvan de rechter moet kennisnemen om de rechtmatigheid van het vooronderzoek dat tot de telastelegging heeft geleid te kunnen beoordelen, dienen in beginsel bij de processtukken te worden gevoegd. (…) Art. 126aa staat derhalve niet toe, dat relevante processen-verbaal niet gevoegd worden. (…) Zeker in het licht van art. 126aa lid 1, staat buiten twijfel dat de relevante processen-verbaal processtukken zijn.”
De rechtbank stelt vast dat artikel 126aa Sv onder meer tot doel heeft dat de rechter de rechtmatigheid van het vooronderzoek kan beoordelen. Het bepaalde in artikel 126aa Sv ziet nadrukkelijk op de uitoefening van Nederlandse opsporingsbevoegdheden die zijn genoemd in de titels IVa tot en met Vc, en dus niet op opsporingsbevoegdheden die door Franse opsporingsautoriteiten in Frankrijk zijn toegepast. Nu de rechtbank reeds heeft geoordeeld dat het vertrouwensbeginsel van toepassing is op de door Frankrijk ingezette opsporingsbevoegdheden, levert het niet voegen van alle stukken die zien op deze bevoegdheden geen strijd op met het bepaalde in artikel 126aa Sv. Ook de JIT-overeenkomst, waarvan de verdediging heeft gesteld dat het voegen hiervan binnen het bereik van artikel 126aa Sv valt, is niet verkregen door uitoefening van Nederlandse opsporingsbevoegdheden en valt dus buiten het toepassingsbereik van dit artikel. Dat het overeenkomen en ondertekenen hiervan heeft geleid tot het starten van (nader) Nederlands onderzoek, maakt dit niet anders. Voorts is niet gebleken dat bepaalde stukken die zijn verkregen door de toepassing van Nederlandse opsporingsbevoegdheden, waarover artikel 126aa Sv zich uitstrekt, niet aan de processtukken zijn toegevoegd.
De omstandigheid dat de rechter-commissaris bij de aanvraag van de machtigingen op grond van de artikelen 126t en 126uba Sv inzage heeft gekregen in meer stukken dan de verdediging en de rechtbank, maakt evenmin dat sprake is van een schending van artikel 126aa Sv. Artikel 126aa Sv ziet niet op de Franse machtigingen die volgens de verdediging wel aan de rechter-commissaris zijn getoond en die niet aan de processtukken zijn toegevoegd, maar enkel op stukken die zijn verkregen door de uitoefening van Nederlandse opsporingsbevoegdheden. Daarnaast dient een beslissing van de rechter-commissaris tot het verlenen van een of meer machtiging(en) door de zittingsrechter slechts marginaal te worden getoetst. Daarvoor is niet vereist dat alle stukken die aan de rechter-commissaris zijn getoond ook aan de processtukken worden toegevoegd.
De stelling van de verdediging dat artikel 126aa Sv is geschonden doordat delen van de machtigingen van de rechter-commissaris van 7 en 11 februari 2021 zijn zwartgelakt, is naar het oordeel van de rechtbank niet juist. Artikel 149b Sv bepaalt immers dat de officier van justitie bevoegd is, indien hij dit met het oog op de in artikel 187d, eerste lid, Sv vermelde belangen noodzakelijk acht, de voeging van bepaalde stukken of gedeelten daarvan bij de processtukken achterwege te laten. Hij behoeft daartoe een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris. In dit geval heeft de rechter-commissaris op 13 september 2021 een machtiging op de voet van artikel 149b Sv aan de officier van justitie verleend om bepaalde passages in de machtigingen van 7 en 11 februari 2021 aan de processtukken te onthouden, zodat een uitzondering mocht worden gemaakt op het bepaalde in artikel 126aa Sv.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat geen sprake is van een schending van artikel 126aa Sv, zodat het verweer wordt verworpen.
Artikel 6 EVRM en conclusie
De vraag die de rechtbank tot slot dient te beantwoorden, is of het recht van verdachte op een eerlijk proces en/of artikel 6 EVRM is geschonden.
De verdediging heeft bepleit dat de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging, nu het Openbaar Ministerie doelbewust en met grove veronachtzaming is voorbijgegaan aan het recht van verdachte op een eerlijk proces. De rechtbank zal niet aan dit criterium toetsen, nu uit het arrest van de Hoge Raad van 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889, r.o. 2.5.2 volgt dat dit criterium is bijgesteld. De rechtbank dient enkel het bovenstaande te toetsen.
Bij de beoordeling van deze vraag stelt de rechtbank het volgende voorop. Door de verdediging is meermalen gewezen op het beginsel van ‘equality of arms’. Met juistheid heeft de verdediging betoogd dat dit in de rechtspraak aanvaarde beginsel, als wezenlijk onderdeel van het recht op een eerlijk proces, de door de zittingsrechter uit te voeren toetsing beheerst. Het veronderstelt onder meer dat de verdachte kennis kan nemen van het volledige procesdossier en reële en effectieve mogelijkheden dient te hebben om tegen het hem gemaakte verwijt in te brengen wat hij in het belang van zijn verdediging acht. Ook waar het gaat om de toegepaste methoden van opsporing en de resultaten van dat onderzoek dient de verdachte in de gelegenheid te zijn om, zowel in materieel als in processueel opzicht, deze te betwisten. Op de rechter rust de verplichting erop toe te zien dat aan deze vereisten gedurende de berechting is voldaan. Aan deze vereisten is in het algemeen voldaan als de verdachte, al dan niet naar aanleiding van door of namens hem gedane verzoeken, beschikt over de informatie die redelijkerwijs relevant kan worden geacht voor de hiervoor bedoelde betwisting. De door de officier van justitie verschafte verantwoording van hetgeen ter opsporing is verricht en ondervonden zal in het licht van de strekking en inhoud van wat ter verdediging wordt dan wel zal worden aangevoerd, op haar inhoudelijke toereikendheid dienen te worden beoordeeld. Anders gezegd, het recht van de verdachte om in de gelegenheid te worden gesteld om methoden en resultaten van onderzoek te betwisten, valt niet samen met een ongeclausuleerd recht om deze te controleren.
De rechtbank is hiervoor tot de slotsom gekomen dat de beslissing van de Franse rechter tot goedkeuring van het binnendringen in de servers van EncroChat en SkyECC niet ter toetsing voorligt. Het beginsel van ‘equality of arms’ brengt met zich dat de verdediging toegang moet krijgen tot het bewijs en in beginsel ook tot stukken die kunnen zien op onrechtmatigheden in het onderzoek. Dat er vanwege het beginsel van ‘equality of arms’ evenwel een recht op kennisname door de verdediging van al deze stukken zou bestaan, zou betekenen dat de Nederlandse strafrechter alsnog via een omweg van artikel 6 EVRM de rechtmatigheid van het Franse strafrechtelijke optreden zou kunnen/moeten toetsen. Dit is naar het oordeel van de rechtbank in strijd met de bedoeling van het internationale vertrouwensbeginsel. In het beginsel van ‘equality of arms’ ligt geen recht tot kennisname van Franse stukken en stukken over internationale samenwerking besloten.
Voor het overige moet de verdediging, gelet op wat er is gebleken en door de rechtbank is vastgesteld over de toepassing van de bevoegdheid van artikel 126uba Sv op verdachte, geacht worden belang te hebben bij inzicht in de totstandkoming van de beslissingen die daarop betrekking hebben.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat de verdediging onvoldoende was toegerust om verweer te voeren tegen de legitimiteit van de (resultaten van de) hack op de EncroChat- en SkyECC-toestellen, ook niet door de eerdere afwijzing van bepaalde onderzoekswensen door de rechtbank, waarbij de rechtbank verwijst naar de bij die afwijzing(en) gegeven motivering. Ook de omstandigheid dat met toepassing van artikel 149b Sv informatie over de aard en werking van de interceptietool definitief is onthouden maakt dit niet anders. Namens of door verdachte is niet gemotiveerd betoogd dat de onderschepte berichten (bijvoorbeeld aan de hand van de communicatie waaraan hijzelf, zoals later zal blijken, heeft deelgenomen) onvolledig of onjuist zijn. Dat betekent dat ook vanuit het oogpunt van een door de verdediging eventueel gewenste betwisting van de integriteit van de interceptie geen belang bij toegang tot de onthouden informatie hoeft te worden aangenomen.
Op grond van het voorgaande valt niet in te zien dat de procedure als geheel, mede beoordeeld tegen de achtergrond van de op de formele verweren gegeven beslissingen, in strijd zou zijn met het bepaalde in artikel 6 EVRM en/of het recht van verdachte op een eerlijk proces.
De verweren van de verdediging worden verworpen.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
2a.8 De betrouwbaarheid van de EncroChat- en SkyECC-berichten
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden gecontroleerd of het EncroChat- en SkyECC-bewijs betrouwbaar is. De datasets zijn immers niet volledig en het is onbekend hoe veel berichten er in het geheel ontbreken. Dit kan ook niet gecontroleerd worden doordat het Openbaar Ministerie niet meer informatie verschaft over de gebruikte interceptietool.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de berichten bruikbaar zijn voor het bewijs. Uit de stukken blijkt dat niet alle data volledig zijn, maar de data die er zijn, zijn juist. Er is ook geen aanleiding te veronderstellen dat de ingezette techniek niet betrouwbaar is.
De rechtbank constateert met de verdediging en de officier van justitie dat de (EncroChat- en) SkyECC-berichten in het dossier niet volledig zijn. Het is juist dat er berichten ontbreken en dat in sommige gesprekken alle berichten van één van de gesprekspartners ontbreken, zodat van bepaalde gesprekken geen volledig beeld ontstaat. Anderzijds is de rechtbank van oordeel dat de inhoud van de berichten die wel in het dossier zijn opgenomen op belangrijke punten bevestiging vindt in de overige bewijsmiddelen in het dossier, zoals later in dit vonnis verder naar voren zal komen. Daarnaast is de verdediging in de gelegenheid gesteld de volledige datasets van de relevante accounts in te zien. Dat in de onderschepte data berichten (kunnen) ontbreken, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat de berichten die wel onderschept zijn daardoor onbetrouwbaar zijn. Gelet op de gesprekken die in het dossier zijn opgenomen, stelt de rechtbank vast dat de communicatie tussen de verschillende gebruikers niet onbegrijpelijk of in een onlogische volgorde is verlopen. De conversaties sluiten op elkaar aan en in de meeste gesprekken weten de gebruikers met wie zij in contact staan. De verdediging heeft verder ook niet aangevoerd welke gesprekken of berichten niet volledig zouden zijn of waarom de verkregen data onbetrouwbaar zouden zijn.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verkregen EncroChat- en SkyECC-data voldoende betrouwbaar zijn om te kunnen worden gebruikt voor het bewijs.
2a.9 Verzoek om aanhouding van de zaak
De verdediging heeft de rechtbank verzocht de behandeling van de zaak aan te houden en aansluiting te zoeken bij de door de rechtbank Noord-Nederland te stellen prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, dan wel de beantwoording van deze vragen af te wachten, als de rechtbank niet tot de conclusie komt dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging of dat de EncroChat- en SkyECC-data dienen te worden uitgesloten van het bewijs, zoals door de verdediging is bepleit. Daarnaast is verzocht in dat geval ook de antwoorden van het Hof van Justitie van de Europese Unie op de aan hem gestelde prejudiciële vragen af te wachten.
De rechtbank ziet geen aanleiding de behandeling van de zaak aan te houden om zich aan te sluiten bij de door de rechtbank Noord-Nederland te stellen vragen aan de Hoge Raad of de beantwoording van deze vragen en/of de aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te stellen vragen af te wachten. De rechtbank acht zich na de inhoudelijke behandeling, bestudering van alle stukken en nadere bestudering van de jurisprudentie voldoende voorgelicht en in staat een beslissing te nemen. Met betrekking tot de aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te stellen prejudiciële vragen geldt dat niet aannemelijk is dat de eventuele beantwoording van deze vragen relevant zal zijn voor de in deze zaak op grond van artikel 348 en 350 Sv te nemen beslissingen, nu deze vragen in een Duitse zaak worden gesteld en samenhangen met het oordeel van de Duitse rechters dat er een EOB was vereist voor interceptie van berichten op telefoons die zich in Duitsland bevonden, terwijl Duitsland geen partner was bij het JIT. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, ziet de rechtbank niet in hoe deze prejudiciële vragen relevant zouden kunnen zijn voor de onderzoeken Nigeria, Tienhoven en Seegat.
Het is bovendien nog onduidelijk of en zo ja, wanneer de Hoge Raad de door de rechtbank Noord-Nederland te stellen prejudiciële vragen in behandeling zal nemen en al dan niet zal beantwoorden. Een vergelijking met de gang van zaken bij lopende cassatieprocedures dringt zich hier op: zolang de Hoge Raad nog niet gesproken heeft, plegen de rechtbanken de zaken voort te zetten en zeker niet een inhoudelijke behandeling aan te houden. Bij de hierboven geschetste stand van zaken vindt de rechtbank het niet noodzakelijk om de behandeling van deze zaak aan te houden in afwachting van de uitkomst van dit traject. De rechtbank ziet ook geen aanleiding eventuele ‘ontwikkelingen’ in Frankrijk en Italië af te wachten, zoals de verdediging terloops heeft verzocht. De relevantie hiervan is gesteld noch gebleken.
Gelet op het voorgaande wijst de rechtbank het verzoek af.
2b. Overwegingen ten aanzien van het gebruik van de gegevens uit de onder verdachte inbeslaggenomen mobiele telefoon
De raadsman heeft aangevoerd dat ten aanzien van het onderzoek aan de Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] sprake is van een onherstelbaar vormverzuim zodat de resultaten van dat onderzoek van het bewijs moeten worden uitgesloten. Volgens de raadsman zijn berichten, chats, notities, foto’s, filmpjes en een contactenlijst uit de telefoon bekeken en is daardoor een min of meer compleet beeld van het persoonlijk leven van verdachte verkregen. Onder verwijzing naar rechtspraak van het EHRM en de Hoge Raad (HR 4 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:588) heeft de raadsman gesteld dat het onderzoek daarom alleen met toestemming van de rechter-commissaris had mogen plaatsvinden. Nu die toestemming ontbreekt is volgens de raadsman een belangrijk strafvorderlijk voorschrift geschonden en behoren de resultaten van het onderzoek van het bewijs te worden uitgesloten. Die bewijsuitsluiting strekt ertoe – zo begrijpt de rechtbank het standpunt van de raadsman – om schending van artikel 6 EVRM te voorkomen, dan wel als rechtsstatelijke waarborg om te voorkomen dat in de toekomst een vergelijkbaar vormverzuim zal plaatsvinden.
De rechtbank stelt op grond van het dossier vast dat de telefoon met toestemming van de officier van justitie in beslag is genomen en dat nadien aan de telefoon onderzoek is verricht. Uit het proces-verbaal dat van dat onderzoek is opgemaakt (p. 7978 e.v.) valt op te maken dat van de data op de telefoon een kopie gemaakt, dat die kopie beschikbaar is gesteld aan het onderzoeksteam TGO Nigeria en dat het onderzoeksteam met politiesoftware de gekopieerde data verder heeft onderzocht. In het proces-verbaal worden alleen de door de politie voor het onderzoek relevant geachte onderzoeksresultaten beschreven. Daaruit valt op te maken dat is nagegaan welke telefoonnummers in het toestel zijn gebruikt, dat de locaties van het toestel zijn bekeken, dat in op het toestel opgeslagen notities en foto’s zijn bekeken, dat (de aanmaakdata van) contacten zijn bekeken en dat berichten zijn bekeken die via de applicatie Whatsapp zijn gewisseld met voor het onderzoek relevant geachte contactpersoon. Het proces-verbaal biedt geen informatie over de onderzoeksvraag en de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. Of van de gekopieerde data volledig is kennisgenomen of dat daarin gericht naar de beschreven resultaten is gezocht kan uit het proces-verbaal niet worden afgeleid.
Ter zitting heeft de officier van justitie toegelicht dat voorafgaand aan het telefoononderzoek hierover met hem is gesproken en dat hij voor het onderzoek akkoord heeft gegeven.
Uit het door de raadsman aangehaalde arrest van de Hoge Raad volgt dat de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren ex artikel 94 Sv voldoende legitimatie biedt voor onderzoek aan een inbeslaggenomen smartphone. Dergelijk onderzoek kan echter onrechtmatig jegens de gebruiker zijn als het zo verstrekkend is dat daardoor een min of meer compleet beeld wordt verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker. In dat geval zal het onderzoek door de officier van justitie moeten plaatsvinden. In gevallen waarin op voorhand is te voorzien dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zeer ingrijpend zal zijn, is onderzoek door de rechter-commissaris aangewezen.
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat met het uitgevoerde onderzoek een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker van de telefoon is gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank is echter niet komen vast te staan dat hier sprake was van een situatie waarin op voorhand was te voorzien dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zeer ingrijpend zou zijn en waarin het onderzoek dus door of in opdracht van de rechter-commissaris had moeten plaatsvinden. Dat uit een telefoon doorgaans veel informatie over het persoonlijke leven van de gebruiker kan worden afgeleid en dat bij een ongericht onderzoek mogelijk volledige inzage in die informatie wordt verkregen, is onvoldoende om ieder onderzoek waarbij inzage in de in een telefoon opgeslagen gegevens wordt verkregen als zeer ingrijpende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer aan te merken. In bijzondere gevallen zou dat anders kunnen zijn, bijvoorbeeld wanneer vooraf of gaandeweg het onderzoek voorzienbaar is dat medische gegevens, communicatie met geheimhouders of andere gevoelige gegevens worden verkregen of wanneer sprake is van een onderzoek dat erop is gericht verkregen gegevens nader te analyseren of combineren.
Het dossier biedt geen aanknopingspunten om te kunnen oordelen dat van dergelijke bijzondere omstandigheden sprake was. In dit geval was inschakeling van de rechter-commissaris dus niet vereist. De telefoon is met toestemming van de officier van justitie in beslag genomen. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit die toestemming ook de toestemming (en de opdracht) om onderzoek aan de telefoon te doen. Bovendien volgt uit de toelichting van de officier van justitie ter zitting dat hij akkoord heeft gegeven alvorens het onderzoek daadwerkelijk werd uitgevoerd. Van een vormverzuim als door de raadsman bedoeld is dus geen sprake.
Het verweer wordt verworpen.
2c. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de moord op [slachtoffer] (feit 1, primair) en de voorbereidingen daartoe (feit 2).
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte [medeverdachte 4] of [medeverdachte 5] heeft benaderd om te helpen de VW Transporter weg te zetten die bij de moord is gebruikt. Er kan geen beschikkingsmacht van verdachte met betrekking tot de VW Transporter, de VW Golf 6 of de Renault Megane worden vastgesteld. Verder kan niet worden vastgesteld dat verdachte een rol had bij het (laten) ophalen van de bij de liquidatie gebruikte Renault Mégane. De gesprekken over ‘tik bez’, ammoniak en ‘iemand die paraat staat’ met respectievelijk [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] zijn niet redengevend voor het bewijs. Dit zijn allemaal nietszeggende omstandigheden. Voorts kan niet worden vastgesteld dat verdachte wapens heeft geleverd ten behoeve van de liquidatie. Verder kan uit de omstandigheid dat op bepaalde momenten de telefoons van medeverdachten aanstraalden op de zendmast aan de Wisselwerking in Diemen niet worden afgeleid dat zij op die momenten verzamelden in de woning van verdachte. Dat verdachte contacten heeft gehad met medeverdachten impliceert nog niet dat hij een bijdrage aan het delict heeft geleverd. Er kan niet worden vastgesteld dat verdachte van 3 tot en met 6 juli 2020 gebruik heeft gemaakt van het SkyECC-account E76H3Q. Dat verdachte geen verklaring heeft afgelegd kan niet meewegen in de bewijsoverwegingen, nu geen sprake is van omstandigheden die redengevend zijn voor het bewijs. Er zijn bovendien contra-indicaties voor betrokkenheid van verdachte bij het feit. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van de onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid het dubbel opzet niet kan worden bewezen, voor zover al sprake is van enige relevante bijdrage van verdachte aan het delict.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de feiten, gelet op de verwevenheid, gelijktijdig beoordelen. Zij stelt daartoe de volgende feiten en omstandigheden vast.
Schietincident
Op 6 juli 2020 rond 8.30 uur heeft een schietincident plaatsgevonden aan de Burgemeester Geradtslaan in Beuningen. Ter plaatse aangekomen verbalisanten troffen een man aan die op dat moment werd gereanimeerd. [2] Het slachtoffer betrof [slachtoffer] . [3] Hij is
overleden in de ambulance. [4]
Forensisch onderzoek slachtoffer
Het NFI heeft onderzoek verricht aan het lichaam van [slachtoffer] , in de vorm van een uit- en inwendige schouwing. De conclusie van het NFI is dat er zeven schotletsels zijn vastgesteld, die samen drie doorschoten en één inschot vormden. Het overlijden van [slachtoffer] wordt verklaard door één doorschot van de romp. Bij dit doorschot was onder andere sprake van perforatie van beide borstholten en de rechterlong, hetgeen tot acute ademhalingsstoornissen leidt. Tevens was bij dit doorschot sprake van perforatie van het hart, hetgeen acute hartfunctiestoornissen veroorzaakt. Ten slotte leidt perforatie van de longen, het hart en de lever tot hevig bloedverlies. Deze ademhalingsstoornissen en hartfunctiestoornissen en dit bloedverlies verklaren het overlijden zonder meer. De overige schotletsels kunnen op zich het overlijden niet verklaren, maar kunnen wel hebben bijgedragen aan de snelheid van het overlijden, aldus het NFI. [5]
Getuigenverklaring plaats delict
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat zij op 6 juli 2020 rond 8.30 uur vanaf de rotonde van de Wilhelminalaan in Beuningen de Burgemeester Geradtslaan opreed. Ter hoogte van de frietzaak zag zij twee mannen van rechts naar links over de weg rennen. Een van hen stopte op de linker weghelft en de ander op de rechter weghelft. De beide mannen begonnen vanaf daar te schieten op een man in witte werkkleding die uit een gangetje tussen de frietzaak en het appartementencomplex vandaan kwam. Het doelwit zakte vervolgens in elkaar, waarna de schutters wegrenden richting een witte bus. [6]
Forensisch onderzoek plaats delict
Tijdens het forensisch onderzoek op de plaats delict aan de Burgemeester Geradtslaan in Beuningen werden de volgende munitie(onderdelen) aangetroffen: vijf hulzen van het kaliber 9mm (SIN-nummers: AAJB3614NL, AAJB3615NL, AAJB3616NL, AAJB3617NL en AAJB3618NL); twee hulzen van het kaliber 7.65mm (AAJB3611NL en AAJB3612NL) en één van het kaliber .32 (AAJB3613NL); een gedeformeerd projectiel (kogelpunt, AAJB3610NL); een gedeformeerde mantel van een projectiel (kogelpunt, AAMK7010NL) [7] ; en een gedeformeerd deel van een kogelpunt (AAJB3619NL). [8] In de buik van het slachtoffer werd een projectiel aangetroffen (AAMU3928NL). [9]
Het NFI heeft vergelijkend kogel- en hulsonderzoek verricht naar de aangetroffen en in beslag genomen munitie. Het vergelijkend hulsonderzoek heeft aanwijzingen opgeleverd dat de acht hulzen zijn verschoten met twee (verschillende) vuurwapens. De conclusie van het NFI is dat de bevindingen van het vergelijkend hulsonderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn wanneer de drie aangetroffen hulzen met kaliber 7.65mm Browning (AAJB3611NL, AAJBN3612NL en AAJB3613NL) zijn verschoten met één en hetzelfde vuurwapen, dan wanneer de hulzen zijn verschoten met twee vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. Dezelfde conclusie geldt met betrekking tot de vijf aangetroffen hulzen met kaliber 9mm Parabellum (AAJBN3614NL tot en met AAJB3618NL). De drie hulzen met kaliber 7.65mm Browning zijn vermoedelijk verschoten met een (semi-) automatisch werkend machinepistool van het kaliber 7.65mm Browning, type Skorpion. De vijf hulzen met kaliber 9mm Parabellum zijn vermoedelijk verschoten met een (semi-) automatisch werkend pistool van het kaliber 9mm Parabellum, merk Glock.
Het vergelijkend kogelonderzoek heeft aanwijzingen opgeleverd dat de vier kogels/kogeldelen zijn afgevuurd uit minimaal twee lopen. Voor twee van de drie aangetroffen kogels van het kaliber 7.65mm Browning (AAJB3610NL en AAMU3928NL) geldt dat de bevindingen van het vergelijkend kogelonderzoek iets waarschijnlijker zijn wanneer de kogels zijn afgevuurd uit één en dezelfde loop dan wanneer de kogels zijn afgevuurd uit twee lopen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. Voor de derde kogel (AAJB3619NL) geldt dat de bevindingen van het vergelijkend kogelonderzoek ongeveer even waarschijnlijk zijn wanneer deze is afgevuurd uit één en dezelfde loop als de andere twee kogels dan wanneer de kogels zijn afgevuurd uit twee lopen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. Voor de derde kogel (AAJB3619NL) geldt dat het ongeveer even waarschijnlijk is dat deze is afgevuurd uit één en dezelfde loop als de andere twee kogels dan dat de kogels zijn afgevuurd uit twee lopen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. Het aangetroffen kogelmanteldeel, onder andere passend bij het kaliber 9mm Parabellum (AAMK7010NL), is verschoten uit een andere loop dan de drie overige kogels. [10]
Tussenconclusie:
De rechtbank concludeert op basis van de bevindingen van het NFI dat er met twee wapens geschoten is op de plaats delict.
Betrokken voertuigen
Op grond van het dossier kan worden vastgesteld dat bij het schietincident en de voorbereiding daarvan diverse voertuigen betrokken zijn geweest. Achtereenvolgens zullen hierna de betrokkenheid van een Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 1] (hierna: VW Transporter); een zwarte Renault Megane met kenteken [kenteken 2] (hierna: Renault Megane); een zwarte Volkswagen Golf 6 met kenteken [kenteken 3] (hierna: zwarte VW Golf 6); een rode Volkswagen Golf 4 met kenteken [kenteken 4] (hierna: rode VW Golf 4) en een witte VW Up met kenteken [kenteken 5] (hierna: VW Up) worden besproken.
( a)
De VW Transporter met (vals) kenteken [kenteken 1]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij op 6 juli 2020 op de Burgemeester Geradtslaan zag dat twee mannen een man in witte kleding neerschoten en vervolgens hard naar een witte of crèmekleurige VW Transporter bus liepen die aan de zijkant van de weg stond. Hij zag vervolgens dat die bus met een rotgang weg reed in de richting van de Haagstraat. In het midden van de kentekenplaat van de bus zag hij de letters “ [kenteken 1] ” staan. [11]
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat zij – na het horen van schoten – twee mannen naar een witte bestelbus, vermoedelijk een VW Transporter, zag rennen en dat zij zag dat het busje direct wegreed. [12]
In de omgeving van de plaats delict zijn door de politie camerabeelden opgevraagd. Op de camerabeelden van de Burgemeester Geradtslaan in Beuningen, ter hoogte van perceel 93, is te zien dat op 6 juli 2020 tussen 8:17:36 en 8:17:39 uur een VW Transporter over de Burgemeester Geradtslaan in Beuningen rijdt, komend uit de richting van de Haagstraat en rijdend in de richting van de rotonde met de Wilhelminaweg en dus in de richting van de plaats delict. De VW Transporter komt qua kleur en uitvoering overeen met de VW Transporter die door de daders bij de liquidatie op de Burgemeester Geradtslaan in Beuningen is gebruikt. De VW Transporter is uitgevoerd met een personencompartiment en een laadruimte. De laadruimte is vanaf de rechter zijkant van het voertuig te benaderen door middel van een schuifdeur die voorzien is van een geblindeerde ruit. Vanuit de ruit in het rechter voorportier is er zicht in het personencompartiment. Na onderzoek van het bewegende beeldmateriaal lijkt het dat één persoon, de bestuurder, in het personencompartiment aanwezig is. [13]
De politie heeft verder camerabeelden verkregen van de dashcams van verschillende auto’s.
Op de dashcambeelden van een Tesla is onder andere te zien dat de Volkswagen Passat (hierna: VW Passat), met kenteken [kenteken 6] , van het slachtoffer op 6 juli 2020 tussen 8.20 en 8.21 uur geparkeerd staat aan de Burgemeester Geradtslaan in Beuningen. [14] Verder is te zien dat een VW Transporter half in een parkeervak en half op de fietsstrook stil staat op de Burgemeester Geradtslaan, drie parkeervakken achter de VW Passat van het slachtoffer. Op de beelden is te zien dat de VW Transporter op dat moment aan de voorzijde is voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] . [15]
Op de dashcambeelden van een Ford Ka is te zien dat op 6 juli 2020 rond 8.24 uur het bestuurdersportier van de VW Passat van het slachtoffer geopend is. De auto staat nog op dezelfde plek. Verder is te zien dat de VW Transporter met kenteken [kenteken 1] inmiddels geheel in de parkeerhaven staat, verspreid over de eerste twee parkeervakken achter die waar de VW Passat van het slachtoffer geparkeerd staat. [16]
Op camerabeelden die werden opgenomen vanuit de [adres] is onder andere te zien dat op 6 juli 2020 om 8:29:21 uur een witte VW Transporter met hoge snelheid vanuit de richting van het Thorbeckeplein komt en in de richting van de Haagstraat gaat. Deze VW Transporter voldoet aan de kenmerken van de VW Transporter waarin de verdachten na het schietincident zijn weggereden. Geverbaliseerd is dat de chauffeur de enige inzittende lijkt te zijn in de cabine van het voertuig. [17]
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat zij op 6 juli 2020 rond 8.35 uur in de tuin naast haar woning stond. Vanuit haar tuin had zij vrij zicht op de Alex Willemsstraat in Winssen. Zij zag een witte bus in de Alex Willemsstraat parkeren. Vervolgens zag zij een jongeman met een donkere huidskleur vlug aan de bestuurderszijde uit de bus stappen. De man liep vervolgens voor de bus langs op een normale manier naar een zwarte auto. De man stapte rechtsachter in de zwarte auto. De zwarte auto werd van binnenuit geopend. Deze zwarte auto stond ongeveer 30 meter verderop in de Alex Willemsstraat geparkeerd, aan de linkerzijde tegen de heg. De achterlichten van de auto brandden. De auto stond er al toen de bus aankwam. Nadat de man was ingestapt, reed de auto met een normale snelheid weg. [getuige 4] heeft de auto niet zien komen aanrijden. De auto stond er al voordat de bestuurder van het witte busje instapte. [getuige 4] heeft niet gezien hoeveel personen er in de zwarte auto zaten. [18]
Op 6 juli 2020 rond 13.00 uur kwam de politie ter plaatse aan de Alex Willemsstraat in Winssen. Zij zagen onder andere een witte bus die voorzien was van kenteken [kenteken 1] op de parkeerplaats naast het aldaar gelegen grasveld staan. De lampen van deze bus waren op dat moment nog aan. De bus bleek te zijn gestolen. Het chassisnummer van het voertuig betrof [chassisnummer 1] . [19]
[eigenaar VW Transporter] heeft op 22 juni 2020 aangifte gedaan van de diefstal van zijn VW Transporter met kenteken [kenteken 7] en chassisnummer [chassisnummer 1] . Hij verklaarde dat de auto tussen 21 juni 2020 rond 23.55 uur en 22 juni 2020 rond 9.10 uur door onbekenden was weggenomen in Amsterdam. [20]
Het kenteken [kenteken 1] heeft 7 ANPR-registraties in de periode van 21 juni 2020 tot en met 6 juli 2020. Zes keer ging het om een blauwe VW Transporter die origineel voorzien is van het betreffende kenteken en één keer ging het om de gestolen witte VW Transporter met valse kentekenplaten. Deze witte Transporter is op 4 juli 2020 om 16.56 uur door de ANPR-camera aan de A15 rechts, bij hectometerpaal 121.1, locatie Deil-Oost, gefotografeerd. [21]
( b)
Zwarte VW Golf met kenteken [kenteken 3]
Uit de ANPR-blokbevraging van de ANPR-registratie van kenteken [kenteken 1] is gebleken dat op 4 juli 2020 om 16.56:16 uur een zwarte VW Golf 6 met kenteken [kenteken 3] , de ANPR-locatie passeerde, zijnde één seconde voor de registratie van de witte VW Transporter met het kenteken [kenteken 1] . [22]
Deze zwarte VW Golf 6 komt die dag vaker in beeld.
Op 4 juli 2020 om 6.52 uur is de zwarte VW Golf 6 met het kenteken [kenteken 3] de trajectcontrole op de A2 rechts ter hoogte van Breukelen gepasseerd. [23]
Op camerabeelden van de woning aan de [adres] is onder andere te zien dat op 4 juli 2020 om 17.22:30 uur een Witte VW Transporter in beeld komt, komende uit de richting van de rotonde Wilhelminalaan/Trajanussingel/Thujapark en rijdend in de richting van de Van Heemstraweg in Beuningen. Dit voertuig is hierna tot 17.45 uur niet meer in beeld gekomen. [24]
Op de camerabeelden van de woning aan de [adres] van 4 juli 2020 is te zien dat om 17.22:05 uur een zwarte VW Golf 6 in beeld komt, komende uit de richting van de rotonde Wilhelminalaan/Trajanussingel/Thujapark en rijdend in de richting van de Van Heemstraweg in Beuningen. Om 17.37:19 uur komt ditzelfde voertuig weer in beeld, komende uit de richting van de Van Heemstraweg en gaand in de richting van de rotonde Wilhelminalaan/Trajanussingel/Thujapark in Beuningen. [25]
( c)
De Renault Megane met (vals) kenteken [kenteken 2]
Het onderzoeksteam van de politie is nagegaan of er op de dag van het delict of kort daarna autobranden zijn gemeld, omdat er bij liquidaties geregeld vluchtauto’s worden ingezet die na een delict in brand worden gestoken om sporen te wissen. Landelijke navraag wees uit dat op 7 juli 2020 rond 00.28 uur aan de Bergumermeer in Zaandam een autobrand had plaatsgevonden. Het betrof een Renault Megane met kenteken [kenteken 2] met chassisnummer [chassisnummer 2] . Op de passagiersstoel van het voertuig lag een zwarte jerrycan. De jerrycan was leeg en rook naar benzine. [26]
Door [benadeelde 1] was op 28 juni 2020 aangifte gedaan van de diefstal van een Renault Megane met kenteken [kenteken 8] en chassisnummer [chassisnummer 2] . Hij heeft verklaard dat de Renault Megane tussen 28 juni 2020 rond 17.35 uur en 30 juni 2020 rond 6.45 uur in De Lier door onbekenden was weggenomen. [27]
De eigenaar van het voertuig waartoe kenteken [kenteken 2] behoort, [eigenaar Renault Megane] , heeft verklaard dat haar auto in de periode van 30 juni tot en met 7 juli 2020 alleen is gebruikt om boodschappen te doen in Hoorn. Haar auto is in die periode Hoorn niet uit geweest. [28]
Het kenteken [kenteken 2] heeft de volgende ANPR-registraties:
  • 4 juli 2020 om 21.36 uur op de A10 rechts bij hectometerpaal 29.2, locatie Coentunnel (het voertuig rijdt noordwaarts door de Coentunnel);
  • 5 juli 2020 om 8.24 uur op de A15 rechts bij hectometerpaal 121.1, locatie Deil-Oost (het voertuig rijdt in oostelijke richting, naar knooppunt Valburg);
  • 5 juli 2020 om 8.59 uur op de A2 links bij hectometerpaal 72.4, locatie Vianen (het voertuig rijdt noordwaarts richting Zaandam/Amsterdam);
  • 5 juli 2020 om 10.14 uur op de A15 rechts bij hectometerpaal 121.1, locatie Deil-Oost (het voertuig rijdt in oostelijke richting, naar knooppunt Valburg);
  • 5 juli 2020 om 13.14 uur op de A50 rechts bij hectometerpaal 164.3, locatie Grijsoord-Zuid (het voertuig rijdt noordwaarts richting A12/Arnhem);
  • 5 juli 2020 om 13.56 uur op de A12 links bij hectometerpaal 38.6, locatie Nieuwerbrug (het voertuig rijdt in westelijke richting);
  • 6 juli 2020 om 6.49 uur op de A15 rechts bij hectometerpaal 121.1, locatie Deil-Oost (het voertuig rijdt in oostelijke richting, naar knooppunt Valburg);
  • 6 juli 2020 om 8.58 uur op de A15 links bij hectometerpaal 150.6, locatie Valburg-West (het voertuig rijdt in westelijke richting);
  • 6 juli 2020 om 9.29 uur op de A2 links bij hectometerpaal 72.4, locatie Vianen (het voertuig rijdt noordwaarts);
  • 6 juli 2020 om 10.03 uur op de A10 rechts bij hectometerpaal 29.2, locatie Coentunnel (het voertuig rijdt noordwaarts richting Zaandam/Amsterdam).
