3.3.ABN AMRO voert verweer. Zij heeft daartoe, samengevat, het volgende aangevoerd.
Cliëntonderzoek
ABN AMRO voert geen publiekrechtelijke taak uit en behartigt geen publiekrechtelijk belang. Haar handelen moet conform privaatrechtelijke regels en normen worden beoordeeld. Het beëindigen van de relatie is geen sanctie als bedoeld in artikel 6 EVRM.
Faillissementsfraude
Tielse Recycling heeft op 30 mei 2017 vrijwel alle activa van De Betuwe verkregen, terwijl de schulden (€ 2,5 miljoen aan 42 schuldeisers, waarvan € 1,5 miljoen aan ABN AMRO) zijn achtergebleven in De Betuwe. Zo kon Tielse Recycling de bedrijfsvoering van De Betuwe (inclusief locatie, brochure, website en logo) op de oude voet voortzetten, maar dan schuldenvrij. ABN AMRO beschouwt de transactie met [bestuurder 2] - een voor [bestuurder 1] vrij onbekende persoon, die niet over relevante kennis, ervaring en middelen beschikte – als paulianeus en frauduleus (‘katvangers-constructie’). Tielse Recycling heeft de legitimiteit van de transactie niet kunnen aantonen. Als gevolg van deze transactie was De Betuwe geen levensvatbare onderneming meer. Het spoedige faillissement van De Betuwe was te voorzien. Het vermoeden van ABN AMRO (en de curator van De Betuwe) dat [bestuurder 1] zich schuldig heeft gemaakt aan faillissementsfraude - wat kwalificeert als witwassen en als misdrijf - wordt gestaafd door zeer concrete aanwijzingen en dit vermoeden is op geen enkele wijze door Tielse Recycling ontkracht. ABN AMRO wil dergelijke activiteiten op geen enkele wijze faciliteren en kan zich het ook niet veroorloven daarbij betrokken te zijn. Dat het faillissement is beëindigd betekent niet dat ook de verdenkingen van faillissementsfraude zijn verdwenen; [bestuurder 1] wordt daarvan nog steeds verdacht. Het openen van een bankrekening voor een nieuwe groepsentiteit betekent niet dat [bestuurder 1] mocht verwachten dat er overigens geen aanleiding zou zijn om de relatie te beëindigen. Dit betekent evenmin dat ABN AMRO (de door haar vereiste maar niet door [bestuurder 1] gevraagde) goedkeuring zou verlenen aan de transacties betreffende De Betuwe.
Startkapitaal Tielse Recycling
Evenmin heeft Tielse Recycling inzichtelijk gemaakt wat de herkomst is van haar startkapitaal. ABN AMRO vermoedt dat de faillissementsfraude ook inhoudt dat het startkapitaal van Tielse Recycling geen rechtmatige herkomst heeft, omdat deze onrechtmatig aan De Betuwe is onttrokken.
Waarborgen in de bedrijfsvoering
Ondanks de eerdere betrokkenheid van [bestuurder 1] bij schuldheling, die pas tijdens het cliëntonderzoek is gebleken, bieden het ‘beleid’ en de bedrijfsvoering van Tielse Recycling onvoldoende waarborgen ter voorkoming van witwassen en/of schuldheling; er wordt onvoldoende gelet op wat er wordt aangeleverd en door wie (detectie van witwassen en/of andere strafbare feiten). Identificatie en verificatie vinden in onvoldoende mate plaats. Het ‘beleid’ van Tielse Recycling is te omzeilen door telkens voor minder dan € 1.000,00 goederen te leveren en bovendien is het ‘beleid’ niet voorzien van de door de voorzieningenrechter verlangde accountantsverklaring. Als Tielse Recycling door geen enkele andere bank wordt geaccepteerd, dan zijn in haar bedrijfsvoering kennelijk in onvoldoende mate risico’s weggenomen.
Contante transacties
Ook vanuit haar eigen branche bezien verricht Tielse Recycling opmerkelijk veel contante transacties, zonder dat de legale bestemming daarvan wordt aangetoond. ABN AMRO heeft onvoldoende inzicht in de contante geldstromen. Voor de ongebruikelijke hoeveelheid contante transacties heeft Tielse Recycling geen plausibele uitleg gegeven. Kennelijk wil Tielse Recycling het aantal contante transacties niet terugdringen en evenmin de door ABN AMRO voorgestelde alternatieve (girale) betalingsmethoden benutten. Het beleid van ABN AMRO is dat maximaal 10% van de omzet contant kan worden opgenomen. Bij Tielse Recycling bedragen de opnames echter circa 80% van de omzet. Met haar nieuwe ‘beleid’ blijft Tielse Recycling ruimschoots boven de norm.
