Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
GLOBAL PACK PACKAGING SOLUTIONS INC.,
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 januari 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 14 mei 2021
- de brief van 28 mei 2021 met productie 38 van de zijde van Vite c.s.
- de reactie daarop van de zijde van Global Pack.
2.De feiten
Vite Beheer is ook 49% aandeelhouder in de Turkse onderneming Dupatech Makine iMalat Sanayi ve ticaret A.S. (hierna: DMI).
,waaronder DIM (vanaf oktober 2019 genaamd Dupatech B.V., hierna: Dupatech), onder Holding Dupatech B.V. gebracht, behoudens DPPT. DPPT is op 17 september 2019 door middel van turboliquidatie ontbonden.
3.Het geschil in de hoofdzaak
ex workste Istanbul, Turkije is geleverd en het risico van de (verscheping van de) machine op Global Pack was overgegaan, is de ontbinding van de koopovereenkomst niet houdbaar. Dat de Turkse onderneming DMI niet wilde meewerken aan transport, kan DPPT niet worden verweten. Op DPPT rustte niet de verplichting de machine van Turkije naar Canada te verschepen. DPPT is al haar verplichtingen nagekomen zodat ook geen sprake kan zijn van aansprakelijkheid van de bestuurders. Verder zijn geen baten aan DPPT onttrokken en is niet selectief betaald. In 2018 leed DPPT grote verliezen en was sprake van een negatief eigen vermogen, aldus steeds Vite c.s. Bij antwoordconclusie voert Vite c.s. aan dat de door Global Pack ontvangen gelden moesten worden overgemaakt aan DMI als betaling voor de factuur voor het produceren van de machine. Ook de andere bedragen die DPPT aan Dupatech heeft overgemaakt, hangen samen met rechtsverhoudingen, aldus Vite c.s. De betalingen zijn gekoppeld aan lopende projecten waarbij het er niet toe doet in welke entiteit het management binnen de groep vennootschappen verkiest de projecten af te handelen. De betalingen aan Dupatech lopen volgens Vite c.s. via een ‘wat ingewikkeld te noemen structuur’ waarbij een factoringmaatschappij ook een rol speelt, maar van dubieuze onttrekkingen is geen sprake, zo kan ook de accountant verklaren. De enige schulden die niet volledig zijn voldaan, zijn de managementfees van de bestuurders. De geldstromen naar aan DPPT gelieerde partijen betreffen managementfees die zijn betaald aan [aandeelhouder Hiems] en [gedaagde sub 3] en betaling van facturen voor boekhoudkundige werkzaamheden van mevrouw [naam 1] en projectondersteuning door [gedaagde sub 3] senior. Verder merkt Vite c.s. op dat de inventaris boven de liquidatiewaarde is verkocht maar dat zij geen rekening hoefde te houden met het terugbetalen van de koopprijs en vergoeding van schade aan Global Pack omdat de machine, conform de gemaakte afspraken was geleverd. Ook om die reden heeft DPPT geen vordering op DMI die aan Dupatech zou zijn over te dragen. Na advocaatwisseling heeft Vite c.s. bij akte overlegging nog aanvullende producties (30 tot en met 37) overgelegd. Verder is tijdens de mondelinge behandeling namens Vite c.s. betwist dat goodwill van DPPT naar Dupatech is overgegaan.
4.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
Quotationmet kenmerknummer VB20181214, zie overweging 2.1. van het vonnis in incidenten van 2 september 2020). In die offerte wordt in paragraaf 5.2
Options, het transport van de machine naar Global Pack in Canada (levering C&F, Cost & Freight) apart genoemd voor een bedrag van € 12.600,00. In paragraaf 6.2 van die offerte is onder het kopje
Delivery termslevering
ex works Istanbul Turkeyopgenomen. [naam 2] heeft op deze offerte zijn handtekening gezet bij de koopprijs van de machine, exclusief transport (€ 481.750,00) zoals vermeld onder paragraaf 5.1
Machineen bij de betalingscondities zoals opgenomen in paragraaf 6.1.