Camerabeelden Beuningen 6 juli 2020
Op camerabeelden van de woning aan de [adres] is onder andere te zien dat op 6 juli 2020 om 7.29:46 uur een donkerkleurige personenauto in beeld komt die lijkt op de in Zaandam aangetroffen Renault Megane. De opvallende velgen van dit voertuig lijken ook op de beelden te zien te zijn. De auto komt uit de richting van de Haagstraat en gaat in de richting van Weurt. Om 7.31:20 uur rijdt dezelfde auto over dezelfde weg, maar dan de andere kant op. Om 7.32:06 uur en om 7.33:22 uur gebeurt hetzelfde. Om 7.55:54 uur komt de auto weer voorbij. Te zien is dat de auto rijdt tot de afslag naar de parkeerplaats bij de begraafplaats. De remlichten van de auto gaan branden. Om 7.56:57 uur is te zien dat de auto de parkeerplaats van de begraafplaats oprijdt. Hierna komt de personenauto pas om 8.30:12 uur weer in beeld. Om 8.29:54 uur komt een witte VW Transporter voorbijrijden die lijkt op de door de daders gebruikte VW Transporter. Op de beelden lijkt het dat de VW Transporter om 8.29:59 uur de parkeerplaats van de begraafplaats op rijdt. Om 8.30:12 uur is te zien dat een Renault Megane uit de richting van de begraafplaats komt en over de Van Heemstraweg in de richting van de Haagstraat rijdt. [30]
Op camerabeelden van de woning aan de [adres] is te zien dat op 6 juli 2020 om 8.29:42 uur een witte VW Transporter voorbijreed in de richting van de Lindenstraat en de Haagstraat. [31]
Op camerabeelden van een restaurant aan de [adres] is te zien dat op 6 juli 2020 om 8.32:23 uur een zwarte Renault Megane voorbijrijdt. Voorin de zwarte Renault Megane zitten twee personen. Op de camerabeelden is niet zichtbaar of er ook personen achter in het voertuig zaten. De Renault Megane was voorzien van opvallende honingraatvormige lichtmetalen velgen, een kleine dakspoiler, een vaste, zwarte trekhaak en lichtkleurige deurgrepen, buitenspiegelkappen en dakrails. Op camerabeelden van dezelfde camera is te zien dat om 8.32:26 uur, op korte afstand achter de Renault Megane, een witte VW Transporter rijdt. Er lijkt alleen een bestuurder in het voertuig te zitten op dat moment. Er was geen goed zicht op eventuele inzittenden in de laadruimte. De rit van de [adres] naar de rotonde bij de [adres] is ongeveer 1,5 kilometer lang en is normaliter in 2 minuten te overbruggen. Gelet op de verschillen in tijden van de camerabeelden, heeft de VW Transporter hier 2 minuten en 41 seconden over gedaan. De Van Heemstraweg loopt vanuit Beuningen onder de A50 door in de richting van Winssen. [32]
Op camerabeelden van Koopmans Installatie Techniek aan de Van Heemstraweg 12 in Ewijk, ongeveer 2,4 kilometer vanaf de [adres] , is te zien dat om 8.35:11 uur een Renault Megane en om 8.35:18 uur een VW Transporter in beeld komen. [33]
De op de camerabeelden van de Van Heemstraweg zichtbare Renault Megane en VW Transporter komen sterk overeen met de in Zaandam aangetroffen Renault Megane en met de in Winssen aangetroffen VW Transporter. [34]
Op de camerabeelden van de Notaris Stephanus Roesstraat 2B in Winssen is te zien dat om 8.37:03 uur vermoedelijk dezelfde zwarte Renault Megane, op korte afstand gevolgd door vermoedelijk dezelfde witte VW Transporter, komende uit de richting van de Van Heemstraweg op de rotonde de eerste afslag neemt in de richting van het centrum van Winssen. Voorin de Renault Megane zaten twee personen. Er kon niet worden gezien of er iemand achterin zat. In de VW Transporter zat de bestuurder. Er kon niet worden gezien of er mensen in de laadruimte zaten. Om 8.42:01 uur komt de Renault Megane op dezelfde camera weer in beeld, maar de VW Transporter niet meer. De VW Transporter is daarna niet meer op camerabeelden in Winssen te zien. [35]
Op de camerabeelden van de [adres] is te zien dat om 8.40:19 uur de vermoedelijk zelfde zwarte Renault Megane met opvallende velgen voorbij komt rijden. De auto verdwijnt vervolgens in de richting van de Alex Willemsstraat 12. [36]
Op de camerabeelden van de [adres] is te zien dat om 8.40:24 uur vermoedelijk dezelfde zwarte Renault Megane in beeld komt. Deze slaat rechtsaf op de kruising met de Jan Libottéstraat en de Hendrik de Haardtstraat, in de richting van de Molenweg. [37] De verbalisant die de beelden heeft bekeken, vermoedt dat het kenteken bestaat uit de combinatie [kenteken 2] . [38]
Camerabeelden Beuningen 5 juli 2020
Op de camerabeelden van het Shell tankstation aan de Schoenaker 3 in Beuningen is onder andere te zien dat op 5 juli 2020 om 10.41:03 uur een zwarte Renault Megane met opvallende velgen over de rotonde rijdt, komend uit de richting van de A73. Om 10.41:06 uur is te zien dat de Renault Megane doorrijdt over de Schoenaker in de richting van de Van Heemstraweg in Beuningen. Op de camerabeelden is niet te zien of de Renault Megane deze route later ook weer heeft teruggereden. [39]
Op de camerabeelden van de [adres] is te zien dat de Renault Megane op 5 juli 2020 om 10.42:57 uur komt aanrijden uit de richting van de kruising van de Van Heemstraweg en de Schoenaker. De Renault Megane rijdt vervolgens de rotonde rond en rijdt om 10.43:11 weer terug in de richting van de kruising van de Van Heemstraweg en de Schoenaker. Om 10.44:13 uur komt de Renault Megane vanuit de richting van de kruising van de Van Heemstraweg en de Schoenaker weer teruggereden. Op de beelden is niet te zien of de Renault op de rotonde rechtdoor rijdt of deze driekwart neemt. Op de beelden van de [adres] is te zien dat de Renault Megane om 12.49:40 uur vanuit de richting van de kruising van de Haagstraat en de Van Heemstraweg komt aanrijden. Op de beelden van de [adres] is te zien dat de Renault Megane vervolgens, om 12.49:53 uur in de richting van de kruising van de Schoenaker en de Van Heemstraweg rijdt. [40]
Op de beelden van de [adres] is verder te zien dat op 5 juli 2020 om 11.21:44 uur een witte VW Transporter in beeld komt, komend vanuit de Wilhelminalaan. De VW Transporter rijdt de rotonde op en de Van Heemstraweg in. Om 11.22:13 uur rijdt deze VW Transporter weer over de Van Heemstraweg, maar nu neemt deze op de rotonde de afslag naar de Wilhelminalaan. De VW Transporter heeft dezelfde kenmerken als de VW Transporter met (vals) kenteken [kenteken 1] . [41]
[medeverdachte 1] huurder VW Golf [kenteken 3]
Uit de kentekenbevraging van de zwarte VW Golf 6 met kenteken [kenteken 3] is gebleken dat dit voertuig op naam stond van [eigenaar VW Golf 6] . [42] [eigenaar VW Golf 6] heeft verklaard dat hij de zwarte VW Golf 6 heeft verhuurd aan [medeverdachte 1] . [43] Hij heeft daarbij een huurovereenkomst overgelegd waarin wordt bevestigd dat vanaf 26 juni 2020 [medeverdachte 1] de huurder is en waarop [medehuurder VW Golf 6] staat vermeld als tweede bestuurder. [44]
( d)
De rode VW Golf 4 [kenteken 4]
De rode VW Golf 4 met kenteken [kenteken 4] is op 4 juli 2020 om 6.52 uur bekeurd op de trajectcontrole op de A2 rechts ter hoogte van Breukelen. [45]
Hierboven is reeds vastgesteld dat de zwarte VW Golf 6 met kenteken [kenteken 3] ook op 4 juli 2020 om 6.52 uur is bekeurd op de trajectcontrole op de A2 rechts ter hoogte van Breukelen.
Op de beschikbare camerabeelden van 4 juli 2020 in Beuningen is ten aanzien van VW Golf met kenteken [kenteken 4] het volgende te zien:
7.58.54 uur:Een ogenschijnlijk identieke Volkswagen Golf komt in beeld bij de camera aan de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de A73 / Trajanussingel. Het voertuig rijdt richting de Burgemeester Geradtslaan. De reistijd vanaf de locatie waar de VW Golf op 4 juli 2020 is geflitst tot de Wilhelminalaan in Beuningen bedraagt circa een uur. [46]
08.03.50
uur:Een ogenschijnlijk identieke VW Golf komt in beeld bij de camera aan de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de Wilhelminalaan / Thorbeckeplein. Het voertuig rijdt richting het Amaliaplein/ Haagstraat. Aan de hand van Google Maps blijkt dat de afstand tussen de [adres] en de [adres] circa 750 meter bedraagt met een reistijd van circa twee (2) minuten. [47]
08.07.07 uur:Een ogenschijnlijk identieke VW Golf komt in beeld bij de camera aan de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de [adres] / Thorbeckeplein / Amaliaplein. Het voertuig stopt op de t-splitsing en keert. Het voertuig rijdt achteruit de Sprankel in en rijdt vervolgens over de Burgemeester Geradtslaan weer terug in de richting van het Amaliaplein /Thorbeckeplein. [48]
Aan de hand van Google Maps blijkt dat de afstand tussen de [adres] en de [adres] circa 450 meter bedraagt met een reistijd van circa één (1) minuut. [49]
08:10.56 uur:Een ogenschijnlijk identieke VW Golf komt in beeld bij de camera aan de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de [adres] en rijdt in de richting van het Thorbeckeplein / Wilhelminalaan. [50]
08.26 uur:de VW Golf met het kenteken [kenteken 4] komt in beeld bij de camera’s van het Shell tankstation aan de Schoenaker 3 te Beuningen. Na het bezoek aan het tankstation rijdt het voertuig weg over de Schoenaker in de richting van de rijksweg A73. [51] Aan de hand van Google Maps blijkt dat de afstand tussen de [adres] en het Shell tankstation aan de Schoenaker 3 te Beuningen, via de Van Heemstraweg, circa 2,8 kilometer bedraagt met een reistijd van circa vier (4) minuten. [52]
Op de camerabeelden van het Shell tankstation aan de Schoenaker 3 in Beuningen van 4 juli 2020 om 8.26:36 uur is te zien dat een roodkleurige VW Golf met kenteken [kenteken 4] voor het eerst in zicht komt op de rotonde van de Schoenaker in Beuningen. Om 8.26:43 uur rijdt de rode VW Golf 4 het terrein van de Shell op. Om 8.26:53 uur stopt deze bij pomp 5, waarna om 8.27:03 een persoon gekleed in onder andere een korte broek en een geel T-shirt uitstapt vanaf de zitplaats linksachter. Om 8.27:48 uur gaat deze persoon de shop van het tankstation binnen. Om 8.31:31 uur verlaat de man de shop. De man heeft een bus olie en een lichtkleurige papieren trechter in zijn rechterhand. Hij loopt naar de rechterzijde van de rode VW Golf 4 en steekt zijn hand door het geopende raam van het rechter voorportier. Gezien zijn houding, spreekt hij iemand aan. Om 8.32:07 uur opent de man het linker voorportier van de rode VW Golf 4. Daarna loopt hij naar voren en opent de motorkap. Vervolgens vult hij de olie bij. Terwijl hij dit doet, wordt het raam van het rechter voorportier gesloten. Om 8.33:15 uur gooit de man de gebruikte attributen weg om vervolgens naar het linker achterportier te lopen, deze te openen en in te stappen. Om 8.33:22 uur rijdt de rode VW Golf 4 weg. Bij het verlaten van het terrein om 8.33:29 uur is te zien dat in het voertuig drie personen zitten: de bestuurder, rechtsvoor een persoon met lichtkleurige kleding en linksachter de man met het gele T-shirt. De rode VW Golf 4 rijdt vervolgens linksaf de Schoenaker in Beuningen op in de richting van de A73. [53]
[medeverdachte 6] heeft verklaard dat hij zichzelf op de beelden van het tankstation herkent. Hij heeft verklaard dat de rode Volkswagen Golf die op de camerabeelden van de Shell te zien is van zijn vriendin, [ex-vriendin 3 medeverdachte 6] , was. Deze was alleen bij hem en zijn vriendin in gebruik. [54]
( e)
De VW Up [kenteken 5]
Getuige [getuige 5] heeft op 6 juli 2020 om 11.06 uur gebeld met 112. Zij heeft verklaard dat zij na het schietincident (die dag aan de Burgemeester Geradtslaan in Beuningen) papieren heeft opgeraapt rondom het slachtoffer. Op dat moment zag zij een kleine witte auto, volgens haar een Peugeot 107, waarvan het kenteken begin met “ [kenteken 5] ” de plaats van het incident passeren. Zij durft niet met zekerheid te zeggen dat het een Peugeot 107 was, maar het was zo’n soort auto. In de auto zaten twee donkere mannen van in de 30 die veel oog hadden voor het slachtoffer. [55]
Op de dashcambeelden van de Tesla is te zien dat op 6 juli 2020 om 8.20 uur een VW Up achteruit geparkeerd stond op de parkeerplaats aan het Thorbeckeplein in Beuningen, nabij de achteringang van huisartsenpraktijk Theeuwen, gevestigd aan de Wilhelminalaan 45 in Beuningen. Vanuit de positie waar de VW Up geparkeerd stond, is er overzicht over de gehele parkeerplaats aan het Thorbeckeplein. Een medewerker van de huisartsenpraktijk verklaarde tegen de politie dat de praktijk vóór 8.30 uur geen afspraken had met cliënten en geen bezoek had voorafgaand aan dit tijdstip. De VW Up was blijkens de camerabeelden voorzien van een gele kentekenplaat aan de voorzijde, een donkerkleurige rechterbuitenspiegel, donkerkleurige handgrepen aan de rechterzijde, vijf deuren en lichtgrijze wieldoppen/lichtmetalen velgen die aan de voorkant donkerder zijn dan achter. [56]
Op de dashcambeelden van de Ford Ka is te zien dat op 6 juli 2020 om 8.25 uur de VW Up niet meer bij de achteringang van de huisartsenpraktijk staat, maar een aantal parkeerplaatsen is verplaatst in de richting van de daar staande hoogwerker. Ook nu stond het voertuig achteruit ingeparkeerd. Het voertuig heeft naar alle waarschijnlijkheid de stadsverlichting aan. [57]
Op 6 juli 2020 om 8.33 uur rijdt de Tesla in tegenovergestelde richting langs de plaats delict. Dat is na het schietincident. Op de dashcambeelden van de Tesla is de VW Up dan niet meer te zien op de parkeerplaats van het Thorbeckeplein. Wel is de fiets van getuige [getuige 5] vermoedelijk op deze beelden te zien om 8.33:13 uur. Ook is zijzelf op de beelden te zien. Op de camerabeelden van de [adres] is te zien dat [getuige 5] naar alle waarschijnlijkheid om 8.41:05 uur wegfietst vanaf de plek waar zij haar fiets had neergezet. Nu [getuige 5] heeft verklaard dat zij een kleine witte auto met een kenteken dat begon met “ [kenteken 5] ” de plaats van het incident had zien passeren op het moment dat zij weer bij haar fiets stond om weg te gaan, concludeert de politie dat zij deze witte auto tussen 8.33 uur en 8.41 uur gezien moet hebben. [58]
Op de camerabeelden van de [adres] van 6 juli 2020 om 8.34:43 uur is een witte VW Up waargenomen met vijf deuren en aan de linkerzijde een donkerkleurige buitenspiegel en donkerkleurige handgrepen, hetgeen overeenkomt met de kenmerken van de VW Up die eerder bij de huisartsenpraktijk aan het Thorbeckeplein geparkeerd stond.
Tussen 8.34:43 uur en 9.00 uur is er blijkens de camerabeelden van de [adres] geen witte VW Up de camera gepasseerd. Wanneer de meest logische route wordt gereden om Beuningen vanaf de [adres] te verlaten, wordt een camera gepasseerd op de kruising van de Nieuwe Pieckelaan met de Hogelandseweg. De afstand van de [adres] naar deze camera bedraagt ongeveer drie kilometer en levert een reistijd van vier minuten op wanneer met de maximaal toegestane snelheid wordt gereden. Op de camerabeelden van de kruising van de Nieuwe Pieckelaan met de Hogelandseweg die op 6 juli 2020 tussen 8.34 uur en 9.00 uur zijn opgenomen, komt één witte VW Up in beeld vanuit de richting van de plaats van het schietincident. Dat is het geval om 8.39 uur, ongeveer 4 minuten nadat de witte VW Up te zien was op de camerabeelden van de [adres] . Dat komt overeen met de reistijd volgens Google Maps. De VW Up is voorzien van zwarte handgrepen op de portieren aan de linkerzijde en van donkerkleurige spiegels. Het kenteken betreft [kenteken 5] . Het raam aan de bestuurderszijde staat ongeveer 10 centimeter open. [59]
Aan de hand van de beschikbare camerabeelden van 6 juli 2020 is door de politie een tijdlijn gemaakt van de momenten dat een witte VW Up met dezelfde kenmerken als de VW Up met kenteken [kenteken 5] in beeld komt, al dan niet in combinatie met andere in het onderzoek naar voren gekomen voertuigen. De tijdlijn is als volgt:
  • Om 6.21 uur is een witte VW Up te zien op de camerabeelden van de [adres] . Deze komt aanrijden vanuit de richting van de A73 en rijdt over de Wilhelminalaan in de richting van de Burgemeester Geradtslaan. De VW Up is voorzien van een zwarte buitenspiegel en zwarte handgrepen aan de linkerzijde. De velg/wieldop aan de voorzijde is donkerder dan aan de achterzijde, vermoedelijk door remstof;
  • Om 6.25 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camera aan de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van het Thorbeckeplein en rijdt in de richting van het Amaliaplein;
  • Om 6.32:35 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de beelden van het Amaliaplein 15 in Beuningen. Het lijkt erop dat het voertuig een rondje rijdt over de parkeerplaats van het Amaliaplein;
  • Om 6.33:26 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de beelden van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van het Amaliaplein en rijdt in de richting van het Thorbeckeplein. Om 6.38:56 is hetzelfde te zien. De camera heeft van 6.35:26 tot 6.36:31 uur geen beelden opgenomen;
  • Om 7.28:40 uur komt op de camerabeelden van de [adres] een Renault Megane in beeld die komt aanrijden vanuit de richting van Winssen in de richting van de begraafplaats. Deze Renault Megane heeft dezelfde kenmerken als de Renault Megane die in Zaandam is aangetroffen;
  • Om 7.29:46 uur komt een ogenschijnlijk identieke Renault Megane in beeld op de camera van de Van [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de [adres] en rijdt in de richting van de begraafplaats. Om 7.31:20 uur komt een ogenschijnlijk identieke Renault Megane wederom in beeld, maar nu rijdt deze in tegenovergestelde richting. Om 7.32:03 uur komt de Renault Megane weer in beeld, komend uit de richting van de [adres] en rijdend in de richting van de begraafplaats. Op de beelden van de [adres] is de auto in de tussentijd niet te zien geweest;
  • Om 7.32:12 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camera van de [adres] in Beuningen. Het voertuig komt uit de richting van de Wilhelminalaan en slaat rechtsaf in de richting van de Haagstraat;
  • Om 7.33:25 uur komt een ogenschijnlijk identieke Renault Megane weer in beeld op de camera van de Van [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de begraafplaats en rijdt in de richting van de [adres] ;
  • Om 7.34:28 uur komt een ogenschijnlijk identieke Renault Megane in beeld op de camera aan de Van [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de begraafplaats en rijdt over de rotonde in de richting van Winssen;
  • Om 7.36:49 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camera aan de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de begraafplaats en rijdt via de rotonde over de Wilhelminalaan in de richting van de latere plaats delict;
  • Om 7.49:14 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camera van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de Wilhelminalaan en rijdt in de richting van het Amaliaplein;
  • Om 7.52:18 uur komt de VW Passat van het slachtoffer in beeld op de camera van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van het Amaliaplein en rijdt in de richting van het Thorbeckeplein;
  • Om 8.00:59 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camera van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van het Thorbeckeplein en rijdt in de richting van het Amaliaplein. Om 8.07:23 uur komt dit voertuig weer in beeld. Het voertuig rijdt vanuit de richting van het Amaliaplein in de richting van het Thorbeckeplein;
  • Om 8.11:44 uur komt de VW Passat van het slachtoffer weer in beeld op de camera van de [adres] , komend uit de richting van het Thorbeckeplein en rijdend in de richting van het Amaliaplein;
  • Om 8.12:16 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up weer in beeld op de camera van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van het Thorbeckeplein en rijdt in de richting van het Amaliaplein;
  • Om 8.12:39 uur komt de VW Passat van het slachtoffer weer in beeld op de camera van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van het Amaliaplein en rijdt in de richting van het Thorbeckeplein;
  • Om 8.13:24 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up weer in beeld op de camera van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van het Amaliaplein en rijdt in de richting van het Thorbeckeplein;
  • Om 8.17:27 uur komt een witte VW Transporter in beeld op de camera van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van het Amaliaplein en rijdt in de richting van het Thorbeckeplein;
  • Om 8.20 uur is een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de dashcam van de Tesla. De VW Up staat geparkeerd op de parkeerplaats van het Thorbeckeplein ter hoogte van de achteringang van huisartsenpost Theeuwen. Enkele seconden daarna zijn de VW Passat van het slachtoffer en de VW Transporter van de schutters eveneens in beeld;
  • Om 8.24 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de dashcambeelden van de Ford Ka. De VW Up lijkt enkele parkeerplaatsen naar rechts verplaatst te zijn in de richting van de hoogwerker. De VW Up voert stadsverplichting en staat achteruit ingeparkeerd, zodat de inzittenden uitzicht hebben over de gehele parkeerplaats van het Thorbeckeplein en een gedeelte van de Burgemeester Geradtslaan;
  • Om 8.25 uur is op de dashcambeelden van de Ford Ka te zien dat de VW Transporter bij het voertuig van het slachtoffer geparkeerd staat;
  • Om 8.28:32 uur komt een witte VW Transporter in beeld op de camera van de [adres] . Het voertuig lijkt te versnellen;
  • Om 8.29:29 uur is op de camerabeelden van de [adres] te zien dat een ogenschijnlijk identieke VW Up vanaf de Wilhelminalaan aan komt rijden en via de rotonde zijn weg vervolgt over de Van Heemstraweg in de richting van de Schoenaker. Het voertuig voert stadsverlichting;
  • Om 8.32:37 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camera van de Shell aan de Schoenaker 3 in Beuningen. Het voertuig rijdt dan op de Leigraaf in de richting van de Wilhelminalaan. Omdat er ongeveer 11 seconden aan camerabeelden ontbreekt, is niet vast te stellen uit welke richting de VW Up komt aanrijden. De afstand tussen de [adres] en de Schoenaker 3 bedraagt volgens Google Maps ongeveer 2,2 kilometer en is ongeveer drie minuten rijden;
  • Om 8.33:11 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camerabeelden van de [adres] . Het voertuig komt uit de richting van de Schoenaker en rijdt in de richting van de Wilhelminalaan. De afstand van de Schoenaker 3, via de [adres] , naar de camerapositie van de Tesla aan de Burgemeester Geradtslaan bedraagt volgens Google Maps 1,5 kilometer en is ongeveer drie minuten rijden;
  • Om 8.34:14 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de dashcambeelden van de Tesla. De VW Up rijdt op dat moment vanaf de Wilhelminalaan richting de Burgemeester Geradtslaan. Het bestuurdersraam van het voertuig staat vijf tot tien centimeter open, net als bij de VW Up met kenteken [kenteken 5] die om 8.39 uur in beeld komt bij de Hogelandseweg;
  • Tussen 8.34 uur en 8.41 uur ziet getuige [getuige 5] een kleine witte auto met een kenteken dat begint met “ [kenteken 5] ” de plaats van het schietincident passeren;
  • Om 8.34:43 uur passeert een ogenschijnlijk identieke VW Up de camera aan de [adres] ;
  • Om 8.39:30 uur komt op de camera’s aan op de kruising van de Hogelandseweg en de Nieuwe Pieckelaan een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld waarvan het raam deels open staat;
  • Om 8.39:58 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camera’s op de kruising van de Hogelandseweg en de Scherpenkampseweg en om 8.40:51 uur komt een ogenschijnlijk identieke VW Up in beeld op de camera’s op de kruising van de Hogelandseweg en de Lagelandseweg. Het voertuig komt uit de richting van de kruising van de Hogelandseweg met de Nieuwe Pieckelaan en rijdt in de richting van de Neerbosscheweg.
[medeverdachte 1] huurder Witte VW Up [kenteken 5]
In de iPhone 11, inbeslaggenomen bij [medeverdachte 1] op 6 juli 2020, werd een snapchat bericht van 20 april 2020 van Au aangetroffen met daarin onder andere benoemd het kenteken [kenteken 5] .
Daarnaast werd in diezelfde iPhone 11 een WhatsApp-bericht aangetroffen van 11 juni 2020 om 16:17:29 uur van “ [alias 1] ” (met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [eigenaar VW Golf 6] ) aan “ [alias 2] ” (telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] ) met in dat bericht meerdere kentekens, waaronder [kenteken 5] . [61]
De witte VW Up met kenteken [kenteken 5] stond op 6 juli 2020 op naam van [eigenaar VW Up] . [62]
[eigenaar verhuurbedrijf] heeft verklaard dat hij een autoverhuurbedrijf heeft gehad met [eigenaar VW Up] en dat de witte VW Up met kenteken [kenteken 5] van hun bedrijf was. Bij het tonen van een foto van [medeverdachte 1] verklaart hij dat hij de man op de foto een keer heeft gezien en dat hij uit Amsterdam komt. Een vriend van hem, [vriend eigenaar verhuurbedrijf] , had tegen hem gezegd dat de man interesse zou hebben in zijn auto’s, vijf VW Up’s. [eigenaar verhuurbedrijf] heeft verder verklaard dat de man de auto’s (4 witte VW Up’s, waaronder de [kenteken 5] ) kwam ophalen en dat hij de auto’s zonder contract had meegegeven. [63]
In de telefoon iPhone 11, inbeslaggenomen bij [medeverdachte 1] op 6 juli 2020, werd een afbeelding aangetroffen van de VW Up met het kenteken [kenteken 5] . De afbeelding was op 21 juni 2020 in de telefoon terecht gekomen. [64] De foto is gemaakt voor de deur bij [eigenaar verhuurbedrijf] . [65]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] de VW Up met het kenteken [kenteken 5] heeft gehuurd van [eigenaar verhuurbedrijf] .
DNA [medeverdachte 7] aangetroffen in de VW Transporter
Op 14 juli 2020 zijn er meerdere onderzoeken verricht aan de VW Transporter met (vals) kenteken [kenteken 1] . Tijdens dit onderzoek zijn meerdere handschoen- en dactyloscopische sporen aangetroffen en veiliggesteld. De laadruimte van de VW Transporter was, los van een jerrycan, schoonmaakdoek en deken, volledig leeg. Er waren geen zitbanken of stoelen aanwezig en er waren ook geen handgrepen aanwezig om je tijdens het rijden aan vast te houden. [66]
Op de tussenruit, aan de zijde van de laadruimte, is in twee bemonsteringen (SIN-nummers AANU8452NL en AANU8453NL) DNA-materiaal aangetroffen waarvan het DNA-profiel overeenkwam met het DNA-profiel van verdachte [medeverdachte 7] . [67] De bemonstering met SIN-nummer AANU8452NL is door de politie veiliggesteld onder de beschrijving “Volledige hand geveegd, hs fragmenten, tussenruit achterzijde”. De bemonstering met SIN-nummer AANU8453NL heeft als beschrijving “Hs zetting vegen tussenruit achterzijde” (rechtbank: Hs staat voor handschoenspoor, zie p. 2390). [68]
Uit het rapport van het NFI komt naar voren dat de bemonstering met SIN-nummer AANU8452NL een DNA-mengprofiel betreft dat afkomstig is van twee of drie personen. Ongeacht of er twee of drie personen DNA hebben bijgedragen aan het DNA-mengprofiel, is het meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van [medeverdachte 7] en één of twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee of drie willekeurige onbekende personen. De bemonstering met SIN-nummer AANU8453NL betreft een DNA-profiel van één persoon. Het profiel is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van [medeverdachte 7] , dan wanneer het afkomstig is van een willekeurige, niet aan [medeverdachte 7] verwante, persoon. [69]
Bij [medeverdachte 7] inbeslaggenomen telefoon op wifi-netwerk in Beuningen op 4 juli 2020
Op 4 juli 2020 om 08:27 uur heeft een mobiele telefoon, iPhone 6S, verbinding gehad met het Wifi-netwerk van het Shell benzinestation gevestigd op het adres Schoenaker 3 in Beuningen. Deze telefoon werd tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 7] op 30 september 2020 in beslag genomen binnen het onderzoek Kashiwa. [70]
Zoals hiervoor is vastgesteld, is op 4 juli 2020 om 08.27 uur ook de Rode VW Golf met [medeverdachte 6] bij het tankstation Shell in Beuningen.
DNA [medeverdachte 8] in de VW Transporter
Door de politie is op 9 juli 2020 forensisch onderzoek verricht aan de in beslag genomen VW Transporter met het valse kenteken [kenteken 1] . De hoes om de zitting van de bestuurdersstoel werd voor een eventueel uit te voeren vezelonderzoek veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAMC8327NL. [71]
Na selectie van de in de VW Transporter met het valse kenteken [kenteken 1] aangetroffen haren, zijn op voorstel van het NFI twee haren ingezet voor mitochondriaal DNA-onderzoek. Eén van die haren betreft een op de hoes van de zitting van de bestuurdersstoel aangetroffen schaamhaar die door het NFI is voorzien van SIN-nummer AAKF4966NL#01. Van deze schaamhaar is door het NFI een mitochondriaal DNA-profiel verkregen. Dit profiel is vergeleken met referentiemateriaal van personen die in het onderzoek Nigeria naar voren zijn gekomen. Van dit referentiemateriaal zijn mitochondriale DNA-profielen verkregen. Van [familielid medeverdachte 8] en verdachte [medeverdachte 8] zijn matchende mitochondriale DNA-profielen verkregen, zodat het niet mogelijk is op basis van hun mitochondriale DNA-profielen een onderscheid te maken tussen hen. De mitochondriale DNA-profielen van [familielid medeverdachte 8] en verdachte [medeverdachte 8] leverden een match op het met mitochondriale DNA-profiel van de aangetroffen schaamhaar. Over de bewijskracht van deze match houdt het rapport in: de resultaten van het vergelijkend mtDNA-onderzoek zijn veel waarschijnlijker wanneer het haarspoor afkomstig is van [medeverdachte 8] of [familielid medeverdachte 8] , of van iemand die in moederlijke lijn aan [medeverdachte 8] en/of [familielid medeverdachte 8] verwant is, dan wanneer het haarspoor afkomstig is van een willekeurige persoon, niet in de moederlijke lijn verwant aan [medeverdachte 8] en/of [familielid medeverdachte 8] . [72]
Om te kunnen nagaan of [familielid medeverdachte 8] in de omgeving van het schietincident is geweest ten tijde van het plaatsvinden daarvan, heeft de politie onder andere zijn financiële gegevens bevraagd. Uit deze gegevens bleek dat op bankrekening [bankrekeningnummer] op naam van [familielid medeverdachte 8] transacties hadden plaatsgevonden rondom het tijdstip van het schietincident. Het gaat om een transactie op 5 juli 2020 om 3.12 uur (Thuisbezorgd.nl) en een transactie op 6 juli 2020 om 8.18 uur (Albert Heijn 8702 aan het Waterlandplein 255 in Amsterdam). [73]
Identificatie gebruikers telefoon(nummers)/accounts encrypted chat-diensten
Het Openbaar Ministerie gaat ervan uit dat er in de voorbereiding van en bij het plegen van het delict in Beuningen diverse telefoonnummers en encrypted-telefoons met bijbehorende accounts zijn gebruikt en koppelt deze aan een of meerdere verdachten in het onderzoek. De rechtbank zal in het navolgende per telefoon(nummer)/account hierop ingaan.
( a)
[medeverdachte 1] is de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer]
Op 6 juli 2020 werd in onderzoek Pot bij de aanhouding van [medeverdachte 1] een Apple iPhone 11 in beslag genomen. [74] Ten aanzien van deze iPhone 11 heeft [medeverdachte 1] op 8 juli 2020 verklaard dat hij die telefoon heeft gebruikt. [75]
De inbeslaggenomen iPhone 11 was voorzien van twee imei-nummers, te weten (1) [imei-nummer] en (2) [imei-nummer] . [76] Het telefoonnummer gekoppeld aan dit toestel was [telefoonnummer] en staat in de applicatie WhatsApp vermeld onder ‘ [alias 2] ’. In het onderzoek Drawa is tussen 23 juni 2020 tot en met 16 augustus 2020 het telefoontoestel met imei-nummer [imei-nummer] (tap-lijn TB005) geïntercepteerd. Uit de interceptie werd door de politie afgeleid dat [medeverdachte 1] de alleen gebruiker was van dit toestel met bij behorend telefoonnummer [telefoonnummer] . [77] Telefoonnummer [telefoonnummer] is in de periode waarvan historische gegevens beschikbaar zijn (10-06-2020 tot en met 06-09-2020), gekoppeld aan één IMSI-nummer ( [IMSI-nummer] ) en gebruikt in één telefoontoestel: imei [imei-nummer] , een Apple iPhone 11. [78]
Telefoonnummer [telefoonnummer] heeft na 6 september 2020 geen contact meer met het telecomnetwerk. In de iPhone 11 met imei-nummer [imei-nummer] (5) werd vanaf 6 september 2020 een ander telefoonnummer gebruikt, namelijk: [telefoonnummer] .
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] was in de periode van 10 juni 2020 tot en met 6 september 2020.
( b)
[medeverdachte 1] is de gebruiker van het account VAPBI2
In onderzoek Nigeria zijn meerdere Sky-accounts naar voren gekomen die betrokken zijn bij de liquidatie in Beuningen. Een van die accounts is VAPBI2. Uit het proces-verbaal van identificatie en de aanvullingen daarop blijkt dat de politie VAPBI2 heeft geïdentificeerd als [medeverdachte 1] . De rechtbank zal in het navolgende uiteenzetten waarom zij van oordeel is dat [medeverdachte 1] kan worden geïdentificeerd als de gebruiker van het account.
Sky-telefoon aangetroffen bij aanhouding [medeverdachte 1] in onderzoek Pot
Op 6 juli 2020 werd [medeverdachte 1] aangehouden in onderzoek Pot. [79] [medeverdachte 1] was inzittende en huurder van een Mercedes AMG, voorzien van het kenteken [kenteken 10] . [medeverdachte 1] zat op de achterbank van de Mercedes. Op de achterbank werden twee telefoons aangetroffen. Dit betroffen een iPhone 7, die gebruik maakt van encryptie software van de aanbieder No1.BC (Number One Business Communication), en een iPhone 8 met imei-nummer [imei-nummer] , die gebruik maakt van encryptie software van de aanbieder Sky-ECC (hierna: Sky). In de iPhone 8 werd telefoonnummer [telefoonnummer] gebruikt. [80]
Uit de Sky-data blijkt dat imei-nummer [imei-nummer] is gekoppeld aan het Sky-account VABPI2. [81]
Wijziging Sky-telefoonnummer na vrijlating [medeverdachte 1] in onderzoek Pot
Het Sky-account VABPI2 is van 30 mei 2020 tot en met 6 juli 2020 gekoppeld aan imsi-nummer [IMSI-nummer] en imei-nummer [imei-nummer] , en van 9 juli 2020 tot en met 3 maart 2021 gekoppeld aan imsi-nummer [imei-nummer] en imei-nummer [imei-nummer] . In de Sky-data zijn de eerste 14 cijfers van het imei-nummer vermeld. Het 15e cijfer, de zogenoemde checkdigit, is niet vermeld. Deze dient berekend te worden. Voor het opvragen van historische verkeersgegevens kan deze als “0” vermeld worden. Voor het vanaf 9 juli 2020 gebruikte imei-nummer wordt dat dus [imei-nummer] . [82]
Op 9 juli 2020 werd [medeverdachte 1] in onderzoek Pot heengezonden. [83]
Op grond van deze bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat na de vrijlating van [medeverdachte 1] op 9 juli 2020 in de telefoon die bij hem in beslag is genomen, het Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] niet meer gebruikt wordt en dat vanaf dat moment een andere simkaart/een ander Sky-telefoonnummer in gebruik wordt genomen.
Gebruiker VABPI2 zat ‘binnen’, [medeverdachte 1] verdachte van witwassen.
Tussen 6 juli 2020 (de aanhouding van [medeverdachte 1] in onderzoek Pot) en 9 juli 2020 (zijn vrijlating) werden er geen chats verzonden door VABPI2. Op 10 juli 2020 heeft het volgende chat-gesprek plaatsgevonden via Sky:
Datum, tijd
SKY gebruiker/ from
Naar
Inhoud chat
2020-07-10T18:18:20.303
VABPI2
4A5B21
Rustig bro
2020-07-10T18:18:20.646
VABPI2
4A5B21
Zat binnen
2020-07-10T18:18:20.756
VABPI2
4A5B21
Ben net buiten
2020-07-10T18:18:20.756
VABPI2
4A5B21
Jij dan
2020-07-10T18:19:00.193
4A5B21
VABPI2
Serieus
2020-07-10T18:19:01.239
4A5B21
VABPI2
Wrm dan
2020-07-10T18:19:32.851
VABPI2
4A5B21
Die 40 k die was genakt rotje
2020-07-10T18:19:42.711
VABPI2
4A5B21
Ze denken ik had aanslagen aan gestuurd
2020-07-10T18:19:54.477
VABPI2
4A5B21
Drna zagen ze van ze komen niet ver
2020-07-10T18:20:01.914
VABPI2
4A5B21
Wilde ze witwassen geven
2020-07-10T18:30:45.137
4A5B21
VABPI2
Pfff lastig man bro
2020-07-10T18:30:51.98
4A5B21
VABPI2
Heb je ook problemen gehad met encr... [84]
Het proces-verbaal van het verhoor van [medeverdachte 1] van 8 juli 2020 in onderzoek Pot houdt de volgende mededeling van de politie aan [medeverdachte 1] in:
“Je bent aangehouden als verdachte van meerdere feiten, namelijk poging moord cq doodslag, het voor handen hebben van een vuurwapen, en/of munitie vernieling, openlijke geweldpleging tegen goederen. Hierbij is nu het feit bijgekomen, witwassen.”. [85]
Op grond van deze bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de gebruiker van het account VABPI2 op 10 juli 2020 schrijft net vrij te zijn gekomen en dat hij werd verdacht van aanslagen en witwassen, alsook dat die omstandigheden overeenkomen met de omstandigheden op dat moment van [medeverdachte 1] .
