ECLI:NL:RBGEL:2021:5754
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Gedoogplicht voor aanleg rioolpersleiding op landgoed onder Belemmeringenwet Privaatrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan over de gedoogplicht die de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Stichting het Lijndensche Fonds voor Kerk en Zending heeft opgelegd. De gedoogplicht betreft de aanleg van een rioolpersleiding van ongeveer 6,7 kilometer, die noodzakelijk is voor de centralisatie van het zuiveringsproces van afvalwater door Waterschap Rivierenland. De stichting, eigenaar van het landgoed 'De Heerlijkheid Hemmen', vreest dat de aanleg van de leiding de landschappelijke waarden van het landgoed zal aantasten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de gedoogplicht op correcte wijze heeft opgelegd, na het niet bereiken van een minnelijk overleg met de stichting. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister zich terecht heeft beperkt tot de toetsing aan de vier onderdelen van artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, en dat er geen ruimte is voor een bredere belangenafweging zoals door de stichting gewenst. De rechtbank heeft het beroep van de stichting ongegrond verklaard, waarbij ook is opgemerkt dat de procedure zorgvuldig is verlopen en dat de belangen van de stichting niet in strijd zijn met de wetgeving. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 oktober 2021.