Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
J. Norder Beheer B.V.,
1.[gedaagde partij 1] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 juni 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 oktober 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Over de schulden wordt geen rente berekend.” Verder stelt de curator dat ook in het verweer van [gedaagde partij 3] in de procedures tussen [gedaagde partij 3] en de curator herhaaldelijk is opgemerkt dat er tussen partijen geen renteverplichting is overeengekomen en zelfs geen overeenkomst ter zake is gesloten. Desondanks hebben [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] in de verstekzaak aangevoerd dat de participanten een rentepercentage van 5% op jaarbasis zijn overeengekomen, aldus de curator.
Over de schulden wordt geen rente berekend”.Daarbij komt dat de advocaat van [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] tijdens de mondelinge behandeling op 8 oktober 2021 heeft aangegeven het eens te zijn met de constatering van de rechtbank dat er geen sprake is geweest van een afgesproken rente, dus een contractuele rente, en dat het gevorderde rentepercentage van 5% niet op de wet is gebaseerd, maar dat het natte vingerwerk is. Volgens de advocaat van [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] komt die stelling voort uit het feit dat het gerechtshof heeft geoordeeld dat de door de participanten ter beschikking gestelde bedragen niet kunnen worden gekwalificeerd als kapitaalstortingen maar als in rekening-courant geboekte geldleningen waartegenover een vergoeding moet staan. [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] hebben dit oordeel vervolgens overgenomen in de procedure die tot het verstekvonnis van 26 augustus 2020 heeft geleid en hebben daar een rentepercentage van 5% aan gekoppeld.
1.126,00(2 punten × tarief € 563,00)