Sky met gebruikersnaam “Oplossing” moet worden gewist na aanhouding [medeverdachte 1]
Uit de metadata van het account VABPI2 blijkt dit account onder andere is gekoppeld aan de gebruikersnamen/nicknames “Oplossing!!” en “Oplossing!!!”. [86]
Het account E76H3Q is een van de contacten van VABPI2 en aangeschaft bij dezelfde reseller, een gebruiker met het account 17B608. [87]
Op 6 juli 2020 worden door het Sky-account E76H3Q de volgende berichten verstuurd aan reseller 17B608:
Datum Tijd UTC+2 Zender Bericht
06-07-2020 22:28:52 E76H3Q Broeder
06-07-2020 22:28:58 E76H3Q Een sky moet gewist worden
06-07-2020 22:29:04 E76H3Q Kan jij dat voor me doen
06-07-2020 22:29:05 E76H3Q Doen
06-07-2020 22:29:36 E76H3Q Oplossing
06-07-2020 22:29:57 E76H3Q Is van jou afkomstig
06-07-2020 22:30:01 E76H3Q Toch?
06-07-2020 22:30:30 E76H3Q Kan je hem wissen gelijk!
06-07-2020 22:31:14 E76H3Q Oké top
06-07-2020 22:31:17 E76H3Q Thanks. [88]
Op grond van deze bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat kort na de aanhouding van [medeverdachte 1] iemand verzocht aan de reseller om het account “Oplossing” gelijk te wissen, zijnde (een van de) gebruikersna(a)m(en) van de VAPBI2.
VABPI2, “Oplossing”, heeft Sky én No1.Bc
Het account VABPI2 heeft (onder meer) de gebruikersnamen “oplossing!!” en “oplossing!!!”, zo volgt uit de metadata van communicatie van 1 juni 2020. [89]
De volgende berichten werden verstuurd aan reseller 17B608:
Datum Tijd UTC+2 Zender Bericht
18-06-2020 11:59:48 VABPI2 Verkoop je
18-06-2020 11:59:53 VABP12 No1 bic?
18-06-2020 14:12:03 VABPI2 Wat kost het
18-06-2020 17:13:22 VABPI2 En hoelaat kan ik hem morgen Adam hebben ?
18-06-2020 17:35:53 VABPI2 Kan je morgen 1 laten leveren bro
19-06-2020 17:02:16 VABPI2 Hoelaat heb ik die phone
(…)
09-07-2020 18:19:40 E76H3Q
Ben net buiten
09-07-2020 18:19:43 E76H3Q
Oplossing
09-07-2020 18:19:58 E76H3Q Haal me
bo1c
09-07-2020 18:20:00 E76H3Q Ook eruit
09-07-2020 18:20:09 E76H3Q
500011 [90]
09-07-2020 18:37:06 E76H3Q Ma ik wil die mensen die in die tel zijn wel
09-07-2020 18:37:08 E76H3Q Hebben bra
09-07-2020 18:37:12 E76H3Q Belangrijke contact.
09-07-2020 18:37:20 E76H3Q En kan je gelijk 1 van die bel voor me brengen
09-07-2020 18:37:25 E76H3Q Ma wil die contacten hebben
09-07-2020 18:42:29 E76H3Q Ja
09-07-2020 18:42:31 E76H3Q Zelfde
09-07-2020 18:42:34 E76H3Q Ma is het zeker
09-07-2020 18:42:50 E76H3Q Dat die scotoes er niet in kunnen
09-07-2020 18:42:51 E76H3Q Als je die andere eruit haalt
09-07-2020 18:58:56 E76H3Q Stuur voor me
09-07-2020 18:58:56 E76H3Q Met zelfde gegevens
09-07-2020 18:58:56 E76H3Q Oké
09-07-2020 18:58:56 E76H3Q Met zelfde gegevens
09-07-2020 18:58:59 E76H3Q En ik me mensen weer heb [91]
09-07-2020 19:09:29 E76H3Q Nee
skynog niet
09-07-2020 19:09:30 E76H3Q Alleen
bc1
(…)
09-07-2020 20:52:37 E76H3Q Welke tel kan allemaal
09-07-2020 20:52:41 E76H3Q ?
09-07-2020 20:56:08 E76H3Q Doe wel ik al eerder had
09-07-2020 20:56:16 E76H3Q Denk ik
09-07-2020 20:56:25 E76H3Q
iPhone 7
09-07-2020 20:56:27 E76H3Q
Of 8
09-07-2020 20:56:31 E76H3Q
Was het [92]
(…)
18-08-2020 15:41:30 VABPI2
500011
18-08-2020 15:41:33 VABPI2 Voeg me toe op
bic 1bra [93]
De rechtbank stelt op grond van deze bewijsmiddelen het volgende vast.
De gebruiker van het account VABPI2, met gebruikersnaam “Oplossing”, schaft op 18 juni 2020 een telefoon aan met de technologie No1.BC. Het account van die No1.BC heeft accountnummer 500011.
Op 6 juli 2020 - na de aanhouding van [medeverdachte 1] - wordt door een contact van de VABPI2 (die gebruik maakt van het account E76H3Q) aan de reseller verzocht het account “Oplossing” te wissen.
Op 9 juli 2020, na de vrijlating van [medeverdachte 1] , wordt door iemand die op dat moment gebruik maakt van het account E76H3Q bericht dat hij “Oplossing” is en dat zijn “bo1c” met nummer 500011 “eruit” gehaald moet worden en dat hij een nieuwe telefoon wil met dezelfde gegevens, zodat hij zijn mensen weer kan contacten. Daarbij benoemt hij dat hij dezelfde telefoon wil als die hij al eerder had, een iPhone 7 of 8.
De rechtbank concludeert hieruit dat de gebruiker van het account VABPI2 met de naam Oplossing dezelfde persoon is als de persoon met het No1.BC account 500011 en dat deze persoon op 18 augustus 2020 nog steeds in het bezit is van een No1.BC telefoon met accountnummer 500011.
Hiervoor is reeds vastgesteld dat bij de aanhouding van [medeverdachte 1] op 6 juli 2020 – naast hem op de achterbank van de Mercedes – niet alleen een iPhone 8 met de encrypted communicatiedienst Sky maar ook een iPhone 7 met de encrypted communicatiedienst No1.BC werd aangetroffen.
VAPBI2 in het buitenland als [medeverdachte 1] naar het buitenland moet
Hiervoor is reeds vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker was van telefoonnummer [telefoonnummer] . Op 28 juni 2020 werd door telefoonnummer [telefoonnummer] om 14.12 uur uitgebeld naar telefoonnummer [telefoonnummer] . In dit gesprek merkt [medeverdachte 1] op dat hij naar het buitenland moet. [94]
De meest gebruikte zendmast door telefoonnummer [telefoonnummer] en imei-nummer [imei-nummer] (VABPI2) in de historische gegevens die zijn verstrekt door KPN, is zendmast 02E400229 (92 van de 520 dataregels in de verstrekte historische gegevens van 10 juni 2020 tot en met 6 juli 2020). Dit betreft een zendmast in het buitenland die op 29 en 30 juni 2020 gebruikt wordt. Deze mast staat mogelijk in België, gezien de zendmasten die ervoor en erna gebruikt worden. Deze mast wordt gebruikt in een periode van 28 juni 2020 tot en met 30 juni 2020. Op 28 juni 2020 wordt om 22.15:50 uur door telefoonnummer [telefoonnummer] en om 22.16:46 uur door Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] (VABPI2) een zendmast aan de Hazeldonk 6271 in Breda gebruikt. De volgende zendmast die in Nederland wordt gebruikt is op 30 juni 2020 door [telefoonnummer] aan de A16 in Breda, om 16.02:03 uur en door [telefoonnummer] aan de Strijbeekseweg 23A in Strijbeek om 16.05.:24 uur. [95]
De rechtbank leidt hieruit af dat de gebruiker van het account VAPBI2 op 28 juni 2020 naar het buitenland is gereisd en dat dit overeenkomt met de mededeling van [medeverdachte 1] , gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] , op diezelfde dag dat hij naar het buitenland moet.
VABPI2 in het buitenland nadat [medeverdachte 1] naar het buitenland is gevlogen
Op naam van [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] , is een vliegreis geboekt voor een vlucht op 4 augustus 2020 om 13.00 uur vanaf Orly Parijs (Frankrijk) naar Cayenne (Frans-Guyana). Op de geplande vlucht was een zitplaats gereserveerd voor [medeverdachte 1] . Er is voor deze reservering gebruik gemaakt van een Nederlands paspoort met nummer [paspoortnummer] . [96]
Op 15 april 2015 is door de burgemeester van Haarlem een paspoort afgegeven aan [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] voorzien van paspoortnummer [paspoortnummer] . [97] Er vinden vanaf 4 augustus 2020 geen betaaltransacties meer plaats op het rekeningnummer [bankrekeningnummer] op naam van [medeverdachte 1] . [98]
Hiervoor heeft de rechtbank al vastgesteld dat het imei-nummer [imei-nummer] in de periode 9 juli 2020 tot en met 3 maart 2021 is gekoppeld aan het account VABPI2.
Uit de historische gegevens is af te leiden dat imei-nummer [imei-nummer] van de volgende telecomnetwerken gebruik heeft gemaakt:
  • 09-07-2020 tot en met 13-07-2020, 04.23 uur Nederland;
  • 13-07-2020, 04:24 uur tot en met 05.53 uur België;
  • 13-07-2020, 06:18 uur tot en met 04-08-2020, 01.43 uur Nederland;
  • 04-08-2020, 01:55 uur tot en met 03.32 uur België;
  • 04-08-2020, 03.37 uur tot en met 13.48 uur Frankrijk;
  • 04-08-2020, 22.04 uur tot en met 05-08-2020, 02.51 uur Frans-Guyana;
  • 05-08-2020, 02.52 uur tot en met 09-03-2021 Suriname.
Ook uit de metadata blijkt dat het toestel behorende bij VABPI2 op 5 augustus 2020 in Suriname actief wordt. [100] Op 6 augustus 2020 om 13.42:13 uur verstuurt VABPI2 naar het (niet geïdentificeerde) contact MVIOPG het volgende bericht:
“Ik ben buitenland”. [101]
Vlucht op 18 augustus 2020
Op 18 augustus 2020 vindt communicatie plaats tussen VABPI2 en reseller 17B608. VABPI2 bericht meerdere malen, namelijk om 15.27, 15.42, 15.56 uur, dat hij ‘zo’ gaat vliegen. [102] [medeverdachte 1] is op 18 augustus 2020, 19.26 uur, met vlucht TX571 (Air Caraibes) vertrokken van luchthaven CAY (Aéroport de Cayenne- [alias 3] Eboué, Frans-Guyana). Hij is op 19 augustus 2020, 08.50 uur, aangekomen op luchthaven Orly (Parijs-Frankrijk). [103]
VABPI2 blijft in Suriname en verzoekt om nieuw account in Nederland
In de metadata van VABPI2 zijn tussen 18 augustus 2020 omstreeks 15.58:42 uur en 4 oktober 2020, omstreeks 13.20:31 uur, geen verzonden berichten. [104] Tot en met 9 maart 2021 is het toestel van de VABPI2 niet actief op een ander dan het Surinaamse netwerk. [105]
Op 30 mei 2021 is [medeverdachte 1] in Frans-Guyana aangehouden en via Suriname overgebracht naar Nederland. [106]
De volgende chatberichten worden verstuurd tussen VABPI2 en reseller 17B608:
Datum Tijd UTC+2 Zender Bericht
18-08-2020 14:22:47 VABPI2 Hey bro
18-08-2020 14:22:48 VABPI2 Kan je
18-08-2020 14:22:48 VABPI2 Die sky voor me maken
18-08-2020 14:22:48 VABPI2 iPhone 7
18-08-2020 14:22:54 VABPI2 3 maanden
18-08-2020 14:23:18 VABPI2 Maar ik wil al deze mensen wat ik in deze tel heb
18-08-2020 14:23:19 VABPI2 In die sky
18-08-2020 14:23:19 VABPI2
Ik ben nu op vakantie
18-08-2020 14:23:19 VABPI2 Maar ga deze tel hier laten
18-08-2020 14:23:26 VABPI2 Gaat dat lukken ?
18-08-2020 14:37:55 17B608 Yoo bro
18-08-2020 14:38:06 17B608 Alles goed
18-08-2020 14:38:28 17B608 Dan moet je je contacten doorsturen
18-08-2020 14:38:29 VABPI2 Goed en met jou
18-08-2020 14:38:32 17B608 Naar die nieuwe [107]
18-08-2020 14:38:34 17B608 Goed man
18-08-2020 14:38:52 VABPI2 Hoe door sturen
18-08-2020 14:52:23 17B608 Ik maak nu alvast een tel klaar
18-08-2020 14:52:44 17B608 Kan je naar die ecc contacten sturen
18-08-2020 15:25:56 VABPI2 Oké
18-08-2020 15:26:59 17B608 Ok maak er nu 1
18-08-2020 15:27:24 VABPI2 Oké
18-08-2020 15:27:24 VABPI2 Heb maar 30! Min
18-08-2020 15:27:25 VABP12 Drna moet ik vliegen bra
18-08-2020 15:27:26 VABPI2 Red je dat
18-08-2020 15:27:27 VABPI2 Oké
18-08-2020 15:27:35 VABPI2 15 min ga ik de lucht in
18-08-2020 15:27:41 17B608 Jawel moet lukken
18-08-2020 15:27:46 VABPI2 Oké [108]
18-08-2020 15:41:30 VABPI2
500011
18-08-2020 15:41:33 VABPI2 Voeg me toe op bic 1 bra
18-08-2020 15:42:04 VABPI2 Is het gelukt
18-08-2020 15:42:06 VABPI2 Ga zo vliegen bra
18-08-2020 15:52:02 17B608 Ja bra
18-08-2020 15:52:03 17B608 Gelukt
18-08-2020 15:52:28 VABPI2 Oké wat moet ik nu doen
18-08-2020 15:52:31 VABPI2 ?
18-08-2020 15:52:44 17B608 Stuur jebcontacten door naar deze
18-08-2020 15:53:09 17B608
12K87i
18-08-2020 15:53:15 VABPI2
Oplossing!!sent A. SKY SALES WICKR: AAATEAM new contacts: Guerrilla, A+ SKY SALES ] SUPPORT] DELIVERY, A. SKY SALES WICKR: AAATEAM, AceIa, Anthony Ducks Corallo, Diablo, Eastside, Ghaanpa, IMPORTANT, Jesus Malverde # , obama, mooiboy, Mozart, Nh3
18-08-2020 15:53:21 VABPI2 Zo goed
18-08-2020 15:53:50 17B608 Ja toch perfect
18-08-2020 15:53:55 17B608 Ik voeg ze toe
18-08-2020 15:54:02 17B608
Welke bijnaam zal ik zetten
18-08-2020 15:54:09 VABPI2
Oplossing
Datum Tijd UTC+2 Zender Bericht
18-08-2020 15:54:14 VABPI2
Dan weten ze allemaal
18-08-2020 15:54:18 VABPI2 Ik ga ze nu hier wissen
18-08-2020 15:54:19 VAPI2 Goed
18-08-2020 15:54:35 VABPI2 ?
18-08-2020 15:55.05 VABPI2
En voeg mij toe op die bic1
18-08-2020 15:55:15 17B608 Ok is goed
18-08-2020 15:55:17 17B608 Doe ik
18-08-2020 15:55:25 VAPI2
Zo houden wij contact Hoelaat ik , die tel morgen bij je kom halen
18-08-2020 15:56:10 VABPI2 Kan ik iedereen wissen nu
18-08-2020 15:56:12 VABPI2 ?
18-08-2020 15:56:35 VABPI2 Praat even snel bro
18-08-2020 15:56:36 VABPI2 Instappen
18-08-2020 15:56:39 VABPI2 Moet vliegen nu
18-08-2020 15:57:39 VABPI2 ?
18-08-2020 15:57:40 VABPI2 ?
18-08-2020 15:57:51 17B608 Ja wis broer
18-08-2020 15:58:11 VABPI2 Oké [109]
Het Sky-account 12K87I heeft imei-nummer [imei-nummer] en wordt gebruikt met telefoonnummer [telefoonnummer] . Het eerste uitgewisselde bericht (dit kan zowel een verzonden als een ontvangen bericht zijn) is van 18 augustus 2020 en het laatste uitgewisselde bericht van 30 november 2020. [110] Uit de metadata van de 12K87I volgt dat het account is geleverd door dezelfde reseller (17B608) als het account VABPI2 en het account E76H3Q. [111] Er zijn historische verkeersgegevens (in Nederland) beschikbaar van 13 augustus 2020 tot en met 15 september 2020. [112] De eerste zendmastregistraties van het account 12K871 van 13 tot en met 20 augustus 2020 bevinden zich in Rotterdam. De telefoonwinkel Anassr bevindt zich onder het bereik van die masten in Rotterdam. Het account VABPI2 heeft onder andere de accountnamen “Oplossing!!” en “Oplossing!!!”. Het account 12K871 heeft de accountnamen “OPLOSSING” en [alias 3] . [113] Uit de metadata blijkt dat het toestel van 12K87I op 15 september 2020 voor het laatst actief is op het Nederlandse netwerk en op 16 september 2020 actief wordt op het Surinaamse netwerk. [114] Zoals hiervoor staat vermeld heeft telefoonnummer [telefoonnummer] (privénummer van [medeverdachte 1] ) na 6 september 2020 geen contact meer met het telecomnetwerk. In de iPhone11 met imei-nummer [imei-nummer] werd vanaf 6 september 2020 een ander telefoonnummer gebruikt, namelijk: [telefoonnummer] . Er zijn historische gegevens van de Apple iPhone 11 beschikbaar tot en met 15 september 2020. imei-nummer [imei-nummer] (iPhone 11, de privételefoon van [medeverdachte 1] ) straalt op 15 september 2020 (van 9.43 uur t/m 11.52 uur) een zendmast op Schiphol Luchthaven aan. [115] Met bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] op naam van [medeverdachte 1] worden vanaf die datum geen betaaltransacties meer verricht. [116]
Imsi scan tijdens observatie [medeverdachte 1] en [verdachte]
In onderzoek Drawa heeft op 18 juni 2020 een observatie en een IMSI-scan plaatsgevonden op de broers [verdachte] en [medeverdachte 1] . Er waren vier scans. Deze werden gehouden op de Jacob Geelsstraat, de A5 ter hoogte van Westpoort en de Elandsgracht, allen te Amsterdam en op de Italiëlaan te Haarlem. Er waren drie hits waar de telefoonnummers [telefoonnummer] ( [verdachte] ), [telefoonnummer] ( [medeverdachte 1] ) en [telefoonnummer] (VABPI2) uit kwamen. Bij alle vier de scans bevonden zowel [medeverdachte 1] , als de door hem gebruikte telefoon met nummer [telefoonnummer] , zich in de onmiddellijke omgeving van het bij het SKY-account VABPI2 behorende telefoontoestel. [117]
VABPI2 in Purmerend, [medeverdachte 1] bezoekt juwelier in Purmerend
Imei-nummer [imei-nummer] (VABPI2) bevond zich op 9 juni 2020 (om 11.39, 11.41 en 11.42 uur) binnen het bereik van de zendmast gelegen aan het Waagplein 1 te Purmerend. De locatie van juwelier Van Wonderen Watches bevindt zich binnen het bereik van deze zendmast. [118] Uit de historische gegevens van zowel imei-nummer [imei-nummer] (VABPI2 tot 6 juli 2020) als ook imei-nummer [imei-nummer] (VAPBI2 vanaf 9 juli 2020), beiden in gebruik bij de VABPI2, volgt dat dit de enige keer was dat het toestel op deze locatie in Purmerend aanwezig was. [119]
Op de camerabeelden van Juwelier Van Wonderen Watches is te zien dat op 9 juni 2020 te 11.45:19 uur drie mannen de winkel in liepen. Twee mannen werden door verbalisant Haagstam herkend als zijnde:
1. [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] , en
2. [medehuurder VW Golf 6] , geboren op [geboortedatum] [120]
De rechtbank concludeert hieruit dat VABPI2 een zendmast aanstraalde met bereik op het adres van de juwelier in Purmerend terwijl [medeverdachte 1] daar aanwezig was.
[medeverdachte 1] verricht betaaltransactie langs route van VABPI2
In de gehele historische verkeersgegevens komt het maar eenmaal voor dat de telefoon met het imei-nummer [imei-nummer] (VABPI2) een reisbeweging maakt over de A28 in de richting van Zwolle en vervolgens gebruik maakt van zendmasten in de omgeving van Wezep. De telefoon met het imei-nummer [imei-nummer] (VABPI2) straalt op 3 juni 2020 om 13.41 uur een zendmast in Zeewolde aan en om 16.42 uur een zendmast in Wezep.
Op 3 juni 2020 om 16.52 uur heeft er een betaaltransactie plaatsgevonden met rekening [bankrekeningnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] bij de Mc Donalds in Nijkerk. Er staat één betaalpas op naam van [medeverdachte 1] . Er is geen gemachtigde voor de betaalrekening. Deze McDonalds bevindt zich nabij de A28. Volgens Google Maps bedraagt de reistijd tussen de locatie van de laatste zendmast in Wezep en de locatie van de McDonalds circa 27 minuten. Het gebruik tussen de laatste zendmast in Wezep en de betaalautomaat in Nijkerk is 28 minuten en past in de reisbeweging die door VABPI2 is ingezet naar Amsterdam. [121]
Gebruikte zendmasten VABPI2 te relateren aan [medeverdachte 1]
De meest gebruikte zendmast van [telefoonnummer] in Nederland is KPN-zendmast 9075489, Hugo de Grootkade 18 28 in Amsterdam. De woning van de vriendin van [medeverdachte 1] , [vriendin medeverdachte 1] , gelegen aan [adres] , ligt in de zendrichting van deze zendmast. De afstand van de woning van [vriendin medeverdachte 1] tot genoemde zendmast is ongeveer 210 meter (hemelsbreed).
De op één na meest gebruikte zendmast in Nederland is KPN-zendmast 7501089 aan het Grootzeil 27-41 in Almere (16 keer). KPN-zendmast 7501089 aan het Grootzeil 27-41 in Almere is ook de meest gebruikte zendmast (thuismast) in de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] .
Telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] maken dezelfde reisbewegingen
In de historische gegevens van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] komen tientallen registraties naar voren waarbij de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] kort achter elkaar, minder dan 10 minuten, dezelfde zendmast of een zendmast op dezelfde locatie gebruiken. Ook komt het regelmatig voor dat de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] buiten Amsterdam zendmasten gebruiken waaruit een gezamenlijke reis zichtbaar wordt. Er zijn 3 periodes waarin beide telefoonnummers zendmasten in het buitenland gebruiken, voorafgaand en gevolgd door zendmasten in Breda. Dit was op:
  • 12 juni 2020 tussen 13.12 uur en 15.03 uur;
  • 19 juni 2020 tussen 17.03 uur en 19.30 uur;
  • Tussen 28 juni 2020 22.16 uur en 30 juni 2020, 16.02 uur.
In de periode van 10 juni 2020 tot en met 6 juli 2020 zijn er op 24 dagen dezelfde mastlocaties of reizen zichtbaar. [122] De rechtbank leidt uit de analyse van de politie van de historische gegevens af dat het Sky-imei [imei-nummer] ( [telefoonnummer] ) gekoppeld aan de gebruiker VABPI2 en het telefoonnummer [telefoonnummer] met elkaar meereizen in zowel Nederland als in het buitenland.
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Deze heeft zij in zijn geheel en onderlinge samenhang bezien en beoordeeld. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis daarvan buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van het account VABPI2.
( c)
[medeverdachte 7] is de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer]
[medeverdachte 7] heeft op 10 juli 2020 bij de politie (in een ander onderzoek) verklaard dat hij te bereiken was op telefoonnummer [telefoonnummer] . [123] Op 1 mei 2020 heeft [medeverdachte 7] met telefoonnummer [telefoonnummer] naar het opsporingsteam van de politie gebeld in verband met onderzoek Aurillac. [124] De politie heeft de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] over de periode van 17 mei 2020 tot en met 17 november 2020 opgevraagd. Dit betreft een Lyca prepaid telefoonnummer. Van provider KPN werden de gegevens over de periode van 20 mei tot en met 13 juli 2020 ontvangen. In de periode dat er historische gegevens beschikbaar zijn van dit telefoonnummer, werd het telefoonnummer in één telefoontoestel gebruikt. Dit betreft een Apple iPhone 6S met imei-nummer [imei-nummer] . [125]
Tijdens een doorzoeking van de woning van [medeverdachte 7] op 30 september 2020 werd (in onderzoek Kashiwa) een iPhone 6S (met imei-nummer [imei-nummer] ) aangetroffen en in beslag genomen. [126]
Uit de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat op 3 juli 2020 om 21.05 uur een uitgaand gesprek van 45 seconden heeft plaatsgevonden naar telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van Sligro Food Group Nederland B.V., gevestigd aan de Corridor 11 in (5466 RB) Veghel. In de contacten stond dit telefoonnummer opgeslagen onder de naam ‘Sligro Ziekmelding’. De vestigingsdirecteur van het Sligro filiaal aan de Baldemoer 11 in Amsterdam liet in reactie op vragen van de politie weten dat [medeverdachte 7] van 3 op 4 juli 2020 van 21.00 tot 6.00 uur had moeten werken, maar zich ziek had gemeld. [127]
De meest gebruikte zendmast van het telefoonnummer staat aan de Rijnstraat 35 in Amsterdam. Het woonadres van [medeverdachte 7] ligt binnen het zendbereik van deze zendmast. De afstand van de woning tot aan de zendmast bedraagt ongeveer 55 meter. Op nummers 2 en 8 van de 10 contacten waarmee het telefoonnummer het meest contact heeft, staan nummers op naam van [partner medeverdachte 7] , de partner van [medeverdachte 7] . [128]
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 7] de gebruiker is van het telefoonnummer [telefoonnummer] in de periode van 20 mei tot en met 13 juli 2020.
( d)
[verdachte] is de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer]
In onderzoek Drawa werd sinds 23 december 2019 onderzoek gedaan naar de mogelijke betrokkenheid van de handel in zware wapens door onder andere [verdachte] . In dat kader werd ook telecommunicatie onderschept in de periode voorafgaand aan en tijdens het schietincident in Beuningen op 6 juli 2020. Uit tapgesprekken in dit onderzoek is naar voren gekomen dat [verdachte] gebruik maakte van telefoonnummer [telefoonnummer] . [129] Het telefoonnummer [telefoonnummer] is in onderzoek Drawa van 18 mei 2020 tot en met 3 september 2020 getapt. [verdachte] bleek de enige gebruiker van het telefoonnummer te zijn. [130]
De politie heeft van dit telefoonnummer de historische gegevens over de periode van 22 juni tot en met 22 december 2020 opgevraagd. KPN heeft deze gegevens vervolgens over de periode van 22 juni tot en met 3 december 2020 aan de politie verstrekt. Het telefoonnummer is, in de periode waarover de historische gegevens zijn verstrekt, in één toestel gebruikt, namelijk een Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] .
De meest gebruikte zendmast van telefoonnummer [telefoonnummer] betreft een zendmast aan de Meeuwenlaan 132 in Amsterdam. Ook op nummer twee, drie en vijf van de meest gebruikte zendmasten staan zendmasten die op dit adres zijn gesitueerd. Muziekstudio [muziekstudio] ligt aan de [adres] . Dit is in de directe omgeving van de zendmast aan de Meeuwenlaan 132 in Amsterdam. De afstand van de muziekstudio tot aan de zendmasten bedraagt hemelsbreed ongeveer 325 meter. [131] Het management van de muziekstudio [muziekstudio] wordt gedaan door [manager muziekstudio] , [medeverdachte 1] en [manager muziekstudio] . [132] [medeverdachte 1] , de broer van [verdachte] , heeft op 7 juli 2020 verklaard dat hij een label heeft en dat hij het management voor artiesten doet die bij het label [label] zijn aangesloten. [133] [verdachte] is rapper onder de artiestennaam [artiestennaam] . [134]
Op nummer vier, zes, zeven, negen en dertien van de meest gebruikte zendmasten van telefoonnummer [telefoonnummer] staan zendmasten die zijn gesitueerd aan de Wisselwerking 50 56 in Diemen. [135] [verdachte] woonde ten tijde van het delict op 6 juli 2020 aan de [adres] . Dit adres ligt in de zendrichting van de zendmasten aan de Wisselwerking 50-56 in Diemen. De afstand van de woning tot de zendmasten aan de Wisselwerking 50-56 in Diemen is ongeveer 400 meter (hemelsbreed). [136]
Tussenconclusie
Gelet op de informatie uit de tapgesprekken uit onderzoek Drawa en de zendmastgegevens in de periode van 22 juni 2020 tot en met 22 december 2020 waarvan de meest gebruikte zendmasten kunnen worden gekoppeld aan locaties die met [verdachte] in verband kunnen worden gebracht, stelt de rechtbank vast dat [verdachte] de gebruiker is geweest van het telefoonnummer [telefoonnummer] rond/in de periode van het tenlastegelegde.
( e)
E76H3Q is in gebruik bij [verdachte] van 3 t/m 6 juli 2020
Het account E76H3Q communiceert op 3 tot en met 6 juli 2020 met de accounts VABPI2, W3M585 en RNI29T. De rechtbank gaat er op basis van de volgende feiten en omstandigheden vanuit dat [verdachte] de gebruiker is van dit account in de periode van 3 tot en met 6 juli 2020.
Vergelijking zendmastregistraties E76H3Q en [telefoonnummer]
E76H3Q is gekoppeld aan één imei-nummer, namelijk [imei-nummer] en in de periode dat er historische verkeersgegevens beschikbaar zijn (van 6 april 2020 t/m 28 juli 2020) gebruikt in combinatie met één telefoonnummer: [telefoonnummer] .
Op basis van een vergelijking van de zendmastregistraties kunnen de privé-telefoon van [verdachte] ( [telefoonnummer] ) en de E76H3Q (31970224983490) op 3 juli vóór 22.34 uur niet dezelfde gebruiker hebben. Op 6 juli 2020 na 18.38 uur kunnen zij ook niet dezelfde gebruiker hebben. In de tussengelegen periode is het op basis van de aangestraalde zendmasten niet uit te sluiten dat de telefoons dezelfde gebruiker hebben.
Meest gebruikte mast: Wisselwerking 50-56 in Diemen
In de periode van 3 tot en met 6 juli 2020 is de zendmast aan de Wisselwerking 50-56 in Diemen de meest gebruikte zendmast van telefoonnummer [telefoonnummer] (E76H3Q). Er zijn 18 registraties aan de Wisselwerking en 30 registraties op verschillende andere adressen in de periode gelegen na 3 juli 2020, 22.34 uur en voor 6 juli 2020, 18.38 uur. [137] Binnen die periode zijn er totaal 48 registraties. 18 van 48 is 37,5% van de registraties.
Op nummer vier, zes, zeven, negen en dertien van de meest gebruikte zendmasten van het privételefoonnummer van [verdachte] ( [telefoonnummer] ) staat (ook) de zendmast aan de Wisselwerking 50-56 in Diemen. [138] Zoals hierboven al is vermeld, woonde [verdachte] Dollartten tijde van het delict aan de [adres] en ligt dit adres in de zendrichting en op ongeveer 400 meter (hemelsbreed) van de zendmasten. [139]
Vergelijking inhoud chatberichten E76H3Q met [verdachte]
1) met een ander in de auto
Op 4 juli 2020 rond half 11 ’s ochtends worden de volgende chats verstuurd:
Datum – Tijd UTC+2 Zender Ontvanger Bericht
2020-07-04 10:35:57 E76H3Q VABPI2
Zit nu in de auto met die andere 2
2020-07-04 10:35:58 E76H3Q VABPI2 Mij
[medeverdachte 6]heb ik al weggestuurd. [140]
Op 4 juli 2020 om 9.54 uur straalt de telefoon van E76H3Q een mast aan de Eikenweg 10 48 in Amsterdam aan (datablok 12340 sec). Daarvoor straalde de telefoon om 1.54 uur voor het laatste een zendmast aan, gelegen aan de L. Bouwmeesterstraat 377 in Amsterdam (datablok 28800 sec). [141]
Op 4 juli 2020 om 5.19 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer] de mast aan de Meeuwenlaan 122 in Amsterdam aan (datablok van 20352 seconden). [142] Binnen een datablok kan de telefoon een reisbeweging hebben gemaakt. De zendmasten binnen het datablok worden door de provider niet geregistreerd. [143] De volgende registratie is om 10.58 uur aan de Wibautstraat 129 in Amsterdam. [144]
Op 4 juli 2020 om 11.11 uur wordt [verdachte] op telefoonnummer [telefoonnummer] gebeld.
Uit het telefonisch gesprek volgt dat [verdachte] in de auto zit en dat bij hem op de achtergrond een andere man te horen is. De telefoon van [verdachte] straalt op dat moment een steunzender aan de Wibautstraat 129 te Amsterdam aan. Ook het telefoonnummer van [medeverdachte 7] ( [telefoonnummer] ) straalt om 10.54 uur en om 10.58 uur dezelfde steunmast aan de Wibautstraat 129 te Amsterdam, aan. [145] Het telefoonnummer van [medeverdachte 7] straalde om 10.05 uur een zendmast aan de Rijnstraat 35 in Amsterdam aan.
Hieruit leidt de rechtbank af dat E76H3Q rond half 11 in de auto zat met twee anderen en dat hij even daarna in ieder geval eenzelfde zendmast als [medeverdachte 7] aanstraalde die tussen 10.05 van de Rijnstraat is verplaatst naar de Wibautstraat in Amsterdam.
2) [medeverdachte 6] is [medeverdachte 6]
Voor 10.00 uur op 4 juli 2020 heeft de telefoon van [medeverdachte 7] een reisbeweging gemaakt van Amsterdam (6.37 uur) naar Ochten (7.47 uur, datablok 5455 sec), Echteld (9.12 uur), Tiel (9.15 uur), Geldermalsen (9.18 uur), Breukelen (9.43 uur), Rijnstraat 35 Amsterdam (10.05 uur). Op 4 juli 2020 om 8.27 uur maakte de telefoon van [medeverdachte 7] verbinding met de Wifi van het tankstation Shell in Beuningen. [medeverdachte 6] was op datzelfde moment bij de Shell aanwezig en vulde daar de olie bij van de Rode Golf [kenteken 4] . [146] [manager muziekstudio] heeft verklaard dat hij de man op een foto, zijnde [medeverdachte 6] herkende onder de naam ‘ [medeverdachte 6] ’. [147]
Het bericht van E76H3Q dat [medeverdachte 6] is afgezet en dat hij met nog 2 andere mannen in de auto zit, past bij het tapgesprek van [verdachte] dat hij in een auto zit met in ieder geval een andere man, dat [verdachte] en [medeverdachte 7] zich bevinden op dezelfde zendmast, dat daaraan voorafgaand [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] in Beuningen waren en (in ieder geval) [medeverdachte 7] daarna een reisbeweging naar Amsterdam heeft gemaakt.
3) VW Transporter bus naar locatie verplaatsen en vervoer terug regelen
Op 4 juli 2020, in het begin van de middag, vindt de volgende communicatie plaats:
Datum – Tijd UTC+2 Zender Ontvanger Bericht
04-07-2020 12:21:32 E76H3Q VABPI2 Jachtig
04-07-2020 12:21:37 E76H3Q VABPI2 Ja tag
04-07-2020 12:22:10 E76H3Q VABPI2 Alles ready
04-07-2020 12:22:26 E76H3Q VABPI2 We zijn omw kap hallen
04-07-2020 12:23:33 E76H3Q VABPI2
Verplaatsing vn auto naar locatie
04-07-2020 12:24:22 E76H3Q VABPI2 Ja
we moesten ook aan vervoer denken om terug te komen
04-07-2020 12:24:43 E76H3Q VABPI2 Plus die andere man had me gefixt met tank [148]
2020-07-04 12:25:09 E76H3Q VABPI2 Die auto moet naar me deur vn die andere man tovert is dit man
2020-07-04 12:26:11 E76H3Q VABPI2
Omwbuspin
2020-07-04 12:26:16 E76H3Q VABPI2
Pakken
2020-07-04 12:27:01 E76H3Q VABPI2 Net schip
2020-07-04 12:27:03 E76H3Q VABPI2 Voorbij
2020-07-04 12.27:13 E76H3Q VABPI2 Ik ga terug dan
2020-07-04 12:27:33 E76H3Q VABPI2 Naar
2020-07-04 12:29:01 E76H3Q VABPI2
Naar bustoe zij k
2020-07-04 12:30:06 E76H3Q VABPI2 Ja naar die bus
2020-07-04 12:30:31 E76H3Q VABPI2 Moest die gas hallen die was met autopech met een Some kut auto [149]
2020-07-04 12:31: 04 E76H3Q VABPI2 Daarom reed ik naar daar hem helpen gas paken
nu ons bus
2020-07-04 12:32.09 W3M585 VABPI2 Ik ben met broeder. [150]
Op 4 juli 2020 vinden de volgende tapgesprekken plaats:
Om 12.04:17 uur belt [verdachte] ( [telefoonnummer] ) naar [medeverdachte 9] ( [telefoonnummer] ). De telefoon van [verdachte] straalt op dat moment de mast aan de Slotermeerlaan 1 in Amsterdam aan. Samenvatting van het gesprek:
“ [verdachte] zegt dat NNm de deur open moet maken. Vervolgens hoor ik hem ( [verdachte] ) op de
achtergrond zeggen dat iemand moet uitstappen.” [151]
Om 12.04:54 uur belt [verdachte] ( [telefoonnummer] ) opnieuw naar [medeverdachte 9] ( [telefoonnummer] ). De telefoon van [verdachte] straalt ook op dat moment de mast aan de Slotermeerlaan 1 in Amsterdam aan. Samenvatting van het gesprek:
“NNm zegt dat [verdachte] eerst aan moet bellen, op 26-2.” [152]
Om 12.50:07 uur wordt [verdachte] ( [telefoonnummer] ) gebeld door [medeverdachte 5] ( [telefoonnummer] ). Samenvatting van het gesprek:
“Beiden spreken door elkaar.