Order Confirmationvan 20 december 2018 met kenmerknummer
P-18028; based on quotation number VB20181214) gemaild aan DMI, de fabriek in Turkije. In die orderbevestiging wordt in paragraaf 1.1 vermeld:
transport; C&F Global Pack, Kingsville, Canada € 12.600,00en in paragraaf 5.2
Delivery terms:
C&F Global Pack, Kingsville, Canada – Incoterms 2010.
ex worksis opgenomen, blijkt uit de verklaringen van partijen tijdens de mondelinge behandeling dat dit slechts een verzekeringstechnische kwestie was in verband met de transportkosten. En, hoewel [naam 2] op de offerte niet specifiek een handtekening heeft gezet bij de transportkosten van € 12.600,00 voor transport C&F, blijkt uit de op die offerte volgende orderbevestiging van 20 december 2018 dat (ook) DPPT er van uitging dat de machine voor € 12.600,00 naar Canada getransporteerd zou worden. Dit onderstreept de verklaring van [naam 2] tijdens de mondelinge behandeling dat hij, ondanks het ontbreken van een specifieke handtekening bij de in paragraaf 5.2 van de offerte genoemde opties, DPPT opdracht heeft gegeven de machine naar Global Pack te transporteren. Dat de factuur van 21 december 2018 van DPPT aan Global Pack levering
ex worksvermeld (productie 26 bij de antwoord conclusie van de zijde van Vite c.s.) evenals de factuur van DPPT aan Global Pack van 9 mei 2019 voor extra werk (productie 16 bij de conclusie van antwoord in de hoofdzaak van de zijde van Vite c.s.), doet daar niet aan af. Deze wijze van factureren is immers in lijn met de tussen Global Pack en DPPT gemaakte afspraak dat de transportkosten op verzoek van de verzekeringsmaatschappij apart gefactureerd zouden worden. De factuur van 20 december 2018 van DMI aan DPPT vermeldt, conform de orderbevestiging, levering CIF, dus transport naar Global Pack in Canada.
Acceptance Protocol P-18027(waarmee waarschijnlijk is bedoeld P-18028) van 25 april 2019 (zie overweging 2.3. van het vonnis in incidenten van 2 september 2020), wordt vermeld:
The delivery is completedoet ook niet af aan de tussen Global Pack en DPPT gemaakte leveringsafspraak. In de
Acceptance Protocolwordt immers verwezen naar de
Order Confirmation no. P-18027, in welke orderbevestiging zoals gezegd is opgenomen dat de machine voor € 12.600,00 zal worden getransporteerd naar Global Pack in Canada. Bovendien blijkt uit het
Acceptance Protocoldat de machine is getest en met een acceptabele snelheid en kwaliteit produceert met de door Vulcan geleverde matrijs. Gelet op de verwijzing naar de orderbevestiging en het feit dat het doel kennelijk het testen van de machine was, kan voormelde zinsnede, anders dan Vite c.s. betoogt, niet zo gelezen worden dat daarmee de juridische levering is voltooid. Mede gelet op de onder 4.6. tot en met 4.8. beschreven omstandigheden, ligt het voor de hand om de zinsnede ‘
the delivery is complete’ aldus te begrijpen dat het bestelde in goede orde gereed stond. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat op DPPT ook nog de verplichting rustte om gesignaleerde knelpunten vóór transport op te lossen zodat niet gezegd kan worden dat de machine op 25 april 2019 door DPPT aan Global Pack is geleverd.