Opzegging van de relatie
De beoordeling van de vraag of ABN AMRO uitvoering mag geven aan de opzegging van 23 november 2021 moet ex tunc worden gedaan. Dit betekent dat uitgegaan moet worden van feiten en omstandigheden ten tijde van de opzegging en dat latere ontwikkelingen geen rol kunnen spelen. Toetsing ex nunc is slechts aan de orde bij beantwoording van de vraag of ABN AMRO kan worden verplicht opnieuw met Tielse Recycling een relatie aan te gaan, maar die vraag is in deze procedure niet aan de orde. Uitgangspunt bij de beoordeling is de contractsvrijheid van ABN AMRO, wat een fundamenteel en zwaarwegend recht is. Voor de uitoefening van de contractuele opzeggingsbevoegdheid (ex artikel 35 ABV) is geen zwaarwegende reden vereist. De contractuele opzeggingsbevoegdheid kan alleen worden ingeperkt als de uitoefening naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. ABN AMRO heeft niet op onaanvaardbare wijze gebruik gemaakt van haar contractuele bevoegdheid om de klantrelatie te beëindigen en heeft de op haar rustende zorgplicht niet geschonden. Met het aannemen van onaanvaardbaarheid moet terughoudend worden omgegaan; het op deze grond buiten toepassing laten van de dwingende wettelijke bepaling (artikel 5 lid 3 Wwft) is alleen aan de orde ingeval van onzorgvuldig cliëntonderzoek. De opzegging is gebaseerd op grondig cliëntonderzoek en de bevindingen zijn op zichzelf en in samenhang reden om de relatie op te zeggen. Op basis van zeer concrete twijfels en aantoonbare tekortkomingen heeft ABN AMRO geconcludeerd dat het in stand laten van de klantrelatie onaanvaardbare risico’s met zich meebrengt die zij niet langer wil en ook niet mag nemen. ABN AMRO kan niet waarborgen dat zij de op haar, op grond van de Wwft en de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft), rustende verplichtingen kan nakomen en zij kan niet overzien welke integriteits- en reputatierisico’s zij zou lopen indien de relatie met Tielse Recycling in stand zou blijven. Op grond van artikel 5 lid 3 Wwft is ABN AMRO verplicht de relatie op te zeggen. Het lag op de weg van Tielse Recycling om de gerezen verdenkingen te ontzenuwen en om onduidelijkheden en de gerechtvaardigde zorgen over de integriteit van (de personen achter) Tielse Recycling weg te nemen en vertrouwen te herstellen. ABN AMRO heeft daartoe alle gelegenheid geboden, maar Tielse Recycling heeft geen serieuze poging gedaan om de nodige helderheid te verschaffen. Tielse Recycling heeft haar verklaringen niet of onvoldoende onderbouwd en deze zijn op verschillende punten tegenstrijdig, onvolledig, ongeloofwaardig en onjuist. Bijvoorbeeld is tijdens de kortgedingprocedure komen vast te staan dat - anders dan Tielse Recycling consequent heeft gesteld - het faillissement niet (indirect) werd veroorzaakt door een factuur van slechts
€ 1.200,00 die [bestuurder 2] onbetaald had gelaten. Tielse Recycling heeft artikel 21 Rv geschonden. Er is een onherstelbare vertrouwensbreuk ontstaan.
Belangenafweging
Omdat de opzegging niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, moet worden aangenomen dat de beëindiging gerechtvaardigd is. Ten overvloede geldt dat het voor ABN AMRO van essentieel belang is dat integer gebruik van bancaire producten en diensten wordt gewaarborgd, ter voorkoming van financiële en andere schade (zoals boetes, reputatieschade en verlies van vertrouwen in de financiële sector). ABN AMRO moet er vanuit haar zorgplicht ook voor waken dat derden, zoals schuldeisers van De Betuwe, worden benadeeld. Omdat niet aannemelijk is dat de vorderingen in een bodemprocedure toewijsbaar zijn, bestaat er geen grond om de vorderingen toe te wijzen en van ABN AMRO te verlangen dat zij de uitkomst van de bodemprocedure afwacht. Dat bepaalde risico’s al langer bekend zouden zijn bij ABN AMRO doet aan het voorgaande niet af en dat het in kaart brengen en beoordelen van alle risico’s mede als gevolg van de door [bestuurder 1] aangespannen procedures veel tijd heeft gevergd, kan ABN AMRO niet worden verweten. Hoewel ABN AMRO haar daartoe voldoende tijd en gelegenheid heeft gegeven, heeft Tielse Recycling zich onvoldoende ingespannen om (via een andere bank) toegang tot het girale betalingsverkeer te behouden. Als er daadwerkelijk geen integriteitsrisico’s bestaan zoals Tielse Recycling stelt, dan is aannemelijk dat iedere andere bank haar toegang zal verlenen tot het girale betalingsverkeer. Die banken zijn daartoe ook verplicht, zodat het belang van Tielse Recycling bij haar vorderingen minder groot is. Als de voorzieningenrechter de opzegging erkent, eventueel met een bepaalde beëindigingstermijn, dan verbetert dat juist de positie van Tielse Recycling ten opzichte van andere banken. De belangen van Tielse Recycling zijn onvoldoende zwaarwegend om de contractsvrijheid en de gerechtvaardigde belangen van ABN AMRO aan de kant te zetten.
Dwangsom
Vanwege de niet-toewijsbaarheid van de vorderingen is voor toewijzing van een dwangsom geen plaats. Dat een dwangsom als bijkomende veroordeling in de gegeven omstandigheden noodzakelijk is, is door Tielse Recycling niet gesteld of aannemelijk gemaakt en wordt door ABN AMRO betwist; zij zal zonder meer aan een eventuele veroordeling voldoen. Als al een dwangsom wordt opgelegd, dient deze te worden gematigd en gemaximeerd.
Bodemprocedure
Het bevreemdt ABN AMRO dat Tielse Recycling nog steeds geen bodemprocedure is gestart, terwijl de opzegging dateert van 23 november 2021 en de bodemprocedure in de dagvaarding van 14 februari 2022 is aangekondigd. ABN AMRO verzoekt de voorzieningenrechter om, ingeval de vorderingen van Tielse Recycling niet integraal worden afgewezen, Tielse Recycling te verplichten om ABN AMRO binnen vier weken na het vonnis te dagvaarden in de bodemprocedure.