[medeverdachte 5] Jo Biggie, ik zie je lopen man broer
[verdachte] je ben een grappenmaker man,
[medeverdachte 5] : ik zie je lopen, ik kom gelijk naar je toe, loop verder, loop verder
[verdachte] : broer dit duurt doet lang, dit duurt lang, lang, (hij klinkt gehaast)
[medeverdachte 5] : Ik heb je ik heb je, ik loop, ik ben beneden man broer, ik ben beneden
[verdachte] : hoe lang ga je nou door man,
[medeverdachte 5] : je ziet me gelijk als je naar die waggie loopt nu direct
[verdachte] : waar, waar sta je dan broer, waar?
[medeverdachte 5] : loop door, loop door, ga naar die waggie toe waar je stond, dan zie je mij gelijk verschijnen (hij wil nog wat zeggen maar de verbinding wordt verbroken)” [153]
Om 13.42:06 uur belt [verdachte] ( [telefoonnummer] ) opnieuw naar [medeverdachte 9] ( [telefoonnummer] ). De telefoon van [verdachte] straalt ook op dat moment de mast aan de Linaeusstraat 2c in Amsterdam aan. De stem van de beller wordt herkend als [verdachte] . De uitwerking van het gesprek luidt als volgt: [154]
“Voordat de verbinding tot stand komt zegt een Nnman2 op de achtergrond: Die mannen weten niet dat je uh uh de auto hebt gereden (bestuurd) ja kan de auto gereden hebben
Nnman3 [ [medeverdachte 9] ]:…Jenever (fon)....
NNm [ [verdachte] ]: Hé, waar zijn jullie?
NNman3[ [medeverdachte 9] ]: Oh, hier man
NNm [ [verdachte] ]: Oh, oké waar is RAS (fon) [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4] ].
NNm3[ [medeverdachte 9] ]: Wacht.
Dan komt er een NNman4 aan de lijn.
NNm3[ [medeverdachte 9] ]: Hier.
NNm4 [ [verdachte] ]:....(door elkaar gepraat op de achtergrond/ntv)...Niffo? Ja wat doe je?
NNm [ [medeverdachte 4] ]: Wacht even, ik hoor je niet man, wacht
NNm4 [ [verdachte] ]: Heb je die GA (fon) genomen?
NNm [ [medeverdachte 4] ]: (heel zachtjes: Hallo) Yoooo!
NNm4 [ [verdachte] ]: Had je die GA's gevonden?
NNm [ [medeverdachte 4] ]: Heeee, laat me het direct gaan halen, sorry sorry
NNm4 [ [verdachte] ]: Nee hoeft niet, hoeft niet, hoeft niet, hoeft niet is geregeld
NNm [ [medeverdachte 4] ]: Oké, in orde
NNm4 [ [verdachte] ]: Maar kan jij nu naar de Bijlmer rijden?
NNm [ [medeverdachte 4] ]: Heeeyyy, we moeten direct gaan hé?
NNm4 [ [verdachte] ]: Ja man, in een moment maar je moet iets kleins doen dan ben je klaar, jongen jouw dag is gezegend, je moet iets kleins doen dan ben je klaar
NNm [ [medeverdachte 4] ]: oké in orde, nee maar moeten wij nu direct vertrekken?
NNm4 [ [verdachte] ]: Ja ja uhm, luister wat je moet doen
. Je moet achter een man aanrijden met jou auto
NNm [ [medeverdachte 4] ]: ja
NNm4 [ [verdachte] ]: en dan moet je
die man weer meenemen en weg brengenwant
die man gaat daar iets anders zetten (achterlaten)en dan ben je klaar.
NNm [ [medeverdachte 4] ]: Oké
NNm4 [ [verdachte] ]: Ja. Dalijk (tot straks)
Einde gesprek” [155]
Om 12.23 uur is de E76H3Q met de VAPBI2 aan het teksten over
“Verplaatsing vn auto naar locatie”en
“Ja we moesten ook aan vervoer denken om terug te komen”.In het tapgesprek van 13.42 uur vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 4] :
“die man weer meenemen en weg brengen”en
“die man gaat daar iets anders zetten (achterlaten)”.
De rechtbank leidt hieruit af dat er kennelijk een auto moet worden weggezet en om terug te komen is ook vervoer nodig en een bestuurder. Dat past bij het gesprek van 13.42 uur, waarin aan [medeverdachte 4] wordt gevraagd achter iemand aan te rijden en die persoon daarna weg te brengen.
Uit het tapgesprek volgt dat [verdachte] rond 12.50 uur in Zaandam is bij [medeverdachte 5] . Dit wordt bevestigd door de zendmastgegevens. Het telefoonnummer [telefoonnummer] van [verdachte] straalt op 4 juli 2022 om 12.34 uur de mast P Lieftinckweg 6 te Zaandam aan en om 12.50 uur de mast De Weer 83 te Zaandam. Het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 5] straalt op 4 juli 2020 van 09.10 uur tot en met 12.54 uur de zendmast aan De Weer 83 in Zaandam aan. Het telefoonnummer [telefoonnummer] , gekoppeld aan [medeverdachte 7] straalt om 13.02 uur eveneens een mast in Zaandam aan (aan de Krimp 3). [156]
Later die middag wordt de VW Transporter naar Beuningen gebracht: Op de camerabeelden van de woning aan de [adres] is onder andere te zien dat op 4 juli 2020 om 17.22:30 uur een witte VW Transporter in beeld komt, komende uit de richting van de rotonde Wilhelminalaan/Trajanussingel/Thujapark en rijdend in de richting van de Van Heemstraweg in Beuningen. [157] Op de camerabeelden van de woning aan de [adres] van 4 juli 2020 is te zien dat om 17.22:05 uur een zwarte VW Golf 6 in beeld komt, komende uit de richting van de rotonde Wilhelminalaan/Trajanussingel/Thujapark en rijdend in de richting van de Van Heemstraweg in Beuningen.
Op de camerabeelden van de Wilhelminalaan is te zien dat de zwarte VW Golf 6 om 17.37 uur in de richting van de Rijksweg rijdt. [158] Gelet hierop kan er van uit worden gegaan dat aan het eind van de middag op 4 juli 2020 de VW Transporter naar Beuningen is gebracht.
Het verplaatsen van de Transporter bus komt overeen met het bericht van E76H3Q eerder die dag (12.23 uur):
“verplaatsing vn auto naar locatie”.
4) gas regelen
Op 4 juli 2020 om 12.30 en 12.31 uur schrijft de E76H3Q naar de VABPI2 ( [medeverdachte 1] ):
"Moest die gas hallen die was met auto pech met een Some kut auto"en
"Daarom reed ik naar daar hem helpen gas paken nu ons bus".
[verdachte] laat in het tapgesprek van 13.42 uur aan [medeverdachte 4] weten dat het gas inmiddels is geregeld. [verdachte] zegt tegen ‘Ras’ ( [medeverdachte 4] ):
“Had je die GA's gevonden?”[medeverdachte 4] reageert daarop:
“Heeee, laat me het direct gaan halen, sorry sorry”,waarop [verdachte] zegt:
“Nee hoeft niet, hoeft niet, hoeft niet, hoeft niet is geregeld.”.
5) Ze weet van niks
Op 4 juli 2020 om 20.30 uur belt [verdachte] met ( [telefoonnummer] ) [nicht medeverdachte 1] :
“NNV9486: hallo (op de achtergrond klinkt muziek)
[verdachte] : he
NNV9486: ja
[verdachte] : waar ben je?
NNV9486: ik ben op een feestje
[verdachte] : waar is het?
NNV9486: eh eh Kraaiennest
[verdachte] : oke maar
heb je dat ding daar nog?
NNV9486:
wat voor ding?
[verdachte] : ik heb, ik heb,
ik moet een schoen bij je nemen, een kadootje van mij
NNV9496:
nee bij wie?(klinkt verbaast)
[verdachte] : bij jou
NNV9486:
wie had, wie had gezegd dan?
[verdachte] :
je vader
NNV9486:
oh nee hij heeft ... ik heb hem niet gesproken
[verdachte] : meekomen nu, meekomen nu want het is dringend, meekomen” [159]
[nicht medeverdachte 1] noemt haar oom, [medeverdachte 1] , haar ‘vader’. [160]
Op 4 juli 2020 om 20:32:34 stuurt de E76H3Q aan de VABPI2:
Nee man ze weet vn nix zegt ze. [161]
6) Niffo
De E76H3Q schrijft op 4 juli 2020 om 20.36 uur:
“Nifois over uurtje ready hij ging oppassen”. [162]
In een tapgesprek op de TA008 (PI-lijn), sessienummer 175, zegt [verdachte] tegen [nicht medeverdachte 1] :
"Ik kan je niet zo. Ik kan je niet zo uitleggen maar even in codetaal: Metniffo zit vast ook. Hij zit ook hier.Je weet toch. Dus ermoeten dingen geregeld worden. Maar ik spreekje tamara wel daar over. Dus is een beetje gezeik eigenlijk.". [163]
[verdachte] en [medeverdachte 7] zaten in dezelfde P.I. in Lelystad. Op 13 oktober 2020 hebben ze ongeveer een uur bij elkaar op cel gezeten. In de opgenomen vertrouwelijk communicatie van 29 oktober 2020 tussen [verdachte] en [naam] wordt door [verdachte] benoemd dat hij met zijn
niffoop cel had gezeten. [164] [verdachte] en [medeverdachte 7] zijn neven van elkaar. [165]
Tussenconclusie
Op grond van voorgaande feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] de gebruiker van het account E76H3Q is geweest in de periode van 3 juli 2020, vanaf of na 22.34 uur tot 6 juli 2020 om 18.38 uur.
( f)
[medeverdachte 3] is de gebruiker van de iPhone SE, iPhone 6 en de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer]
In de registraties zijn registraties van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] gezien op de telecommasten in Beuningen rond de tijd van het delict op 6 juli 2020. Deze telefoonnummers maken met het (hierna te bespreken) Sky-account RNI29T alle drie een reisbeweging naar Rotterdam. Nader onderzoek wees uit dat de inzittende(n) van de VW Up met het kenteken [kenteken 5] naar alle waarschijnlijkheid binnen het dekkingsgebied rijden van de gebruiker(s) van de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . [166]
Telefoonnummer [telefoonnummer]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit betreft een T-Mobile prepaid telefoonnummer en staat bij het Ciot op naam van [vader medeverdachte 3] , wonende aan de [adres] . Dit betreft volgens de GBA-gegevens de vader van [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ). [medeverdachte 3] heeft tijdens een politieverhoor op 15 juni 2018 verklaard dat zijn telefoonnummer [telefoonnummer] was. De politie heeft de historische gegevens van dit telefoonnummer over de periode van 12 april tot en met 12 oktober 2020 opgevraagd en de historische gegevens van 24 april tot en met 23 september 2020 verkregen. Het telefoonnummer is in de periode van 24 april tot en met 23 september 2020 in twee telefoontoestellen gebruikt:
  • Een Apple iPhone SE met imei-nummer [imei-nummer] en
  • Een Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] .
Voor 25 juni 2020 en na 7 juli 2020 heeft het telefoonnummer geen contact met het telecomnetwerk. Op de volgende dagen is de telefoon daadwerkelijk gebruikt:
  • Op 25 juni 2020 in de Apple iPhone SE met imei-nummer [imei-nummer] ;
  • Op 1 juli 2020 en 2 juli 2020 in de Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] ;
  • Op 2 juli 2020 en 3 juli 2020 in de Apple iPhone SE met imei-nummer [imei-nummer] en
  • Op 7 juli 2020 in de Apple iPhone SE met imei-nummer [imei-nummer] .
De door het telefoonnummer meest gebruikte zendmast is gelegen aan de Distelkade 21 in Amsterdam-Noord. [167]
Deze zendmast bevindt zich in de directe omgeving van de [adres] . Hier staat volgens het BRP [vriendin medeverdachte 3] ingeschreven. [168]
[vriendin medeverdachte 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 3] in de zomervakantieperiode van 2020 (juni/juli/augustus) bij haar verbleef. Voor zover zij zich kan herinneren was [medeverdachte 3] in het weekend van 3 tot en met 6 juli 2020 bij haar thuis. [169]
Telefoonnummer [telefoonnummer]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit betreft een Lyca prepaid telefoonnummer. De politie heeft de historische gegevens van dit telefoonnummer over de periode van 12 april tot en met 12 oktober 2020 opgevraagd en van 20 april tot en met 11 juli 2020 verkregen. De historische gegevens van het telefoonnummer zijn gekoppeld aan twee IMSI-nummers: [IMSI-nummer] (20 april tot en met 11 juni 2020) en [IMSI-nummer] (1 juli tot en met 11 juli 2020). Het telefoonnummer is in de periode van 20 april tot en met 11 juli 2020 in drie telefoontoestellen gebruikt:
  • Een Alcatel 1S met imei-nummer [imei-nummer] (van 20 april tot en met 11 juni 2020);
  • Een Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] (op 1 juli 2020 en van 4 juli tot en met 6 juli 2020) en
  • Een Apple iPhone SE met imei-nummer [imei-nummer] (van 7 juli tot en met 11 juli 2020).
Na 1 juli 2020 worden hoofdzakelijk zendmasten in Amsterdam en omgeving gebruikt.
Op 8 juli 2020 om 12.12 uur is telefoonnummer [telefoonnummer] gebeld door telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van [partner moeder medeverdachte 3] . Dit betreft een inkomend gesprek van 2 seconden dat wordt doorgeschakeld naar de voicemail.
De door het telefoonnummer meest gebruikte zendmast is gelegen aan de Distelkade 21 in Amsterdam-Noord. [170]
Telefoonnummer [telefoonnummer]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit betreft een Lebara prepaid telefoonnummer. De politie heeft de historische gegevens van dit telefoonnummer over de periode van 12 april tot en met 12 oktober 2020 opgevraagd en de historische gegevens van 25 april tot en met 10 oktober 2020 verkregen. De eerste registratie in de historische gegevens van dit telefoonnummer betreft een registratie op 25 april 2020 om 13.13:19 uur op een zendmast in Amsterdam. Op 29 april 2020 om 15.15 uur is verdachte [medeverdachte 3] aan de Carel Looierstraat in Lichtenvoorde door de politie aangehouden omdat hij inbrekerswerktuigen voorhanden had. Hij vertelde de politie toen dat hij net vier dagen vrij was uit detentie in België. Het telefoonnummer is in de periode van 25 april 2020 tot en met 10 oktober 2020 in drie telefoontoestellen gebruikt:
  • Een Apple iPhone SE met imei-nummer [imei-nummer] (van 25 tot en met 29 april 2020, van 15 juni tot en met 1 juli 2020 en van 4 juli tot en met 7 juli 2020);
  • Een Phantom 9 AB7 met imei-nummer 355813100803391 (van 29 april tot en met 12 juni 2020) en
  • Een Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] (op 2 en 3 juli 2020 en van 7 tot en met 11 juli 2020).
Vanaf 11 juli 2020 heeft het telefoonnummer geen contact meer met het telecomnetwerk.
Op nummer drie van de telefoonnummers waarmee telefoonnummer [telefoonnummer] het meest contact heeft, staat het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van [partner moeder medeverdachte 3] , wonende aan de [adres] . Op dit adres staat onder andere [moeder medeverdachte 3] ingeschreven, die blijkens de GBA de moeder is van [medeverdachte 3] . Zij is sinds 15 augustus 2018 getrouwd met [partner moeder medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] heeft tijdens een politieverhoor op 15 augustus 2018 verklaard dat zijn moeder op [telefoonnummer] te bereiken is. Met dit telefoonnummer is van 25 april tot en met 10 juli 2020 contact.
Op nummers 6 en 10 van de telefoonnummers waarmee telefoonnummer [telefoonnummer] het meest contact heeft staan de telefoonnummers [telefoonnummer] op naam van [adres] en [telefoonnummer] op naam van [halfbroer medeverdachte 3] , wonende aan [adres] . Op dit adres staat bij het GBA [halfbroer medeverdachte 3] ingeschreven. Deze heeft dezelfde vader als [medeverdachte 3] en is dus zijn halfbroer.
Op nummer 8 van de telefoonnummers waarmee telefoonnummer [telefoonnummer] het meest contact heeft staat telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van Verkeersopleidingscentrum Rijlesplanet, gevestigd aan de Schagerlaan 101 in (1097 HP) Amsterdam.
De door het telefoonnummer meest gebruikte zendmasten zijn alle gelegen aan de Cruquiusweg 31 in Amsterdam. Het woonadres van de vader van [medeverdachte 3] aan de [adres] ligt in de zendrichting en binnen het zendbereik van deze zendmasten. De afstand van de woning tot de zendmasten is ongeveer 310 meter. Het overgrote deel van de door het telefoonnummer gebruikte zendmasten is gelegen in Amsterdam.
Uit de historische gegevens van het telefoonnummer blijkt dat op woensdag 29 april 2020 zendmasten in Lichtenvoorde en Winterswijk zijn gebruikt. Op 29 april 2020 om 15.15 uur is [medeverdachte 3] in Lichtenvoorde door de politie aangehouden. Hij werd vervolgens overgebracht naar het politiebureau in Winterswijk, waar hij diezelfde dag om 21.20 uur werd heengezonden. Op 29 april 2020 om 15.08 uur, dus kort voor de aanhouding, maakte het telefoonnummer gebruik van een zendmast in Lichtenvoorde. Kort na de heenzending, om 21.27 uur en om 21.42 uur maakte het telefoonnummer gebruik van zendmasten in Winterswijk. [171]
Op 22 juni 2021 heeft de politie [getuige 6] als getuige gehoord. Hij verklaarde dat hij de eigenaar is van Verkeerscentrum Rijlesplanet en dat telefoonnummer [telefoonnummer] van hem is en vrijwel alleen door hem wordt gebruikt. Het telefoonnummer [telefoonnummer] had hij sinds 30 juni 2020 onder de naam ‘ [medeverdachte 3] ’ in zijn telefoon opgeslagen. [medeverdachte 3] heeft rijles gehad van [getuige 6] . Op de website van het CBR ziet [getuige 6] dat [medeverdachte 3] de achternaam van [medeverdachte 3] is. Hij kon in zijn telefoon zien dat hij op 6 juli 2020 vier keer telefonisch contact had gehad met het telefoonnummer van [medeverdachte 3] . Dit contact was altijd rijles-gerelateerd. [getuige 6] kon zich niet herinneren ooit met iemand anders dan [medeverdachte 3] contact te hebben gehad via telefoonnummer [telefoonnummer] . [172]
(ad 4) Tussenconclusie ten aanzien van de telefoonnummers
Gelet op het voorgaande, stelt de rechtbank vast dat alle drie de bovenstaande telefoonnummers zijn gebruikt in de Apple iPhone SE met imei-nummer [imei-nummer] en in de Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] .
Uit het voorgaande blijkt dat in de Apple iPhone SE op de volgende data de volgende telefoonnummers zijn gebruikt:
  • 25 juni en 2, 3 en 7 juli: [telefoonnummer] ;
  • 25 tot en met 29 april, 15 juni tot en met 1 juli en 4 juli tot en met 7 juli 2020: [telefoonnummer] ;
  • 7 tot en met 11 juli 2020: [telefoonnummer] .
Verder zijn in de Apple iPhone 6 op de volgende data de volgende telefoonnummers gebruikt:
  • 1 en 2 juli 2020: [telefoonnummer] ;
  • 2, 3 en 7 tot en met 11 juli 2020: [telefoonnummer] ;
  • 1 en 4 tot en met 6 juli 2020: [telefoonnummer] .
imei-nummer [imei-nummer]
imei-nummer [imei-nummer] betreft een Apple iPhone SE. De politie heeft van dit imei-nummer de historische gegevens van 12 april tot en met 12 oktober 2020 opgevraagd. Door KPN zijn de gegevens verstrekt over de periode van 25 april 2020 tot en met 1 juli 2020 en van 4 juli 2020 tot en met 11 juli 2020. Door T-Mobile zijn de gegevens verstrekt over 25 juni en 2, 3 en 7 juli 2020. Gedurende de periode waarover de gegevens zijn verstrekt, zijn in de telefoon vier telefoonnummers gebruikt:
  • [telefoonnummer] (IMSI-nummer [IMSI-nummer] ) van Lebara (KPN) prepaid van 25 tot en met 29 april, 15 juni tot en met 1 juli en 4 tot en met 7 juli 2020;
  • 31686261438 (IMSI-nummer [IMSI-nummer] ) van Lyca (KPN) prepaid van 29 april tot en met 15 juni 2020;
  • [telefoonnummer] (IMSI-nummer [IMSI-nummer] ) van T-Mobile prepaid op naam van [vader medeverdachte 3] , wonende aan de [adres] op 25 juni en 2, 3 en 7 juli 2020 en
  • [telefoonnummer] (IMSI-nummer [IMSI-nummer] ) van Lyca (KPN) prepaid van 7 tot en met 11 juli 2020.
De registraties in de historische gegevens van imei-nummer [imei-nummer] wijken niet wezenlijk af van die van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
Op grond van de bovenstaande feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 3] in de tenlastegelegde periode de gebruiker is geweest van de genoemde
iPhone SE, iPhone 6 en de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
( g)
[medeverdachte 3] is de gebruiker van het account RNI29T
In de registraties zijn registraties van het (Sky-) telefoonnummer [telefoonnummer] gezien op de telecommasten in Beuningen rond de tijd van het delict. De politie heeft de historische gegevens van dit telefoonnummer over de periode van 21 april tot en met 12 oktober 2020 opgevraagd. In de periode dat er historische gegevens beschikbaar zijn (van 25 april tot en met 12 september 2020) is telefoonnummer [telefoonnummer] in één toestel gebruikt, namelijk een Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] . Deze telefoon werd op 6 april 2020 bij de aanhouding van (medeverdachte) [medeverdachte 8] (in een ander onderzoek) aangetroffen en bij zijn vrijlating weer aan hem teruggegeven. In die telefoon bevond zich op dat moment ook het telefoonnummer [telefoonnummer] . [173] Imei-nummer [imei-nummer] is gekoppeld aan het Sky-account RNI29T (hierna: RNI29T). [174]
De rechtbank zal in het navolgende uiteenzetten op grond waarvan zij vaststelt dat [medeverdachte 3] de gebruiker van het account RNI29T was.
Stemvergelijking RNI29T met [medeverdachte 3]
Tussen de ontsleutelde berichten van het account RNI29T zaten 12 audioberichten, verstuurd aan VABPI2 op 1 juni (23.36:11, 23.36:47, 23.46:08 en 23.46:15 uur), 2 juni (01.42:09 uur), 3 juni (02.24:17, 02.24:32, 02.25:01 en 02.25:30 uur) en 4 juni 2020 (04.07:24, 04.:08:22 en 04.12:10 uur).
De berichten zijn door verbalisant J.E. [verbalisant] vergeleken met geïntercepteerde telefoongesprekken van [medeverdachte 3] . In de periode van 3 december 2020 tot en met 29 april 2021 werden in het onderzoek Nigeria van [medeverdachte 3] , telefoons (telefoonnummers en/of toestellen) afgeluisterd, verwerkt en opgeslagen. [medeverdachte 3] bleek de gebruiker van de getapte toestellen en of nummers. [175] Verbalisant [verbalisant] komt tot de conclusie dat de inspreker van de getapte gesprekken en de inspreker van de audioberichten één en dezelfde persoon zijn. Hij heeft vervolgens een tweetal langdurige tapgesprekken van [medeverdachte 3] beluisterd. Dit betroffen de gesprekken: op de taplijn TA054, sessienummer 50 van 20 december 2020 om 14.06:12 uur en op de taplijn TA168, sessienummer 5 van 14 april 2021 om 17.26:22 uur. Verbalisant [verbalisant] heeft geconcludeerd dat [medeverdachte 3] ook de persoon is die te horen is in de voornoemde audioberichten. Hij herkende de stem onder andere aan zijn manier van praten, intonaties en bewoordingen. Ten aanzien van de bewoordingen heeft hij verwezen naar het audiobericht van 1 juni 2020 om 23.36:11 uur. Hierin wordt onder andere de woorden “meteen
pap pap” gezegd. Deze bewoordingen worden door [medeverdachte 3] ook in tapgesprek TA054, sessienummer 50 van 20 december 2020 om 14.06:12 uur gebruikt: “Nee hij vroeg mij via zijn mattie
pap pap pap”. [176]
De rechtbank stelt op grond van het vorenstaande vast dat [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van het account RNI29T in de periode van 1 tot en met 4 juni 2020. De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of [medeverdachte 3] ook de gebruiker is geweest van het account RNI29T in de periode tussen 4 juni en 6 juli 2020, meer specifiek op 6 juli 2020.
Surinamer
Op 29 juni 2020 stuurt de gebruiker van het RNI29T naar de gebruiker van Sky-account BS7T4G: “Ik ben het je lieveling surinamer”. Uit het GBA volgt dat de ouders van [medeverdachte 3] beide zijn geboren in Suriname. [177]
Bijnaam [medeverdachte 3]
Het account RNI29T is gekoppeld aan meerdere gebruikersnamen, waaronder: ‘ [medeverdachte 3] !!’ [178] Op 26 oktober 2018 heeft [medeverdachte 3] verklaard dat [telefoonnummer] zijn telefoonnummer is. [179] Er is onderzoek verricht naar applicaties die gekoppeld zijn aan telefoonnummer [telefoonnummer] . Hieruit komt de applicatie Telegram naar voren met accountnaam [medeverdachte 3] en schermnaam [medeverdachte 3] . Het account heeft de melding: “laatst gezien op 07 juli (2020) 07:04.”. [180] Uit aanvullend internetonderzoek van de politie is gebleken dat zowel de accountnaam als de schermnaam bij de aanmaak van een account op Telegram door de gebruiker zelf moeten worden ingesteld. [181] Uit onderzoek in de politiesystemen is gebleken dat een bijnaam van [medeverdachte 3] ‘ [medeverdachte 3] ’ (fonetisch) is. In een tapgesprek dat [medeverdachte 3] op 17 april 2020 om 15.16 uur vanuit de P.I. voerde, noemde hij zichzelf ‘ [medeverdachte 3] ’. In een tapgesprek dat [medeverdachte 3] op 21 april 2021 om 12.42 uur voerde, werd hij door degene met wie hij belde eveneens ‘ [medeverdachte 3] ’ genoemd. [182] Op 6 juli 2020 werd [medeverdachte 1] als verdachte in onderzoek Pot aangehouden. Er werd toen een Apple iPhone 11 onder hem in beslag genomen. Uit onderzoek aan deze telefoon bleek dat onder telefoonnummer [telefoonnummer] in Telegram een contact met de naam ‘ [medeverdachte 3] ’ stond. Dit account was gekoppeld aan de gebruikersnaam [medeverdachte 3] . [183]
Op 6 juli 2020, voor het schietincident, zijn in de historische gegevens van de privételefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] en het Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] tussen 02.49 uur en 4.53 uur registraties aanwezig waarbij gebruik wordt gemaakt van zendmasten aan de Wisselwerking 50-56 in Diemen. [184] Op 6 juli 2020, na het schietincident, maakt telefoonnummer [telefoonnummer] , gezien de gebruikte zendmasten, een reisbeweging van Beuningen via Maarn, Utrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Barendrecht, Leiderdorp en Hoofddorp naar Amsterdam. Het lijkt op een reis over de A12 en A20 naar Rotterdam en vervolgens via de A4 naar Amsterdam. Gezien de zendmasten en de tijden waarop deze gebruikt worden lijkt het erop dat er gelijk of ongeveer gelijk gereden is met de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . [185]
Op basis van het dossier en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht, zijn er geen aanwijzingen dat het Sky-account naar een andere gebruiker is overgegaan in de periode na 4 juni tot en met 6 juli 2020.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van het account RNI29T op 6 juli 2020.
( h)
[medeverdachte 6] is de gebruiker van het (Antilliaanse) telefoonnummer [telefoonnummer] en de Nederlandse telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer]
telefoonnummer [telefoonnummer]
[een vriendin van medeverdachte 6] heeft op 10 maart 2021 verklaard dat zij op dat moment drie telefoonnummers van [medeverdachte 6] in haar telefoon had staan, waaronder het Antilliaanse telefoonnummer [telefoonnummer] . Dat nummer nam hij in gebruik toen hij in mei 2020 vrijkwam uit detentie in Duitsland en heeft hij gebruikt tot 9 juli 2020. [186] De telefoon van [een vriendin van medeverdachte 6] is in beslag genomen en uitgelezen. Op deze telefoon zijn meerdere WhatsApp-gesprekken aangetroffen tussen telefoonnummer [telefoonnummer] van [een vriendin van medeverdachte 6] en telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van ‘ [medeverdachte 6] . [187]
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 6] de gebruiker is van het telefoonnummer [telefoonnummer] in de periode van mei tot 9 juli 2020.
telefoonnummer [telefoonnummer]
Volgens gegevens van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) is het prepaid nummer [telefoonnummer] op 12-3-2009 toegekend aan Lycamobile en is met ingang van 17-9-2020 een TMobile abonnement geworden op naam van [medeverdachte 6] . [188]
Uit onderzoek is gebleken dat [getuige 7] , wonende [adres] de gebruikster is geweest van het mobiele nummer [telefoonnummer] . Zij heeft verklaard dat zij tijdelijk een prepaid nummer van Lebara heeft gebruikt met het telefoonnummer [telefoonnummer] , maar vanaf begin september 2019 dit nummer niet meer heeft gebruikt en opgewaardeerd. Telefoonnummer [telefoonnummer] wordt op 10-01-2020 gebruikt in imei-nummer [imei-nummer] , een Apple iPhone 6S. Op 10-01-2020 wordt zendmast KPN-653019269 aan het Zwanenveld 83-01 in Nijmegen gebruikt. [189]
Getuige [een vriendin van medeverdachte 6] heeft op 10 maart 2021 verklaard dat [medeverdachte 6] op dat moment gebruik maakte van telefoonnummer [telefoonnummer] . [190]
De politie heeft onderzoek gedaan naar een Facebook-profiel op naam van [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ). Op dit profiel wordt op 26 oktober 2020 een dagsessie voor het zetten van een tattoo aangeboden voor 300 euro. Hierbij wordt onder andere verwezen naar het WhatsApp-telefoonnummer [telefoonnummer] . [191]
De politie heeft verder het telefoonnummer onderzocht op gekoppelde sociale media. De WhatsApp-profielfoto komt overeen met een foto die op het Facebook-profiel op naam van [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ). [192]
Uit de door de BUNQ-bank aan de politie verstrekte bankmutaties blijkt dat op 7 juli 2020 een bij- en afschrijving van de bankrekening van [medeverdachte 6] plaatsvindt, die wordt uitgevoerd door middel van een betaalverzoek per SMS afkomstig van telefoonnummer [telefoonnummer] . [193]
In de tijdlijn van een HuaweiP30 van [een vriendin 2 van medeverdachte 6] , een vriendin van [medeverdachte 6] , is te zien dat het eerste contact tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] en dit toestel was op 13 juni 2020.
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat het nummer [telefoonnummer] in elk geval vanaf 13 juni 2020 bij [medeverdachte 6] in gebruik was. Gelet op het laatste gebruik van het nummer [telefoonnummer] door getuige [getuige 7] , waarschijnlijk op 10 januari 2020, de registraties van het nummer [telefoonnummer] op zendmasten in de directe omgeving van het plaats delict in Tienhoven op 4 juni 2020 en de eerste registratie van het telefoonnummer door een vriendin van [medeverdachte 6] op 13 juni 2020 vindt de rechtbank het zeer waarschijnlijk dat [medeverdachte 6] ook voor 13 juni 2020 van dit telefoonnummer gebruik maakte.
telefoonnummer [telefoonnummer]
De politie heeft onderzoek gedaan aan de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit betreft een Lyca prepaid telefoonnummer. Door KPN zijn de historische gegevens van dit telefoonnummer over de periode van 30 juni tot en met 3 november 2020 aan de politie verstrekt. Na 6 juli 2020 om 11.07 uur zijn er geen zendmastgegevens meer vermeld in de historische gegevens. De registraties betreffen dan enkel nog inkomende Sms-berichten en inkomende gesprekken die doorgeschakeld worden naar de voicemail. Het telefoonnummer is na 6 juli 2020 om 11.07 uur dus niet meer gebruikt. Het telefoonnummer is in één telefoontoestel gebruikt, namelijk een Apple iPhone 11 Pro Max met imei-nummer [imei-nummer] .
De door het telefoonnummer meest gebruikte zendmast van telefoonnummer [telefoonnummer] is gesitueerd aan de Meeuwenlaan 132 in Amsterdam. De muziekstudio aan de [adres] ligt binnen het zendbereik van deze zendmast. [194]
De politie heeft de zendmastgegevens van telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] met elkaar vergeleken. Telefoonnummer [telefoonnummer] is tot en met 6 juli 2020 in gebruik geweest. Van telefoonnummer [telefoonnummer] heeft de politie de historische gegevens van 15 juli 2020 tot en met 12 januari 2021 ontvangen, zodat van beide telefoons niet over dezelfde periode historische verkeersgegevens beschikbaar zijn. Uit de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat dit telefoonnummer met 10 telefoonnummers contact heeft gehad. Dat aantal is inclusief de telefoonnummers die tussen 6 juli 2020 en 3 november 2020 inbellen en doorgeschakeld werden naar de voicemail en korte contacten van enkele seconden waarbij waarschijnlijk niet tot een gesprek is gekomen. Van deze tien telefoonnummers komen er zeven eveneens voor in de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] . Vier van deze telefoonnummers zijn: [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
 Telefoonnummer [telefoonnummer] staat bij het Ciot op naam van [ex-vriendin medeverdachte 6] , wonende aan de [adres] . In de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] komen zendmasten in Breda negen keer voor op vrijdag 3 juli 2020 van 2.19 uur tot en met 14.36 uur. Van de negen registraties betreft het acht keer zendmasten aan de Tramsingel 119-198 in Breda die boven op het appartementencomplex staan waar ook [adres] gevestigd is. De afstand van de [adres] tot aan deze zendmasten bedraagt hemelsbreed nog geen 20 meter. In de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] komen zendmasten in Breda 187 keer voor op 16 verschillende dagen in de periode van 11 augustus tot en met 31 december 2020. Van de 187 registraties betreft het 164 keer een zendmast aan de [adres] . De afstand van de [adres] naar deze zendmasten bedraagt hemelsbreed nog geen 50 meter. [195]
[ex-vriendin medeverdachte 6] heeft op 10 maart 2021 verklaard dat zij [medeverdachte 6] sinds twee jaar kende. Zij hadden tot de week ervoor vrijwel dagelijks contact. Zij hadden eigenlijk alleen maar een seksuele relatie. In februari 2021 was [medeverdachte 6] voor het laatst bij haar. [medeverdachte 6] kwam vaak in de avond bij haar en bleef dan slapen. [196]
 Telefoonnummer [telefoonnummer] staat bij het Ciot op naam van [ex-vriendin 2 medeverdachte 6] , wonende aan de [adres] . Volgens het GBA betreft dit [ex-vriendin 2 medeverdachte 6] , geboren op [geboortedatum] en wonende aan de [adres] . Zij heeft een dochtertje, [dochtertje medeverdachte 6] , geboren op [geboortedatum] . In het GBA staat geen vader vermeld van het kind. In een opgenomen telefoongesprek van telefoonnummer [telefoonnummer] met telefoonnummer [telefoonnummer] noemt een kind de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] ‘papa’. De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] noemt het kind ‘papa zijn schatje’. [197]
[ex-vriendin 2 medeverdachte 6] heeft op 16 maart 2021 verklaard dat zij in 2018 is bevallen van een dochtertje van wie [medeverdachte 6] de vader is. Zij heeft hun relatie beëindigd toen zij erachter kwam dat [ex-vriendin 3 medeverdachte 6] tegelijk met haar zwanger was van [medeverdachte 6] . Zij heeft sindsdien een vriendschappelijke omgang met [medeverdachte 6] . [198]
 Telefoonnummer [telefoonnummer] staat bij het Ciot op naam van [een vriendin van medeverdachte 6] , wonende aan de [adres] . In de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] komen zendmasten in Helmond tien keer voor op zaterdag 4 juli (om 22.44, 23.15 en 23.54 uur) en zondag 5 juli 2020 (tussen 4.19 en 15.57 uur). Tussen 4 juli 2020 om 23.54 uur en 5 juli om 4.19 uur is in de zendmastgegevens een reis van Helmond naar Amsterdam en weer terug te zien. Van de tien registraties in Helmond betreft het zeven keer zendmasten aan het Wethouder van Deutekomplein 1-116 in Helmond. De woning van [een vriendin van medeverdachte 6] ligt in de zendrichting van deze zendmasten. De afstand tussen de [adres] en de zendmast bedraagt hemelsbreed ongeveer 600 meter. In de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] komen zendmasten in Helmond 278 keer voor op 15 verschillende dagen in de periode van 20 september 2020 tot en met 2 januari 2021. Van de 278 registraties betreft het 169 keer een zendmast aan het Wethouder van Deutekomplein 1 in Helmond. [199]
Op 11 maart 2021 is onder [een vriendin van medeverdachte 6] een telefoon in beslag genomen. In de contacten van deze telefoon stond onder de naam ‘ [medeverdachte 6] ’ telefoonnummer [telefoonnummer] opgeslagen. Dit contact is op 7 juli 2020 om 16.16 uur aangemaakt. [200]
 Telefoonnummer [telefoonnummer] is in gebruik bij [ex-vriendin 3 medeverdachte 6] , wonende aan de [adres] . [201]
[ex-vriendin 3 medeverdachte 6] heeft op 23 maart 2021 verklaard dat zij [medeverdachte 6] sinds 2015 kent. Zij heeft vijf jaar een relatie met hem gehad, tot 2020. Uit die relatie is een dochtertje geboren. [202]
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 6] de gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer] van 30 juni tot 6 juli 2020 om 11.07 uur.