Acceptance Protocolvolgende mailwisseling tussen [gedaagde sub 3] en [naam 2] dat [gedaagde sub 3] zelf kennelijk ook van mening was dat DPPT voor transport en aflevering van de machine in Canada zou zorgen. Zo verzoekt [gedaagde sub 3] in een e-mail van 26 april 2019 (productie 29 bij conclusie van antwoord in het tweede incident van de zijde van Global Pack) om betaling van het tweede deel (45%) van de koopsom ‘
so we can start arranging shipment’. Dat Global Pack dit deel van de koopsom op 2 mei 2019 heeft voldaan, maakt evenmin dat DPPT juridisch aan Global Pack heeft geleverd. Uit de offerte blijkt immers alleen dat deze betaling gedaan moest worden vóór verscheping. Dat [gedaagde sub 3] op verzoek van [naam 2] op 3 mei 2019 de contactinformatie van de heer [naam 4] , een vervoerder, aan [naam 2] heeft doorgestuurd, maakt voorstaande ook niet anders. Uit latere mailwisseling tussen [gedaagde sub 3] en [naam 2] eind mei 2019 (productie 30 bij conclusie van antwoord in het tweede incident van de zijde van Global Pack en productie 23 conclusie van antwoord in de hoofdzaak van de zijde van Vite c.s.) blijkt dat [gedaagde sub 3] [naam 2] e-mailt dat de transportkosten vanwege een aantal redenen hoger zullen uitvallen dan het eerder geschatte bedrag van € 12.600,00 (USD 14,000) en nu USD 17,800 bedragen. Overigens, dat als onderwerp in de aanhef van de e-mails staat ‘
your machine’ is onvoldoende om aan te nemen dat DPPT de machine heeft geleverd. Ook uit WhatsAppberichten tussen [gedaagde sub 3] en [naam 2] in juni en juli 2019 blijkt de betrokkenheid van [gedaagde sub 3] bij het transport. Zo schrijft [gedaagde sub 3] in juni 2019:
the ship will sail … June 11th. We booked a fast vesselen schrijft hij dat hij hoopt zo snel mogelijk de details te kunnen zenden.
Vast staat dat Vite Beheer vijf dagen ná de door Global Pack aan DPPT uitgebrachte dagvaarding, als aandeelhouder heeft besloten tot turboliquidatie van DPPT. Dat dit het gevolg was van een langer beoogde herstructurering van de Dupatech-groep in verband met het toetreden van een nieuwe (mede) aandeelhouder, zoals Vite c.s. betoogt, is daarbij niet relevant. Relevant is de vraag of Global Pack als schuldeiser van DPPT daardoor is benadeeld. Vite c.s. erkent dat de (financiële) bedrijfsvoering van DPPT sinds april 2018 door DIM (later Dupatech) werd gedaan met een rekening-courantverhouding (zie productie 30 bij akte overlegging producties van de zijde van Vite c.s., pagina 1 onderaan). Volgens Vite c.s. is het een ‘wat ingewikkeld te noemen structuur, waarbij overigens ook nog een rol wordt gespeeld door een factoringmaatschappij (zie punt 48 van de antwoord conclusie van de zijde van Vite c.s.). Ook betwist Vite c.s. niet dat de activiteiten van DPPT sinds de turboliquidatie in Dupatech worden voortgezet. Verder heeft [gedaagde sub 3] tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat Dupatech de vorderingen en schulden van DPPT heeft overgenomen. Ook de accountant van Vite c.s. schrijft in zijn verklaring (productie 30, pagina 2, 2e alinea) dat ‘
de schulden … zoveel mogelijk [zijn] overgenomen door DIM[thans genaamd Dupatech, toevoeging rechtbank]
om er voor te zorgen dat crediteuren niet benadeeld zouden worden’. Uit de akte overlegging producties van Vite c.s. en de daarbij behorende productie 35 blijkt ook dat schuldeisers van DPPT, sluitend op een bedrag van € 51.002,53, zijn overgenomen door Dupatech. Feit is echter dat de vordering van Global Pack tot terugbetaling van de koopprijs van ruim € 410.000,00 en schadevergoeding, daar niet bij zat. Dit terwijl [gedaagde sub 3] en Vite Beheer door de door Global Pack uitgebrachte dagvaarding van 12 september 2019 wél op de hoogte waren van de gestelde vordering van Global Pack op DPPT.
8.035,00(2,5 punten × tarief € 3.214,00)