( i)
Jurviën [medeverdachte 8] is de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer]
Op 3 december 2020 rond 14.45 uur kwam [medeverdachte 8] op het politiebureau aan de Noordwal 98 in Oldenzaal om zijn in beslag genomen goederen op te halen. Die ochtend had hij twee keer gebeld naar PSC (het politie servicecentrum) met telefoonnummer [telefoonnummer] . [203]
De politie heeft de historische gegevens opgevraagd van telefoonnummer [telefoonnummer] over de periode van 8 juni 2020 tot en met 8 december 2020. Dit betreft een Lyca prepaid telefoonnummer. Door KPN zijn de historische gegevens over de periode van 17 juni tot en met 8 december 2020 aan de politie verstrekt. Op 3 december 2020 om 14.25 en 15.35 uur gebruikt telefoonnummer [telefoonnummer] zendmasten aan de Tulpstraat 209 in Oldenzaal. Dit is op ongeveer 250 meter afstand van het politiebureau in Oldenzaal. De gesprekken met de politie van die dag zijn ook aanwezig in de historische gegevens van het telefoonnummer. [204]
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 8] de gebruiker is van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
[medeverdachte 8] heeft de bijnamen [medeverdachte 8] en [medeverdachte 8]
Bij de aanhouding van [medeverdachte 8] op 6 april 2020 en ook op 19 februari 2021 werd een Apple iPhone 11 inbeslaggenomen. Deze werd onderzocht op 4 maart 2021. De telefoon had 2 imei-nummers: imei-nummer 1: [imei-nummer] en imei-nummer 2: [imei-nummer] . Het gekoppelde Apple-ID was [mailadres] . De eigenaar naam van de telefoon was: ‘ [medeverdachte 8] ’. [205]
Op de telefoon werd een Snapchat-account aangetroffen met de gebruikersnaam [medeverdachte 8] en de schermnaam ‘ [medeverdachte 8] ’. Schermnamen worden door de gebruiker zelf bepaald en kunnen alleen worden aangepast door de gebruiker. Dit snapchataccount komt voor als gebruikersaccount (ook wel genoemd useraccount) in een tweetal telefoons: een iPhone 7 en een iPhone 11 die in gebruik waren bij [medeverdachte 8] . De iPhone 7 werd op 15 april 2020 bij de aanhouding van [medeverdachte 8] in Oldenzaal ter zake horizontale fraude/oplichting in beslag genomen. De iPhone 11 werd op 6 april 2020 bij de aanhouding van [medeverdachte 8] in Leeuwarden ter zake poging oplichting in beslag genomen. Daarnaast werd deze telefoon ook in beslag genomen op 19 februari 2021. [206]
In de Iphone 11, de telefoon van [medeverdachte 1] , werd een foto aangetroffen met tekst ‘ [medeverdachte 8] ’ en met daarop een persoon die door verbalisant wordt herkend als [medeverdachte 8] . [medeverdachte 8] is volgens verbalisant kennelijk een verbastering van de naam [medeverdachte 8] . [207] Verder werd in die telefoon een gemiste Snapchat audiocall van gebruiker ‘ [medeverdachte 8] ’ aangetroffen van 4 juli 2020 om 23.29.35 uur. Daarop volgt om 23.29.39 uur een uitgaand contact. [208] De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 8] kent onder de namen [medeverdachte 8] en [medeverdachte 8] .
Diefstal zwarte Renault Megane en levering aan [medeverdachte 1]
Op 29 juni 2020 is een zwarte Renault Megane met (origineel) kenteken [kenteken 8] ontvreemd in De Lier. [209] Op 29 juni 2020 om 3.17 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer] , op naam van [naam] , een mast aan in De Lier. [210] Op 29 juni 2020 om 3.41 en 3.44 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer] , in Ciot op naam van [naam] , een mast aan de Veilingweg 26 in De Lier aan. De plaats delict alwaar de Renault Megane is ontvreemd, valt onder de zendrichting van de (twee verschillende Cell-ID’s van de) zendmast. [211] Op 29 juni 2020 om 3.44 uur, straalt ook het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij [naam] , een mast aan de Veilingweg 26 in De Lier aan. [212] In de telefoon van [naam] is een foto aangetroffen van een zwarte Renault Megane, uit de data van de foto volgt dat deze is ‘created’ op 29 juni 2020 om 11.36.31 uur. [213] Op 30 juni 2020 slaat [naam] 5 foto’s van de Renault Megane op in zijn telefoon. [214]
Op 4 juli 2020 vindt de volgende communicatie plaats:
Datum - Tijd UTC+2 Zender Ontvanger Bericht
04-07-2020 16:16:57 TRPLN1 VABPI2 Paar min krijg je fototje van me
04-07-2020 16:23:00 TRPLN1 VABPI2 IMG-1593872566160
04-07-2020 16:23:00 TRPLN1 VABPI2 IMG-1593872548424 [215]
04-07-2020 16:23:27 TRPLN1 VABPI2 6bak 260pk stage 2. Getuned. [216]
De door TRPNL1 om 16.23 uur verzonden foto’s aan VABPI2, betreffen foto's van de zwarte Renault Megane, nog voorzien van het originele kenteken [kenteken 8] . [217]
Omstreeks 16.26 uur op 4 juli 2020 wordt een foto van de Renault Megane, met daarop nog het originele kenteken, opgeslagen in de Vault van het bij VABPI2 behorende toestel. [218] Het gaat om de tweede foto (IMG-1593872548424) die door TRPLN1 werd verstuurd. [219]
Om 16.32:52 uur stuurt TRPLN1 naar VABPI2: “Waar moet die pap gehaald worden bij waar we laatst waren?” [220]
Om 21.07:02 en 21.09:02 uur stuurt TRPLN1 naar VABPI2: “Als ze daar zijn” en “Die 1 set locatie wat je me gaf daar zijn ze naartoe vertrokken Ik heb nu net andere locatie doorgegeven die jongen zegt ik geef het door aan die chauffeur maar die is al onderweg naar die 1ste locatie.
Zit iemand tussenik heb geen contact met die chauffeur bro.”
Om 21.36:09 uur is het kenteken [kenteken 2] (Vals kenteken op gebruikte Renault Megane) geregistreerd op de A10 bij de Coentunnel, rijdend in de noordelijke richting. [221]
Het eerstvolgende voertuig dat om 21.36 uur -na de Renault Megane- de ANPR-camera A10 Coentunnel passeert is een Renault Clio uit 2017, [kenteken 9] , op naam van [eigenaar Renault Clio] uur. [222]
Om 21.42:47 uur straalt een Apple iPhone X [imei-nummer] (in gebruik bij [naam] met telefoonnummer [telefoonnummer] ) de IJdoornlaan in Amsterdam aan. Dit is 6 minuten en 38 seconden na de registratie van de Renault Megane op de A10 bij de Coentunnel, noordelijke rijrichting. De afstand tot de IJdoornlaan in Amsterdam berekend met Google Maps is 10,5 km en heeft een geschatte reistijd van 7-9 minuten. [223]
Om 21.56:07 uur werd een filmpje opgenomen vanuit een Renault Clio aan de Fokkezeil in Amsterdam. [224] Dit filmpje werd aangetroffen op een Samsung S9 toestel in gebruik bij [naam] . Het betreft een filmpje van de parkeerplaats aan de Fokkezeil in Amsterdam en werd gemaakt op 4 juli 2020 om 21.56:07 uur op een Apple iPhone X. [225]
Om 22.06:37 stuurt TRPLN1 naar VABPI2 een afbeelding: IMG-1593893197178. Op de afbeelding zijn de volgende chat-berichten te lezen:
22.03 -
Nummer 1-13 Rechtsachter zit de sleutel links kon niet.
22.04 -
Staat er al krijg net door. [226]
Om 22.07 uur straalt imei-nummer [imei-nummer] (Apple iPhone X, in gebruik bij [naam] ) een zendmast aan de Halfweg in Amsterdam aan. [227] Vervolgens verplaatst de telefoon zich naar Hoofddorp en Den Haag. [naam] woont aan de [adres] . [228]
Om 22.31 én 22.57 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 8] een zendmast aan de IJdoornlaan in Amsterdam aan. [229]
Om 23.01 uur werd in Apple Maps gezocht naar
"Fokkezeil Amsterdam”in de telefoon, welke onder [medeverdachte 1] in beslag werd genomen. [230]
Hierna vindt de volgende communicatie plaats:
Datum - Tijd UTC+2 Zender Ontvanger Bericht
04-07-2020 23:02:56 TRPLN1 VABPI2 IMG-1593896564296
04-07-2020 23:02:57 TRPLN1 VABPI2 IMG-1593896576601
04-07-2020 23:03:08 TRPLN1 VABPI2 IMG-1593896587674 [231]
Op afbeelding IMG-1593896564296 is een (ontvangen) afbeelding te zien met daaronder een chat-conversatie:
“Ik: Dit is vannuit die auto gemaakt?
Saus sausjes: Weet niet? Dat vroeg ik dus ook
Ik: Want die auto staat hier niet op”
Op 4 juli 2020 om 23.02:23 uur belt [medeverdachte 1] uit naar telefoonnummer [telefoonnummer] . [232] De telefoon bevindt zich op dat moment op een zendmast aan de IJdoornlaan in Amsterdam. [233] De parkeerplaats aan de Fokkezeil in Amsterdam ligt in de zendrichting van genoemde zendmast aan de IJdoornlaan en is ongeveer 535 meter (hemelsbreed) verwijderd van die zendmast. [234]
Op 4 juli 2020 om 23.05:37 uur wordt [medeverdachte 1] (NNman) gebeld door
[telefoonnummer] (NNvrouw). In het gesprek wordt onder meer het volgende gezegd:
NNm: ja wacht even ....
(NNman zegt tegen een NNman2 op de achtergrond. NNm:
parkeer de auto even,ik wacht wel,
waar heb je allemaal gelopen?NNm2: .... parkeer .... )
(...)
NNm:
Kijk het hier dan!Kijk het hier! Je bent echt dood man (saai/dom)
Kijk die klote auto is hier! Jullie kijken niet goed. Laten we de sleutel nemen en laten we weg gaan, tijdnood man! (opschieten)
NNm: Ja geef me het.
(...)
NNm:
Hé [medeverdachte 8] (fon)!Schrijf even een nummer voor me. 3?
(…).” [235]
Tijdens dit gesprek straalt de telefoon van [medeverdachte 1] (nog steeds) een zendmast aan de IJdoornlaan in Amsterdam aan. [236]
[medeverdachte 8] (fon.) klinkt als [medeverdachte 8] en is de bijnaam van [medeverdachte 8] .
Hierna vindt de volgende communicatie plaats:
Datum - Tijd UTC+2 Zender Ontvanger Bericht
04-07-202023:07:52 TRPLN1 VABPI2 Ik wacht op antwoord
04-07-202023:09:07 TRPLN1 VABPI2 Dit kan niet man dit zijn geen foto's
04-07-2020 23:09:15 TRPLN1 VABPI2 Oké sterk. [237]
Op 4 juli 2020 om 02.15 en om 02.33 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 7] een zendmast aan de IJdoornlaan in Amsterdam aan, met, zoals gezegd, bereik op het Fokkezeil in Amsterdam. [238] Op 4 juli 2020 om 02.38:20 uur werd de notitie
“Fuckezeil”aangemaakt in Apple iPhone 6 met imei-nummer [imei-nummer] , op dat moment in gebruik bij [verdachte] . [239]
Om 23.22 uur straalt Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] (W3M585) aan op de zendmast aan de IJdoornlaan in Amsterdam. [240]
Uit de telefoon in gebruik bij [verdachte] volgt dat om 23.24 uur de (bijna identieke) notitie
“Fuckezijl”werd aangemaakt in de iPhone 6 in gebruik bij [verdachte] .
Tussenconclusie
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de Renault Megane is afgeleverd op de Fokkezeil in Amsterdam in opdracht van/voor [medeverdachte 1] , dat hij hier geld (pap) voor betaalde, dat de auto op de Fokkezeil moest worden opgehaald door de mensen van [medeverdachte 1] , dat deze mensen de auto niet konden vinden, dat [medeverdachte 1] vervolgens samen met [medeverdachte 8] naar de Fokkezeil is geweest, dat zij de auto hebben gevonden en dat zij vervolgens de sleutel van de auto hebben meegenomen. Daaraan voorafgaand, in de vroege ochtend van 4 juli 2020, werd een notitie “Fuckezeil” aangemaakt in de telefoon van [verdachte] . Een bijna identieke notitie “Fuckezijl” werd aangemaakt nadat [medeverdachte 1] met [medeverdachte 8] op de Fokkezeil zijn geweest om de sleutel op te halen en rond het moment dat de gebruiker van het account W3M585 aan het Fokkezeil in Amsterdam is. De rechtbank gaat op basis van de feiten en omstandigheden ervan uit dat de Renault Megane is opgehaald door de gebruiker van het account W3M585.
Ook foto Witte VW Transporter [kenteken 7] in telefoon van [naam]
In de telefoon van [naam] werd een foto aangetroffen van een witte Volkswagen Transporter met het originele kenteken [kenteken 7] . Uit de data volgt dat de
fotoafkomstig is van de site nl.snappcar.app en in de telefoon is ‘created’ op 27 mei 2020 om 12.01:51 uur. [241] Hiervoor staat reeds benoemd dat in de telefoon van [naam] ook een foto van de zwarte Renault Megane met het originele kenteken [kenteken 8] werd aangetroffen en een filmpje van de parkeerplaats aan het Fokkezeil in Amsterdam.
Gelet op de omstandigheid dat een foto van de VW Transporter en een foto van de Renault Megane, beide op 6 juli 2020 gebruikt bij de liquidatie, in de telefoon van [naam] zijn aangetroffen en uit het voorgaande reeds is gebleken dat de Renault Megane op 4 juli 2020 in opdracht van [medeverdachte 1] is geleverd, gaat de rechtbank ervan uit dat ook de VW Transporter in opdracht van [medeverdachte 1] is geleverd.
3 juli 2020: aanschaf van Sky-account W3M585 door [medeverdachte 1]
Op 3 juli 2020, vanaf omstreeks 21.06 uur, wisselt VABPI2 berichten uit met de reseller 17B608. Deze berichten hebben betrekking op een nieuwe Sky.
Datum - Tijd UTC+2 Zender Bericht
03-07-2020 21:06:26 VABPI2 Hey bro
03-07-2020 21:06:27 VABPI2 Alles goed
03-07-2020 21:06:13 VABPI2 Heb snel een sky nodig
03-07-2020 21:06:33 VABPI2 3 maanden
03-07-2020 21:07:02 VABPI2 Kan het geleverd worden
03-07-2020 21:07:02 VABPI2 Thank
03-07-2020 21:07:02 VABPI2 Geef 50 euro
03-07-2020 21:08:04 VABPI2 Gwn iPhone 6
03-07-2020 21:08:04 VABPI2 Amsterdam
03-07-2020 21:08:06 VABPI2 650 kost het toen [242]
03-07-2020 21:08:08 VABPI2 Tog
03-07-2020 21:08:13 VABPI2 Geef700 af
03-07-2020 21:08:31 VABPI2 Hoelaat Is die gene op adres in Adam
03-07-2020 21:12:48 VABPI2 ?
03-07-2020 21:17:53 VABPI2 Meld me hoelang hij dr is
03-07-2020 21:17:53 VABPI2 Oke bro
03-07-2020 21:17:53 VABPI2 Johan van hasselweg nr 48
03-07-2020 21:17:54 VABPI2 Laat iemand op hem wachten dr
03-07-2020 21:18:08 VABPI2 Zet deze mail van mij in die mail wat je maakt dr
03-07-2020 22:36:12 VABPI2 2
03-07-2020 22:36:58 VABPI2 Yo
03-07-2020 22:37:02 VABPI2 Yo
03-07-2020 22:46:48 VABPI2 Je hebt mij niet gevoegd
03-07-2020 22:46:49 VABPI2 Erin bro
03-07-2020 22:51:11 VABPI2 Oke [243]
Op 3 juli 2020 om 21:31:14 vindt de eerste zendmast registratie plaats van het toestel behorende bij het Sky-account W3M585. De telefoon straalt de mast aan de Korenaarstraat 60 in Rotterdam aan. Om 21.50:54 uur straalt de telefoon een mast aan de Spartastraat 7 in Rotterdam aan. Om 21.52:10 uur straalt de telefoon een mast aan de Havenstraat 79 in Rotterdam aan. De registratie betreft een datablok van 12263 seconden met als eindtijd 4 juli 2020 om 01.16:33 uur. Op 3 juli 2020 om 22.46:48 uur geeft VABPI2 aan de reseller 17B608 door dat hij niet is gevoegd. Vervolgens stuurt het account W3M585 om 23.08:04 uur een (niet ontsleuteld) bericht aan VABPI2. [244] VABPI2 stuurt om 23.09:43 uur op zijn beurt een (niet ontsleuteld) bericht aan W3M585. [245] De volgende zendmast die door W3M585 wordt aangestraald, is om 1.16:33 uur aan de J Voermanstraat 35-153 in Amsterdam en om 16.45 uur aan de L. Bouwmeesterstraat 377 in Amsterdam.
Muziekstudio [muziekstudio] is gevestigd aan de [adres] . Nummers 48 en 50 bevinden zich in hetzelfde bedrijfspand. De meest gebruikte zendmast van telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] is KPN-zendmast 7913248 aan de Meeuwenlaan 132 in Amsterdam. Op nummer 2, 3 en 5 staan ook masten aan de Meeuwenlaan 132 te Amsterdam (619003109, 619016038 en 304012133). Deze 4 masten aan de Meeuwenlaan hebben allen een zendrichting van 200 graden. De muziekstudio aan de [adres] ligt in de zendrichting / zendbereik van de genoemde zendmasten aan de Meeuwenlaan 132 te Amsterdam. [246]
4 juli 2020 rond 4.20 uur: W3M585 maakt reisbeweging naar Beuningen
Op 3 juli 2020 vindt de volgende communicatie plaats:
03-07-2020 23:39:53 E76H3Q VABPI2
Dus wie gaat die ronde doen
03-07-2020 23:40:29 E76H3Q VABPI2 Oké sterk [247]
Op 4 juli 2020vindt de volgende conversatie plaats:
04-07-2020 02:02:19 E76H3Q VABPI2 Yo rij nu na kantoor
(…)
04-07-2020 02:04:49 E76H3Q VABPI2 Wat moest gebeuren
04-07-2020 02:05:20 E76H3Q VABPI2 Ik rij daarom
04-07-2020 02:06:06 E76H3Q Oké
04-07-2020 02:30:03 E76H3Q VABPI2
Hoelaat moet ik zelf ronde want ben op kantoor
04-07-2020 02:46:11 E76H3Q VABPI2 Oké
04-07-2020 02:49:17 E76H3Q VABPI2 Oké strijder
04-07-2020 02:51:07 E76H3Q VABPI2 Oké komt voor elkaar [248]
04-07-2020 03:10:43 E76H3Q VABPI2 Ja allang bra me tel is lader effe want
we gaan zo verkas
04-07-2020 03:11:25 E76H3Q VABPI2 Oké broer
04-07-2020 03:11:46 E76H3Q Ja hij komt deze kant heb em al gesproken
(…)
04-07-2020 04:20:56 E76H3Q
Waar is die andere man ik wacht op hem hey ?
Om 01.16 uur maakt Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] (W3M585) gebruik van een zendmast aan de L. Bouwmeesterstraat 377 in Amsterdam (datablok van 11002 seconde). Om 1.25 uur straalt telefoonnummer * [telefoonnummer] ( [verdachte] ) een mast aan de L. Bouwmeesterstraat aan in Amsterdam. Het betreft een datablok van 12156 seconden. [249]
Om 04.20 uur maakt de W3M585 gebruik van zendmasten in Opheusden (datablok 47 seconden) en Kesteren (datablok 28800 sec). De volgende registratie is om 12.20 uur op de zendmast aan de Slotermeerlaan 1 in Amsterdam. [250] Er is in die tijd een reisbeweging mogelijk naar Beuningen met op de terugweg een route over de A15 langs Opheusden en Kesteren.
Om 05.05 uur rijdt de Zwarte VW Golf [kenteken 3] op de trajectcontrole A2 links Baambrugge (in de richting van Amsterdam). [251]
De rechtbank gaat op grond van het voorgaande ervan uit dat de gebruiker van de W3M585 met de zwarte VW Golf 6 naar Beuningen is gereisd en tussen 4.20 uur en 5.05 uur op de terugweg was. E76H3Q, [verdachte] , moet zelf ook een ronde doen. Aan VABPI2, [medeverdachte 1] , vraagt hij hoe laat dat moet gebeuren. [medeverdachte 1] geeft hem kennelijk instructies.
4 juli 2020 tussen 4.30/05.00 en 6.00 uur: ontmoeting [verdachte] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6]
Om 1.25 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer] ( [verdachte] ) een mast aan de L. Bouwmeesterstraat aan in Amsterdam. Het betreft een datablok van 12156 seconden. [252] Om 1.28:44 uur stuurt [verdachte] een WhatsApp-bericht aan [medeverdachte 6] ( [telefoonnummer] ): (scrambled)
“Ik kom daar na”. [253]
Om 04.47 en 05.19 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer] ( [verdachte] ) een mast aan de Meeuwenlaan 132 in Amsterdam aan. [254] Het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 7] straalt vanaf 4.57 uur tot 6.09 uur een zendmast aan de Meeuwenlaan 132 in Amsterdam aan. [255] Op 4 juli 2020 van 4.20 uur tot 6.05 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 6] ook zendmasten aan de Meeuwenlaan 132 in Amsterdam aan. [256] De muziekstudio aan de [adres] ligt in de zendrichting van die mast. [257]
Om 5.19 uur belt [verdachte] uit naar het nummer [telefoonnummer] ( [medeverdachte 6] ). Na 1 seconde wordt de verbinding verbroken. [258] Kort hierna (05.19.43) wordt het nummer [telefoonnummer] opgeslagen in de telefoon van [verdachte] [259] onder de naam “ [medeverdachte 6] ”. [medeverdachte 6] is een bijnaam van [medeverdachte 6] . [260]
Telefoonnummers 7360 ( [medeverdachte 6] ) en 5289 ( [verdachte] ) bevinden zich respectievelijk om 5.16 en 5.19 uur binnen het bereik van zendmast aan de Meeuwenlaan. [261]
Tussen 4.35 uur en 7.13 uur zijn er geen Sky-berichten verzonden tussen E76H3Q en W3M585 en tussen E76H3Q en VABPI2. [262]
De telefoons van [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] maken na de registraties aan de Meeuwenlaan een reisbeweging naar het Vikingpad 43 in Amsterdam. [medeverdachte 6] registreert op die mast meerdere malen tussen 6.12 en 6.28 uur en [medeverdachte 7] om 6.19 en 6.27 uur. [263]
De rechtbank gaat op grond van het voorgaande ervan uit dat [verdachte] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] elkaar tussen ongeveer half 5/5 uur en 6 uur hebben ontmoet op een locatie met zendbereik onder de mast aan de Meeuwenlaan 132 in Amsterdam, mogelijk bij de muziekstudio [label] aan de [adres] . Terwijl [verdachte] samen met (in ieder geval) [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] is, communiceert hij niet met W3M585 en VABPI2 ( [medeverdachte 1] ). Na de ontmoeting volgt een reisbeweging naar een locatie met zendbereik van de mast aan het Vikingpad 43 in Amsterdam. Daarna volgt een reisbeweging naar Beuningen (zie hierna).
4 juli 2020 vanaf 8.00 uur: na ontmoeting gaan [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en een derde naar Beuningen
In het voorgaande is reeds vastgesteld dat de rode VW Golf 4 en de zwarte VW Golf 6 beide worden bekeurd op de trajectcontrole A1 rechts bij Breukelen om 6.52 uur. De telefoon van [medeverdachte 7] heeft om 6.51 uur verbinding gemaakt met de Free wifi van de Shell aan de A2 in Breukelen. [264] Ook is vastgesteld dat de rode VW Golf 4 met [medeverdachte 6] in Beuningen is geweest tussen 8.00 en 8.33 uur. Om 8.27 uur maakte de telefoon van [medeverdachte 7] verbinding met de wifi van de Shell in Beuningen. [265] Op dat moment zijn ook de rode VW Golf 4 en [medeverdachte 6] bij dat tankstation aan de Schoenaker 3 in Beuningen. [266]
Verder is -aan de hand van de camerabeelden- vastgesteld dat de rode Golf door Beuningen heeft gereden over de Burgemeester Geradtslaan in Beuningen, heeft gekeerd, terug is gereden en dat de (zichtbaar) afgelegde route van de rode VW Golf 4 tussen de beschikbare beelden telkens langer heeft geduurd dan de geschatte tijd volgens Google Maps. Tussen de beelden van 8.10 en 8.26 uur is voor een periode van circa 11 minuten niet zichtbaar wat er is gebeurd.
Om 8.33 uur vertrekt de rode VW Golf 4 bij het Shell tankstation in Beuningen met in ieder geval drie inzittenden. [267] Om 8.37 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer] ( [medeverdachte 6] ) aan op de mast Console 11 in Beuningen. [268] De telefoonnummers [telefoonnummer] ( [medeverdachte 6] ) en [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ) verplaatsen zich hierna richting Rotterdam en Amsterdam. [269]
De rechtbank gaat op grond van het voorgaande ervan uit dat [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en in ieder geval een derde naar Beuningen zijn geweest met de rode VW Golf 4 voor een voorverkenning.
4 juli 2020 vanaf 8.46 uur
Datum - Tijd UTC+2 Zender Ontvanger Bericht
04-07-2020 08:46:59 W3M585 VABPI2 Ja we zijn nu ermee bezig
04-07-2020 08:48:06 W3M585 VABPI2 Okĩ is goed
04-07-2020 08:48:14 W3M585 VABPI2 Okĩ
04-07-2020 09:10:40 W3M585 VABPI2 Zegt hy
04-07-2020 10:09:45 E76H3Q VABPI2 Hij gaat gewoon mee
04-07-2020 10:10:14 E76H3Q VABPI2 Mmmok
04-07-2020 10:10:19 E76H3Q VABPI2 Hoor je later en
04-07-2020 10:10:32 E76H3Q VABPI2 Bel nu met em niemands weg
04-07-2020 10:10:45 E76H3Q VABPI2 Doek
04-07-2020 10:11:53 E76H3Q VABPI2
K volg je nietpa
04-07-2020 10:12:38 E76H3Q VABPI2
Leg me goed uit want k flash zomaar voor em
04-07-2020 10:12:42 E76H3Q VABPI2 Alles is bij hun
04-07-2020 10:14:50 E76H3Q VABPI2 Ik ik heb al die mannen naar hun moet gestuurd
04-07-2020 10:15:02 E76H3Q VABPI2 Ik begrijp nix meer hier van
04-07-2020 10:16:08 E76H3Q VABPI2 G
die mannen weten van nix
04-07-2020 10:17:07 E76H3Q VABPI2 Jij heb mij gezegd middag ik heb je gezegd iemand moest dingen doen jij zegt na 12 [270]
04-07-2020 10:25:44 W3M585 VABPI2 Nee
04-07-2020 10:26:03 W3M585 VABPI2 Ben met ni
04-07-2020 10:26:08 W3M585 VABPI2 Abung
04-07-2020 10:28:45 W3M585 VABPI2 Ja we zijn met en [271]
04-07-2020 10:30:30 E76H3Q VABPI2 Ik
04-07-2020 10:30:37 E76H3Q VABPI2 Save
04-07-2020 10:34:49 E76H3Q VABPI2
Ik waar staat die wagi
04-07-2020 10:35:57 E76H3Q VABPI2
Zit nu in de auto met die andere 2
04-07-2020 10:35:58 E76H3Q VABPI2
Mij [medeverdachte 6] heb ik al weggestuurd
04-07-2020 10:41:06 E76H3Q VABPI2 Daar bn k mee bezig
04-07-2020 10:48:18 E76H3Q VABPI2
Wel gas moesten we hebben
04-07-2020 10:48:23 E76H3Q VABPI2 Snel denken
04-07-2020 10:48:28 E76H3Q VABPI2?
04-07-2020 10:48:29 E76H3Q VABPI2?
04-07-2020 10:48:51 E76H3Q VABPI2 Welke
04-07-2020 10:49:04 E76H3Q VABPI2?
04-07-2020 10:49:04 E76H3Q VABPI2?
04-07-2020 10.49:18 E76H3Q VABPI2 Oké
04-07-2020 10:49:30 E76H3Q VABPI2 Ik haal snel nieuwe
04-07-2020 10:49:51 E76H3Q VABPI2 Save
04-07-2020 10:50:15 E76H3Q VABPI2 Ja zoizo [272]
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast:
  • dat W3M585 rond 8.45 uur aan VABPI2 ( [medeverdachte 1] ) laat weten dat ze ergens ‘mee bezig’ zijn,
  • dat E76H3Q ( [verdachte] ) rond half 11 in de auto zit met 2 mannen en dat ‘ [medeverdachte 6] ’ ( [medeverdachte 6] ) is weggestuurd, en
  • dat E76H3Q ( [verdachte] ) nieuw gas gaat regelen.
Rond half 1 worden de volgende berichten verstuurd door W3M585 aan VABPI2:
04-07-2020 12:22:13 W3M585 VABPI2
Broeder tekst je
04-07-2020 12:32:09 W3M585 VABPI2
Ik ben met broeder [273]
Daarna, vanaf 12.26 uur, worden de volgende berichten verstuurd door E76H3Q aan VABPI2:
04-07-2020 12:26:11 E76H3Q VABPI2
Omwbuspin
04-07-2020 12:26:16 E76H3Q VABPI2
Pakken
04-07-2020 12:30:31 E76H3Q VABPI2 Moest die gas hallen die was met auto pech met een Some kut auto
04-07-2020 12:31:04 E76H3Q VABPI2 Daarom reed ik naar daar hem helpen gas paken
nu ons bus [274]
Uit het bericht van W3M585 van 12.22 en het daaropvolgende bericht van 12.26 van E76H3Q leidt de rechtbank af dat W3M585 samen is met E76H3Q. E76H3Q is onderweg om de bus te halen. Uit het navolgende volgt dat de VW Transporter later die dag naar Beuningen is gebracht.
4 juli 2020, na 15.00 uur
Om 15.21 uur en 15.22 uur straalt Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] (W3M585) de mast aan de Wisselwerking 50 65 in Diemen aan. Om 15.28 uur en 16.07 uur straalt [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ) diezelfde mast aan. [275] Om 15.48 uur [276] en om 15.50 uur straalt [telefoonnummer] ( [verdachte] ) die mast aan. [277] De rechtbank gaat ervan uit dat zij zich hebben verzameld op een locatie met zendbereik van de mast aan de wisselwerking 50 56 in Diemen, mogelijk op het woonadres van [verdachte] aan de [adres]
De volgende communicatie vindt plaats:
Datum - Tijd UTC+2 Zender Ontvanger Bericht
04-07-2020 16:34:44 E76H3Q VABPI2 Adje
04-07-2020 16:34:44 E76H3Q VABPI2 Over 20 min daar keek die andere loek.
Moest zeggen die andere man reageerd effe niet
04-07-2020 16:35:37 E76H3Q VABPI2
handschoen is bos gegaan
04-07-2020 16:35:38 E76H3Q VABPI2 Kom zo
04-07-2020 16:35:38 E76H3Q VABPI2 Ja
04-07-2020 16:35:40 E76H3Q VABPI2 Je hoort me zo [278]
De VW Transporter en de zwarte VW Golf 6 zijn om resp. 16.56:17 uur en 16.56:16 uur gesignaleerd door ANPR-camera A15 Deil Oost. [279]
Vervolgens vindt de volgende communicatie plaats:
04-07-2020 17:16:28 E76H3Q VABPI2 5 minuut
04-07-2020 17:16:47 E76H3Q VABPI2 Pa ja
die file was vanaf vroeg man
04-07-2020 17:17:06 E76H3Q VABPI2 Nu 4 minuut
Vervolgens is op de beschikbare camerabeelden in Beuningen het volgende te zien:
- Om 17.22 uur is op camerabeelden [adres] te zien dat een zwarte VW Golf 6, soortgelijk als de VW Golf met het kenteken [kenteken 3] , over de Wilhelminalaan te Beuningen rijdt in de richting van de Van Heemstraweg te Beuningen. [280]
- Om 17.22 uur is te zien dat de witte VW Transporter over de Wilhelminalaan te Beuningen rijdt [281] , ongeveer 5 seconden na de VW Golf en in dezelfde richting. [282]
- Om 17.25:.25 uur is op de camerabeelden te zien dat de witte VW Transporter over de Wilhelminalaan rijdt in de richting van de rotonde met de Van Heemstraweg, de bus rijdt de rotonde geheel rond en rijdt de Wilhelminalaan weer op. [283]
- Om 17.35 uur is op de camerabeelden van de [adres] te zien dat de zwarte VW Golf 6 over de Wilhelminalaan te Beuningen rijdt in de richting van de A73. Op deze beelden is de witte VW Transporter niet zichtbaar. [284]
Hierna volgt de volgende communicatie:
04-07-2020 17:40:50 E76H3Q VABPI2
Super moeilijk plek m'n voor 2 wip
04-07-2020 17:41:31 E76H3Q VABPI2 Ja weet ik ma is moeilijk soso snelweg man.
04-07-2020 17:41:55 E76H3Q VABPI2
Die mannen willen fixen gewoon op die zelfde ring waar ze loes gaan
04-07-2020 17:41:55 E76H3Q VABPI2 Ja dat weet ik allemaal [285]
04-07-2020 17:42:30 E76H3Q VABPI2
Maar die 2e auto moet ergens in de buurt maar is alleen snel weg of op Shari vn mensen
04-07-2020 17:43:27 E76H3Q VABPI2 Ja
ik bn nu bezig er mee
04-07-2020 17:44:52 E76H3Q VABPI2 Wat s met jou
je vraagt ons om iets te doen
04-07-2020 17:44:59 E76H3Q VABPI2 Ik zeg je wat wat is
04-07-2020 17:45:55 W3M585 VABPI2 Ja dat was die waardehuize
04-07-2020 17:47:28 E76H3Q VABPI2 Niet naar mij komen
jij heb je mensen gezet
04-07-2020 17:48:10 E76H3Q VABPI2
Ik moest weg blijven daar togdus
04-07-2020 17:48:25 E76H3Q VABPI2
Die andere gaat je nu teksten welke loc het naar toe kan [286]
Om 17.57 uur stuurt W3M585 meerdere berichten naar VABPI2. De berichten zijn niet ontsleuteld. [287]
De telefoon van [verdachte] heeft tussen 16.08 uur tot 20.38 uur registraties op de mast aan de Wisselwerking 50 56 in Diemen. In de registraties is uitgaand Data Verkeer zichtbaar. [288] Bij Data Verkeer is er sprake van een mobiele dataverbinding. Al het contact, uitgezonderd spraak en SMS-verkeer, kan hier van toepassing zijn, zoals bijvoorbeeld internet gebruik, gebruik van apps (Google Maps, WhatsApp, Spotify e.d.) en mail verkeer. Data Verkeer kan ook onbewust gebeuren door instellingen in een mobiele telefoon of instellingen in Apps. [289] Naast uitgaand Data Verkeer wordt [verdachte] in die tussengelegen periode een aantal maal gebeld door [nicht medeverdachte 1] , maar er wordt niet opgenomen. De telefoon schakelt door naar de voicemail. [290] Om 19.50 uur wordt [verdachte] gebeld door telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [nicht medeverdachte 1] . [nicht medeverdachte 1] vraagt aan [verdachte] waar hij is. [verdachte] reageert dat hij nog even iets aan het fixen is. Verder zegt hij: “ik ben in de buurt, nog even bezig.”
Gelet hierop en gelet op de Sky-communicatie gaat de rechtbank ervan uit dat de telefoon is achtergebleven op een locatie onder de zendmast aan de Wisselwerking in Diemen en dat [verdachte] mee is geweest naar Beuningen, dat daar de VW Transporter is ‘weggezet’ en dat de E76H3Q ( [verdachte] ) heeft gezocht naar een plek voor de ‘tweede auto’.
5 juli 2020: verplaatsing VW Transporter in Beuningen
In de nacht van 5 juli 2020 registreren meerdere telefoonnummers op de zendmast aan de Wisselwerking 50 56 in Diemen:
 Om 00.31 en 2.30 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 7] . [291]
 Van 00.42 tot 09.48 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] van [verdachte] . [292]
 Om 01.26 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 6] . [293]
 Om 01.37, 2.59 en 3.05 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 5] . [294]
 Om 03.29 uur het Sky-telefoonnummer 3197026587988 (W3M585). [295]
De rechtbank leidt hieruit af dat tussen half 1 en half 4 in de ochtend van 5 juli 2020 [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , de W3M585 en [verdachte] zich hebben verzameld op een locatie in het bereik van de zendmast aan de Wisselwerking 50 56 in Diemen.
Tussen 1.42 en 7.47 uur is er blijkens de metadata geen Sky-communicatie tussen VABPI2 - W3M585 - E76H3Q. [296] Vanaf 7.47 uur wordt er weer gecommuniceerd. [297]
Op 5 juli 2020 tussen 08.07 uur en 08.15 uur verzendt W3M585 aan VABPI2 vier afbeeldingen (IMG-1593929262538, IMG-1593929646739 [298] en IMG-1593929727906 [299] ). Op afbeelding IMG-1593929550903 is een telefoon te zien met daarop onder meer een navigatiescherm met ingevoerd
“Waardhuizenstraa”. [300] Op 4 juli 2020 stuurde W3M383 aan VABPI2 om 17.45 uur:
“Ja dat was die waardehuize”. [301] Op afbeelding IMG-1593929727906 is het navigatiescherm te zien van de andere foto, maar iets meer ingezoomd/dichterbij genomen. [302]
Rond half 9 rijdt de Renault Megane [kenteken 2] over de A15 naar het oosten, een half uur later is er een reisbeweging over de A2 te zien richting het noorden en een uur en een kwartier later rijdt de Renault Megane weer over de A15 richting het oosten. [303] Er lijkt in de tussentijd te zijn teruggereden. Om 10.39 uur rijdt de Renault Megane Beuningen in. Hij rijdt daar tussen 10.41 en 12.51 uur rond over de Schoenaker, de Van Heemstraweg ( [adres] ), [304] en over de Burgemeester Geradtslaan ( [adres] . [305]
De VW Transporter rijdt ook door Beuningen, namelijk langs de Van Heemstraweg [adres] [306] en de Burgemeester Geradtslaan [adres] . [307]
De W3M585 is ook in Beuningen aanwezig als de Renault Megane en de VW Transporter in Beuningen rijden. Om 11.29:29 en 12.25 uur bevindt het Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] (W3M585) zich binnen het bereik van een zendmast aan de Console 11 in Beuningen. [308] Om 11.34 en 11.35 uur verzendt W3M585 aan VABPI2 twee foto’s (IMG-1593941688742 en IMG-1593941700786) van een witte VW Transporter die geparkeerd is voor een Bristol vestiging. De Bristol in Beuningen is gevestigd aan het Amaliaplein 7. De afstand van het startpunt in de navigatie, Hosterdstraat 10 meter voor de Waardhuizenstraat, tot het Amaliaplein, is 1,9 km en de reistijd duurt 4 minuten volgens Google Maps. [309]
Rond 13 uur rijdt de Renault Megane Beuningen uit en maakt een reisbeweging via de A73, de A50 (noord) en de A12 (west). [310]
Tussen 02.30 tot 13.47 uur zijn er geen registraties van het telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 7] . Tussen 13.47 tot 15.37 uur wordt hij diverse malen gebeld en wordt de beller doorgeschakeld naar de voicemail. [311] Om 15.37 uur wordt [medeverdachte 7] gebeld. Op dat moment straalt hij een zendmast aan de Wisselwerking 50 56 in Diemen. [312]
Het telefoonnummer van [medeverdachte 5] heeft geen registraties tussen na 3.05 uur tot 15.21 uur. Het telefoonnummer [medeverdachte 5] straalt vanaf 15.21 uur de Wisselwerking 50 56 in Diemen aan. [313]
De rechtbank stelt vast dat de telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] of wel geen registraties hebben of wel dat inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar de voicemail. Voorafgaand en nadat de Renault Megane en de VW Transporter in Beuningen rondrijden, zijn zij aanwezig geweest op een locatie in het bereik van de zendmast aan de Wisselwerking. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat [medeverdachte 7] , [medeverdachte 5] en de gebruiker van de W3M585 op 5 juli 2020 tussen 10.45 en 13.00 uur in Beuningen zijn geweest en dat zij VW Transporter hebben verplaatst.
In de tussentijd zijn de volgende (ontsleutelde) berichten verstuurd door de E76H3Q aan VABPI2:
05-07-2020 01:37:16 E76H3Q Stuur
05-07-2020 01:42:02 E76H3Q à,
05-07-2020 08:52:03 E76H3Q Oké
05-07-2020 11:01:51 E76H3Q Bro
05-07-2020 11:03:19 E76H3Q
Ik wacht op die boys héof doet die Karl het al
05-07-2020 11:04:27 E76H3Q Oké strijder
05-07-2020 11.04.49 E76H3Q Als je is bn lit candra
05-07-2020 11.05.01 E76H3Q Paso
05-07-2020 11.09.24 E76H3Q Oso
05-07-2020 11:10:38 E76H3Q La maar bro
Het telefoonnummer van [verdachte] heeft op 5 juli 2020 tussen 00.42 uur en 15.16 uur registraties op de Wisselwerking. Om 4.11 uur wordt een datablok gestart van 18998 seconde (5 uur en een kwartier). Om 9.28 uur is de volgende registratie, maar de inkomende telefoongesprekken worden tot 15.16:47 uur doorgeschakeld naar de voicemail. [314] Om 15.33 uur wordt [verdachte] gebeld door telefoonnummer [telefoonnummer] (PI). Het volgende gesprek vindt plaats:
[verdachte] : Sorry man, ik was even bezig om iets te regelen en ben net thuis gekomen.
NN2: ja, wat ben je aan het regelen?
[verdachte] : broer, ik kan het zo niet zeggen, maar ik was op straat. Dus ik ben nu pas weer bij mijn telefoon man
NN2: ja
[verdachte] : Ik zag, je hebt een aantal keer gebeld.
NN2: Ik heb je twee keer gebeld.
[verdachte] : Dan waren het ook andere mensen, ik heb bijna 7 oproepen gemist, die andere man is net vertrokken, ik zal hem een telefoon laten kopen, want ik heb hem toevallig vandaag gezegd, maar ik zal hem een telefoon laten kopen en dan geef ik jou het nummer. (…).” [315]
Om 18.24 uur wordt [verdachte] gebeld door [telefoonnummer] in gebruik bij [nicht medeverdachte 1] . [verdachte] zegt onder meer dat hij deze dagen niet heeft kunnen slapen en net thuiskomt. [316]
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat [verdachte] ergens mee bezig is geweest, dat hij niet kan vertellen waarmee, dat hij niet heeft geslapen en dat hij -op het moment dat de Renault Megane en de VW Transporter in Beuningen rondrijden- aan VABPI2 bericht dat hij op ‘de boys’ wacht. Uit de metadata volgt dat ervan af 4.47 uur gecommuniceerd is tussen VABPI2 en W3M585. [317] Tussen 11.30 en 12.20 uur -als de Renault Megane en de VW Transporter in Beuningen rond rijden- wordt er ook door E76H3Q gecommuniceerd met W3M585. De berichten zijn niet ontsleuteld. E76H3Q communiceert dan niet met VABPI2. Pas vanaf 17.44 uur worden er door E76H3Q berichten verzonden aan VABPI2. [318]
05-07-2020 17:44:04 E76H3Q VABPI2 Yo pa
05-07-2020 17:44:08 E76H3Q VABPI2 Is al geregeld bro
05-07-2020 17:49:21 E76H3Q VABPI2 ❤
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] op 5 juli 2020 druk bezig is geweest, dat hij niet heeft geslapen, en dat hij - terwijl W3M585 in Beuningen is en de Renault Megane en de VW Transporter daar rondrijden - over en weer berichten verzendt met de W3M585. Het kan dan ook niet anders dan dat hij met gebruik van het account E76H3Q heeft gecommuniceerd met de W3M585 over het doel van diens aanwezigheid in Beuningen.
6 juli 2020: liquidatie [slachtoffer]
In de nacht van 6 juli 2020 hebben meerdere telefoonnummers registraties op de Wisselwerking in Diemen:
 Om 02.49 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] van
[medeverdachte 3] [319] , het Sky-nummer [telefoonnummer]
(RNI29T) [320] en het Sky-nummer [telefoonnummer] (
E76H3Q). [321]
 Om 03.20 en 03.27 uur het Sky-telefoonnummer [telefoonnummer]
(W3M585) [322] .
 Om 03.53 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] van
[medeverdachte 7] [323]
 Om 03.56 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] van
[medeverdachte 5](ook om 04.08, 08.43, 09.36, 09.48, 12.16 t/m 14.38 uur, om 08.43 en 09.48 worden de inkomende gesprekken doorgeschakeld naar de voicemail). [324]
 Om 04.44 uur het Sky-telefoonnummer [telefoonnummer]
(RNI29T). [325]
 Om 04.53 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] van
[medeverdachte 3]. [326]
 Om 06.06 uur het Sky-telefoonnummer [telefoonnummer]
(W3M585). [327]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 3] maakt -na de registratie aan de Wisselwerking- een reisbeweging via Bussum (5.26 uur) en Heelsum (6.03 uur) naar Beuningen (6.55 uur). De eerst volgende registratie -na de Wisselwerking- van het telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 3] is om 06.12:29 uur in Beuningen aan de Ficarystraat 2. [328] Het telefoonnummer [telefoonnummer] van [medeverdachte 3] straalt ook daarna nog een aantal masten in Beuningen aan: om 06.55:28 uur aan de Dorpssingel 1 [329] en om 06.56:37 uur aan de Console 11 in Beuningen. [330] Om 07.14 uur straalt het Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] (RNI29T) de mast aan de Dorpssingel 1 in Beuningen aan [331] en de mast aan de Console 11 in Beuningen aan. [332]
Op de camerabeelden van de [adres] is te zien dat om 06.21:02 uur een witte VW Up komt aanrijden vanuit de richting van de A73. Het voertuig rijdt over de Wilhelminalaan in de richting van de plaats delict aan de Burgemeester Geradtslaan te Beuningen. [333] De witte VW Up is tussen 6.21 uur en 8.34 uur op de beschikbare camerabeelden meerdere malen te zien, rijdend over de Burgemeester Geradtslaan, de parkeerplaats van het Amaliaplein en de Van Heemstraweg. [334]
De W3M585 is niet samen met de privételefoonnummers en het account RNI29T van [medeverdachte 3] en de VW Up meegereisd naar Beuningen. Om 06.06:49 uur registreert Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] (W3M585) nog op de mast aan de Wisselwerking 50 56 in Diemen. [335] Er zijn geen registraties op zendmasten in Beuningen. Wel is er een reisbeweging gemaakt door de W3M585 waarbij zendmasten zijn aangestraald in Oosterhout ( [adres] om 7.24 uur) en Nijmegen (Oostkanaaldijk 300 BY, om 7.25 uur). [336] Om 6.49 uur reed de Renault Megane met het kenteken [kenteken 2] over de A15 bij Deil in oostelijke richting. [337] Om 07.19:45 uur komt de Renault Megane uit de richting van de rijksweg A73 aan rijden. Daarna rijdt hij op de Schoenaker langs het Shell tankstation in Beuningen. [338] Vervolgens rijdt de Renault Megane tussen 7.27 uur en 7.56 uur rond in Beuningen, blijkens de camerabeelden van de [adres] [339] [adres] [340] [adres] . [341]
Vanaf 7.48 uur is het slachtoffer op de camerabeelden in Beuningen te zien. [342] Vanaf 8.11 uur komt de VW Passat van het slachtoffer in beeld rijden op de camerabeelden van de [adres] . [343] Om 08.12:16 uur kom daar ook de VW Up in beeld rijden. Om 8.12:39 komt de VW Passat op dezelfde camera in beeld rijden, in tegengestelde richting. Vervolgens komt ook de VW Up in beeld rijden, komende uit tegenovergestelde richting. [344] Om 08.16:09 uur stuurt RNI29T naar VABPI2:
“ik heb die hond”.Om 08.18:56 uur stuurt VABPI2 naar RNI29T:
“Is hij gestopt ? [345] Om 08.20 - 08.21 uur is op beeldmateriaal te zien dat de VW Passat van het slachtoffer staat geparkeerd in de parkeerhaven Burgemeester Geradtslaan. [346]
Om 08.25:19 uur stuurt RNI29T naar VABPI2:
hij moet t zijn broen vervolgens:
nee hij is nog niet weg”. [347] Om08:.25 uur is op de camerabeelden te zien dat de VW Transporter van de schutters staat geparkeerd bij het voertuig van het slachtoffer. [348]
Om 08.27:53 bericht VABPI2 aan RNI29T:
“Stuur foto” [349] Om 08.27:53 stuurt RNI29T aan VABPI2 een foto: IMG-1594016872514. Op de foto is te zien dat hij is genomen vanuit een witte auto. De auto staat nu op een andere positie. De bij de liquidatie gebruikte VW Transporter is achter de VW Passat van het slachtoffer [slachtoffer] geparkeerd. [350]
Om 8.31 uur werd bij de politie melding gemaakt van het schietincident. [351] Even hiervoor, om 08.30:36 uur, stuurt RNI29T naar VABPI2
: “Ze rijden nu weg”. [352]
Na de liquidatie is te zien dat de Renault Megane en de witte VW Transporter over de Van Heemstraweg in Ewijk rijden [353] en vervolgens over de Notaris Stephanus Roesstraat in de richting van de Molenstraat te Winssen. [354] In Winssen stopt de VW Transporter en is de bestuurder achter in de Renault Megane aan de bijrijderskant gestapt. [355]
Na de liquidatie van [slachtoffer] is op de beschikbare camerabeelden te zien dat de VW Up via de Leigraafweg (bij de Shell aan de Schoenacker 3) en de Ratelwacht naar de Burgemeester Geradtslaan rijdt. [356] De witte VW Up wordt om 8.34 uur op de camerabeelden aan de [adres] waargenomen. [357] Om 08.34:49 stuurt RNI29T naar VABPI2 afbeelding IMG-1594017288932. Deze foto is (ook) vanuit een witte auto genomen. Het slachtoffer [slachtoffer] ligt op zijn rug op de grond en er wordt hulpverleend. Er staat een aantal mensen omheen. [358]
De volgende
ontsleuteldecommunicatie werd tussen VABPI2 en RNI29T verstuurd:
06-07-2020 08:36:13 VABPI2 RNI29T Yes
06-07-2020 08:37:55 VABPI2 RNI29T
Valt hij nog te redden denk je ? [359]
06-07-2020 08:38:03 VABPI2 RNI29T
Of gelijk weg
06-07-2020 08:38:04 VABPI2 RNI29T ?
06-07-2020 08:38:14 RNI29T VABPI2 nooo
06-07-2020 08:38:18 RNI29T VABPI2
nee man
06-07-2020 08:38:25 RNI29T VABPI2
hij is klaar
06-07-2020 08:38:33 RNI29T VABPI2
hij beweegt geen eens [360]
06-07-2020 08:38:39 VABPI2 RNI29T Ga veilig weg van dr
06-07-2020 08:38:45 RNI29T VABPI2 okido
06-07-2020 08:38:45 VABPI2 RN129T 2 man op hem af
06-07-2020 08:38:48 VABPI2 RNI29T of1
06-07-2020 08:38:49 VABPI2 RN129T !
06-07-2020 08:38:51 RNI29T VABPI2 ja
06-07-2020 08:38:51 RNI29T VABPI2 ja [361]
06-07-2020 08:38:52 VABPI2 RN129T 1
06-07-2020 08:38:54 RNI29T VABPI2 2
06-07-2020 08:39:00 RNI29T VABPI2 eerst1
06-07-2020 08:39:06 RNI29T VABPI2 daarna
06-07-2020 08:39:08 RNI29T VABPI2 2
06-07-2020 08:48:03 VABPI2 RNI29T Jo
06-07-2020 08:48:04 VABPI2 RNI29T Jo
06-07-2020 08:48:04 VABPI2 RNI29T Jo
06-07-2020 08:48:09 VABPI2 RNI29T
Met welke auto kwam hij aan
06-07-2020 08:48:15 VABPI2 RNI29T
Opel of Volkswagen ?
06-07-2020 08:48:22 RNI29T VABPI2
volkswagen
06-07-2020 08:48:24 RNI29T VABPI2 man
06-07-2020 08:48:26 RNI29T VABPI2
station
06-07-2020 08:48:51 VABPI2 RNI29T In die
06-07-2020 08:48:51 VABP12 RNI29T Dat weet je wel tog
06-07-2020 08:48:52 VABPI2 RNI29T Om schrijving
06-07-2020 08:48:52 VABPI2 RNI29T Ma Opel staat
06-07-2020 08:51:50 RNI29T VABPI2 ja bro
06-07-2020 08:51:59 RNI29T VABPI2 heel dichtbij
06-07-2020 08:51:59 RNI29T VABPI2
ik heb precies gedaan wat je hebt gezegd
06-07-2020 8:52:35 RNI29T VABPI2 ik wou m door de vingers zien toen zag ik die neus
06-07-2020 08:52:39 RNI29T VABPI2 niet te missen
06-07-2020 08:52:45 RN129T VABPI2 en die achterhoofd
06-07-2020 08:52:47 W3M585 VABPI2 We gaan iemand zeg gen om te branden
06-07-2020 08:52:50 RNI29T VABPI2
toen zei je overal
06-07-2020 08:52:56 RNI29T VABPI2 hij had
witte overalaan
06-07-2020 08:53:05 RNI29T VABPI2
verf man gewoon
06-07-2020 08:53:23 RNI29T VABPI2 en hij
deed zaken [362]
Na het schietincident worden de volgende Sky-berichten verstuurd tussen VABPI2 en W3M585:
06-07-2020 08:36:14 W3M585 VABPI2 Ja spotter zij van hij is het en hij had alles op die foto
06-07-2020 08:36:25 VABPI2 W3M585 Oke
06-07-2020 08:36:31 W3M585 VABPI2 Ai
06-07-2020 08:36:33 VABPI2 W3M585 Ma wil niet horen spotter zei
06-07-2020 08:36:35 VABPI2 W3M585 Wil horen
06-07-2020 08:36:58 VABPI2 W3M585 Hij is het
06-07-2020 08:36:59 VABPI2 W3M585 We hebben gezien
06-07-2020 08:51:11 W3M585 VABPI2 Bro
we kunne nu niks branden veel blauw
06-07-2020 08:51:23 VABPI2 W3M585
Ben je al weg dr
06-07-2020 08:51:25 VABPI2 W3M585 ?
06-07-2020 08:51:59 W3M585 VABPI2 Ik heb het
in een andere wijk gezet
06-07-2020 08:51:59 W3M585 VABPI2
Ja we Zijn al op snelweg
06-07-2020 08:52:25 VABPI2 W3M585 Oke
06-07-2020 08:52:47 W3M585 VABPI2
We gaan iemand zeg gen om te branden
06-07-2020 09:55:35 W3M585 VABPI2 Of Moīt het
in zaandam zetten
06-07-2020 09:55:52 W3M585 VABPI2
Ik zet het in zaandamwaar die andere viese ook is
06-07-2020 09:56:10 W3M585 VABPI2 Oke
06-07-2020 09:59:39 W3M585 VABPI2 Oke [363]
Na het schietincident reist de Renault Megane via de A2 in noordelijke richting (09.29 uur) [364] en via de A10 Coentunnel in noordelijke richting (10.03:14 uur). [365] Om 10.12 uur registreert het Sky-telefoonnummer [telefoonnummer] (W3M585) op zendmast Geuzenpad 1 in Zaandam. De eerstvolgende registratie na 10.12 uur in Zaandam is om 11.12 uur aan de Wisselwerking 50-56 in Diemen. Er zit een uur tussen het mastgebruik aan het Geuzenpad 1 in Zaandam en aan de Wisselwerking 50-56 in Diemen. [366]
Om 10.50 uur registreert het telefoonnummer [telefoonnummer] (E76H3Q) op een zendmast aan de P. Lieftinckweg 6 in Zaandam. De zendmasten aan het P. Lieftinckweg en het Geuzenpad 1 in Zaandam liggen op 2 km afstand van elkaar. Om 11.06 uur straalt het privételefoonnummer [telefoonnummer] van [verdachte] de zendmast aan de Joan Muyskenweg 32A in Duivendrecht aan. Hij wordt op dat moment gebeld. Uit het tapgesprek volgt dat hij in een rijdende auto zit. [367] De route tussen de zendmast aan het P Lieftinckweg 6 in Zaandam en de mast in Duivendrecht is gemiddeld 22 km met een gemiddelde reistijd van 18 tot 26 minuten (bron: Google Maps). De rechtbank acht het mogelijk dat [verdachte] om 10.50 uur in Zaandam was en om 11.06 uur in Duivendrecht. De rechtbank gaat er, gelet op de betrokkenheid van de E76H3Q in de dagen voorafgaand aan 6 juli 2020, dan ook van uit dat de W3M585 en de andere inzittenden van de Renault Megane door [verdachte] zijn opgehaald in Zaandam. De rechtbank heeft daarbij het volgende in aanmerking genomen.
Door E76H3Q worden aan VABPI2 de volgende Sky-berichten verstuurd:
06-07-2020 10:00:13 E76H3Q Welke andere
06-07-2020 10:00:22 E76H3Q De boys gewoon
06-07-2020 10:00:25 E76H3Q ?
06-07-2020 10:00:30 E76H3Q Oké [368]
VABPI2 heeft kennelijk aan E76H3Q iets gevraagd met betrekking tot ‘de boys’. [verdachte] is niet mee geweest op 6 juli 2020 naar Beuningen, hetgeen blijkt uit het feit dat hij om 9.26 uur en inkomend gesprek heeft gevoerd waarbij zijn telefoon registreerde op de zendmast aan de Wisselwerking 50-56 in Diemen. [369] Dit vindt steun in berichten van E76H3Q aan VABPI2 (nadat de VW Transporter in Beuningen is weggezet) waaruit de rechtbank afleidt dat [verdachte] van [medeverdachte 1] niet op de ‘plaats delict’ mag komen:
04-07-2020 17:43:27 E76H3Q VABPI2 Ja
ik bn nu bezig er mee
04-07-2020 17:44:52 E76H3Q VABPI2 Wat s met jou
je vraagt ons om iets te doen
04-07-2020 17:44:59 E76H3Q VABPI2 Ik zeg je wat wat is
04-07-2020 17:47:28 E76H3Q VABPI2 Niet naar mij komen
jij heb je mensen gezet
04-07-2020 17:48:10 E76H3Q VABPI2
Ik moest weg blijven daar togdus. [370]
Na het schietincident maken de privételefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] van [medeverdachte 3] gebruik van zendmasten in Rotterdam. [371] Ook is de VW Up in Rotterdam blijkens ARS-masten. [372]
Concluderende overwegingen
Voorbereidingshandelingen (feit 2)
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsvoering stelt de rechtbank vast dat bij de uitvoering van de moord op 6 juli 2020 gebruik is gemaakt van een VW Transporter (met vals kenteken [kenteken 1] ), een Renault Megane (met vals kenteken [kenteken 2] ), automatische vuurwapens (vermoedelijk een Glock en een Skorpion) en Sky-ECC-telefoons. Ook volgt uit de bewijsvoering dat de sleutel van de Megane op 4 juli 2020 is opgehaald en dat met de Megane en de VW Transporter al op 5 juli 2020 in Beuningen werd rondgereden. Ook van de Sky-telefoons die tijdens de uitvoering van de moord werden gebruikt om onderling contact te houden en de aanslag te kunnen coördineren, is in de dagen voorafgaand aan de moord al gebruik gemaakt. Uit de in de dagen voorafgaand aan de moord gewisselde berichten valt af te leiden dat het “gas” (de rechtbank begrijpt: de wapens) werd opgehaald en dat de dadergroep ook de wapens dus al eerder voorhanden heeft gehad.
De rollen van de verdachten op 6 juli 2020 (feit 1)
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsvoering stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] opdrachten aanneemt voor het plegen van liquidaties. Uit chat-berichten blijkt dat [medeverdachte 1] soldaten en spotters inzet om die opdrachten uit te voeren. Hij blijft zelf ‘uit de spotlights’ en communiceert via een (dure) encrypted telefoon(s). Hij laat zijn ‘medewerkers’ het vuile werk opknappen. Hij heeft daarbij een aansturende/leidinggevende rol en bericht op dwingende wijze wat zij moeten doen of wat zij aan hem moeten laten weten. Hij wil tot in detail en real time informatie ontvangen en verifieert of de aanslag is voltooid:
“Valt hij nog te redden denk je? Of gelijk weg”.
Op grond van de bewijsvoering stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 3] , voorafgaand aan de liquidatie, in Beuningen naar het slachtoffer heeft gezocht. [medeverdachte 3] fungeerde dus als de spotter van [medeverdachte 1] , die zelf vanaf een andere locatie de aanslag coördineerde. [medeverdachte 3] was als eerste in Beuningen met de VW Up aanwezig. Later komt de Renault Megane ook in Beuningen aan en rijdt ook de VW Transporter rond. Op enig moment bericht [medeverdachte 3] als gebruiker van de RNI29T aan [medeverdachte 1] als gebruiker van de VABPI2 dat hij ‘die hond’ heeft gevonden. [medeverdachte 1] communiceert op dat moment ook met de gebruiker van de W3M585.
Door twee personen is vervolgens op het slachtoffer geschoten. Kort na de liquidatie stuurt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 1] een foto waarop te zien is dat het slachtoffer op straat ligt. [medeverdachte 1] wil vervolgens van hem bevestiging dat de liquidatie is geslaagd. [medeverdachte 3] laat weten:
“hij is klaar”en
“hij beweegt geeneens”.Ook wil [medeverdachte 1] weten of ze wel de juiste persoon te pakken hebben. [medeverdachte 3] verschaft hem die informatie en zegt dat hij precies heeft gedaan wat hij ( [medeverdachte 1] ) hem heeft gezegd.
De schutters zijn met de VW Transporter weggereden. De VW Transporter is achtergelaten in Winssen en de bestuurder is overgestapt in de Renault Megane. Vanwege de aanwezigheid van politie laat de W3M585 aan [medeverdachte 1] weten dat ze de VW Transporter niet in brand hebben kunnen steken. De Renault Megane is vervolgens naar Zaandam gereisd. De gebruiker van W3M585 en de andere inzittenden van de Renault Megane zijn daar opgehaald door de gebruiker van de E76H3Q, [verdachte] . Later is de Renault Megane in brand gestoken om eventuele sporen te wissen. De gebruiker van de W3M585 liet daaraan voorafgaand weten dat hij iemand zou regelen die de auto in brand zou zetten.
Gelet op de aangetroffen handschoenveegsporen (op de tussenruit in de laadbak) in de VW Transporter waarvan het DNA in de bemonstering matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 7] en mede gelet op zijn aanwezigheid in Beuningen met de rode VW Golf op 4 juli 2020, gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 7] op 6 juli 2020 mee is geweest naar Beuningen en in de VW Transporter heeft gezeten.
Gelet op het gedrag van de telefoon van [medeverdachte 8] in de nacht en ochtend van 6 juli 2020 in combinatie met diens betrokkenheid op 4 juli 2020 bij het zoeken naar de Renault Megane en het ophalen van de sleutel van die auto en het aantreffen van een schaamhaar op de bestuurderstoel van de VW Transporter waarvan [medeverdachte 8] de donor kan zijn, gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 8] op 6 juli 2020 mee is geweest naar Beuningen en in de VW Transporter heeft gezeten.
Mogelijk heeft in de VW Transporter nog een derde persoon gezeten. Of dat zo is en wie van de personen in de VW Transporter welke rol had, kan niet worden vastgesteld op basis van het dossier en geen van de verdachten heeft hierover iets verklaard. Wel is gebleken dat er twee schutters waren en dat iemand (ook) heeft gereden in de VW Transporter.
De rol van [verdachte]
De rechtbank leidt uit de bewijsvoering af dat [verdachte] zich heeft beziggehouden met het regelen van mensen. Hij heeft [medeverdachte 4] benaderd om iemand terug te rijden, maar dat is niets geworden. Uit de bewijsmiddelen volgt echter ook dat hij contact heeft met personen die wél naar Beuningen zijn geweest, waaronder [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . Wat er precies tijdens tussen hen is besproken, kan uit het dossier niet worden vastgesteld. Nu de rechtbank ten aanzien van [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] heeft vastgesteld dat zij vlak na een ontmoeting met verdachte in de nacht naar Beuningen zijn afgereisd, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat zij over de (voorbereiding van de) te plegen aanslag hebben gesproken. Steun daarvoor vindt de rechtbank in het chatgesprek dat verdachte als de gebruiker van de E76H3Q in de nacht van 4 juli 2020 heeft met [medeverdachte 1] . In dat gesprek vraagt verdachte aan [medeverdachte 1] welke tijd hij voor de dag daarna moet doorgeven aan degene die naar hem toekomt (rechtbank: [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 6] ): ze willen nu een tijd voor morgen. [373]
Daarnaast leidt de rechtbank uit de tijdstippen waarop de notities “Fuckezijl” en “Fuckezeil” zijn aangemaakt in de telefoon van [verdachte] in samenhang met de aanwezigheid van (de telefoon van) [medeverdachte 7] enerzijds en W3M585 anderzijds op de zendmast(en) aan de IJdoornlaan en het ophalen van de sleutel later door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 8] af dat het niet anders kan zijn dan dat [verdachte] ook wetenschap heeft gehad van de plaatsing van de Renault Megane en de sleutel op de Fokkezeil.
Verder volgt uit de bewijsvoering dat [verdachte] aan het eind van de middag/in de vroege avond van 4 juli 2020 de gebruiker van het account E76H3Q was en naar Beuningen is geweest om daar de VW Transporter te plaatsen en te kijken naar een plek waar een tweede (vlucht)auto kan worden geplaatst.
Tot slot volgt uit de bewijsvoering dat [verdachte] als de gebruiker van de E76H3Q de schutters na de aanslag in Zaandam heeft opgehaald, waarna de Renault Megane in Zaandam is achtergebleven.
[verdachte] is op 6 juli 2020 niet zelf aanwezig geweest in Beuningen. Op basis van de berichten blijkt juist dat hij uit Beuningen wegblijft op instructie van [medeverdachte 1] . Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte een vergaande coördinerende organiserende rol heeft gehad en dat hij vooraf en achteraf werkzaamheden heeft verricht.
Verzamellocatie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [verdachte] zijn woning ter beschikking heeft gesteld als de locatie waar de betrokkenen zich voorafgaand aan en na de bezoeken aan Beuningen op 5 en 6 juli 2020 konden verzamelen.
De rechtbank stelt vast dat uit het dossier volgt dat voorgaand aan en na bezoeken aan Beuningen de betrokkenen elkaar treffen op een locatie onder een zendmast aan de Wisselwerking 50 56 in Diemen. Het mogelijk is dat de woning van [verdachte] deze verzamellocatie was: telefoons die zich in de woning van [verdachte] bevinden maken met de zendmast Wisselwerking contact. Er zijn echter veel meer locaties die ook onder het bereik van deze mast vallen. Er is naar het oordeel van de rechtbank dan ook onvoldoende ander bewijs om te kunnen vaststellen dat de woning van [verdachte] de verzamellocatie was. Dat, zoals de officier van justitie nog heeft aangevoerd, er bewijsmiddelen in het dossier zijn op grond waarvan kan worden aangenomen dat personen zich op bepaalde momenten in de woning van [verdachte] bevonden, maakt dat niet anders. Het gaat immers om het verzamelen voorafgaand en aansluitend aan reizen naar en van Beuningen.
Opzet en medeplegen
Aan [verdachte] is onder feit 1 (primair) het medeplegen van moord tenlastegelegd en onder feit 2 het medeplegen van voorbereidingshandelingen van moord. De deelnemingsvorm medeplegen vereist een bewuste en nauwe samenwerking die was gericht op het voltooien van het delict. Hiervoor is opzet van de verdachte op de door hemzelf verrichte gedragingen en op de samenwerking vereist.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat meerdere personen, al dan niet in wisselende samenstelling, betrokken zijn geweest bij de voorbereiding tot en het plegen van de moord. Verdachte heeft daarbij een vergaande coördinerende en organiserende rol gehad, ook is hij op 4 juli 2020 naar Beuningen afgereisd om daar de VW Transporter te plaatsen en een locatie voor een tweede (vlucht)auto te zoeken en heeft hij na de moord de schutters in Zaandam opgehaald. Het kan niet anders dan dat verdachte volledig op de hoogte was van wat er stond te gebeuren. Naar het oordeel van de rechtbank kan daarom van medeplegen van de voorbereiding worden gesproken, niet alleen ten aanzien van de VW Transporter maar ten aanzien van alle in de tenlastelegging genoemde voorwerpen. En, hoewel verdachte zelf op 6 juli 2020 niet in Beuningen was, kan naar het oordeel van de rechtbank ook ten aanzien van de moord van medeplegen worden gesproken. Het aandeel van verdachte was van een zodanig gewicht dat het de medeplichtigheid ver overstijgt.
Voorbedachte raad
Gezien de (zorgvuldige en intensieve) voorbereiding in de dagen voorafgaand aan de schietpartij (Sky-telefoon regelen, de plaats delict meerdere malen bezoeken, verplaatsen van de VW Transporter naar de locatie, vluchtauto regelen en het inzetten van een ‘spotter’) is voldoende vast komen te staan dat de verdachte samen met zijn mededaders gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven, zodat sprake is van handelen met voorbedachte raad. Van contra-indicaties die tot een ander oordeel zouden nopen is de rechtbank niet gebleken.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen voorbereidingshandelingen heeft verricht voor het medeplegen van moord (feit 2) en dat hij tezamen en in vereniging met anderen de moord op [slachtoffer] heeft gepleegd (feit 1, primair).

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
Primair
hij op
of omstreeks6 juli 2020 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen,
en/of Amsterdam en/of Diemen en/of (elders) in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,[slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd door met
een of meervuurwapens
een of meerkogels in/ door het hoofd en
/ ofhet (boven-)lichaam van [slachtoffer] te schieten;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 15 juni 2020 tot en met 5 juli 2020 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen, en/of Amsterdam en/of Diemen en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,ter voorbereiding van het te plegen misdrijf van moord op [slachtoffer] of een ander slachtoffer, althans een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk
een of meervoertuigen (een VW Transporter met -vals kenteken [kenteken 1] en
/ofeen Renault Megane met -vals- kenteken [kenteken 2] ) en
/of een of meervuurwapens (automatische vuurwapens, vermoedelijk een
of meerdereGlock
sen
/ofSkorpion
s) en
/ofgegevensdragers (om te communiceren over het te plegen feit en/of het slachtoffer en/of bevattende informatie over het te plegen feit en/of het slachtoffer), bestemd tot het begaan van dat misdrijf,
heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/ ofvoorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 en 2:
Medeplegen van moord.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat [verdachte] wordt veroordeeld voor het medeplegen van moord. [verdachte] was degene die als gebruiker van het Sky-account E76H3Q het hele traject heeft begeleid. Hij heeft berichten gestuurd en er is sprake van relevante contacten, waaruit als feitelijk handelen volgt het ophalen van de Transporter, het regelen van transport voor de terugweg na de moord en het communiceren ten tijde van de verschillende reizen naar Beuningen met het Sky-account W3M585 en op 6 juli 2020 ook met de RNI29T.
De officier van justitie heeft betoogd dat liquidatiezaken, moorden betreffen van de ‘buitencategorie’, die inmiddels worden bestraft met zeer langdurige gevangenisstraffen. Het uitgangspunt voor één liquidatie lijkt 20 jaar te zijn. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het karakter van een liquidatie die uitdraait op een vergismoord, een omstandigheid is om voor een hoger uitgangspunt dan de 20 jaar te kiezen. De officier van justitie heeft daarom als uitgangspunt voor de moord op [slachtoffer] een gevangenisstraf van 22 jaar gekozen.
De officier van justitie ziet geen reden om van dit uitgangspunt af te wijken en heeft dan ook geëist dat [verdachte] wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 jaar geheel onvoorwaardelijk. Daarbij heeft de officier verzocht de gevangenneming van [verdachte] te bevelen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat, als de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, rekening moet worden gehouden met de gewijzigde regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling. De feiten dateren van voor de inwerkingtreding van de Wet straffen en beschermen. De wet voorziet erin dat bij straffen langer dan zes jaar, de voorwaardelijke invrijheidstelling vermindert van een derde naar maximaal de laatste twee jaar. Het straf opdrijvend effect is enorm. De raadsman heeft verzocht om daarom de eis met minimaal vijf jaar te compenseren in strafmatigende zin.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
[verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van moord (in eendaadse samenloop met het medeplegen van voorbereiding van die moord, onderzoek Nigeria).
De rechtbank vindt het belangrijk om kort (de achtergrond van) het feit te schetsen.
In de ochtend van 6 juli 2020 wordt in een woonwijk in Beuningen [slachtoffer] doodgeschoten. Hij is niet het beoogde doelwit. Een vergissing met fatale afloop. Onduidelijk is gebleven wie wel het beoogde doelwit was en waarom. Wel volgt uit de berichten die via Sky zijn gestuurd dat deze liquidatie is gepland. In de dagen en weken voorafgaand aan de liquidatie worden er auto’s geregeld, vluchtauto’s weggezet, vindt er een voorverkenning plaats en op de dag zelf wordt er gebruik gemaakt van onder meer spotters en schutters. De berichten die zijn gestuurd na de schietpartij, geven een onthutsend beeld over hoe door de verdachten met mensenlevens wordt omgegaan:
  • ‘ik heb die hond’
  • ‘Valt hij nog te redden denk je?’
  • ‘nee man’
  • ‘hij is klaar’
  • ‘hij beweegt geen eens’.
[verdachte] is bij dit feit de coördinator geweest. Hij maakt mede de plannen, regelt werkers en wapens en zet een auto ‘klaar’. [verdachte] is gebruiker geweest van een Sky-account. Deze Sky-accounts worden voornamelijk gebruikt in het criminele milieu en ook in dit geval is er met dit account over de liquidatie in Beuningen gecommuniceerd. De communicatie geeft een onthutsend beeld van de handelswijze van [verdachte] .
De strafmaat
[verdachte] heeft samen met anderen een mens op gruwelijke wijze vermoord. Als hij al berouw heeft, dan heeft hij dat niet getoond. De dood van niet beoogde slachtoffers wordt bovendien op de koop toegenomen. Hij lijkt daardoor gewetenloos.
Uit de slachtofferverklaringen van de weduwe, dochter en zus van [slachtoffer] volgt op indringende wijze het enorme leed en verdriet bij de nabestaanden dat mede door het handelen van [verdachte] is ontstaan. Zij moeten voor altijd hun man, vader en broer missen.
Het valt niet te bevatten dat onschuldigen het slachtoffer worden van een liquidatie. Dit kan iedereen overkomen. Hierdoor ontstaat er grote onrust in de samenleving.
[verdachte] heeft zich zowel bij de politie als ter terechtzitting grotendeels op zijn zwijgrecht beroepen. Naar zijn motief kan de rechtbank dus slechts raden. De planmatige, koelbloedige wijze waarop het feit is gepleegd, laat zien dat [verdachte] voor een criminele levenswijze heeft gekozen. Ook voor het inschatten van het gevaar op herhaling heeft de rechtbank weinig andere aanknopingspunten dan zijn strafblad, het gruwelijke feit en het gemak waarmee hij extreem geweld lijkt te gebruiken. De rechtbank houdt er ernstig rekening mee dat Dollart ook in de toekomst bereid is soortgelijke feiten te plegen.
Bovenstaande overwegingen leiden tot de conclusie dat [verdachte] coördinator is geweest van een moord, daarbij met anderen planmatig te werk is gegaan, minachting heeft voor mensenlevens en accepteert dat ook anderen dan het beoogde slachtoffer tijdens uitvoering van een liquidatie het leven kunnen verliezen. Hij kiest voor een crimineel leven en het gevaar op recidive is groot. Dit alles rechtvaardigt, mede gelet op hetgeen in de strafzaken van medeverdachten wordt opgelegd, een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaar met aftrek. Deze straf is lager dan door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank een gevangenisstraf van 20 jaar als uitgangspunt heeft genomen voor de gepleegde moord.
Bij het opleggen van deze straf heeft de rechtbank rekening gehouden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht .
Door de raadsman is verzocht rekening te houden met de in werking getreden Wet straffen en beschermen, waardoor bij straffen van langer dan zes jaar de voorwaardelijke invrijheidstelling aanzienlijk is verminderd ten opzichte van straffen die voorafgaand aan de inwerkingtreding zijn opgelegd. De rechtbank realiseert zich dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaar onder de huidige regeling feitelijk een langere straf met zich meebrengt, dan wanneer die straf was opgelegd voor de inwerkingtreding. In dit geval acht de rechtbank de gevangenisstraf van 20 jaar desondanks passend, mede gelet op de straffen die worden opgelegd in de zaken tegen de medeverdachten.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Daarnaast zal de rechtbank, gelet op de op te leggen straf en de ernst van het feit, de gevangenneming bevelen. Daar is een aparte beslissing van opgemaakt.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

In verband met de moord op [slachtoffer] hebben zes benadeelde partijen een vordering tot schadevergoeding ingediend:
  • [weduwe slachtoffer] , de weduwe van het slachtoffer [slachtoffer] (hierna: [weduwe slachtoffer] ), vordert in totaal € 327.013,02. Het gaat om vergoedingen voor kleding en schoenen (10.1), eigen risico (10.2), toekomstige medische kosten en reis- en parkeerkosten (10.3 en 10.4), gederfd levensonderhoud (10.5), kosten lijkbezorging (10.6), shockschade (10.7.1), affectieschade (10.7.2), en kosten wegens het opmaken van een expertiserapport en het opvragen van medische informatie. Zij heeft verzocht haar niet-ontvankelijk te verklaren in de vorderingen tot vergoeding van toekomstige kosten en vordert daarnaast een vergoeding van proceskosten.
  • [oudste zoon slachtoffer] , de oudste zoon van het slachtoffer [slachtoffer] (hierna: [oudste zoon slachtoffer] ), vordert in totaal € 101.825,36. Het gaat om vergoedingen voor kleding en schoenen (11.1), eigen risico (11.2), toekomstige medische kosten, toekomstige reis- en parkeerkosten en studievertraging (11.3; 11.4 en 11.5), gederfd levensonderhoud (11.6), shockschade (11.7.1) en affectieschade (11.7.2) en kosten wegens het opmaken van een expertiserapport en het opvragen van medische informatie. Hij heeft verzocht hem niet-ontvankelijk te verklaren in de vorderingen tot vergoeding van toekomstige kosten en studievertraging.
  • [dochter slachtoffer] , de dochter van het slachtoffer [slachtoffer] (hierna: [dochter slachtoffer] ), vordert in totaal € 100.007,36. Het gaat om vergoedingen voor kleding en schoenen (12.1), eigen risico (12.2), toekomstige medische kosten, toekomstige reis- en parkeerkosten en studievertraging (12.3; 12.4 en 12.5), gederfd levensonderhoud (12.6), shockschade (12.7.1) en affectieschade (12.7.2) en kosten wegens het opmaken van een expertiserapport en het opvragen van medische informatie. Zij heeft verzocht haar niet-ontvankelijk te verklaren in de vorderingen tot vergoeding van toekomstige kosten en studievertraging.
  • [jongste zoon slachtoffer] , de jongste zoon van het slachtoffer [slachtoffer] (hierna: [jongste zoon slachtoffer] ), vordert in totaal € 116.651,36. Het gaat om vergoedingen voor kleding en schoenen (13.1), eigen risico (13.2), toekomstige medische kosten, toekomstige reis- en parkeerkosten en studievertraging (13.3; 13.4 en 13.5), gederfd levensonderhoud (13.6), shockschade (13.7.1) en affectieschade (13.7.2) en kosten wegens het opmaken van een expertiserapport en het opvragen van medische informatie. Hij heeft verzocht hem niet-ontvankelijk te verklaren in de vorderingen tot vergoeding van toekomstige kosten en studievertraging.
  • [moeder slachtoffer] , de moeder van het slachtoffer [slachtoffer] , vordert € 20.000,00 wegens affectieschade.
  • [vader slachtoffer] , de vader van het slachtoffer [slachtoffer] , vordert € 20.000,00 wegens affectieschade.
Alle benadeelde partijen hebben verzocht de wettelijke rente toe te wijzen en een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie moeten de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in de vorderingen tot vergoeding van toekomstige kosten en studievertraging. De vorderingen wegens affectieschade kunnen worden toegewezen. Ook de vorderingen wegens gederfd levensonderhoud kunnen worden toegewezen als gevorderd dan wel, als de rechtbank dat standpunt niet volgt, tot een nader te schatten bedrag. De door [weduwe slachtoffer] gevorderde vergoeding voor kleding, schoenen en medische kosten en begrafeniskosten kunnen geheel worden toegewezen. Ook de door [weduwe slachtoffer] en [oudste zoon slachtoffer] gevorderde bedragen wegens shockschade kunnen worden toegewezen. [dochter slachtoffer] en [jongste zoon slachtoffer] moeten in zoverre in hun vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard. Tot slot kan aan deze vier benadeelde partijen telkens een kwart van de kosten voor het expertiserapport en het opvragen van medische stukken worden toegewezen.
De vorderingen van de ouders van de [slachtoffer] tot toekenning van een vergoeding wegens affectieschade kunnen worden toegewezen.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de wettelijke rente telkens kan worden toegewezen als gevorderd en vordert daarnaast oplegging van schadevergoedingsmaatregelen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard als de rechtbank komt tot een vrijspraak in de strafzaak. Subsidiair zijn de vorderingen (op onderdelen) betwist. Deze verweren worden hierna weergegeven en besproken.
Overweging vooraf
Door de verdediging is aangevoerd dat de benadeelde partijen in de vorderingen niet-ontvankelijk moet worden verklaard vanwege de grote omvang van deze vorderingen en van de daarbij gaande bijlagen alsook de tijd die de verdediging aan de reactie daarop heeft besteed. Die reactie bij pleidooi en dupliek was in omvang nagenoeg gelijk aan de omvang van de standpunten over de strafzaak.
Naar het oordeel van de rechtbank brengt de door verdediging bedoelde omvang op zichzelf nog niet mee dat behandeling van een vordering benadeelde partij een onevenredige behandeling van het strafproces vormt.
Beoordeling van de vordering van [weduwe slachtoffer]
Materiële schade vorderingen erfgenaam (10.1 en 10.2)
In de toelichting op de vordering wordt gesteld dat als gevolg van het delict en de daarop volgende medische behandeling de kleding en de schoenen van de [slachtoffer] onherstelbaar zijn beschadigd dan wel in onbruik zijn geraakt. De totale schade is geschat en wordt gesteld op € 150,00. Verder wordt in de toelichting op de vordering gesteld dat wegens de medische behandeling van de [slachtoffer] door de zorgverzekeraar € 198,00 wegens eigen risico in rekening is gebracht. Dat is onderbouwd met een factuur (productie 11). Primair wordt verzocht deze bedragen aan [weduwe slachtoffer] toe te wijzen. Subsidiair wordt verzocht aan [weduwe slachtoffer] en de drie kinderen, als nabestaanden van de [slachtoffer] , telkens een vierde deel van dit bedrag toe te wijzen.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen als erven van de [slachtoffer] , gelet op artikel 3:170 Burgerlijk Wetboek, ten aanzien van de schadeposten één gezamenlijke vordering hadden moeten instellen. De schadevergoeding kan daarom niet aan [weduwe slachtoffer] persoonlijk worden toegewezen, noch kan deze in gelijke delen aan iedere benadeelde partij afzonderlijk worden toegewezen. De verdediging heeft verder betwist dat de kleding en schoenen zijn beschadigd. Verder brengt de schadebeperkingsplicht volgens de verdediging mee dat door de benadeelde partijen op teruggave van de schoenen moet worden aangedrongen. Ook is betwist dat de factuur ziet op ambulancevervoer of medische behandeling wegens het delict.
De rechtbank stelt voorop dat het bij de vorderingen wegens de schade van de [slachtoffer] door beschadigde of in onbruik geraakte kleding en schoenen en het eigen risico gaat om vorderingen die erfgenamen van de [slachtoffer] onder algemene titel hebben verkregen. Uit artikel 51f, tweede lid, Sv volgt dat de nabestaanden zich ten aanzien van dit soort schade als benadeelde partijen in de strafprocedure kunnen voegen. Een nalatenschap vormt een (bijzondere) gemeenschap, waarin de erfgenamen een aandeel hebben. Uit artikel 6:15, tweede lid, Burgerlijk Wetboek volgt dat deelgenoten ten aanzien van het recht op een prestatie dat in de gemeenschap valt alleen één gezamenlijk vorderingsrecht hebben. De verdediging heeft er dan ook terecht op gewezen dat deelgenoten niet los van elkaar verdachte naar evenredigheid van hun aandeel kunnen aanspreken tot vergoeding van de schade. Dat betekent dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet toewijsbaar zijn, voor zover deze ertoe strekken aan iedere benadeelde partij telkens een vierde deel van de geleden schade toe te wijzen (de vorderingen van [oudste zoon slachtoffer] , [dochter slachtoffer] en [jongste zoon slachtoffer] en de subsidiaire vordering van [weduwe slachtoffer] ).
[weduwe slachtoffer] heeft echter primair verzocht de gevorderde bedragen volledig aan haar toe te wijzen. Bij dupliek heeft de verdediging opgemerkt dat als onweersproken moet worden vastgesteld dat deze vordering door [weduwe slachtoffer] op eigen titel/naam is ingesteld en dat [weduwe slachtoffer] in die hoedanigheid geen vordering kan instellen. Dat standpunt berust naar het oordeel van de rechtbank op een onjuiste lezing van de vordering. In de toelichting op de vorderingen van 16 augustus 2022 is onder 5.5 immers gesteld dat de benadeelde partijen de erfgenamen zijn van de [slachtoffer] zijn en is ter onderbouwing van die stelling een verklaring van erfrecht overgelegd (productie 8). Verder wordt daar opgemerkt dat [weduwe slachtoffer] en de drie kinderen aanspraak maken op vergoeding ter zake van hun vorderingen verkregen onder algemene titel, en wordt toegelicht dat de schadeposten volledig in de vordering van [weduwe slachtoffer] zijn opgenomen en zekerheidshalve ook voor een kwart in de vorderingen van [oudste zoon slachtoffer] , [dochter slachtoffer] en [jongste zoon slachtoffer] . Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [weduwe slachtoffer] de vorderingen ten aanzien van de kleding en het eigen risico niet namens zichzelf heeft ingesteld, maar dat zij dit namens de gezamenlijke erfgenamen heeft gedaan. Gelet op het bepaalde in artikel 3:171 Burgerlijk Wetboek was zij daartoe ook bevoegd.
Gelet op de uit het dossier blijkende omstandigheden waaronder de [slachtoffer] op 6 juli 2020 is overleden en onderzoekshandelingen die nadien hebben plaatsgevonden, is voldoende komen vast te staan dat de kleding van de [slachtoffer] beschadigd is geraakt en dat de schoenen (zoals door de benadeelde partij al in vordering was gesteld) in onbruik zijn geraakt. Dit kan tijdens het delict, tijdens het vervoer, op verschillende afdelingen in het ziekenhuis en bij verschillende onderzoekshandelingen zijn gebeurd. Van de benadeelde partijen kan niet worden verwacht dat zij in het kader van de schadebeperkinsgplicht nagaan waar de schoenen zijn gebleven. Ook schade door dit kwijtraken kan als rechtstreekse schade worden aangemerkt (HR 5 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:403). Het gevorderde bedrag van € 150,00 betreft tot slot een redelijke schatting, zodat de rechtbank dat bedrag overneemt.
Uit de twee facturen die als productie 11 zijn overgelegd, volgt dat het gaat om ambulancevervoer en medische behandeling op 6 juli 2020. In aanmerking genomen dat uit het dossier volgt dat de [slachtoffer] in de vroege ochtend van die dag is neergeschoten, is voldoende komen vast te staan dat de facturen betrekking hebben op vervoer en behandeling naar aanleiding van het delict.
Aan de gezamenlijke erven zullen daarom de door [weduwe slachtoffer] gevorderde bedragen van € 150,00 en € 198,00 – in totaal dus € 348,00 – worden toegewezen.
Mogelijke toekomstige schade (10.3 en 10.4)
[weduwe slachtoffer] heeft een bedrag van € 1.250,00 gevorderd wegens medische behandelingen die mogelijk in de toekomst nog volgen en een bedrag van € 250,00 voor reis- en parkeerkosten “voor bijvoorbeeld medische behandeling”. In de toelichting ter terechtzitting van 23 september 2022 is toegelicht dat hiermee wordt ingespeeld op mogelijk in de toekomst opkomende schadeposten en is verzocht [weduwe slachtoffer] in zoverre in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende onderbouwd gesteld dat de onder 10.3 en 10.4 gevorderde schade is geleden. De vordering kan daarom in zoverre niet worden toegewezen en de benadeelde partij wordt daarin niet-ontvankelijk verklaard.
Gederfd levensonderhoud (10.5)
[weduwe slachtoffer] heeft een bedrag van € 276.838,00 gevorderd wegens gederfd levensonderhoud. Deze schadepost is onderbouwd met een rekenkundige rapportage van Laumen Expertise. Volgens de inleiding bij dat rapport wordt in dat rapport de Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade toegepast. Namens [weduwe slachtoffer] is aangevoerd dat hier sprake is van een algemeen geaccepteerde rekenmethode.
De verdediging heeft de vordering gemotiveerd betwist. Zo is er onder meer op gewezen dat de overgelegde stukken onvoldoende helderheid bieden over de omzet van de onderneming van de [slachtoffer] , de mate en duur van de arbeidsongeschiktheid van [weduwe slachtoffer] en het aandeel dat de [slachtoffer] had in huishoudelijke taken.
Gelet op artikel 6:108, eerste lid onder a en d, BW is de verdachte verplicht de schade door het derven van levensonderhoud te vergoeden. Om de hoogte van deze schade te kunnen bepalen zullen onder meer vaststellingen moeten worden gedaan over het gezinsinkomen, het aandeel daarin van de [slachtoffer] alsook over de gehele financiële positie van de nabestaanden. Dat het in de rechtspraak geaccepteerd is daartoe uit te gaan van de genoemde richtlijn en rekenkundige rapportages, neemt niet weg dat alvorens een berekening kan worden gemaakt de daarbij te hanteren uitgangspunten zullen moeten worden vastgesteld. In deze zaak zijn de in de overgelegde berekening gekozen uitgangspunten gemotiveerd betwist. Het zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren om daartoe een deskundige te benoemen en daarover nader debat te voeren.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het dossier wel worden vastgesteld dat tot op zekere hoogte sprake is van schade wegens gederfd levensonderhoud. Uit de stukken volgt dat de [slachtoffer] kostwinner was van het gezin en dat hij werkzaamheden aan de eigen woning en de (verhuurde) tweede woning verrichtte. Op basis van de overgelegde stukken is naar het oordeel van de rechtbank voldoende komen vast te staan dat door [weduwe slachtoffer] tot een bedrag van € 60.000,00 schade is geleden wegens gederfd levensonderhoud. De vordering zal daarom in zoverre worden toegewezen.
Voor het overige wordt [weduwe slachtoffer] in de vordering niet-ontvankelijk verklaard en kan zij deze aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Kosten lijkbezorging (10.6)
Gevorderd wordt een bedrag van € 813,60 wegens een grafsteen. Dat wordt onderbouwd met de stelling dat [weduwe slachtoffer] op dat bedrag aanspraak maakt en door overlegging van een factuur van 31 augustus 2020 (productie 6) op naam van [naam] ” met een overzicht van de waarde van de Turks Lira ten opzichte van de Euro op de factuurdatum (productie 7).
De verdediging heeft onder meer aangevoerd dat de vordering in zoverre moet worden afgewezen, omdat niet blijkt dat [weduwe slachtoffer] deze schade heeft geleden.
In reactie op het verweer van de verdediging dat niet is gebleken dat het bedrag door [weduwe slachtoffer] is betaald en dat zonder betalingsbewijs niet kan worden vastgesteld dat de bon een bon is, is namens [weduwe slachtoffer] als productie 30 een betalingsoverzicht in de Turkse taal in het geding gebracht en is aangevoerd dat daaruit kan worden afgeleid dat de factuur door [oudste zoon slachtoffer] is betaald.
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [weduwe slachtoffer] de gevorderde kosten niet zelf heeft betaald. Gelet op de artikelen 361, tweede lid onder b, en 51f, tweede lid, Sv in verbinding met artikel 6:108, tweede lid, BW kan zij daarom in zoverre niet in de vordering worden ontvangen.
Dat wordt niet anders door de in de reactie van de advocaat van [weduwe slachtoffer] van 7 november 2022 opgenomen opmerking, dat [weduwe slachtoffer] toezegt het bedrag aan [oudste zoon slachtoffer] te zullen doorbetalen als de vordering wordt toegewezen. Uit die enkele stelling blijkt immers niet dat door [oudste zoon slachtoffer] een machtiging of last aan [weduwe slachtoffer] is verstrekt om zijn vordering op haar eigen naam te incasseren.
De rechtbank merkt op dat zij verdachte wel door het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel zal verplichten deze schadepost aan [oudste zoon slachtoffer] te vergoeden. Dit wordt hierna bij de beoordeling van de vordering van [oudste zoon slachtoffer] verder toegelicht.
Shockschade (10.7.1)
[weduwe slachtoffer] heeft een bedrag van € 25.000,00 gevorderd wegens shockschade. Daartoe is aangevoerd dat zij direct in paniek is geraakt toen zij op 6 juli 2020 het bericht van het overlijden van haar echtgenoot van de politie kreeg. De volgende dag heeft zij het lichaam van haar echtgenoot in het mortuarium gezien en heeft zij ook de schotverwondingen in het gezicht waargenomen. Bij de begrafenis was de kist geopend en heeft zij deze verwondingen nogmaals gezien. Nadien is zij vaker met het overlijden geconfronteerd in politieverhoren, door een foto, door berichtgeving in de media en door kennisneming van de processtukken van de strafzaak. Verder is gesteld dat zij door de huisarts antidepressiva voorgeschreven heeft gekregen, dat zij voor behandeling naar een psychiater is verwezen en dat sprake is van aanhoudende spanningsklachten.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat uit de overgelegde stukken niet kan worden afgeleid dat sprake is van schade die kan worden aangemerkt als shockschade.
Naar het oordeel van de rechtbank is er namens [weduwe slachtoffer] terecht op gewezen dat ook waarnemingen achteraf, bijvoorbeeld in een mortuarium of tijdens de begrafenis, tot shockschade kunnen leiden die voor vergoeding in aanmerking komt. Dat wil echter niet zeggen dat als sprake is geweest van dergelijke waarnemingen steeds een vergoeding wegens shockschade kan worden toegewezen. Daarvoor is vereist dat komt vast te staan dat het waarnemen van het misdrijf of de directe confrontatie – al dan niet achteraf – met de ernstige gevolgen daarvan een hevige emotionele schok teweeg hebben gebracht die heeft geleid tot een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
Uit het overgelegde journaal van de huisarts (productie 21) blijkt dat [weduwe slachtoffer] rustgevende medicatie voorgeschreven heeft gekregen, dat zij wegens aanhoudende psychische klachten voor behandeling naar een psychiater is verwezen, en dat zij veel stressklachten ervaart die in verband staan met zorgen over de financiële situatie en spanningen rond herdenkingsdiensten en zittingen van de rechtbank. Gelet op de betwisting door de verdediging en het ontbreken van nadere gegevens over de verwijzing naar en behandeling door de psychiater is naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende komen vast te staan dat de psychische klachten in verband staan met de directe confrontatie met de ernstige gevolgen van het misdrijf.
Dat betekent dat de gevorderde vergoeding wegen shockschade niet kan worden toegewezen en [weduwe slachtoffer] in zoverre in de vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Daarbij merkt de rechtbank op dat het moeten vernemen dat je partner door een misdrijf is overleden zonder meer een schokkende gebeurtenis is. Ook zal de periode daarna gepaard gaan met intens verdriet, spanningen en zorgen. Uit de stukken blijkt dat dat ook bij [weduwe slachtoffer] het geval is. Ook dat leed verdient erkenning. Het is om die reden dat de wetgever het toekennen van een vergoeding wegens affectieschade mogelijk heeft gemaakt en vergoeding voor die schade hierna ook zal worden toegewezen.
Affectieschade (10.7.2)
[weduwe slachtoffer] vordert een bedrag van € 20.000,00 wegens affectieschade.
Door de verdediging is geen verweer gevoerd.
De rechtbank stelt vast dat [weduwe slachtoffer] , gelet op artikel 6:108, derde lid, BW en het Besluit vergoeding affectieschade, als echtgenote in aanmerking voor het door haar gevorderde bedrag aan schadevergoeding wegens affectieschade. Het bedrag van € 20.000,00 wordt daarom toegewezen.
Kosten Laumen Expertise (aanvulling vordering van 14 september 2022)
De kosten voor het rapport van Laumen Expertise van € 2.420,00 zijn redelijke kosten gemaakt ter vaststelling van schade als bedoeld in artikel 6:96, tweede lid, onder b, BW. Gelet op de samenhang van de vordering van de vier benadeelde partijen en de gemaakte berekeningen zijn deze kosten door de verdediging onvoldoende betwist en de vordering komt de rechtbank ook niet onrechtmatig of ongegrond voor. De vordering van zal daarom in zoverre worden toegewezen.
De vorderingen van [oudste zoon slachtoffer] , [dochter slachtoffer] en [jongste zoon slachtoffer] om hen telkens een kwart van dit bedrag toe te wijzen als het bedrag niet aan [weduwe slachtoffer] wordt toegewezen, kunnen daarom onbesproken blijven.
Kosten medische informatie (aanvulling vordering van 14 september 2022)
De kosten voor het opvragen van medische informatie van € 93,42 zijn redelijke kosten gemaakt ter vaststelling van schade als bedoeld in artikel 6:96, tweede lid, onder b, BW. Deze kosten zijn niet door de verdediging betwist en de vordering komt de rechtbank ook niet onrechtmatig of ongegrond voor. De vordering van zal daarom in zoverre worden toegewezen.
[oudste zoon slachtoffer] , [dochter slachtoffer] en [jongste zoon slachtoffer] heb in hun hierna te bespreken vorderingen telkens gevorderd om hun een kwart van dit bedrag toe te wijzen als het bedrag niet aan [weduwe slachtoffer] wordt toegewezen. Nu het bedrag (wel) aan [weduwe slachtoffer] wordt toegewezen, kunnen de vorderingen van [oudste zoon slachtoffer] , [dochter slachtoffer] en [jongste zoon slachtoffer] in zoverre onbesproken blijven.
Proceskosten (10.10)
Gevorderd wordt een bedrag van € 665,08 wegens reis- en parkeerkosten in verband met twee gesprekken met de officier van justitie en het bijwonen van zittingen.
Reis- en parkeerkosten die worden gemaakt in het kader van de vorderingsprocedure of het bijwonen van de zitting kunnen volgens vaste jurisprudentie niet worden aangemerkt als rechtstreekse schade als bedoeld in artikel 51f Sv. Deze kosten dienen te worden geschaard onder proceskosten in de zin van artikel 532 Sv en kunnen slechts voor vergoeding in aanmerking komen voor zover de benadeelde in persoon (dat wil zeggen zonder gemachtigde) procedeert (artikel 228 lid 1 Rv). In dit geval hebben de benadeelden zich laten bijstaan door een gemachtigde. Om die reden zal geen vergoeding voor reis- en parkeerkosten worden toegewezen.
Ook reis- en parkeerkosten voor gesprekken met de officier van justitie zijn geen kosten die in aanmerking komen voor vergoeding van proceskosten ten behoeve van het indienen en behandelen van de civiele vordering.
Beoordeling van de vordering van [oudste zoon slachtoffer]
Vorderingen erfgenaam materiële schade (11.1 en 11.2)
vordert € 37,50 wegens kleding en € 49,50 wegens eigen risico “als deze kosten over de erfgenamen worden verdeeld”. Zoals hiervoor ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] is overwogen (10.1 en 10.2) gaat het hier om aanspraken die zien op een aandeel in een nalatenschap en moet het ervoor worden gehouden dat [weduwe slachtoffer] deze schade namens de gezamenlijke erfgenamen heeft gevorderd. Nu die vordering zal worden toegewezen, kan de vordering van [oudste zoon slachtoffer] in zoverre onbesproken blijven.
Mogelijke toekomstige schade (11.3, 11.4 en 11.5)
[oudste zoon slachtoffer] heeft een bedrag van € 1.250,00 gevorderd wegens medische behandelingen die mogelijk in de toekomst nog volgen, een bedrag van € 250,00 voor reis- en parkeerkosten “voor bijvoorbeeld medische behandeling” en een bedrag van € 44.950,00 wegens schade door mogelijk in de toekomst op te lopen studievertraging. In de toelichting ter terechtzitting van 23 september 2022 is toegelicht dat hiermee wordt ingespeeld op mogelijk in de toekomst opkomende schadeposten en is verzocht [oudste zoon slachtoffer] in zoverre in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
De verdediging heeft erop gewezen dat de schade (nog) niet is geleden, de vordering daarmee in zoverre onvoldoende bepaalbaar is en daarom moet worden afgewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende onderbouwd gesteld dat de onder 11.3, 11.4 en 11.5 gevorderde schade is geleden. De vordering kan daarom in zoverre niet worden toegewezen en de benadeelde partij wordt daarin niet-ontvankelijk verklaard.
Gederfd levensonderhoud (12.6)
[oudste zoon slachtoffer] heeft een bedrag van € 9.660,00 gevorderd wegens gederfd levensonderhoud. Deze schadepost is onderbouwd met een rekenkundige rapportage van Laumen Expertise. Volgens de inleiding bij dat rapport wordt in dat rapport de Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade toegepast. Namens [oudste zoon slachtoffer] is aangevoerd dat hier sprake is van een algemeen geaccepteerde rekenmethode.
De verdediging heeft de vordering gemotiveerd betwist.
Gelet op artikel 6:108, eerste lid onder b en c, BW is de verdachte verplicht de schade door het derven van levensonderhoud te vergoeden. Zoals hiervoor ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] is overwogen, kan de omvang van de schade pas worden berekend als de uitgangspunten voor een dergelijke berekening zijn vastgesteld. Nu door de verdediging de in de overgelegde berekening gekozen uitgangspunten – waaronder ook de financiële positie van [oudste zoon slachtoffer] – zijn betwist, zou het een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren daartoe een deskundige te benoemen en daarover nader het debat te voeren.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het dossier wel worden vastgesteld dat tot op zekere hoogte sprake is van schade wegens gederfd levensonderhoud. Op basis van de overgelegde stukken is er naar het oordeel van de rechtbank voldoende komen vast te staan dat door [oudste zoon slachtoffer] tot een bedrag van € 5.000,00 schade is geleden wegens gederfd levensonderhoud. De vordering zal daarom in zoverre worden toegewezen.
Voor het overige wordt [oudste zoon slachtoffer] in de vordering niet-ontvankelijk verklaard en kan hij deze aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Shockschade (12.7.1)
[oudste zoon slachtoffer] heeft een bedrag van € 25.000,00 gevorderd wegens shockschade. Daartoe is onder meer aangevoerd dat sprake is van geestelijk letsel in de vorm van somberheid, slecht slapen, angst, hartkloppingen, hoofdpijnklachten, thoracale pijn, spanningen en depressieve klachten. Er zijn diagnoses gesteld: andere gespecificeerde trauma- of stressorgerelateerde stoornis en depressieve stoornis eenmalige episode matig. Ter onderbouwing zijn journaals van behandelaars overgelegd (productie 22).
Door de verdediging is primair betwist dat het geestelijk letsel shockschade betreft. Subsidiair is aangevoerd dat uit de stukken blijkt van eerdere psychische klachten en dat, als moet worden aangenomen dat de klachten mede het gevolg zijn van het misdrijf, uitgebreid onderzoek moet plaatsvinden naar de verhouding tussen de oorzaken van de klachten. Volgens de verdediging leent de strafzaak zich niet voor dergelijk onderzoek.
Op grond van de stukken kan worden vastgesteld dat de [slachtoffer] door het door verdachte en zijn medeverdachten gepleegde misdrijf om het leven is gekomen. Deze moord heeft veel aandacht van de media en in de directe omgeving van de nabestaanden teweeggebracht. Ook volgt uit het dossier dat sprake is van een vergismoord en dat de [slachtoffer] niet het beoogde slachtoffer was. Verdachte en zijn medeverdachten hebben ervoor gekozen geen openheid van zaken te geven over de achtergrond van hun handelen en over wie wel het beoogde slachtoffer was. De moord en de onduidelijkheden daarover hebben aanleiding gegeven tot veel media-aandacht, uitgebreid politieonderzoek en speculaties in de omgeving van de nabestaanden. [oudste zoon slachtoffer] is door de politie kort na het misdrijf op de hoogte gebracht van het overlijden van zijn vader, met wie hij een nauwe en affectieve relatie had. Het nieuws drong nauwelijks tot hem door en ook later kon [oudste zoon slachtoffer] het niet bevatten omdat hij zijn vader niet in het criminele milieu kon plaatsen. Nadien is [oudste zoon slachtoffer] meermalen geconfronteerd met foto’s van zijn vader, mediaberichten en geruchten in zijn omgeving. Ook is [oudste zoon slachtoffer] in het uitgebreide politieonderzoek dat heeft plaatsgevonden door de politie gehoord. [oudste zoon slachtoffer] is op deze manier direct geconfronteerd met de ernstige gevolgen van het bewezen verklaarde feit en is daardoor in zijn persoon aangetast.
Uit de stukken (in het bijzonder productie 22) kan worden afgeleid dat bij [oudste zoon slachtoffer] sprake is van geestelijk letsel in de vorm van een depressieve stoornis en dat daarvoor psychologische behandeling heeft plaatsgevonden. Die klachten hebben mede te maken met de omstandigheid dat hij blijft hangen in de vragen waarom zijn vader slachtoffer van een misdrijf is geworden. Uit die stukken volgt ook dat [oudste zoon slachtoffer] eerder last heeft gehad van depressieve klachten en dat er sprake is van wantrouwen richting de politie en artsen. Die klachten waren verbeterd maar treden nu weer op de voorgrond.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond hiervan worden vastgesteld dat sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld en dat de emotionele schok die [oudste zoon slachtoffer] heeft ondervonden bij het nieuws en de nasleep van de moord op zijn vader heeft geleid tot ernstig geestelijk letsel en dat door verdachte en zijn medeverdachten ook jegens [oudste zoon slachtoffer] onrechtmatig is gehandeld. De verdediging heeft er terecht op gewezen dat eerder sprake was van klachten en dat de emotionele schok veroorzaakt door de confrontatie met de gevolgen van de moord het ontstaan daarvan niet geheel kunnen verklaren. Nader onderzoek zou moeten plaatsvinden om hierover meer duidelijkheid te verkrijgen. Het aanhouden van de zaak om dit onderzoek te laten plaatsvinden zou echter een onevenredige belasting van het strafgeding meebrengen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en gelet op de bedragen die in gevallen van shockschade worden toegekend, kan naar het oordeel van de rechtbank wel worden vastgesteld dat in ieder geval een immateriële schadevergoeding van € 10.000,00 gerechtvaardigd is.
Voor het overige zal [oudste zoon slachtoffer] in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Affectieschade (12.7.2)
[oudste zoon slachtoffer] vordert een bedrag van € 20.000,00 wegens affectieschade.
Door de verdediging is geen verweer gevoerd.
De rechtbank stelt vast dat [oudste zoon slachtoffer] , gelet op artikel 6:108, derde lid, BW en het Besluit vergoeding affectieschade, als meerderjarig thuiswonend kind in aanmerking voor het door hem gevorderde bedrag aan schadevergoeding wegens affectieschade. Het bedrag van € 20.000,00 wordt daarom toegewezen.
Schadevergoedingsmaatregel kosten lijkbezorging
Uit hetgeen is gesteld ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] en de daarbij overgelegde producties 6, 7, 29 en 30 leidt de rechtbank af dat door [oudste zoon slachtoffer] een bedrag van € 813,60 voor een grafsteen voor het graf van zijn vader is betaald.
De rechtbank ziet, gelet op het bepaalde in de artikelen 36f Sr en 51f, tweede lid, Sv, aanleiding om aan verdachte met het oog op deze kosten een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Zoals hiervoor is overwogen heeft [weduwe slachtoffer] gevorderd dat dit bedrag aan haar wordt toegewezen en zal de rechtbank haar in zoverre in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren. Ten aanzien van deze vordering heeft de verdediging betwist dat kosten voor een grafsteen een jaar na het overlijden nog als kosten van lijkbezorging kunnen worden aangemerkt. Ook is betwist dat de overgelegde factuur betrekking heeft op een grafsteen voor de [slachtoffer] . Nu voor het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel is vereist dat civielrechtelijke aansprakelijkheid bestaat, zal de rechtbank de door de verdediging ter betwisting van de vordering van [weduwe slachtoffer] opgeworpen punten bespreken.
De rechtbank stelt voorop dat op grond van artikel 6:108 BW de aansprakelijke voor een overlijden verplicht is aan degene die de kosten van lijkbezorging heeft betaald deze kosten te vergoeden, voor zover deze kosten in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene. Het moet daarbij gaan om in redelijkheid gemaakte kosten gelet op de omstandigheden waarin de overledene leefde. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de kosten voor een grafsteen zodanig nauw verbonden met een begrafenis dat deze als kosten voor lijkbezorging kunnen worden aangemerkt, ook als deze pas na enig tijdsverloop worden gemaakt. Het betaalde bedrag kan verder in het algemeen als een meer dan redelijk bedrag voor een grafsteen worden beschouwd en niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan daarover in dit geval anders zou moeten worden geoordeeld.
De verdediging heeft terecht opgemerkt dat de overgelegde factuur in de Turkse taal is gesteld. De rechtbank deelt echter niet het standpunt van de verdediging dat van producties steeds een beëdigde vertaling moet worden overgelegd. Er is immers geen wettelijke regeling die voorschrijft dat producties in een geding bij de civiele rechter in de Nederlandse taal moeten zijn gesteld. Of een beëdigde vertaling noodzakelijk is, zal dan aan de hand van de eisen van een behoorlijke rechtspleging moeten worden beantwoord (HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:65). Het gaat hier om een eenregelige factuur waarvan ook een betalingsbewijs is overgelegd en waarbij een vertaling met Google.translate en nadien een vertaling door een vertaalbureau (productie 33) is gevoegd. Die vertalingen houden in dat de factuur afkomstig is van een bedrijf dat (zo volgt uit de bedrijfsnaam) handelt in marmer en graniet en dat de factuur betrekking heeft op “kosten maken grafsteen”. Door de verdediging is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat voor een goede beoordeling van de zaak een beëdigde vertaling noodzakelijk is.
Tot slot heeft de verdediging bij dupliek ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] nog betwist dat de factuur betrekking heeft op een grafsteen voor de [slachtoffer] . Zij heeft daartoe gewezen op het tijdsverloop tussen overlijden en factuurdatum. In de reactie namens de benadeelde partijen op de bij pleidooi door de verdediging ingenomen stellingen van 7 november 2022 was de advocaat van de benadeelde partijen al op de achtergrond van dat tijdsverloop ingegaan. Toegelicht is toen dat de grafsteen later is geplaatst vanwege de gevolgen van de coronapandemie en de omstandigheid dat de [slachtoffer] in Turkije is begraven en de familie in Nederland woont. Gelet daarop vormt deze voor het eerst bij dupliek ingenomen stelling een onvoldoende gemotiveerde betwisting van hetgeen in de vordering van [weduwe slachtoffer] is gesteld en onderbouwd. Op grond van de producties 6, 7, 29 en 30 kan dan ook worden vastgesteld dat de kosten zijn gemaakt voor een grafsteen voor het graf van de [slachtoffer] .
De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte met zijn medeverdachten naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor het schadebedrag van € 813,60, zodat ten aanzien van dat schadebedrag een schadevergoedingsmaatregel kan worden opgelegd.
Beoordeling van de vordering van [dochter slachtoffer]
Vorderingen erfgenaam materiële schade (12.1 en 12.2)
vordert € 37,50 wegens kleding en € 49,50 wegens eigen risico “als deze kosten over de erfgenamen worden verdeeld”. Zoals hiervoor ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] is overwogen (10.1 en 10.2) gaat het hier om aanspraken die zien op een aandeel in een nalatenschap en moet het ervoor worden gehouden dat [weduwe slachtoffer] deze schade namens de gezamenlijke erfgenamen heeft gevorderd. Nu die vordering zal worden toegewezen, kan de vordering van [dochter slachtoffer] in zoverre onbesproken blijven.
Mogelijke toekomstige schade (12.3, 12.4 en 12.5)
[dochter slachtoffer] heeft een bedrag van € 1.250,00 gevorderd wegens medische behandelingen die mogelijk in de toekomst nog volgen, een bedrag van € 250,00 voor reis- en parkeerkosten “voor bijvoorbeeld medische behandeling” en een bedrag van € 40.975,00 wegens schade door mogelijk in de toekomst op te lopen studievertraging. In de toelichting ter terechtzitting van 23 september 2022 is toegelicht dat hiermee wordt ingespeeld op mogelijk in de toekomst opkomende schadeposten en is verzocht [dochter slachtoffer] in zoverre in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
De verdediging heeft erop gewezen dat de schade (nog) niet is geleden, de vordering daarmee in zoverre onvoldoende bepaalbaar is en daarom moet worden afgewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende onderbouwd gesteld dat de onder 12.3, 12.4 en 12.5 gevorderde schade is geleden. De vordering kan daarom in zoverre niet worden toegewezen en de benadeelde partij wordt daarin niet-ontvankelijk verklaard.
Gederfd levensonderhoud (12.6)
[dochter slachtoffer] heeft een bedrag van € 11.817,00 gevorderd wegens gederfd levensonderhoud. Deze schadepost is onderbouwd met een rekenkundige rapportage van Laumen Expertise. Volgens de inleiding bij dat rapport wordt in dat rapport Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade toegepast. Namens [dochter slachtoffer] is aangevoerd dat hier sprake is van een algemeen geaccepteerde rekenmethode.
De verdediging heeft de vordering gemotiveerd betwist.
Gelet op artikel 6:108, eerste lid onder b en c, BW is de verdachte verplicht de schade door het derven van levensonderhoud te vergoeden. Zoals hiervoor ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] is overwogen, kan de omvang van de schade pas worden berekend als de uitgangspunten voor een dergelijke berekening zijn vastgesteld. Nu door de verdediging de in de overgelegde berekening gekozen uitgangspunten – waaronder ook de financiële positie van [dochter slachtoffer] – zijn betwist, zou het een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren daartoe een deskundige te benoemen en daarover nader het debat te voeren.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het dossier wel worden vastgesteld dat tot op zekere hoogte sprake is van schade wegens gederfd levensonderhoud. Op basis van de overgelegde stukken is er naar het oordeel van de rechtbank voldoende komen vast te staan dat door [dochter slachtoffer] tot een bedrag van € 5.000,00 schade is geleden wegens gederfd levensonderhoud. De vordering zal daarom in zoverre worden toegewezen.
Voor het overige wordt [dochter slachtoffer] in de vordering niet-ontvankelijk verklaard en kan zij deze aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Shockschade (12.7.1)
Zoals hiervoor ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] is overwogen, kan een vergoeding voor shockschade worden toegewezen als sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld dat voortvloeit uit een hevige emotionele schok door het waarnemen van het misdrijf of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen daarvan. Dat bij [dochter slachtoffer] sprake is geweest van een hevige emotionele schok die tot geestelijk letsel heeft geleid is niet gesteld en volgt ook niet uit de overgelegde stukken. De verdediging heeft de vordering op dit punt betwist, hetgeen niet tot nadere onderbouwing van de vordering heeft geleid. Daarmee is onvoldoende komen vast te staan dat is voldaan aan de vereisten voor het toekennen van een vergoeding wegens shockschade. Het bieden van gelegenheid voor het alsnog onderbouwen van de vordering vormt een onevenredige belasting van het strafproces. [dochter slachtoffer] zal daarom in zoverre in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Affectieschade (12.7.2)
[dochter slachtoffer] vordert een bedrag van € 20.000,00 wegens affectieschade.
Door de verdediging is geen verweer gevoerd.
De rechtbank stelt vast dat [dochter slachtoffer] , gelet op artikel 6:108, derde lid, BW en het Besluit vergoeding affectieschade, als meerderjarig thuiswonend kind in aanmerking komt voor het door haar gevorderde bedrag aan schadevergoeding wegens affectieschade. Het bedrag van € 20.000,00 wordt daarom toegewezen.
Beoordeling van de vordering van [jongste zoon slachtoffer]
Vorderingen erfgenaam materiële schade (13.1 en 13.2)
vordert € 37,50 wegens kleding en € 49,50 wegens eigen risico “als deze kosten over de erfgenamen worden verdeeld”. Zoals hiervoor ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] is overwogen (10.1 en 10.2) gaat het hier om aanspraken die zien op een aandeel in een nalatenschap en moet het ervoor worden gehouden dat [weduwe slachtoffer] deze schade namens de gezamenlijke erfgenamen heeft gevorderd. Nu die vordering zal worden toegewezen, kan de vordering van [jongste zoon slachtoffer] in zoverre onbesproken blijven.
Mogelijke toekomstige schade (13.3, 13.4 en 13.5)
[jongste zoon slachtoffer] heeft een bedrag van € 1.250,00 gevorderd wegens medische behandelingen die mogelijk in de toekomst nog volgen, een bedrag van € 250,00 voor reis- en parkeerkosten “voor bijvoorbeeld medische behandeling” en een bedrag van € 25.100,00 wegens schade door mogelijk in de toekomst op te lopen studievertraging. In de toelichting ter terechtzitting van 23 september 2022 is toegelicht dat hiermee wordt ingespeeld op mogelijk in de toekomst opkomende schadeposten en is verzocht [jongste zoon slachtoffer] in zoverre in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
De verdediging heeft erop gewezen dat de schade (nog) niet is geleden, de vordering daarmee in zoverre onvoldoende bepaalbaar is en daarom moet worden afgewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende onderbouwd gesteld dat de onder 13.3, 13.4 en 13.5 gevorderde schade is geleden. De vordering kan daarom in zoverre niet worden toegewezen en de benadeelde partij wordt daarin niet-ontvankelijk verklaard.
Gederfd levensonderhoud (13.6)
[jongste zoon slachtoffer] heeft een bedrag van € 44.356,00 gevorderd wegens gederfd levensonderhoud. Deze schadepost is onderbouwd met een rekenkundige rapportage van Laumen Expertise. Volgens de inleiding bij dat rapport wordt in dat rapport de Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade toegepast. Namens [jongste zoon slachtoffer] is aangevoerd dat hier sprake is van een algemeen geaccepteerde rekenmethode.
De verdediging heeft de vordering gemotiveerd betwist.
Gelet op artikel 6:108, eerste lid, BW is de verdachte verplicht de schade door het derven van levensonderhoud te vergoeden. Zoals hiervoor ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] is overwogen, kan de omvang van de schade pas worden berekend als uitgangspunten voor een dergelijke berekening zijn vastgesteld. Nu door de verdediging de in de overgelegde berekening gekozen uitgangspunten – waaronder ook de financiële positie van [jongste zoon slachtoffer] – zijn betwist, zou het een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren daartoe een deskundige te benoemen en daarover nader te debat te voeren.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het dossier wel worden vastgesteld dat tot op zekere hoogte sprake is van schade wegens gederfd levensonderhoud. Op basis van de overgelegde stukken is er naar het oordeel van de rechtbank voldoende komen vast te staan dat door [jongste zoon slachtoffer] tot een bedrag van € 10.000,00 schade is geleden wegens gederfd levensonderhoud. De vordering zal daarom in zoverre worden toegewezen.
Voor het overige wordt [jongste zoon slachtoffer] in de vordering niet-ontvankelijk verklaard en kan hij deze aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Shockschade (13.7.1)
Zoals hiervoor ten aanzien van de vordering van [weduwe slachtoffer] is overwogen, kan een vergoeding voor shockschade worden toegewezen als sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld dat voortvloeit uit een hevige emotionele schok door het waarnemen van het misdrijf of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen daarvan. Dat bij [jongste zoon slachtoffer] sprake is geweest van een hevige emotionele schok die tot geestelijk letsel heeft geleid is niet gesteld en volgt ook niet uit de overgelegde stukken. De verdediging heeft de vordering op dit punt betwist, hetgeen niet tot nadere onderbouwing van de vordering heeft geleid. Daarmee is onvoldoende komen vast te staan dat is voldaan aan de vereisten voor het toekennen van een vergoeding wegens shockschade. Het bieden van gelegenheid voor het alsnog onderbouwen van de vordering vormt een onevenredige belasting van het strafproces. [jongste zoon slachtoffer] zal daarom in zoverre in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Affectieschade (13.7.2)
[jongste zoon slachtoffer] vordert een bedrag van € 20.000,00 wegens affectieschade.
Door de verdediging is geen verweer gevoerd.
De rechtbank stelt vast dat [jongste zoon slachtoffer] , gelet op artikel 6:108, derde lid, BW en het Besluit vergoeding affectieschade, als minderjarig kind in aanmerking voor het door hem gevorderde bedrag aan schadevergoeding wegens affectieschade. Het bedrag van € 20.000,00 wordt daarom toegewezen.
Beoordeling van de vordering van de ouders
De moeder en de vader van de [slachtoffer] hebben beiden een bedrag van € 20.000,00 gevorderd wegens affectieschade. Volgens de advocaat van de ouders past dit bedrag bij het aangedane leed. Daarnaast hebben zij verzocht te bepalen dat geen sprake is van een hoofdelijke betalingsverplichting. Volgens de advocaat heeft dat tot gevolg dat iedere verdachte kan worden verplicht het volledige bedrag aan schadevergoeding te betalen.
Door de verdediging is aangevoerd dat niet méér kan worden toegewezen dan op grond van artikel 6:108, derde lid, BW en het Besluit vergoeding affectieschade kan worden toegewezen.
De rechtbank stelt voorop dat uit artikel 6:108, derde en vierde lid, BW en het Besluit vergoeding affectieschade volgt dat aan ouders van een overledene een bedrag wegens affectieschade kan worden toegewezen. De toelichting op dit besluit (Stb. 2018, 133) houdt in dat met de regeling is bedoeld vaste bedragen voor de omvang van de vergoeding tot affectieschade vast te stellen. Daarbij wordt opgemerkt dat ervoor is gekozen voor verschillende familierelaties andere bedragen te hanteren en daarnaast ook onderscheid te maken tussen personen die in gezinsverband met elkaar samenleven en personen die dat niet doen.
De [slachtoffer] en zijn ouders woonden niet in gezinsverband met elkaar samen. Op grond van het besluit kan in dat geval aan beide ouders een bedrag van € 17.500,00 worden toegewezen. Uit de hiervoor weergegeven toelichting op het besluit volgt dat dit een gefixeerd bedrag is en dat het bedrag niet kan worden verhoogd wegens de mate van het aangedane leed of de omstandigheid dat sprake is van meerdere daders.
De vorderingen van de moeder en de vader van de [slachtoffer] zullen daarom worden toegewezen tot een bedrag van € 17.500,00 en voor het overige worden afgewezen.
Het al dan niet vaststellen dat sprake is van hoofdelijkheid brengt, anders dan de advocaat van de benadeelde partij kennelijk meent, niet mee dat de benadeelde partijen hun schade van ieder van de verdachten en dus meerdere malen vergoed kunnen krijgen.
Ten aanzien van alle vorderingen in de zaak Nigeria: wettelijke rente, hoofdelijkheid en schadevergoedingsmaatregelen
De gevorderde wettelijke rente zal telkens worden toegewezen zoals gevorderd, met dien verstande dat ten aanzien van de post gederfd levensonderhoud één rentedatum zal worden bepaald.
Omdat de vorderingen ook in de zaken van de medeverdachten zullen worden toegewezen, zal de rechtbank bepalen dat sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid. Dat betekent dat de benadeelde partijen een van de veroordeelden kunnen aanspreken tot vergoeding van de gehele schade. Betaling door een van de veroordeelden bevrijdt de anderen. Het is dan aan hen om de verdeling daarna onderling te regelen.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht telkens schadevergoedingsmaatregelen aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partijen toegewezen bedragen aan de Staat te betalen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 36f, 46, 47, 55, 63 en 289 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
  • verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
  • verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
  • verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstrafvoor de duur van
20 jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
Ten aanzien van het bewezenverklaarde onder feit 1 en 2:
De vordering van [weduwe slachtoffer]
 wijst toe de vordering van de benadeelde partij [weduwe slachtoffer] tot vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van € 82.513,42, bestaande uit € 62.513,42 als vergoeding voor de materiële en € 20.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf:
  • 6 juli 2020 voor immateriële schade à € 20.000,00;
  • 13 juni 2022 voor materiële schade à € 2.420,00 (kosten rapportage);
  • 30 augustus 2022 voor materiële schade à € 93,42 (kosten medische stukken);
  • 1 januari 2023 voor materiële schade à € 60.000,00 (gederfd levensonderhoud);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
 wijst af de gevorderde vergoeding voor kosten lijkbezorging;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
 veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
 legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [weduwe slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 82.513,42, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 146 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf:
  • 6 juli 2020 voor immateriële schade à € 20.000,00;
  • 13 juni 2022 voor materiële schade à € 2.420,00 (kosten rapportage);
  • 30 augustus 2022 voor materiële schade à € 93,42 (kosten medische stukken);
  • 1 januari 2023 voor materiële schade à € 60.000,00 (gederfd levensonderhoud);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
De vordering van [oudste zoon slachtoffer]
 wijst toe de vordering van de benadeelde partij [oudste zoon slachtoffer] tot vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van € 35.000,00, bestaande uit € 5.000,00 als vergoeding voor de materiële en € 30.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf:
  • 6 juli 2020 voor immateriële schade à € 30.000,00;
  • 1 januari 2023 voor materiële schade à € 5.000,00 (gederfd levensonderhoud);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
 veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
 legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [oudste zoon slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 35.813,60, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 62 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf:
  • 6 juli 2020 voor immateriële schade à € 30.000,00;
  • 31 augustus 2021 voor materiële schade à € 813,60 (kosten lijkbezorging);
  • 1 januari 2023 voor materiële schade à € 5.000,00 (gederfd levensonderhoud);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
De vordering van [dochter slachtoffer]
 wijst toe de vordering van de benadeelde partij [dochter slachtoffer] tot vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van € 25.000,00, bestaande uit € 5.000,00 als vergoeding voor de materiële en € 20.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf:
  • 6 juli 2020 voor immateriële schade à € 20.000,00;
  • 1 januari 2023 voor materiële schade à € 5.000,00 (gederfd levensonderhoud);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
 veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
 legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [dochter slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 25.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 44 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf:
  • 6 juli 2020 voor immateriële schade à € 20.000,00;
  • 1 januari 2023 voor materiële schade à € 5.000,00 (gederfd levensonderhoud);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
De vordering van [jongste zoon slachtoffer]
 wijst toe de vordering van de benadeelde partij [jongste zoon slachtoffer] tot vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van € 30.000,00, bestaande uit € 10.000,00 als vergoeding voor de materiële en € 20.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf:
  • 6 juli 2020 voor immateriële schade à € 20.000,00;
  • 1 januari 2023 voor materiële schade à € 10.000,00 (gederfd levensonderhoud);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
 veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
 legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [jongste zoon slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 30.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 52 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf:
  • 6 juli 2020 voor immateriële schade à € 20.000,00;
  • 1 januari 2023 voor materiële schade à € 10.000,00 (gederfd levensonderhoud);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
De vordering van de erven van de [slachtoffer]
 wijst toe de vordering van de erven van de [slachtoffer] tot vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van € 348,00 als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf:
  • 6 juli 2020 over € 150,00 (kleding en schoenen);
  • 6 november 2020 over €198,00 (eigen risico);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
 veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
 legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de erven van de [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 348,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf:
  • 6 juli 2020 over € 150,00 (kleding en schoenen);
  • 6 november 2020 over €198,00 (eigen risico);
telkens tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
De vordering van [moeder slachtoffer]
 wijst toe de vordering van de benadeelde partij [moeder slachtoffer] tot vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van € 17.500,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 juli 2020 tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
 wijst af de vordering voor het overige;
 veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
 legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [moeder slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 17.500,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 juli 2020 tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
De vordering van [vader slachtoffer]
 wijst toe de vordering van de benadeelde partij [vader slachtoffer] tot vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van € 17.500,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 juli 2020 tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
 wijst af de vordering voor het overige;
 veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nul, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
 legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [vader slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 17.500,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 juli 2020 tot aan de dag waarop het hele bedrag is betaald;
Ten aanzien van alle vorderingen en schadevergoedingsmaatregelen
 verstaat dat toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichtingen niet opheft;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
 bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. van Leeuwen (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en mr. T. Bertens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen en mr. M. Draaijers, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 december 2022.
Bijlage I
Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging en na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 6 juli 2020 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen, en/of Amsterdam en/of Diemen en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd door met een of meer vuurwapens een of meer kogels in/ door het hoofd en/ of het (boven-)lichaam van [slachtoffer] te schieten;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) personen, op of omstreeks 6 juli 2020 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven hebben/heeft beroofd door met een of meer vuurwapens een of meer kogels in/door het hoofd en/of het (boven-) lichaam van [slachtoffer] te schieten, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 4 juli 2020 tot en met 6 juli 2020, in ieder geval in of omstreeks de maanden juni/juli 2020, te Beuningen Gld, gemeente Beuningen en/of Amsterdam en/of Diemen en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (onder meer) een voertuig (VW Golf met kenteken [kenteken 3] ) te regelen voor en/of ter beschikking te stellen aan zijn mededader(s) om een voertuig (VW Transporter met -vals- kenteken [kenteken 1] . bestemd voor/gebruikt bij de liquidatie, weg te brengen naar en/of te parkeren in (de omgeving van) Beuningen en/ of medeverdachte [medeverdachte 5] op te halen in Zaandam, voordat die [medeverdachte 5] genoemd voertuig (VW Transporter) naar Beuningen heeft gebracht en/of een of meer andere personen (onder wie medeverdachte [medeverdachte 4] ) te regelen om genoemd voertuig (VW Transporter) -samen met die [medeverdachte 5] - naar Beuningen te brengen en/ of contacten te leggen en/ of te onderhouden met en/ of instructies te geven aan voornoemde [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere betrokkenen bij de liquidatie en/of wapens te verschaffen ten behoeve van de (geplande) liquidatie en/of zijn woning ter beschikking te stellen aan voornoemde personen (en/of anderen) teneinde te verzamelen voorafgaand aan een reis naar Beuningen en/of een Renault Megane (met -vals- kenteken [kenteken 2] ) op te laten halen aan de parkeerplaats aan de Fokkezeil in Amsterdam;
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 juni 2020 tot en met 5 juli 2020 te Beuningen Gld, gemeente Beuningen, en/of Amsterdam en/of Diemen en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het te plegen misdrijf van moord op [slachtoffer] of een ander slachtoffer, althans een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk een of meer voertuigen (een VW Transporter met -vals kenteken [kenteken 1] en/of een Renault Megane met -vals- kenteken [kenteken 2] ) en/of een of meer vuurwapens (automatische vuurwapens, vermoedelijk een of meerdere Glocks en/of Skorpions) en/of gegevensdragers(om te communiceren over het te plegen feit en/of het slachtoffer en/of bevattende informatie over het te plegen feit en/of het slachtoffer), bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/ of voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 1868, TGO Nigeria/ONRAB20005, gesloten op 29 december 2021, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, overige schriftelijke bescheiden en de 8 aanvullingen, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1; proces-verbaal van bevindingen, p. 34.
4.Een schriftelijk bescheid, zijnde een schouwverslag d.d. 6 juli 2020, p. 5-7.
5.Een schriftelijk bescheid, zijnde een NFI-rapport d.d. 10 juli 2020, met bijlagen, p. 8-33.
6.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , p. 35-37.
7.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict (Burgemeester Geradtslaan Beuningen Gld), p. 2410-2416.
8.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict (Burgemeester Geradtslaan Beuningen Gld), p. 2447-2448.
9.Proces-verbaal gerechtelijke sectie en vrijgave stoffelijk overschot, p. 2502-2503.
10.Een schriftelijk bescheid, zijnde een NFI-rapport d.d. 14 september 2020, p. 2768-2780.
11.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , p. 52-55.
12.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , p. 331 en proces-verbaal van bevindingen, p. 334.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 338-340.
14.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50211, p. 71.
15.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50211, p. 71-72.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 70-74.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 341-344.
18.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] , p. 316 en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] , p. 319-320.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 321-322; proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict (PO 2, VW Transporter), p. 2470-2471.
20.Proces-verbaal van aangifte van [eigenaar VW Transporter] , p. 410.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 289-291.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 226-227.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 232.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 222-225.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 215-220.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 325; proces-verbaal van bevindingen, p. 135.
27.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , p. 326-329.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 477.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 296-302.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 304-315.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 128.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 129-131 en proces-verbaal van bevindingen, p. 151.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 153.
34.Proces-verbaal van bevindingen, p. 154-156.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 166-173 en proces-verbaal van bevindingen, p. 131-132.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 180-184 en proces-verbaal van bevindingen, p. 132-133.
37.Proces-verbaal van bevindingen, p. 185-190 en proces-verbaal van bevindingen, p. 133-135.
38.Proces-verbaal van bevindingen, p. 135.
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 258-264.
40.Proces-verbaal van bevindingen, p. 266-269.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 270.
42.Proces-verbaal van bevindingen, p. 227.
43.Proces-verbaal van bevindingen gesprek [eigenaar VW Golf 6] d.d. 3 maart 2021, brondoc 50589, p. 1245-1246.
44.Proces-verbaal van bevindingen gesprek [eigenaar VW Golf 6] d.d. 3 maart 2021, brondoc 50589, p. 1247; schriftelijk bescheid, zijnde een huurovereenkomst, p. 1248.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2299-2300.
46.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51261, p. 10930.
47.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51261, p. 10931.
48.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51261, p. 10932.
49.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51261, p. 10933.
50.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51261, p. 10934.
51.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51261, p. 10934.
52.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51261, p. 10935.
53.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50484, p. 923-943.
54.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 6] , p. 1736.
55.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8457-8459 en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] , p. 8451-8452.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8353-8354.
57.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8355.
58.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8356-8358.
59.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8358-8360.
60.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8361-8387.
61.Proces-verbaal van bevindingen VW Up, [kenteken 5] , brondoc 51140, p. 8398-8401.
62.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8358-8360.
63.Proces-verbaal van verhoor getuige [eigenaar verhuurbedrijf] d.d. 24 mei 2022, brondoc 51149, p. 8473-8477.
64.Proces-verbaal van bevindingen VW Up, [kenteken 5] , brondoc 51140, p. 8398
65.Proces-verbaal van verhoor getuige [eigenaar verhuurbedrijf] d.d. 24 mei 2022, brondoc 51149, p. 8481.
66.Proces-verbaal uitslag sporenonderzoek, p. 869.
67.Proces-verbaal uitslag sporenonderzoek, p. 869.
68.Proces-verbaal sporenonderzoek (mobifume), p. 2584-2585.
69.Schriftelijk bescheid, zijnde een NFI-rapport d.d. 30 november 2020, p. 873-879.
70.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50484, p. 923-943.
71.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 2540-2544.
72.Proces-verbaal van verdenking, p. 7927; schriftelijk bescheid, zijnde een NFI-rapport d.d. 17 december 2021, p. 6936-6939.
73.Proces-verbaal van relaas [medeverdachte 8] , p. 46 en proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, met bijlagen, p. 6946-6999.
74.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50532, p. 1183.
75.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 8 juli 2020, p. 1460, ook: p. 3344.
76.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51060, p. 7986.
77.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51060, p. 7987.
78.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50534, p. 1629.
79.Proces-verbaal van aanhouding [medeverdachte 1] d.d. 6 juli 2020 in onderzoek Pot, brondoc 51204, p. 9982-9983.
80.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50680, p. 1494; brondoc 51194, p. 9337; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50665, pv-nummer 202103290758, p. 1486, ook: p. 3340; proces-verbaal van aanhouding [medeverdachte 1] d.d. 6 juli 2020 in onderzoek Pot, brondoc 51204, p. 9982-9983; Kennisgevingen van inbeslagname, p. 9984-9989.
81.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50674, p. 1439.
82.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50674, p. 1439.
83.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50688, pv-nummer 1722, p. 1441.
84.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50688, pv-nummer 1722, p. 1442-1443.
85.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 8 juli 2020, p. 1460, ook: p. 3344.
86.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9334.
87.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50847, p. 3670-3689.
88.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9335.
89.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51130, p. 8345.
90.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9336.
91.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9336
92.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9337.
93.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9344.
94.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tap-gesprek, p. 1479, ook p. 3369.
95.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50665, pv-nummer 202103290758, p. 1486, ook: p. 3340; Bijlage 2 bij brondoc 50665, p. 3695.
96.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50903, p. 5754; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51210, p. 9768; Schriftelijk bescheid, zijnde vluchtreserveringsgegevens, p. 5759 t/m 5766.
97.Schriftelijk bescheid, zijnde een GBA-paspoortgegevens, p. 5767.
98.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51044, p. 8209-8218, ook: p. 7406-7416.
99.Proces-verbaal Sky telefoon [medeverdachte 1] gebruikt in buitenland, brondoc 50792, p. 5747-5749 (ook: 5750-5752.
100.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9342-9344.
101.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50903, p. 5755.
102.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9344.
103.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9342; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51210, p. 9768-9782.
104.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9344.
105.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9342-9344.
106.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50733, p. 2200.
107.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9342.
108.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9343.
109.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9344.
110.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50970, p. 5852.
111.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50847, p. 3670-3689; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50970, p. 5852.
112.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50970, p. 5852.
113.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7031.
114.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9344.
115.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51013, p. 8079.
116.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51045, p. 7385; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51044, p. 8209-8218, ook: p. 7406-7416.
117.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51006, p. 5871-5873; PV imsi-nummer vergaren, p. 5874-5875; Proces-verbaal van observatie 18 juni 2020, p. 5876-5885.
118.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51045, p. 7376.
119.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51045, p. 7377.
120.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8203.
121.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51045, p. 7377-7378.
122.Zie bijlage 2, p. 3691 e.v., zijnde registraties tel.nrs gekoppeld aan [medeverdachte 1] .
123.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 7] , p. 3007.
124.Proces-verbaal van bevindingen, p. 868.
125.Proces-verbaal historische gegevens telefoonnummer [telefoonnummer] , p. 862-863.
126.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50484, p. 923-943.
127.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50673, p. 911-913.
128.Proces-verbaal, brondoc 50486, p. 862-863 en 896.
129.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50546, p. 1365-1366.
130.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50841, p. 3553.
131.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51020, p. 8165-8166.
132.Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 7] , p. 2973; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50408, p. 1222.
133.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 7 juli 2020, brondoc 51091, p. 9668.
134.Proces-verbaal van verhoor getuige Ricardo André Gillis d.d. 13 juli 2021, brondoc 50806, p. 3191; openbare bron: https://www.ad.nl/amsterdam/rapper- [artiestennaam] -d-uit-zuidoost-verdacht-van-liquidatie-in-beuningen~a138c18d/ ; https://www.parool.nl/amsterdam/liquidatieverdachte-en-rapper- [artiestennaam] -uit-zuidoost-krijgt-2-5-jaar-voor-wapens~bd4a2248/
135.Proces-verbaal historische gegevens telefoonnummer [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 1319-1321.
136.Proces-verbaal, brondoc 50495, p. 1329.
137.Bijlage bij PV 20221121.1151 (brondoc 51262), p. 10443-10444.
138.Proces-verbaal, betreft historische gegevens telefoonnummer [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 1319-1321.
139.Proces-verbaal, brondoc 50495, p. 1329.
140.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10266.
141.Bijlage bij PV 20221121.1151 (brondoc 51262), p. 10443.
142.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3121.
143.Beantwoording vragen door [naam] , operationeel analist d.d. 19 juli 2022, brondoc 51174, p. 9193.
144.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3121.
145.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51266, p. 10617; Tapgesprek, p. 10734 (bijlage 2 bij brondoc 51266); Histo 3168643674 - [medeverdachte 7] , p. 10870 (bijlage 3 bij brondoc 51266).
146.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50484, p. 923-943.
147.Proces-verbaal van verhoor getuige [manager muziekstudio] d.d. 7 juli 2021, brondoc 50775, p. 2975.
148.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10266.
149.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10266-10267.
150.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10257.
151.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, p. 10736.
152.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, p. 10737.
153.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, p. 10739.
154.Het gesprek is op 22 april 2020 door verbalisant [verbalisant] en tolk GEH1392 beluisterd en uitgewerkt. Op 6 april 2021 is het gesprek door een specialist opgewaardeerd en opnieuw beluisterd door tolk Geh1102. Bij de uitwerking is -naar het oordeel van de rechtbank- sprake van een kennelijke verschrijving. Voordat NNman 4 aan de lijn komt wordt [verdachte] aangehaald als NNm. Nadat NNman4 aan de lijn komt wordt [verdachte] aangehaald als NNman4. De rechtbank heeft daarom voor de leesbaarheid tussen haakjes vermeld wie er aan het woord is.
155.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, p. 10742.
156.Proces-verbaal, brondoc 50564, p. 1315.
157.Proces-verbaal van bevindingen, p. 222-225.
158.Proces-verbaal van bevindingen, p. 219.
159.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51266, p. 10622-10623.
160.Proces-verbaal van verhoor getuige [nicht medeverdachte 1] , brondoc 51015, p. 8126; schriftelijk bescheiden, zijnde een verslagen van een tapgesprekken, p. 3606 (TB005, sessienr 6964) en p. 3607 (TB005, sessienr 6972).
161.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10268.
162.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51266, p. 10621
163.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, p. 10876.
164.Proces-verbaal van bevindingen, p. 10889-108890.
165.Proces-verbaal van 5e verhoor verdachte [medeverdachte 7] , p. 9266 e.v.
166.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 52240, p. 8395.
167.Proces-verbaal historische gegevens telefoonnummer [telefoonnummer] , p. 2312-2314.
168.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8600.
169.Proces-verbaal van verhoor van getuige [vriendin medeverdachte 3] , p. 2319-2322.
170.Proces-verbaal historische gegevens telefoonnummer [telefoonnummer] , p. 1116-1118.
171.Proces-verbaal historische gegevens telefoonnummer [telefoonnummer] , p. 1104-1110.
172.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2356-2357.
173.Proces-verbaal, brondoc 50410, p. 1132-1134.
174.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50712, p. 1144.
175.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50740, p. 2933-2943.
176.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51258, p. 10919-10921; Tapgesprekken, p. 10922-10924.
177.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50712, p. 1140-1144.
178.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1140-1144.
179.Proces-verbaal van verhoor van minderjarige verdachte [medeverdachte 3] , p. 1153.
180.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50703, p. 2211-2212.
181.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50735, p. 2214.
182.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50777, p. 2980-2982.
183.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50726, p. 2289-2291.
184.Het proces-verbaal telefoonnummers op dezelfde mastlocaties, p. 881-887.
185.Het proces-verbaal historische gegevens SKY-telefoonnummer [telefoonnummer] , p. 1137.
186.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1031-1032.
187.Proces-verbaal, brondoc 50631, p. 1034-1035.
188.Proces-verbaal van bevindingen, p. 3752.
189.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1935.
190.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1032.
191.Proces-verbaal van bevindingen, p. 955.
192.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1928-1930.
193.Proces-verbaal van bevindingen, p. 3752.
194.Proces-verbaal, brondoc 50552, p. 989-990.
195.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50704, p. 960-964.
196.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2953-2954.
197.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50704, p. 960-964.
198.Proces-verbaal van bevindingen, p. 4677-4678.
199.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50704, p. 960-964.
200.Proces-verbaal van bevindingen, p. 966-967.
201.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50704, p. 960-964.
202.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9077.
203.Mutatierapport, p. 9355.
204.Proces-verbaal, brondoc 51011, p. 7937-7941.
205.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51264, p. 10323.
206.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51264, p. 10322.
207.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51030, p. 6931-6933.
208.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51030, p. 6933-6934.
209.Proces-verbaal van aangifte door [naam] , brondoc 50088, p. 326-327.
210.Proces-verbaal, brondoc 50553, p. 646.
211.Proces-verbaal, brondoc 50507, p. 658-659.
212.Proces-verbaal, brondoc 50571, p. 664.
213.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50315, p. 546-547.
214.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51163, p. 8781.
215.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10270.
216.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10271.
217.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10269.
218.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10270.
219.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10270.
220.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10271.
221.Proces-verbaal, brondoc 50276, p. 293; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50224, p. 296-297.
222.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50575, pv-nr 1399, p. 655-656.
223.Proces-verbaal, brondoc 50553, p. 647-648.
224.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50309, p. 1271-1278; proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50549, p. 1301-1304.
225.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50309, p. 1271-1278.
226.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10271-10272.
227.Proces-verbaal, brondoc 50553, p. 647.
228.Proces-verbaal, brondoc 50553, p. 644 en 647.
229.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50551, p. 670.
230.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50549, p. 652, Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50549, p. 1303-1304.
231.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10272.
232.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50551, p. 670; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 1] ), p. 3132.
233.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50551, p. 670.
234.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50551, p. 669-670. Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51158, p. 8729.
235.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, taplijn TB005 sessie 7304, p. 3617-3618.
236.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50551, p. 669-670. Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51158, p. 8729.
237.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10273.
238.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3112.
239.Proces-verbaal van bevindingen, 2020312832.2493. aanvullend onderzoek telefoon Does95.1.001. (niet doorgenummerd).
240.Registraties Sky telnr [telefoonnummer] , p. 3087.
241.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50315, p. 544-545.
242.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9328
243.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9329.
244.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51163, p. 8834
245.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51194, p. 9330-9331.
246.Proces-verbaal, brondoc 50552, p. 990.
247.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10264.
248.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10265.
249.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3121.
250.Registraties Sky telnr [telefoonnummer] , p. 3087; proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50411, p. 829.
251.Proces-verbaal van bevindingen, pv-nr 1006, brondoc 50479, p. 2302-2304.
252.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3121.
253.Process-verbaal van bevindingen, brondoc 51033, p. 7980.
254.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3121.
255.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3112.
256.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 6] ), p. 3089; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3112.
257.Proces-verbaal, brondoc 50552, p. 990.
258.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, taplijn TA004, sessie 29462, p. 3598.
259.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51033, p. 7979.
260.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51237, p. 10098.
261.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51237, p. 10098.
262.Bijlage 3 proces-verbaal 20220504.1011, p. 8946.
263.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 6] ), p. 3089; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3112.
264.Proces-verbaal van bevindingen, pv-nr 998, brondoc 50477, p. 907-909
265.Proces verbaal van bevindingen, brondoc 50477, p. 907, 908 en 910. Ook brondoc 50484, p. 923.
266.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50484, p. 923-943; Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 6] d.d. 5 maart 2021, brondoc BERGJ91-0001, p. 1736.
267.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50484, p. 940.
268.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 6] ), p. 3089.
269.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 6] ), p. 3089; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3112.
270.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10266.
271.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10257.
272.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10266.
273.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10258
274.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10267
275.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3113.
276.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3122.
277.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3122.
278.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10267
279.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10257
280.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50406, p. 218-219; Proces-verbaal van bevindingen, 50415, p. 2214-225; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50432, p. 226-232.
281.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50415, beelden Wilhelminaweg te Beuningen op 4 juli 2020, pvnr. 729; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 5040650432, voertuigkenmerken zwarte VW Golf 6, pvnr. 852.
282.Proces-verbaal overzicht camerabeelden en ANPR, p. 65.
283.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50416, p. 240-241 (PVB CAM VW Transporter te zien V. Heemstraweg 70 Beuningen op 4 juli 2020 omstreeks 17:25.38 uur).
284.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50406, p. 219 (beelden [adres] , de VW Golf te zien op 4 juli 2020).
285.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10267.
286.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10268.
287.Bijlage 3 proces-verbaal 20220504.1011, p. 8971.
288.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3122-3123.
289.Beantwoording vragen door [naam] , operationeel analist d.d. 19 juli 2022, brondoc 51174, p. 9193.
290.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), p. 3122-3123.
291.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3113.
292.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), 3124.
293.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 6] ), p. 3090.
294.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 5] ), p. 3106.
295.Registraties Sky telnr [telefoonnummer] , p. 3087; proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50411, p. 829.
296.Bijlage 2 bij Proces-verbaal 20220504, 1011, p. 8900-8924.
297.Bijlage 2 bij Proces-verbaal 20220504, 1011, p. 8900-8924.
298.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10260.
299.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10261
300.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10260
301.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10258.
302.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10260
303.Proces-verbaal, brondoc 50276, p. 293; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50224, p. 297-299.
304.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50355, p. 257, 260-261, 268-270 en 281.
305.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50393, p. 269 en 285.
306.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50177, p. 272-275.
307.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50393, p. 286-287.
308.Registraties Sky telnr [telefoonnummer] , p. 3087; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10261.
309.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10261.
310.Proces-verbaal, brondoc 50276, p. 293; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50224, p. 300.
311.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3114.
312.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50582, p. 893.
313.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 5] ), p. 3106.
314.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), 3124-3125.
315.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, p. 10798-10799
316.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, p. 10804.
317.Bijlage 2 bij Proces-verbaal 20220504, 1011, p. 8900-8916.
318.Bijlage 2 bij Proces-verbaal 20220504, 1011, p. 8910-8918.
319.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 3] ), p. 3082.
320.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 3] ), p. 3086.
321.Proces-verbaal, brondoc 50690, p. 1506.
322.Registraties Sky telnr [telefoonnummer] , p. 3087.
323.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50741, p. 2294; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 7] ), p. 3115.
324.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 5] ), p. 3107-3108.
325.Proces-verbaal-van bevindingen, brondoc 51163, p. 8793.
326.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 3] ), p. 3085.
327.Proces-verbaal-van bevindingen, brondoc 51163, p. 8793.
328.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8389; proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50375, p. 1621-1622.
329.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8391; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 3] ), p. 3085.
330.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8391; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 3] ), p. 3085.
331.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8392; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 3] ), p. 3086.
332.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8392; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 3] ), p. 3086.
333.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8361.
334.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8362-8375, en 8369-8370.
335.Proces-verbaal-van bevindingen, brondoc 51163, p. 8793.
336.Registraties Sky telnr [telefoonnummer] , p. 3087.
337.Proces-verbaal, brondoc 50276, p. 293. Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50224, p. 300-301.
338.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50354, p. 207-208.
339.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50318, p. 159-160
340.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50188, p. 117-118; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8368; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50188, p. 119-121.
341.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8365.
342.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50064, p. 200-201.
343.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8373-8374
344.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8373-8375.
345.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10254.
346.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50211, p. 71.
347.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10254.
348.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8378.
349.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10254.
350.Proces-verbaal van bevindingen, p. 70-74. Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50211, p. 71-72.
351.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50084, p. 77.
352.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10254.
353.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50353. p. 153.
354.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50234, p. 166.
355.Proces-verbaal getuigenverhoor getuige [getuige 4] , p. 316.
356.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8383-8384 (VW UP, [kenteken 5] ).
357.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8383 (VW UP, [kenteken 5] ).
358.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10251.
359.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10254.
360.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51163, p. 8786-8787.
361.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10253.
362.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10254-10255.
363.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10263.
364.Proces-verbaal, brondoc 50276, p. 293; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50224, p. 301-302.
365.Proces-verbaal, brondoc 50276, p. 293; Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 50224, p. 302.
366.Registraties Sky telnr [telefoonnummer] , p. 3087.
367.Schriftelijk bescheid, zijnde een verslag van een tapgesprek, p. 10818.
368.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10269.
369.Registraties telnr [telefoonnummer] ( [verdachte] ), 3126.
370.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51254, p. 10268.
371.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8393; Registraties telnr [telefoonnummer] ( [medeverdachte 3] ), p. 3085.
372.Proces-verbaal van bevindingen, brondoc 51140, p. 8393.
373.Proces-verbaal van bevindingen, p. 10265-10266.